Argon

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 1028 woorden
  • 22 maart 2003
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
66 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wanneer is het element ontdekt, en wie heeft het ontdekt? Argon is ontdekt door Sir William Ramsay. Het is ontdekt in 1894. Sir William Ramsay is geboren op 2 oktober 1852 in Glasgow. Hij studeerde van 1860 tot 1870 oude talen, logica en wiskunde. In 1869 volgde hij scheikundelessen bij Th. Anderson en geologie en anatomie bij J. Ferguson. In 1880 werd hij hoogleraar scheikunde aan het University College in Bristol. En in 1881 werd hij daar directeur. In 1887 volgde hij A.W. Williamson op als hoogleraar aan het University College in Londen. Eén van zijn belangrijkste werken, waar die toen aan werkte, waren de synthese van pyridine, aan de moleculaire toestand van vloeistoffen en gassen en aan de thermodynamische eigenschappen van stoffen. Hij ontdekte de edelgassen Argon in 1884 samen met Lord Rayleigh, Helium in 1885, Neon, Krypton en Xenon in 1898 met M.W. Travers. In 1904 won hij de Nobelprijs voor de ontdekking van de edelgassen en de vaststelling van hun plaats in het Periodiek Systeem. Wat is het atoomnummer, atoommassa en de atoombouw? Het atoomnummer is 18. De atoommassa is 39.948 gram. De atoombouw is 18 protonen en 22 neutronen.
Wat is het symbool? En waarom is dat het symbool? Het symbool voor het element Argon is Ar. De naam is, vanwege de inertheid (traagheid) van het gas, afgeleid van het Griekse woord Argos. Argos betekent `niet werkzaam´. In welke stof komt het element voor als niet-ontleedbare stof? De toepassingen van niet-ontleedbare stof zijn met bijvoorbeeld de controle van gasleiding, draaggas in de I(nducted) C(oupled) P(lasma)-spectroscopie, ouderdomsbepaling van minderalen en voor de productie van zeer zuiver silicium, onder andere voor chips in de halfgeleidersindustrie. Waar vindt je het element in de natuur? Je vindt het element in de dampkring. Daar is het percentage 0.94%. 3,5.10-4% van de aardkorst bestaat uit Argon. Dit gaat tot 16 km diepte. Je kunt Argon ook vinden in bronwater dat op grotere diepte is opgeslagen. En is ook aangetoond op andere planeten bijvoorbeeld op Mars. Waar kun je het element in het dagelijks gebruik voor gebruiken? Je kunt het element in het dagelijks leven tegenkomen in gloeilampen. Bij een gloeilamp gaat elektrische stroom door een dun draadje van wolfraam, de gloeidraad. De stroom verhit de gloeidraad tot ongeveer 3000 °C, waardoor deze zowel warmte als licht afgeeft. De lamp moet zijn gevuld met een edelgas om te voorkomen dat de gloeidraad snel verdampt en daardoor doorbrandt. Jarenlang werden gloeilampen gevuld met stikstof en argon. Tegenwoordig wordt ook het zeldzame gas krypton gebruikt, omdat de gloeidraad hiermee bij een hogere temperatuur kan werken, waardoor helderder licht ontstaat. In welke vorm is het gas gevaarlijk? Het element is in geen enkele vorm gevaarlijk, giftig, brandbaar of explosief.
