Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Julia door Rhijnvis Feith

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Julia
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2140 woorden
  • 16 juli 2001
  • 172 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
172 keer beoordeeld

Boekcover Julia
Shadow
Julia door Rhijnvis Feith
Shadow
ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Algemene informatie over het boek en de schrijver Titel: Julia. Schrijver: Mr. Rhijnvis Feith. Eerste druk: 1783. Gelezen uitgave: Julia, door Mr. Rhijnvis Feith, uitgegeven door Kramers Pockets, 1971. Opmerking: Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het verhaal Julia. Het tweede deel, genaamd Mengelwerk, bestaat uit korte teksten en gedichten van dezelfde schrijver met hetzelfde thema als bij Julia. Rhijnvis Feith (1753 tot 1824) was een achttiende eeuws romantisch schrijver en jurist. Hij werd in 1780 burgemeester van Zwolle. Hij leidde op het landgoed Boschwijk bij Zwolle een teruggetrokken leven. Feith heeft zowel verhalen als gedichten en ook toneelstukken geschreven. Hij was een zeer belezen man. En hij hing het sentimentalisme aan. Feith is vooral bekend als schrijver van sentimentele romans, zoals: Julia, Ferdinand en Constantia. Enkele andere werken van Feith zijn: Dagboek mijner goede Werken, Ines de Castro (treurspel), Colma. Titel, ondertitel en motto Het boek heet Julia, het gaat over de liefde tussen Julia en Eduard. Er is geen ondertitel en geen motto.
Samenvatting Julia en Eduard ontmoeten elkaar en ondervinden de zuiverste liefde die er is. De vader van Julia verbiedt haar echter met Eduard te trouwen. Om nu te voorkomen dat Julia en Eduard de ondeugd zullen bedrijven (oftewel met elkaar naar bed zullen gaan), besluiten ze dat het beter is als Eduard weg gaat. Wanneer ze dit doen, zullen ze namelijk na hun dood voor eeuwig samen kunnen zijn. Als ze in zonde zouden leven, zal dat niet gaan. Eduard vertrekt, beide geliefden voelen zich doodongelukkig, maar ze weten dat dit het enige is wat ze kunnen doen. Ze vertrouwen op de Voorzienigheid, op God. Eduard trekt alleen rond en de geliefden schrijven elkaar trouw. Op een gegeven moment bereikt hem een brief van Julia, waarin staat dat ze mogen trouwen. Eduard gaat vliegensvlug naar haar toe, maar ze blijkt net overleden te zijn. Hem rest niks meer dan op zijn eigen dood te wachten. Zelfmoord gaat niet, want dan zou God hem wel eens voor altijd van Julia kunnen scheiden. Op het eind van het verhaal sterft hij op Julia=s graf. Genre Het is een sentimentele roman. Het gevoel voor liefde staat voorop: liefde voor god en voor elkaar. Thema Het thema is zuivere liefde. In de roman wordt ervan uitgegaan dat God liefde is. Daarom is het thema niet alleen zuiver liefde, maar ook God. Julia en Eduard proberen een zo zuiver mogelijke liefde te hebben, maar ze beseffen wel dat de zuiverste liefde alleen tot God mogelijk is. Motieven Een gevoelig hart hebben: Alle personen die eeuwig beminnen, zoals Eduard en Julia, hebben een gevoelig hart. De liefde voor God: Deze liefde is het hoogste wat een mens kan ervaren. Liefde voor de enige ziel die bij jou past: In het verhaal Julia en ook in de verhalen, die in Mengelwerk, gaat het over liefde tussen twee mensen, die totaal bij elkaar passen. Verdriet: Er ontstaat ongelofelijk veel verdriet, wanneer iemand zijn of haar ware geliefde kwijtraakt. Dit gebeurt in elk van de verhalen in het boek. Troost: Echte troost voor het net genoemde verdriet, vind je alleen in je geloof. Godsdienst: Godsdienst is zeer belangrijk in het leven van alle mensen uit het boek. Godsdienst biedt troost en geeft hoop. Voorzienigheid: De voorzienigheid, zal voor je zorgen. Daar moet je als mens op vertrouwen. De dood: De dood brengt verlossing van het lijden op aarde. Toch vrezen Julia en Eduard de dood, omdat er ook geestelijken zijn die zeggen dat je elkaar na de dood niet meer zal herkennen. Julia en Eduard geloven echter dat ze elkaar na de dood zullen herkennen en eeuwig samen kunnen leven. