Samenvatting
Agnietje staat op een avond voor de deur van haar huis te wachten op haar moeder. Dan komt Kobus langs, met de vraag of hij zijn sigaartje met haar testje mag aansteken. Agnietje vindt dit goed, maar hij moet daarna wel weer weg gaan omdat haar moeder zo terug komt. Kobus geeft haar dan zijn liefdesverklaring. Agnietje is hier niet van gediend en stuurt hem weg. Een week later komt Kobus terug met een meisje, het is zijn zusje Keetje. Keetje en Agnietje worden vriendinnetjes, en zo kan Kobus Agnietje ook regelmatig zien. Er begint iets te bloeien tussen Kobus en Agnietje. Dan gaat de vader van Kobus op bezoek bij de advocaat, de verteller van het verhaal, met de vraag of Agnietje een goede vrouw zal zijn voor Kobus. De advocaat geeft zijn zegen en hierop wordt hij door de vader van Kobus uitgenodigd voor een etentje. Hierbij is iedereen aanwezig, Kobus, Agnietje, Keetje, Agnietje's moeder, de ouders van Kobus, de advocaat en tante Motje. Hier werd besloten dat Agnietje en Kobus moesten trouwen. Agnietje had alleen geen bruidsschat, en daarop kwam protest van tante Motje. Iedereen schrok want ze dachten dat het huwelijk nu niet meer door kon gaan, maar tante Motje schonk een deel van haar geld aan Agnietje, zodat ze toch een bruiddschat had. Eind goed, al goed.
Biografie
Justus van Effen is geboren in Utrecht op 21 februari 1684 en hij is overleden in
's-Hertogenbosch op 18 september 1735. Hij was een Nederlands letterkundige en hij was gouverneur bij vooraanstaande families. Ondertussen studeerde hij Rechten en hij promoveerde in 1727 te Leiden. Hij maakte gezantschapsreizen naar Engelang en Zweden en werd in 1732 commies van 's lands magazijnen in 's-Hertogenbosch. Hij was een kenner van de Engelse en Franse literatuur
In de Nederlandse letterkunde is zijn naam blijvend gevestigd door De Hollandsche Spectator, een weekblad dat 360 nummers heeft uitgegeven tussen 20 augustus 1731 en 8 april 1735. Het had een groot succes en werd gevolgd door een stroom van andere spectatoriale geschriften. Van Effen schreef er zelf een groot aantal vertogen in, vooral over godsdienst en kunst. Hij kwam op de naam De Hollandsche Spectator omdat hij rond zijn dertigste jaar in contact was gekomen met de schrijvers Richard Steele en Joseph Addison. Zij waren de redacteuren van het Engelse tijdschrift The Spectator.
Bibliografie
Le misanthrope (09 mei 1711 tot 20 dec 1712)
Le journal littéraire de La Haye (1713-1736)
La Bagatelle (5 mei 1718 tot 13 april 1719)
Le courier politique et galant (1719)
Le nouveau spectateur français (1725)
De Hollandse Spectator ( 20 aug 1731 tot 8 april 1735 )
Ervaringsverslag
Hoofdpersonen
Kobus
Kobus is ongeveer 20 jaar en hij is timmermansknecht. Hij is een lobbes en een watje. Hij denkt heel minderwaardig over zichzelf en is heel verlegen. Dit is wel te merken aan de manier waarop hij Agnietje aanspreekt, met een bibberende stem en naar beneden kijkend. Kobus hoort bij de rijkere mensen, zijn familie heeft dit kapitaal helemaal opgebouwd, want zijn ouders zijn van oorsprong mensen zonder geld. Ook heeft hij een tante, Motje, die veel geld heeft. Ze hebben niet echt goede manieren. Zo weten ze bijvoorbeeld niet eens hoe ze met een vork moeten eten. Agnietje
Agnietje is een beetje naïef. Ze denkt weinig aan haar zelf en veel aan haar moeder. Agnietje is onzeker over zichzelf. Dit komt doordat zij en haar moeder geen stuiver hebben voor de bruidsschat, dus ze denkt dat Kobus nooit met haar zal trouwen omdat ze geen geld heeft. Agnietje heeft wel goede manieren, haar moeder komt uit een goede familie. Door het overlijden van haar vader hebben ze bijna geen geld meer, maar haar moeder heeft een eigen linnenbedrijfje, waar Agnietje ook bij helpt. Mijnheer de Advocaat
Hij is de verteller van het hele verhaal. Vanachter zijn raam volgt hij de hele geschiedenis tussen Kobus en Agnietje. Je komt weinig over hem te weten, behalve dat hij een advocaat is. Perspectief
Er is hier sprake van een alwetende verteller. De advocaat vertelt het hele verhaal aan Heer Spectator.
