Vogelvrije vrienden door Gijs Wanders

Titel Vogelvrije vrienden Auteur Gijs Wanders Uitgever Lemniscaat Opbouw Het boek heeft 133 bladzijden en is verdeeld in 5 hoofdstukken. Dit boek is gebaseerd op zijn eigen belevenissen in Midden-Amerika. Het is echt gebeurd. Geïllustreerd door: Roelof van der Schans. Plaats Waar speelt het verhaal zich af: In Midden- en Zuid-Amerika. Tijd Wanneer speelt het verhaal zich af: In deze tijd. Hoofdpersonen De hoofdpersoon is Carlos. De andere personen zijn de nonnen en priesters van het klooster, tante Brenda en José.
Samenvatting De ouders van Carlos zijn vermoord en hij wil terug naar zijn geboortedorp om daar rond te kijken. Carlos woont in de hoofdstad van zijn land. Hij woont daar samen met zijn tante Brenda. Het verhaal begint in de bus waar Carlos op weg is naar z'n dorp. Naast hem in de bus zit een oude man met wie hij de hele reis praat. Op een gegeven moment stopt de bus omdat er een jeep op de weg staat. "Paspoort controle", roept de soldaat. Een Amerikaan die ook in de bus zit, heeft z'n paspoort nog in z'n tas zitten en die tas ligt op het dak van de bus. De Amerikaan zegt dat tegen de buschauffeur, maar die is te beroerd om hem van de bus af te halen. De soldaat neemt de Amerikaanse jongen mee. Verderop stopt de bus, omdat de chauffeur moet plassen. De man die naast hem in de bus zit vertelt tegen Carlos dat het een list is om geld af te troggelen van de Amerikaan en dat de chauffeur in het complot zit. En ja hoor, Carlos ziet de jeep al aan komen met de soldaat en de Amerikaan. De chauffeur haalt dan eindelijk de tas van het dak en de soldaat haalt daar 90 $ uit. De soldaat geeft van die 90 Dollar 20 aan de buschauffeur. De bus rijdt weer verder. Bij het station aangekomen staat Carlos voor in de rij om een kaartje te kopen, maar de verkoper is nog aan het eten. 10 Minuten later is de man gestopt met eten en heeft Carlos een kaartje. Hij denkt "Ik ga maar alvast de trein in, dan heb ik tenminste een plaatsje", maar de stationschef fluit hem terug. Op het perron komt hij een jongen, Fernando, tegen met wie hij in de trein gaat zitten en de trein gaat weg. De trein heeft veel moeite met heuvels, want hij zit stampvol. Op een gegeven moment moeten alle mensen uitstappen en later weer instappen, omdat hij over een heuvel heen moet. In de trein vertelt Fernando dat hij een wereldreis aan het maken is. Bij het dorp aangekomen is het al een beetje schemerig. Carlos vindt het raar, want op dit moment van de dag is het normaal altijd het drukst op het plein, maar nu is er helemaal niemand. Op weg naar het klooster, waar hij wil gaan slapen, ontdekt hij dat er een man bij een bankje staat die hem met z'n ogen volgt. Bij het klooster aangekomen zijn er wat moeilijkheden. Als hij vertelt dat hij tante Brenda kent, laten ze hem meteen binnen. Tante Brenda is een vriendin van een non die in het klooster werkt. Ook heeft tante Brenda daar vaak overnacht. Binnen in het klooster wordt hij op de hoogte gesteld van de toestand die er in het dorp is, namelijk dat de mensen in het klooster de schuld krijgen van een opstand van de Indianen. Het klooster wordt 24 uur per dag onder schot gehouden. ‘s Avonds horen ze voetstappen op het dak en geluiden in de binnenhof en opeens...... een oorverdovende knal, alle ruiten in de voorgevel liggen eruit en er klinken geweerschoten, en nog zo'n knal...... ‘s Ochtends als Carlos wakker wordt, hoort hij de priester met twee andere mannen praten over nog een aanval, die die avond plaats zal vinden. De inwoners van het klooster besluiten te vluchten, want dat waren ze eigenlijk gisteren ook van plan, maar dat was mislukt. Ze gaan weg met twee jeeps en iedereen moet bukken , behalve de bestuurder. Midden op het plein slaat de motor van de jeep af, waar Carlos niet in zit. Er blijken gaten in de radiator te zitten. Nadat de radiator weer is bijgevuld, rijden ze weg. Onderweg stoppen ze bij een dorpje waar een Indiaanse vrouw hun eten aanbiedt. Daar vullen ze de opnieuw radiator bij. Eén van de nonnen blijkt een maïskolf bij zich te hebben. Die maïskorrels passen precies in de gaten van de radiator. Daarna stoppen ze een tweede keer, want de motor is overhit. Dat komt doordat er toch weer uit de radiator is gelopen. Opeens komt er een vrachtwagen aan. Ze duiken het bos in, want ze denken dat het soldaten zijn die achter hen aan komen. De vrachtwagen stopt bij de jeeps.De priesters, nonnen en Carlos lopen naar de vrachtauto toe, omdat ze hebben gezien dat het geen soldaten zijn. Ze kunnen een lift krijgen naar de hoofdstad, want de mensen in de vrachtwagen moeten daar ook naar toe. Ze gaan daar afgekeurde medicijnen verkopen. Na een lange en hobbelige reis komt Carlos terug bij tante Brenda. Er is dan een man bij haar. De man heet José en hij is de zoon van de oude man die Carlos in de bus is tegengekomen. Hij vertelt dat hij erbij was toen de ouders van Carlos werden vermoord en dat hij nu bij het verzet zit. Carlos krijgt tranen in z'n ogen. De man gaat weg, want hij moet zo snel mogelijk de grens over. Als hij door de soldaten gevonden zou worden, moet hij de gevangenis in. Met hulp van vrienden lukt het hem de grens over te komen. Titelverklaring Vogelvrij betekent buiten bescherming van de wet. Dat betekent dat je zomaar kan worden neer geschoten zonder dat iemand daar iets van zegt. Carlos maakt in het boek kennis met allemaal mensen die vogelvrij zijn, onder andere de priesters, de nonnen en José. Ook zelf is hij vogelvrij. Dat gebeurt veel in Midden- en Zuid-Amerika. Mening Ik vond het een erg leuk boek Het is spannend, want je weet tot op het laatste moment niet hoe Carlos eruit komt. Schrijver Gijs Wanders is geboren in 1950 in Winschoten. Hij is na zijn middelbare school als verslaggever bij de Winschoter Courant begonnen. Na drie jaar besloot hij een wereldreis maken. Hij reisde door Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Toen hij weer terug in Nederland was, kreeg hij een baan bij de redactie van het Nieuwsblad van het Noorden. Later kreeg hij een baan bij het NOS-Journaal. Andere titels: Spoorloos verdwenen, Gedwongen verzet, Stille getuigen.