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk: Vaak komt de vraag naar voren, wat de zin van het lijden in dit leven is. Het antwoord op die vraag, wordt ook gegeven. Men moet op God vertrouwen, want hij is de vader en hij zal zijn kinderen heus niet nodeloos laten lijden. Hij weet wat hij doet. Structuur, samenhang en spanning Het boek is chronologisch, maar wel fragmentarisch. Uit de brieven verneem je slechts korte gebeurtenissen of gedachten. Er gebeurt niet zoveel in het verhaal, er wordt voornamelijk gedacht over het leven op aarde en dat wat na de dood komt. Er verlopen volgens mij wel een aantal jaren, maar van de lotgevallen van Eduard op zijn reis, kom je eigenlijk niets te weten. In het verhaal Julia is één verhaallijn, die rond de liefde tussen Julia en Eduard. Alles in het boek hangt samen. Alles druipt van de liefde. Alles, maar dan ook alles verwijst dus naar het thema. Er zit eigenlijk geen spanning in het boek. Het verhaal begint bij het begin en eindigt gesloten.
Personages Julia is een zeer gevoelig meisje. Ze helpt altijd iedere ongelukkige die ze ziet. Julia is zeer deugdzaam. Ze gelooft heel trouw in God en in de Voorzienigheid. Eduard is een gevoelige man. Ook hij is zeer deugdzaam. Soms heeft hij iets minder geduld met de Voorzienigheid, maar daar heeft hij later altijd weer spijt van. Hij is dus ook een heel trouwe gelovige. Julia en Eduard zijn geliefden, hun zielen houden ongelofelijk veel van elkaar. Tijd Er verloopt best veel tijd in het verhaal. Ik denk wel een aantal jaar, hoeveel precies weet ik niet. Het verhaal speelt zich in een tijd af, waarin Godsdienst en deugd nog zeer belangrijk waren. Dit is volgens mij de 18e eeuw af (de tijd waarin de schrijver leefde). Het verhaal is chronologisch. De verteltijd is veel korter dan de vertelde tijd. Perspectief Het verhaal is in briefvorm. Eduard schrijft brieven aan Julia en Julia aan Eduard. Ook zijn er een heel stel brieven die Eduard schrijft aan zijn vriend Alcestes. Deze brieven gaan over Julia. Ruimte Het verhaal speelt zich niet in een bepaald land af. Er wordt nooit iets gezegd over de precieze plaats waar iets gebeurt. Eén keer schrijft Eduard dat hij naar het Noorden gaat, maar verder wordt er nergens een plaatsaanduiding gegeven. Taalgebruik en stijl De zinsbouw is best ingewikkeld. Bijna alle zinnen worden wel ergens onderbroken. Het zijn eigenlijk gedachtekronkels, die op het papier zijn gezet. Een klein voorbeeld geeft misschien wat duidelijkheid. ... Reeds was de tijd tot onze saamenkomst bijna verstreken- en o! hoe lang was deze mij gevallen! Reeds was ik gereed om troostloos den heuvel te verlaten- toen ik haar schier ademloos zag aansnellen!- Zij ziet mijne wanhoop- ik weende ... (blz 23) Door constant van die streepjes, wordt de tekst zeer onoverzichtelijk. Door echter dit taalgebruik, waarbij je constant moet opletten, wat er nou precies staat, word je wel gedwongen erover na te denken. Een opvallend aspect aan het taalgebruik was, dat heel vaak de namen Julia en Eduard in hoofdletters werden geschreven. Dit werd vooral gedaan, wanneer de ene geliefde de andere in zijn of haar brief aanriep. Zo werd duidelijk aangegeven dat de naam van zijn of haar geliefde een soort noodkreet was voor de ander. Bronvermelding Julia, door mr. Rhijnvis Feith, uitgegeven door Kramers Pockets, 1971. Internet:
http://www.xs4all.nl˜josdb/rhijnned.html Deel 2: Persoonlijke tekstbeleving Julia, was een boek over liefde. Zeer zuivere liefde. Het boek gaat ervan uit dat er één ideale geliefde voor ieder is en dat wanneer je die persoon verliest, er niets anders rest dan te wachten op de dood. Na je dood, zul je elkaar eeuwig kunnen beminnen. Het is dus zeker niet de bedoeling dat je na de dood van je geliefde, op zoek gaat naar een ander. Zelf geloof ik niet dat er voor ieder persoon één iemand is die precies bij hem of haar past. Het lijkt me zeer onlogisch. Want stel dat jij in Nederland woont en die ideale persoon in India, dan is de kans dat je elkaar ontmoet wel heel erg klein. Wanneer je nu ook op je ideale liefde moest gaan wachten, dan zouden zeer veel mensen alleen moeten blijven. Stel nu dat je toch je ware liefde vindt, maar dat die vroegtijdig sterft. Dan zou je dus de rest van je leven alleen moeten blijven. Er zou je niets anders resten dan de rest van je leven blijven treuren. Zelf zie ik het niet als iets verkeerds dat wanneer je geliefde overleden zou zijn, je zou hertrouwen. Volgens de bovenstaande theorie kan dat niet, want dan is de kans zeer groot dat je na je dood, je je ware geliefde niet terugvindt. Eerlijk gezegd lijkt me