Titelverklaring
Kobus en Agnietje, een burgervrijage is vernoemd naar de hoofdpersonen in dit verhaal, Kobus en Agnietje. Een burgervrijage is de ondertitel omdat het hier over de liefde tussen twee burgers gaat. In die tijd waren zulke dingen alleen voor de adel bestemd. Thema
Het thema van dit boek is liefde. Justus van Effen wilde met dit verhaal laten zien dat niet alleen de edelen lief konden hebben, maar dat er ook liefde bestond tussen de gewone burgers. Taalgebruik en Stijl
Het verhaal is in het Oud-Nederlands geschreven. Het wijkt niet veel af van het hedendaagse Nederlands, maar er zaten wel veel ouderwetse woorden in, net als de woordvolgorde. Je moest je gedachten er wel bij hebben. Ik vond het wel grappig dat veel woorden nu nog steeds in het dialect gebruikt worden, zoals alles wat de moeder van Kobus zegt. Het is een heel beschrijvend verhaal, er worden weinig dialogen gebruikt. Ik persoonlijk ben meer een fan van verhalen met meer dialogen. Het verhaal is ook heel zakelijk beschreven, er komen weinig emoties in voor. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een straat. Het begint voor de deur van Agnietje's huis, waar ze elkaar voor het eerst ontmoeten, verders gebeurt alles in het huis van Kobus, waar de huwelijksplannen worden gemaakt. Tijd
Het verhaal speelt zich af in 1733. Het wordt in drie ingezonden brieven in chronologische volgorde gepubliceerd in het tijdschrift De Hollandsche Spectator. Er zitten geen flashbacks in het verhaal. Eigen Mening Ik vond het wel een grappig verhaal om te lezen. Het enige nadeel eraan vond ik dat er bijna geen dialogen in voorkomen. Hierdoor wordt het al gauw saai voor mijn gevoel. Het is wel leuk om te lezen hoe alles in die tijd ging. Je kunt je er eigenlijk niets bij voorstellen dat wanneer je met iemand wilt trouwen er eerst gekeken moet worden hoe groot de bruidsschat van de ander is. Liefde speelde in die tijd blijkbaar geen grote rol. De tijd waarin Kobus en Agnietje, een burgervrijage is ontstaan
Kobus en Agnietje is geschreven in de tijd van de Verlichting. Nederland werd toen geregeerd door stadhouders en regenten. De Nederlanders kregen daar genoeg van en verjoegen in 1795 de stadhouders en werd Nederland de Bataafsche Republiek. In deze periode gaat de burgerij een belangrijkere rol spelen. Ze kwamen erachter dat de burgers niet meer hoefden te buigen voor de adel. Deze periode werd ook wel rationalisme genoemd. Men ging meer nadenken, in plaats van het gevoel te volgen. Met de verhalen die Justus van Effen schreef wilde hij literatuur maken voor de burgerij. Hij wilde duidelijk maken dat gewone mensen ook elkaar konden lief hebben en dat dit niet alleen was weggelegd voor de adel. Hij verzette zich tegen de rijkere mensen in de maatschappij. Schrijvers in de tijd van de Verlichting hechtten veel waarde aan tolerantie, redelijkheid, gelijkheid en vrijheid. Het was een soort kritiek tegen de standenmaatschappij die al zo lang bestond. De schrijvers wouden vaak de mens en de maatschappij verbeteren. In spectatoriale tijdschriften werden belangrijke problemen op een luchtige en eenvoudige manier aan burgers voorgelegd. Justus van Effen wilde met dit verhaal duidelijk maken dat standen in de maatschappij er niet toe doen wanneer het om liefde gaat.
