Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2013
- 240 pagina's
- Uitgeverij: De Bezige Bij
Flaptekst
We noemden haar schertsend Tientje Poets, maar haar schoonmaakwoede ging over lijken. In De helleveeg keert A.F.Th. van der Heijden terug naar het decor en de personages van zijn vermaarde cyclus De tandeloze tijd. We maken kennis met Albert Egberts tante Tiny. Ze lijdt aan smetvrees en heeft een dwangmatig scherpe tong. Voor Albert is tante Tiny even afschrikwekkend als intrigerend. Met majestueuze beheersing van de stof en met humor voert Van der Heijden ons zijn vertrouwde en hernieuwde universum binnen, en levert daarmee het bewijs van de vitaliteit en kracht van zijn schrijverschap.
Eerste zin
Als Tante Tiny ergens de woonkamer binnen kwam, al was het bij wildvreemden, trok ze meteen een helgele stofdoek uit haar jaszak om er links en rechts een terloopse veeg mee over de armleuningen van het meubilair te geven.Samenvatting
Hoofdstuk I:
Tante Tiny is een mooie meid, maar ze kan geen vrijer houden, zegt de ik-verteller Albert Egberts. Ze is de zus van zijn moeder. Hij en zijn tante zijn in hetzelfde huis geboren, nl. bij de grootouders in de Eindhovense arbeiderswijk Tivoli. Die zijn verhuisd uit Den Bosch omdat “de grond te heet werd” onder hun voeten. Dat is natuurlijk een vooruitwijzing naar wat er in de loop van het verhaal onthuld zal worden. Tante Tiny werkte bij de schoenfabriek Lata waar ze zolen onder de schoenen plakte. Ze klaagt nogal over haar ouders (de grootouders van Albert) die haar erg strak houden. Ze verwijst dan weer naar vroeger. Maar tante Tiny is ook gewoon een ettertje: ze knijpt jongens en zeikt ze af.
Hoofdstuk II:
Tiny heeft ook nog een jonger broertje Hasje, die meer een oudere broer voor Albert is dan een oom. Hij is tien jaar ouder dan Albert. Zelf is Tante Tiny twaalf jaar ouder dan Albert.
Op een nacht besluit Hasje met zijn schilderspullen naar Amsterdam te gaan om daar een loopbaan als kunstschilder te beginnen. Omdat de politie hem moet terugbrengen na het alarm slaan van zijn ouders, komt Tiny in aanraking met agent Henneman, die een oogje op haar heeft. Haar ouders vinden het een goede partij, maar Tiny verbreekt de relatie.
Hoofdstuk III:
Niet lang daarna komt de volgende jongen in beeld: Peer Portier(zijn bijnaam). Eigenlijk heet hij Peer Walravens, maar hij is portier bij een hotel. Ze verloven zich, maar de ouders vinden het geen goede partij voor haar. Dan verzint Tiny dat ze zwanger is, maar Peer twijfelt eraan, omdat hij een brief van Henneman heeft, waarin staat dat Tiny voor het leven onvruchtbaar is. Hij wil dat niet en maakt de verkering uit. Opa spreekt er schande van. De kleine Albert ziet het allemaal van een afstandje aan. Hij kruipt wel eens op zondag bij zijn tante in bed. (ook al een vooruitwijzing naar wat later verteld wordt) Die krijgt “toevallig” enkele dagen nadat Peter het heeft uitgemaakt een miskraam.
Hoofstuk IV:
Albert gaat op een middag met zijn tante “statten.” Maar ze gaan naar een oud vrouwtje boven een viswinkel aan wie tante Tiny duidelijk een hekel heeft. Ze kopen een rol krantenpapier, maar Albert weet dat ze wel een mes bij zich had. Ook schrikt hij ervan dat zijn oma ziek wordt: heeft Tony met rattengif gewerkt?
De volgende episode is dat Tiny met Koos gaat trouwen en dat hij er tijdens de bruiloft achter komt, dat ze onvruchtbaar zou zijn. Hij wordt woedend en besluit zijn huwelijksreis naar Lugano te annuleren en in te ruilen voor een onderzoek in een ziekenhuis naar de onvruchtbaarheid van Tiny. Maar dat loopt niet goed af voor hemzelf.
Hoofdstuk V:
In de familie wordt erom gelachen dat na het onderzoek juist blijkt dat Koos Kassenaar zwak zaad heeft. Albert gaat later een keer logeren bij zijn oom en tante in Brede. Hij is bang dat hij vergiftigd wordt. Tijdens de logeerpartij merkt Albert dat er vaak ruzie tussen Tiny en Koos is. Op de laatste dag moet hij naar huis weggebracht worden, maar hij ziet niemand. Wel een bebloed bed. Hij denkt dat er iemand vermoord is, maar als hij naar huis belt bij de buren, staat Tiny ineens achter hem Tiny voorspelt dat ze veel zal onthullen als haar vader met pensioen gaat. Albert krijgt zijn seksuele voorlichting via verhalen. Zijn moeder vertelt dat ze een keer is aangerand door Nico van Dartel. Thuis wilde haar vader er toen geen woord over horen.
Hoofdstuk VI:
Als opa 65 wordt valt de tirade van Tiny nog mee. Ze zegt wel dat ze altijd als slaaf heeft moeten dienen. Het is 24 juli 1964. De verteller is 14 jaar. Tiny houdt zich nog in en vraagt aan Albert of hij nog wel eens wil komen logeren.