deze theorie nogal vergezocht en volstrekt onbewijsbaar. Ook lijkt het me een nogal harteloze theorie. De tijd dat je op aarde bent, ben je doodongelukkig. Waarom zou God willen dat zijn kinderen überhaupt lijden. Waarom zorgt hij er niet gewoon voor dat ze altijd gelukkig met elkaar kunnen leven. Het lijkt me duidelijk dat ik niet in de bovenstaande theorie geloof. Toch kan ik niet ontkennen dat ik het zeer mooi vind: elkaar voor altijd beminnen, omdat je perfect bij elkaar past. Het beminnen van de ware, krijgt in het boek ook iets hogers toegewezen. Het beminnen is niet lichamelijk, maar enkel en alleen met de ziel. Het lichamelijk moet worden uitgebannen, want wie alleen met zijn ziel kan beminnen is een Engel. (Engelen zijn schepsels die alleen met hun ziel beminnen en dus niet met hun lichaam). En als je een Engel bent, sta je dichter bij God. Het geloof in God is in Julia zeer groot. Eduard en Julia en ook de hoofdpersonen in de verhalen in Mengelwerk, geloven in God. Een aantal keer wordt aangetoond dat ze niet goed genoeg geloven en dan bekeren ze nog voordat ze sterven. De personen geloven, dat na hun dood ze elkaar eeuwig kunnen blijven beminnen. Ook geloven ze dat ze door elkaar te beminnen, eigenlijk God beminnen. Zelf ben ik niet gelovig, maar de sterkte van het geloof dat uit dit boek spreekt, doet me wel wat. Het vervult me met eerbied. Je moet het maar kunnen, zo in God geloven, dat je daarvoor je leven ongelukkig doorbrengt. Het enige wat je op de been houdt, is de hoop dat je na je dood voor eeuwig gelukkig zal zijn. Ik vrees dat mijn geloof zeker zou gaan wankelen. Feith heeft het af en toe over wormen. Ik denk dat wormen, in zijn ogen, iets van de dood zijn. Vaak wanneer de dood ter sprake komt, heeft hij het over wormen, die aan je knagen. Hij doet dit niet alleen in het verhaal Julia, maar ook in de verhalen en gedichten in Mengelwerk. Volgens mij moet Feith de aardse dood verafschuwd hebben. Hij zag er volgens mij iets afschuwelijks in. Misschien zag hij zichzelf al dood in een kist liggen, met wormen knagend aan zijn lichaam. In tegenstelling tot de afschuwelijke aardse dood, zag Feith het hemelse leven dat je kreeg als je het verdiend had, als iets prachtigs. Ook blijkt uit zijn werk, dat hij de hel als iets ongelofelijk afschuwelijks zag. De zinsbouw in het boek vond ik zeer mooi. Wel soms ingewikkeld, maar toch zeer mooi. Ik zal het stukje citeren dat ik het mooiste vond van het hele boek: ... Hier aan uwe zijde, mijne JULIA! zal mijn uitgeteerd ligchaam vreedzaam sluimeren, terwijl mijne ziel bij de bleeke straalen der maan om mijn stof heen zal zweven. - - Zo dan ooit een gevoelig hart onze tombe nadere - dat hij ze met nederige bloemen en klimöpbladen bestrooie, en met traanen bevochtige! - Ieder traan zal mijn grafrust strelen. - - - Medelijden, aandoenlijke Maan! Vriendinne der treurigen! beloon hem zijn offer - dat hij, u aanschouwende, zich herinnere, hoe menigwerf ik u aanschouwd hebbe, en al dien wellust in eens geniete, dien ik duizendmaalen uit uw gelaat genoot! - En wanneer de tijd daar is, dit ook zijn oog zich voor eeuwig voor uwen zachten luister sluiten zal, lonk dan vaak zijne stille rustplaats aan, dat op zijn beurt er zich eene aandoenlijke ziel ter bespiegeling op nederzette, hem zijnen dienst vergelde, en op dezelve wene! (Blz 82). Dit is het slot van het verhaal Julia. Eduard zit op het graf van Julia en sterft. Hij spreekt als laatste tegen de maan en vraagt die om wanneer er een gevoelig hart op zijn tombe komt rouwen, dat gevoelige hart te troosten. Net zoals de maan hem zo vaak getroost heeft. De taal waarin gesproken wordt is zeer mooi, het is een poëtisch, maar toch proza. Door deze combinatie wordt de tekst zeer gevoelig, precies zoals past bij wat er gezegd wordt. Na het verhaal Julia komen nog een aantal verhalen en een aantal gedichten. Hierin wordt nog verder op het thema doorgegaan. Door deze verhalen en gedichten, krijg je het idee dat Julia een niet op zichzelf staand verhaal is, maar dat het deel uitmaakt van een geheel. Van een gedachtewijze. Het geeft aan dat het thema van Julia op veel verschillende manieren toepasbaar is.

REACTIES

M.

M.

super! goed kort samengevat, scheelt weer voor op mn mondeling! dankje!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Julia door Rhijnvis Feith"