Een proef! Bepaling van het watergehalte. Een afgemeten volume lucht wordt geleid door een paar achter elkaar geschakelde, nauwkeurig gewogen buisjes gevuld met fosforpentoxyde. Door deze stof wordt het water tot fosforzuur gebonden. Daarna wordt de gewichtstoename van de buisjes bepaald en in volumeprocenten van de lucht omgerekend. Het eerste buisje moet daarbij vrijwel de gehele hoeveelheid water hebben opgenomen, met andere woorden het tweede mag nagenoeg niet zwaarder zijn als voor de proef, anders is de lucht waarschijnlijk te snel door de buisjes gegaan. Het tweede buisje dient dus als controle. Bepaling van het kooldioxidegehalte. Daartoe wordt een afgemeten volume lucht geleid door een oplossing, die een nauwkeurig bekende hoeveelheid bariumhydroxyde (barietwater) per liter bevat. Er vormt zich dan onoplosbaar bariumcarbonaat. Het bariumcarbonaat wordt door filtratie verwijderd en vervolgens wordt bepaald hoeveel bariumhydroxyde de vloeistof nog bevat. Uit de verbruikte hoeveelheid kan dan het gehalte aan kooldioxyde van de lucht worden bepaald. Bepaling van het zuurstofgehalte. Een afgemeten hoeveelheid lucht wordt in aanraking gebracht met dunne pijpjes witte fosfor, die zich in een fosforpipet bevinden. De zuurstof wordt dan gebonden tot fosforoxyde, dat in het water oplost. Door daarna de overblijvende hoeveelheid gas te meten is het zuurstofgehalte bekend. Bepaling van het stikstofgehalte. Vroeger meende men, dat na verwijdering van water, kooldioxyde en zuurstof het overgebleven gas als stikstof beschouwd kon worden. Door de som van de reeds bepaalde percentages van 100% af te trekken werd het stikstofgehalte bepaald. In 1895 ontdekten Ramsay en Rayleigh echter, dat het aldus overblijvende gas iets zwaarder weegt dan eenzelfde volumehoeveelheid zuivere stikstof, die men langs chemische weg heeft verkregen. Dit wees er op, dat de luchtstikstof niet zuiver was, maar gemengd was met een hoeveelheid van een zwaarder gas. Door nu deze luchtstikstof over verhit magnesiumpoeder te leiden werd de stikstof gebonden tot nitriet en er bleef een kleine hoeveelheid (ca 1%) van een gas over, dat niet met magnesium reageerde en dat belangrijk zwaarder was dan stikstof. Later bleek dit gasrestant nog weer uit 5 verschillende gassen samengesteld, de edele gassen. Het zijn een 5-tal elementen: helium, neon, argon, krypton en xenon. Bepaling van het gehalte aan edele gassen. Het mengsel van edele gassen, dat uit de lucht overblijft, kan door distillatie verder worden gescheiden. Dit is mogelijk omdat zij geen verbinding aangaan met een ander element en zij zijn chemisch inactief (edel). Bij de vijf genoemde edele gassen, die in de lucht voorkomen, sluit zich nog een zesde element aan, het emanium of radon, een gas, dat zich in kleine hoeveelheden vormt bij de ontleding van radium. ARGON (= het trage) maakt verreweg het hoofdbestanddeel uit van het mengsel edele gassen. Het wordt o.a. toegepast in de gloeilampen, omdat het de verstuiving van metaaldeeltjes van de gloeidraad tegengaat zonder met het gloeiende metaal te reageren. NEON (= het nieuwe) wordt gebruikt als gasvulling voor lichtreclamebuizen (neonlicht), daar het een helder oranjerood licht uitstraalt, wanneer in het sterk verdunde gas elektrische ontladingen plaats vinden. KRYPTON (= het verborgene en XENON (= het onbekende) komen slechts in uiterst geringe hoeveelheden voor. Zij zijn moeilijk af te scheiden en vinden vrijwel geen toepassing. HELIUM (= zon) was reeds in 1868 door Janssen en Lockyer tijdens een zonsverduistering als bestanddeel van de zon ontdekt. RADON (= stralen) is een instabiel element, dat ontstaat uit radium en enkele andere "radioactieve" elementen en dat op zijn beurt uiteenvalt onder het uitzenden van stralingen. Leuk om te weten. De totale samenstelling van lucht. 1000 liter droge lucht bevat: Stikstof 780,9 liter, Helium 0,005 liter,Zuurstof 209,4 Liter, Waterstof 0,001 Liter, Argon 9,33 Liter, Krypton 0,000.05 Liter, Kooldioxide 0,31 Liter, Xenon 0,000.006 Liter, Neon 0,015 Liter

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.