Docenten verwachten n-term van 1,3 - 1,4 voor havo-examen economie

"Het ging echt goed eigenlijk! Ik vond het qua lengte te doen, ook vond ik de rekenvragen prima te doen. Sommige vragen vond ik wel een beetje vaag, maar over het algemeen ging het heel goed."

"Het examen ging best wel oké. Er waren wel veel berekeningen, dat vond ik niet leuk. Er zaten vragen in over de conjunctuur, marktvormen, prijselasticiteit, risico en verzekeringen en speltheorie. Sommige vraagstellingen waren gewoon raar, want je moest echt out the box denken om aan een goede antwoord te komen. Dus ze waren best wel moeilijk. Ik ga zo met het correctievoorschrift checken hoe ik ervoor sta."

"Het economie-examen ging best wel goed! De vragen waren af en toe best pittig, bijvoorbeeld de vraag over het groen bbp. Er waren deze keer wel meer rekenvragen, dat vond ik wel leuk. Ik was er ook korter meer bezig dan gedacht en ik was niet de enige in de zaal."

"Ik heb het examen gemaakt en het ging vrij vlotjes. De opgaven waren wel herkenbaar. De moeilijkheid lag vooral in het midden, toen het over emissierecht ging. Dat kan een moeilijke context zijn voor leerlingen.

Er kwamen weinig rekenvragen in voor, iets van zes of zeven, er zat een AOW-vraag in die we vaker hebben gezien. Sowieso zaten er veel herkenbare dingen in, zoals maximale winst, het gevangenendilemma, conjucturen... Er werd ook veel van je begrippenkennis gevraagd. Als je goed had geleerd, was dit examen prima te doen. Beter dan voorgaande jaren.

Ik vind het lastig een n-term te noemen, aangezien ik nog geen examens heb nagekeken. Maar ik vermoed dat ie op 1,3 - 1,4 zal liggen, niet veel hoger."

"Toen ik het examen opensloeg, was het eerste wat ik dacht: ah, herkenbare stof. Het begon met conjuncturen en het minimumloon, niet heel moeilijk. Er zat wel veel havo-4-stof in, het kan zijn dat dat bij leerlingen is weggezakt. De vragen vond ik niet complex.

Na de conjuncturen en het minimumloon kwam een vraag over fietsen op Bonaire. Wel leuk, alle ABC-eilanden worden dit jaar afgewerkt, want Aruba en Curaçao kwamen op het vwo-examen voor. In ieder geval, hier moesten ze de maximale winst op markten berekenen, maar het vroeg weinig rekenwerk, want je kon gewoon de grafiek aflezen. Dus dat was een meevaller.

Er kwam ook een vraag in voor waarin werd gevraagd een resultaat te berekenen. Dat is een term die we kennen bij bedrijfseconomie, maar niet echt bij economie. Terwijl je gewoon de winst moet berekenen. Ik zou het jammer vinden als leerlingen door zoiets stoms punten mislopen.

Het gevangendilemma was om twee redenen lastig: je moest mingetallen vergelijken, waardoor je een soort van andersom moest denken, en het lagere getal was beter, waardoor je dubbel andersom moest nadenken. De tabel was wat lastiger te volgen.

Dan de vraag over het AOW. Nou, als je die niet wist, weet ik het ook niet meer, haha. Het lijkt me dat elke docent het AOW uitvoerig heeft behandeld. Het laatste deel ging over verzekeringen, een standaardthema. Die vragen wel wat complexer.

Qua lengte zat het ook goed, weinig rekenvra. Maar goed, als docent kijk ik er natuurlijk anders naar dan leerlingen. Het zou me verbazen als de n-term boven de 1,5 uitkomt, ik zou 1,3 - 1,4 passend vinden."

"Scholieren klagen dat er veel tekst was en juist weinig rekenvragen. Volgens hen kwamen er ook weinig theorievragen in voor."