Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ecotoerisme

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 5e klas vwo | 1616 woorden
  • 23 mei 2003
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
33 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De vernietigende gevolgen van het ecotoerisme Tegenwoordig worden sommige (derde wereld) landen overspoeld door (rijke) toeristen, de zogenaamde ecotoeristen. Mensen die er lol in schijnen te hebben om in de vakantie naar afgelegen natuurrijke gebieden te gaan. Dat mag natuurlijk. Een groot nadeel van deze vorm van toerisme is echter de aanzienlijke schade voor het milieu, schade die zonder de komst van de toeristen nooit veroorzaakt zou zijn. Een belangrijke oorzaak van de milieuvervuilendheid van het ecotoerisme is de ecotoerist zélf. Zo blijkt uit reacties van leden van milieuorganisatie Arco Iris. Zij klagen over het geringe milieubesef van de vakantiegangers in verre landen. Zij gaan namelijk regelmatig wandelen of op safari in natuurgebieden. Nu is daar op zich niets mis mee, zij het niet dat de toeristen vaak bergen afval achterlaten op de plaatsen waar zij zijn geweest, onder het motto: ‘Wij kunnen toch moeilijk het afval meenemen?’ Dat is natuurlijk belachelijk, het lijkt mij niet dat de consumpties die gebruikt worden ter plaatse worden gekocht. Je hebt ze dus al meegenomen, waarom zou je ze na gebruik dan niet weer in je rugzak kunnen stoppen? De voorzieningen die voor de toeristen worden getroffen ter plaatse zijn vaak ook niet bepaald bevorderlijk voor het milieu. Zo worden er bijvoorbeeld vlak bij een broedgebied van zeldzame vogels uitkijktorens of hotels aangelegd, waar dan natuurlijk veel volk op afkomt. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot vogels die hun eieren in de steek laten doordat ze zich niet meer veilig voelen, wat natuurlijk zéér slecht is voor het voortbestaan van de soort. Tevens zijn de hotels of bouwputten die ontstaan door de komst van het ecotoerisme behoorlijk slecht voor het milieu, ten dele door de geluidsoverlast die het met zich meebrengt, maar ook door het afval wat geproduceerd wordt. Zo lozen hotels vaak hun afvalwater zo in het water, wat uiteraard zeer schadelijk is voor het onderwaterleven ter plaatse. De milieuvervuilendheid van het ecotoerisme is al verschrikkelijk. De gedachte dat het allemaal zeer gemakkelijk voorkomen had kunnen worden of eenvoudig op te lossen is maakt het allemaal nog ondraaglijker. De gemiddelde toerist komt namelijk niet een-twee-drie op het idee om twee weekjes op safari te gaan in de tropische regenwouden van Ecuador, of een weekje naar Bali om bruin te worden. Op dat idee komen westerlingen omdat ze het lezen, in de reisbrochures. Waarom is er bij de uitgevers van deze brochures niet wat dieper nagedacht over de schadelijke gevolgen van toerisme naar bepaalde gebieden? Dat zou nota bene in hun eigen belang zijn, want als het natuurgebied kapotgemaakt is wil er niemand meer naar toe. De reisbureaus zouden er beter aan doen om maar in beperkte mate mensen naar dat soort gebieden toe te laten, of te spreiden over meerdere gebieden. Maar nee, zij verdienen het liefste zo snel mogelijk zo veel mogelijk geld. Ten koste van alles, zélfs van henzelf. Ecotoerisme, de grootste vijand van de mens. Dat is een uitspraak die tegenwoordig behoorlijk gerechtvaardigd kan worden. Als we immers op dezelfde voet doorgaan zoals we nu doen, met het wegvagen van de natuur, houdt het op een gegeven moment op. Dan heeft de mens zichzelf in de vingers gesneden. Waarom doet de mens dat dan? Vanwege het geld? Omdat landen met mooie natuur vaak ook goedkoop zijn, of omdat de reisbureaus dan veel winst maken? Misschien omdat we het bos zo mooi vinden, of omdat we graag een bruin kleurtje willen? Zijn dat volwaardige redenen om willens en wetens natuurgebieden te vernietigen? Want dat is namelijk het gevolg van deze ‘goedkope’ vorm van toerisme. Uiteindelijk zal er dan ook voor deze goedkope vorm van toerisme een dure prijs worden betaald. Is dat het waard? Bijlage twee artikelen: NB: Onderstrepingen en cursiveringen zijn van mij. Rugzaktoerist: blijf weg en spaar het milieu én de bevolking

Op zoek naar inspiratie voor een vakantiebestemming ging ik naar een reisboekhandel. Daar was een stel rugzaktoeristen in spé in discussie over de bestemming van hun vakantie. Centraal hierbij stond de vraag waar in de wereld de minste kans bestaat de “D-reizen-toerist” tegen te komen. Tussendoor vertelden ze hoe ze tijdens hun laatste reis genoten van het contact met inboorlingen in Mexico”. Dat woordje alleen al. Wanneer leren ze dit af, vraag ik mij af. Zo’n rugzaktoerist –ook wel ecotoerist genoemd- is dol op verre bestemmingen; zijn adrenaline stijgt naarmate de plek van bestemming dieper in de jungle ligt. Ver van alle bekenden laat deze toerist alle sociale remmen los. Politieke correctheid maakt plaats voor een ongegeneerde wie-doet-mij-wat mentaliteit. Met de luxe van een retourticket in de achterzak doet zo’n reiziger er wat hij thuis nooit zou doen. Ik kom dit soort toeristen iedere keer tegen als ik voor een reportage over avontuurlijk toerisme naar Latijns Amerika reis. Een tijdje geleden in Venezuela. In het vliegtuig zat ik per ongeluk midden in een groep die lyrisch vertelde over bergbeklimmen. Ik hou meer van de eenvoud van het asfalt, van de drukte in de stad, van kroegen en lekker eten maar goed: ieder zijn meug. Eenmaal aangekomen sprong de groep in een gehuurd busje richting het platteland en ik ging naar Caracas. Daar sprak ik met leden van milieuorganisatie Arco Iris. Deze klaagden over het geringe milieubesef van dat soort toeristen dat daar gaat waar anderen niet komen: ver van de bewoonde wereld, in afgelegen dorpen en gemeenschappen. Daar is men niet voorbereid op het wegwerpafval van deze toeristen. Plastic, blikjes, kapotte radiorecorders, pennen, jerrycans, lege batterijen, autobanden; alle mogelijke rotzooi moeten milieuactivisten en plaatselijke inwoners achter de kont van deze toeristen opruimen. Ik kwam later dezelfde groep Nederlandse toeristen van het vliegtuig tegen in de stad Maracaibo. Nee, het liep niet zo goed hun vakantie. Veel mensen hadden zich verkeken op de hitte en vochtigheid en kregen diarree en heftige maagkrampen. Sommigen waren bestolen; niet in donkere steegjes van de stad maar in de bus op de weg naar jungle. Alles viel tegen en er waren spanningen in de groep. Ik deed geen moeite mijn leedvermaak te onderdrukken. Ik vertelde hen over de ontevredenheid van milieuactivisten over het wegwerpafval. Hun reactie: “Wij kunnen toch moeilijk het afval meenemen?” Wat hadden ze dan verwacht? Vuilnisemmers midden in de jungle? Op de Indiaanse markt in de stad Otavalo in Ecuador zag ik op afstand enkele boomlange en verbrande figuren en ik vreesde het ergste. Ze zagen er afgepeigerd uit en zelfs de armoedigste indianen zagen er schoner uit. Ik hoorde ze in het Nederlands denigrerende grappen over het uiterlijk van indianen maken. Twee dames –ex-dollemina’s zo te zien - waren verwoede pingelaars. Eén lukte het bij een indiaanse meisje van niet ouder dan twaalf jaar een trui van omgerekend twaalf gulden voor zeven gulden te krijgen. In een dorp van het Amazonegebied heeft een gemeenschap van de Quichua indianen genoeg van het onbeschofte gedrag van toeristen. Ze kunnen hen niet verbieden er te komen maar bij aankomst krijgt men een “gedragscode” in handen geduwd. Toeristen wordt hierin gevraagd geen levende wezens –een plant of muskiet- te doden, geen beloftes te doen die niet nagekomen zullen worden en vooral geen intieme relaties met inwoners te hebben. In Costa Rica interviewde ik een onderzoeker van de universiteit Heredia. Hij vertelde mij met zorg over de aantasting van de leefomgeving van bedreigde diersoorten in nationale parken. Er worden te pas en te onpas paden, huisjes en uitkijktorens gebouwd voor geflipte vogelliefhebbers uit Nederland en andere rijke landen. Een activiste van de organisatie Tropico Cero vertelde mij over de sociale ontwrichting in afgelegen dorpen die “overvallen” worden door drommen rugzaktoeristen. Men loopt er de benen uit het lijf voor toeristen in de hoop een paar dollars te vangen of desnoods beloften deze naderhand te sturen. Bron: http://www.slutzky.nl/column%20benenden.htm#Rugzaktoerist
Milieu
Nederland heeft een heuse hoogleraar voor de ontwikkeling van een duurzamer, verstandiger toerisme: Nico Visser, die op 8 december 1999 bij de hogeschool voor toerisme (NHTV) in Breda werd geïnaugureerd. De door toerisme meest bedreigde gebieden zijn de Europese Alpen en daarnaast álle toeristische kuststreken wereldwijd, stelde Visser in zijn inauguratierede. Juist aan de kusten boomt het toerisme. Hotels lozen afvalwater direct in zee, bouwwerkzaamheden verstoren natuurgebieden, koraalriffen verstikken in de nu troebele wateren van wat ooit tropische onderwaterparadijzen waren. Langzaamaan (maar zéér langzaam) verschuiven grote reisbedrijven als Travel Unie (de eigenaar van Holland International, Arke, Kras, FIT en vele andere merknamen) het aanbod naar wat meer milieuvriendelijke alternatieven. De milieu-afdeling van Travel Unie (geleid door - eveneens - Nico Visser) spoort inkopers aan om juist hotels met een milieukeurmerk (bijvoorbeeld de Groene Duim) in te kopen. Ook al beweert men dat het verandert: de reisindustrie is nog steeds een bedrijfstak waar de inkoper kan bepalen waar de klant heen gaat. Als het Venezolaanse Isla Margherita niet in onze reisbrochures zou staan, hoeveel Nederlanders zouden dan ooit van dit toeristeneiland gehoord hebben? En hoeveel 'vraag' zou er dan eigenlijk zijn naar deze verre strandbestemming, waar thans twintigduizend Hollanders elk jaar vakantie vieren? De reisindustrie kan daarom zelf behoorlijk sturen in het vakantiepatroon. De Boer en Wendel (ook een Travel Unie-merk) biedt bijvoorbeeld éénweekse strandvakanties aan naar Bali, Indonesië. Dat betekent voor de vakantieganger: ruim 25.000 kilometer vliegen voor een week zonnebaden. De Boer en Wendel-directeur Jan de Ridder erkende in het voorjaar 1999 tegenover REISbeWIJS: "De 1-week Bali-toerist is inderdaad voornamelijk een aanbod-gestuurde toerist." Indien deze relatief sterk milieubelastende tussendoortjes dus niet prominent in reisbrochures zouden prijken, zouden maar weinig mensen uit zichzelf op het idee komen. "Maar het is toch onlogisch het te schrappen uit het aanbod, zolang we er geld aan kunnen verdienen?", vond De Ridder. Bron: http://www.ddh.nl/duurzaam/toerisme/thema/duurzaamheid.htm#milieu

REACTIES

R.

R.

Deze vorm van toerisme is helemaal niet goedkoop! Het wordt juist als elitair beschouwd. Je maakt een dure verre vliegreis en in je inleiding heb je het over rijke toeristen. Je spreekt jezelf tegen.

13 jaar geleden

G.

G.

goed gesproken

11 jaar geleden

W.

W.

Probeer eerst is goede informatie te vinden, er klopt niets van je verhaal! Je bronnen zijn duidelijk niet betrouwbaar.

9 jaar geleden

S.

S.

Duidelijk, maar veel onjuistheden. Ecotoerisme is ontzettend duur. En wat is de wetgeving bij ecotoersime? Wanneer is iets eco, wanneer niet? Wat doet de

8 jaar geleden

H.

H.

wat bedoelen jullie

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.