Het wordt erger bij de robijnen bruiloft van opa en oma. Die is in 1968 en dan gaat Tiny helemaal los. Alberts moeder Hanny is namelijk 42 jaar en was dus een moetje, waarvan opa en oma bij andere katholieke mensen altijd zo’n schande spraken. Opa onthult dan dat hij niet eerder kon trouwen omdat hij twee jaar in de gevangenis van Veenhuizen heeft gezeten, omdat hij betrokken was bij een vechtpartij. Tiny verziekt het hele feest, opa is boos, zelfs haar man Koos gaat zonder haar weg en ook bij de moeder van Albert ligt ze eruit. Albert moet alleen naar huis op de fiets en onderweg ziet hij tante Tiny bij de bushalte staan. Hij blijft bij haar en brengt haar naar het station en geeft haar geld voor de trein naar Breda. Intussen komt er ook politie opdagen die gewaarschuwd is door de ouders van Albert: hij is nog niet thuisgekomen. Tiny zegt dat hij haar seksslaafje is. Als hij heel laat thuiskomt, scheldt zijn vader hem overhoop, omdat hij het met de “helleveeg” heeft aangelegd.
Hoofdstuk VII:
Tante Tiny doet er veel aan om haar zus Hanny te vernederen. Zo laat ze Hanny graag haar kleren afdragen. Ze koopt veel kleren en die moet Hanny aantrekken als ze met Koos en Tiny op stap gaan. Zo krijgt Tiny een soort macht over haar zus. Ze mogen ook mee op vakantie met Koos en Tiny, maar de ouders van Albert hebben er niet veel plezier van: ze zijn steeds getuige van de ruzies van Koos en Tiny over het uitblijven van nageslacht.
In 1976 krijgt Albert Engels last van priapisme (aanhoudende erecties) en hij wil graag zijn erotische fantasie met zijn tante in de praktijk brengen: hij koopt een chocolade paasei en gaat naar Breda, waar hij zijn tante tot seks probeert te verleiden. Hij brengt haar met orale seks tot een hoogtepunt, maar zelf kan hij niet tot een erectie komen. Als hij wegloopt uit het huis, ziet hij dat zijn grootmoeder letterlijk kort gehouden wordt (aan een hondenriem) in een kamertje. Het is Tiny’s manier om wraak te nemen op haar moeder.
Die krijgt later nog meer moeilijkheden waardoor ze in een tehuis moet worden opgenomen. Waar Albert en zijn kinderen bijzitten, maken Koos en Tiny weer ruzie over het kinderloze huwelijk. Ze sterft nadat ze in een laatste visioen gezien heeft dat de bruidsjurk van haar dochter in de hens is gevlogen.
Ook Alberts moeder komt in de problemen: ze heeft de ziekte van Parkinson en moet worden opgenomen in een tehuis. Albert gaat er met zijn kinderen heen, ook op een moment dat Koos en Tiny er zijn. Ze uit allerlei beschuldigingen aan het adres van Hanny over het verleden. Albert vertelt dat hij een brief gezien heeft waarin stond dat Tiny onvruchtbaar zou zijn. Hij heeft via via zelfs een kopie daarvan in zijn bezit gekregen. In het bijzijn van Hanny wil Tiny nu wel eens vertellen wat er gebeurd is toen ze veertien jaar was. Nico van Dartel heeft haar seksueel misbruikt, waardoor ze zwanger werd. De dokter wilde geen abortus regelen en toen moest Hanny optreden. Ze vertelt dat ze naar het vrouwtje boven de vishandel gingen, waarbij de vrouw met haar vuile nagels de foetus had weggehaald. Tiny was echter maar blijven bloeden en Hanny had haar ouders niet gewaarschuwd. Op een bepaald moment was Tiny met de fiets weggegaan , maar ze was niet ver gekomen en was gevallen. Hevig bloedend had ze bij Van Dartel aangebeld die haar naar het ziekenhuis liet brengen. Er was nooit verteld dat Van Dartel de oorzaak van alles was. Maar Tiny heeft het vooral haar zus Hanny kwalijk genomen.
Hoofdstuk VIII:
Moeder sterft niet lang daarna. Het wordt 1999 als dat gebeurt. Tiny fungeerde als haar beul. Albert moet de crematie regelen, maar met de broodmaaltijd na afloop gaat het mis. Tiny begint te vertellen over Koos, die eigenlijk niet onvruchtbaar is geweest, maar juist de biologische vader is geweest van heel veel kinderen. Hij doneerde zijn zaad overal. Soms in levende lijve bij veel vrouwen, soms bij de zaadbank, maar hij staat garant voor meer dan 100 kinderen. Het is een gênante vertoning. Tiny heeft ook zelf de tafelindeling veranderd waardoor de vrouw van Albert, Zwanet, naast Koos komt te zitten, die haar vertelt dat Albert toen hij zesentwintig was een seksuele relatie met zijn tante had. Zwanet is na afloop woedend en ondervraagt hem over dat voorval in 1976.
Weer later komt het bericht dat Tiny aan longkanker lijdt. Ze heeft lang gerookt en dat zou een mogelijke oorzaak zijn. Ze ligt in Breda en Albert gaat haar nog een keer opzoeken, omdat oom Koos zegt dat het elk moment gebeurd kan zijn. Wanneer hij in het ziekenhuis komt, maakt hij kennis met één van de zoons van Koos, die hij erkend heeft. Die steunt zijn vader. Tiny heeft het wel met het leven gehad en na een attack wil ze eigenlijk het liefst dat er euthanasie wordt gepleegd. Dat gebeurt uiteindelijk ook: ze eet een dessert met een dodelijk medicijn. Ze overlijdt en oom Koos vindt het niet meer dan normaal dat Albert (die toneelstukken schrijft) ook een toespraak bij zijn tante houdt. Die moet er goed over nadenken en hij besluit het netjes te houden en niet te spreken over het thema van de kinderloosheid, de zwarte jeugd van zijn tante etc. Hij houdt het bij de lach en de traan. Tientje Poets met haar gele stofdoek.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden