Jean Baptiste de Lamarck

Jean Baptiste de Lamarck
Roosmarijn

Dat honden ander gedrag vertonen dan bijvoorbeeld koeien was je waarschijnlijk al opgevallen. Maar waardoor komt dit? En wie is er achter gekomen waardoor dat komt? Op de laatste vraag is het antwoord: Jean Baptiste de Lamarck.

Biografie Jean Baptiste de Lamarck
De volledige naam van Jean Baptiste is Jean Baptiste Pierre Antoine de Monet Chevalier de Lamarck. Jean Baptiste was een franse bioloog, geboren in 1744 te Bazentin-le Petit en gestorven in Parijs op 28 december 1829. Hij stierf dus 30 jaar voor de publicatie van Charles Darwin's Origin of Species. Jean Baptiste was een zoöloog en een botanicus. Als je een zoöloog bent betekent dat dat je dieren bestudeert. Een ander woord voor zoölogie is dierenkunde. Als botanicus beoefen je de plantenkunde. Botanicus is dus eigenlijk gewoon een duur woord voor plantenkundige. Tijdens zijn leven kreeg Jean Baptiste weinig erkenning, tot in zijn laatste levensjaren. Baptiste kreeg toen in vooral Frankrijk veel erkenning op het gebied van de ongewervelden. De theorie die Lamarck bedacht over de overerving van eigenschappen wordt sinds de 19e eeuw het Lamarckisme genoemd. Deze theorie maakt deel uit van zijn totale theorie over evolutie.

Lamarckisme
Een gedeelte van Lamarck's theorie wordt het Lamarckisme genoemd. Het Lamarckisme is de in de wetenschap aanvaarde theorie dat een individueel organisme karaktertrekjes door kan geven aan zijn nakomelingen, die erf je als nakomeling dus. Deze karaktertrekjes heeft het organisme verkregen tijdens zijn leven. Je kunt het Lamarckisme ook “vertalen” als de erfelijkheid van verworven kenmerken of zachte evolutie. Deze theorie maakte weer deel uit van een andere theorie, namelijk de theorie over biologische evolutie. Lamarck stelde deze voor in de 19e eeuw en is sinds de publicatie van Darwin's theorie over de natuurlijke selectie in academisch opzicht in diskrediet gebracht. Als je kijkt naar het geheel van de theorie is het Lamarckisme dus eigenlijk de voorloper van de theorie van Darwin.


Wetten van Lamarck
Lamarck vormde ook 2 wetten. Namelijk deze wetten:
1.Bij elk dier dat zijn ontwikkelingsgrens niet overschrijdt, leidt een frequenter en standvastig gebruik van een orgaan geleidelijk aan tot een sterker, beter ontwikkeld en vergroot orgaan. Het niet-gebruiken van een orgaan leidt tot een verzwakt en minder ontwikkeld orgaan, totdat het uiteindelijk verdwijnt.
2.De kenmerken verworven door individuen onder invloed van het leefmilieu waar zijn ras gedurende lange tijd verbleef (dus door het al of niet gebruiken van organen), worden bij de voortplanting doorgegeven aan het nageslacht.
De grondgedachte van deze wetten is dus dat een een verandering in de leefomgeving als gevolg heeft dat een behoefte verandert, dat weer als gevolg heeft dat het gedrag verandert en hierdoor wordt het orgaangebruik ook anders. Deze verandering zorgt dan weer voor een geleidelijke verandering van het orgaan dat anders gebruikt wordt en zo verandert ook het ras waar dit organisme bijhoort.

De eerste wet van Lamarck klopt meestal wel, maar de tweede wet is bijna nooit waar. Eigenschappen die iemand verwerft tijdens zijn leven, worden namelijk niet overgedragen aan het nageslacht.