Kobus
Kobus is ongeveer 20 jaar en hij is timmermansknecht. Hij is een lobbes en een watje. Hij denkt heel minderwaardig over zichzelf en is heel verlegen. Dit is wel te merken aan de manier waarop hij Agnietje aanspreekt, met een bibberende stem en naar beneden kijkend. Kobus hoort bij de rijkere mensen, zijn familie heeft dit kapitaal helemaal opgebouwd, want zijn ouders zijn van oorsprong mensen zonder geld. Ook heeft hij een tante, Motje, die veel geld heeft. Ze hebben niet echt goede manieren. Zo weten ze bijvoorbeeld niet eens hoe ze met een vork moeten eten. Agnietje
Agnietje is een beetje naïef. Ze denkt weinig aan haar zelf en veel aan haar moeder. Agnietje is onzeker over zichzelf. Dit komt doordat zij en haar moeder geen stuiver hebben voor de bruidsschat, dus ze denkt dat Kobus nooit met haar zal trouwen omdat ze geen geld heeft. Agnietje heeft wel goede manieren, haar moeder komt uit een goede familie. Door het overlijden van haar vader hebben ze bijna geen geld meer, maar haar moeder heeft een eigen linnenbedrijfje, waar Agnietje ook bij helpt. Mijnheer de Advocaat
Hij is de verteller van het hele verhaal. Vanachter zijn raam volgt hij de hele geschiedenis tussen Kobus en Agnietje. Je komt weinig over hem te weten, behalve dat hij een advocaat is. Perspectief
Kobus en Agnietje, een burgervrijage is vernoemd naar de hoofdpersonen in dit verhaal, Kobus en Agnietje. Een burgervrijage is de ondertitel omdat het hier over de liefde tussen twee burgers gaat. In die tijd waren zulke dingen alleen voor de adel bestemd. Thema
Het thema van dit boek is liefde. Justus van Effen wilde met dit verhaal laten zien dat niet alleen de edelen lief konden hebben, maar dat er ook liefde bestond tussen de gewone burgers. Taalgebruik en Stijl
Het verhaal is in het Oud-Nederlands geschreven. Het wijkt niet veel af van het hedendaagse Nederlands, maar er zaten wel veel ouderwetse woorden in, net als de woordvolgorde. Je moest je gedachten er wel bij hebben. Ik vond het wel grappig dat veel woorden nu nog steeds in het dialect gebruikt worden, zoals alles wat de moeder van Kobus zegt. Het is een heel beschrijvend verhaal, er worden weinig dialogen gebruikt. Ik persoonlijk ben meer een fan van verhalen met meer dialogen. Het verhaal is ook heel zakelijk beschreven, er komen weinig emoties in voor. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een straat. Het begint voor de deur van Agnietje's huis, waar ze elkaar voor het eerst ontmoeten, verders gebeurt alles in het huis van Kobus, waar de huwelijksplannen worden gemaakt. Tijd
Het verhaal speelt zich af in 1733. Het wordt in drie ingezonden brieven in chronologische volgorde gepubliceerd in het tijdschrift De Hollandsche Spectator. Er zitten geen flashbacks in het verhaal. Eigen Mening Ik vond het wel een grappig verhaal om te lezen. Het enige nadeel eraan vond ik dat er bijna geen dialogen in voorkomen. Hierdoor wordt het al gauw saai voor mijn gevoel. Het is wel leuk om te lezen hoe alles in die tijd ging. Je kunt je er eigenlijk niets bij voorstellen dat wanneer je met iemand wilt trouwen er eerst gekeken moet worden hoe groot de bruidsschat van de ander is. Liefde speelde in die tijd blijkbaar geen grote rol. De tijd waarin Kobus en Agnietje, een burgervrijage is ontstaan
Kobus en Agnietje is geschreven in de tijd van de Verlichting. Nederland werd toen geregeerd door stadhouders en regenten. De Nederlanders kregen daar genoeg van en verjoegen in 1795 de stadhouders en werd Nederland de Bataafsche Republiek. In deze periode gaat de burgerij een belangrijkere rol spelen. Ze kwamen erachter dat de burgers niet meer hoefden te buigen voor de adel. Deze periode werd ook wel rationalisme genoemd. Men ging meer nadenken, in plaats van het gevoel te volgen. Met de verhalen die Justus van Effen schreef wilde hij literatuur maken voor de burgerij. Hij wilde duidelijk maken dat gewone mensen ook elkaar konden lief hebben en dat dit niet alleen was weggelegd voor de adel. Hij verzette zich tegen de rijkere mensen in de maatschappij. Schrijvers in de tijd van de Verlichting hechtten veel waarde aan tolerantie, redelijkheid, gelijkheid en vrijheid. Het was een soort kritiek tegen de standenmaatschappij die al zo lang bestond. De schrijvers wouden vaak de mens en de maatschappij verbeteren. In spectatoriale tijdschriften werden belangrijke problemen op een luchtige en eenvoudige manier aan burgers voorgelegd. Justus van Effen wilde met dit verhaal duidelijk maken dat standen in de maatschappij er niet toe doen wanneer het om liefde gaat.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden