Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Begrippen hoofdstuk 9 paragraaf 1 t/m 3

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Begrippenlijst door een scholier
  • Klas onbekend | 663 woorden
  • 14 maart 2018
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Ademhalingsstelsel = bestaat uit bronchien longen en luchtpijp de taak is om zuurstof op te nemen uit de lucht en co2

Alvleesklier = de orgaan tegen de onderkant van de maag maakt de hormonen glucagon en insluienen

Alvleessap=verteringssappen uit de alvleesklier bevat enzymen die in de 12vingerige darm eiwitten vetten en koolydraten verteren

Bloedvatenstelsel =bestaat uit hart en bloedvatten de taak is alle voedingsstoffen naar je organen te vervoeren

Bronchiën =vertaking van je luchtpijp

Cellen =kleinste bouwstenen in je lichaam

Co2 = zuurstof

Darmflora = bacterie in je dikke darm die leven van onverteerde stoffen

Darmplooien = uitstulping aan de binnekant van je dunnen darm zorgt er voor dat je voedingsstoffen goed opgenomen worden

Darmsap =verteringssap uit klieren in de wand van de dunne darm bevat enzymen die de vertering van eiwitten vetten en koolydraten afmaakt

Dikke darm =hier word het meeste water uit de onverteerde voedingstoffen gehaald

Dunne darm = hier word de vertering van koolydraten eiwitten en vetten afgemaakt door enzymen en de voedingstoffen worden opgenomen in het bloed

Endeldarm =slaat alle poep op

Energie =hebben organisme nodig om warm te blijven en te kunnen blijven te bewegen bij verbranding van voedingsstoffen komt energie vrij

Enzymen = stof die bepaalde voedingsstoffen kan afbreken werkt het best bij een optimum tempratuur

Gal = gal verdeelt vet in kleine druppeltjes zodat enzymen het beter kunnen verteren

Gaswisseling =uitwisselen van gassen

Glucose =soort koolhydraat het is de belangrijkste energie rijkste verbrandingsstof

Haarvatten = het kleinste soort bloedvaten

Huig = sluit je neusholte af als je slikt

Inademen = lucht stroomt je lichaam in en je longen worden groter

Lever = uitscheidingsorgaan zet giftige stoffen om in minder giftige stoffen en maak van oude rode bloedcellen gal

Longblaasjes =blaasje aan het einde van je luchtpijptakjes mhierin vind de opname van zuurstof plaats

Longen = in je longen gaat zuurstof vanuit de lucht het bloed in en koolstofdioxide naar de lucht

Maag =de maag verzamelt en kneed het voedsel fijn

Maagsap = een verteringssappen uit klieren in de maagwand bestaat uit zuur die bacterie dood en enzymen die eiwitten verteren

Maagzuur = zuur in de maagsap die een bacterie dood

Maximumtemperatuur = de hoogste tempratuur waarbij een enzym werkt

Middenrif = gespierd vlees dat de romp in de buik borst holte verdeelt

Minimum tempratuur = de laagste tempratuur waarbij een enzym werkt

Mondholte =begin van het verteringsstelsel hier word voedsel fijn gekauwd en komt er speeksel bij

Ontlasting = ingedikte onverteerde voedinstoffen die je lichaam kwijt moet

Optimale temperatuur = de beste tempratuur waarbij enzymen werken

Organen = deel van je lichaam met een bepaalde taak

Organenstelsel = organen die samen werken aan een grotere taak bijv. het verterinsstelsel

Peristaltische beweging = spierbeweging in de wand van je organen van het verterinsstelsel die de voedselbrij voordurend mengen en kneden

Poep = zie ontlasting

Romp =lichaam zonder hoofd armen benen bestaat uit alleen een borst holte en buik holte en daar liggen de meeste organen

Slijmcellen = onderdeel van je slijmvlies het produceert slijm

Slokdarm = hierdoor gaat het voedsel van de keelholte naar de maag

Speeksel = verteringssappen bevat een enzym dat zetmeel verteerd

Strotklepje = het klepje dat je luchtpijp afsluit bij slikken

Trilhaartjes =transporteren slijm met stofdeeltjes naar de keelholte

Twaalfvingerige darm = in de 12 vingerige darm komt alvlees sap en gal bij het voedsel

Uitademen = luchtstroom naar buiten door dat je longen kleiner worden

Uitscheidingsstelsel = bestaat onderandere uit de nier blaas taak verwijderen van afval stoffen uit het lichaam

Verslikt = oedsle gaat tijdens het slikken niet de slokdarm in maar in je neus of luchtpijp

Vertering = kleinmaken van voedingstoffen dat ze opgenomen kunnen worden in het bloed

Verteringsappen = bevatten enzymen en verkleinen daar mee grote voedingsstoffen

Verteringsstelsel = bestaat onder andere uit de slokdarm maag mondholte en zorgt er voor dat voedingstoffen kleiner worden

Voedingsmiddel = alles wat je eet en drinkt

Voedingstoffen = alle stoffen die in een voedingsmiddel zitten

Voedingsvezels = stoffen die er voor zorgen dat je spieren en darmen actief blijven

Water = bouwstof voor je lichaam

Weefsel =een groep cellen met de zelfde bouw en taak

Zenuwenstelsel =bestaat uit hersenen ruggenmerg en zenuwen en ze sturen alle organen aan

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.