Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Cuba

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2617 woorden
  • 13 januari 2003
  • 96 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
96 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
FIDEL CASTRO is in 1926 geboren. Zijn vader kwam eind vorige eeuw met het Spaanse leger naar Cuba en werkte zich op tot eigenaar van een suikerrietplantage. Hij had 5 kinderen. Op school blonk Fidel uit in het discussiëren en in sport. Als jong kind maakt hij mee hoe de regering van Batista corrupt is; de familie en de vrienden van Batista zich verrijken terwijl de gewone mensen werkeloos zijn, ondervoed zijn en gebukt gaan onder de tiran Batista. Als jonge advocaat heeft FIDEL idealen van grote sociale rechtvaardigheid. Hij is een politicus die heel goed kan praten en discussiëren. In 1953 op een dag organiseert hij een gewapende overval op de kazerne in Santiago de Cuba om wapens te bemachtigen. Hij verliest en krijgt 15 jaar gevangenisstraf op het eiland Isla de la Juventud. Door geluk komt hij in 1955 al vrij. Dan gaat hij met zijn broer Raul naar Mexico waar ze CHE GUEVARA, een Argentijnse revolutionaire arts, leren kennen. In 1956 proberen ze met 82 mensen toch Cuba in te komen en worden direct al door de Batistamensen verslagen. Maar 16 mensen overleven en gaan zich verstoppen in de bergen. Vanuit de bergen beginnen ze steeds populairder te worden bij de bevolking die ook tegen Batista’s regering is. In 1958 gaat het rebellenleger van Che Guevara en Fidel Castro in de echte aanval over en beginnen te winnen. Op oudejaarsnacht vlucht Batista en op 8 januari 1959 komen de gewonnen guerillleros Havana binnen met als baas Fidel Castro. Hij wil heel snel alles veranderen. Weg met de bordelen, de casino ’s, analfabetisme, gebrek aan scholen en onderwijzers en gebrekkige medische zorg. De rijken en intellectuelen, juristen en dokters verlaten allemaal Cuba en de meesten gaan naar Miami. Fidel wordt het idool van de linkse idealisten en de derde wereld revolutionairen. De lonen gaan omhoog, de kosten voor huur elektriciteit telefoon en medicijnen gaan omlaag. In 1960 wordt de verstandhouding met de USA steeds slechter terwijl de samenwerking met Rusland steeds beter gaat. In 1961 verbrekende Amerikanen de diplomatieke betrekkingen met Cuba. Fidel stuurt bijna 300.000 mensen het land in om alle analfabeten te leren schrijven en lezen. Dan komt er een bomaanval van de Amerikanen en in Playa Giron, de Varkensbaai, proberen de Amerikanen Cuba binnen te vallen. Deze aanval mislukt helemaal. In 1962 plaatsen de Russen raketten in Pinar del Rio. Er komt bijna een nucleaire oorlog. Fidel Castro begint met het bonnenboekje, een soort betalingsmiddel, waarmee belangrijke bestaansmiddelen gekocht konden worden zoals rijst, meel, bonen, melk, zeep en tandpasta
In de daarop volgende jaren komen er iedere keer veranderingen en nieuwe besluiten waardoor de mensen steeds minder vrijheid hebben. In 1991 komt er een einde aan de goede ruilhandel van Cubaanse suiker tegen de Russische olie en in 1992 na het uiteenvallen van de Sovjet Unie neemt het gebrek aan alles toe in Cuba. De verstandhouding tussen Amerika en Cuba verslechtert met de dag. Hij ziet zich genoodzaakt om zijn principes van het begin van de revolutie steeds meer bij te stellen. Eerst dacht hij dat de landbouwsector alleen maar goed zou gaan als alle grond en productiemiddelen in handen van de staat kwamen. Maar alles liep helemaal niet zoals hij zich dat had voorgesteld. In 1983 bleek 65% van de coöperaties verlies te lijden. Door het opdrogen van de aanvoer van bestrijdingsmiddelen kunstmest en reserveonderdelen uit de Oostbloklanden is dat percentage alleen nog maar gestegen. CUBA HEEFT DOLLARS NODIG terwijl Fidel Castro Amerika haat. Ze hebben dan ook in 1993 de dollar gelegaliseerd.( aan de ene kant omdat hij zo de zwarte handel in dollars kon stoppen en aan de andere kant de familieleden in het buitenland kon aanmoedigen om dollars naar Cuba te sturen. Ongeveer 20 % van de Cubanen heeft het beter dan de rest en heeft dollars. Dit komt ook doordat ze geld krijgen van gevluchte familieleden. Om aan dollars te komen in Fidel Castro niets te gek. Hij verdient door bijvoorbeeld de topsporters uit Cuba uit te huren aan buitenlandse clubs. Alles wat er aan transfersommen wordt betaald gaat naar de staat. Buitenlandse bedrijven die in Cuba een bedrijf beginnen moeten salaris voor hun Cubaanse personeel rechtsreeks aan de staat betalen in dollars. De staat betaalt dan weer aan het personeel in pesos ( maar veel minder dan ze zelf hebben ontvangen). Zo verdienen ze dus aan de buitenlandse bedrijven. In 1994 op 20 augustus, zegt Amerika eerst dat het geen Cubanen meer wil toelaten en het gevolg is dat er zo ’n 25.000 mensen op vlotjes en slechte bootjes uit zee worden gevist nadat ze proberen om in Florida te komen Op 16 september besluit Amerika dan om per jaar 20.000 Cubanen toe te laten. In 1996 wil Amerika zijn handelsembargo met Cuba versterken: ze willen buitenlandse bedrijven die in Cuba handel bedrijven met door Fidel Castro van de Amerikanen afgepakte eigendommen, straffen. De EU is het hier niet mee eens en dit versterkt toch de positie van Fidel een beetje. Het opnieuw houden van agrarische markten is met wie je er ook over spreekt een van de beste besluiten van Fidel Castro van de laatste jaren. Er zijn allerlei levensmiddelen te koop, wel in dollars maar het is er tenminste. Eerst was er niets te koop. Nu komen er steeds meer markten ook met andere dingen behalve etenswaren. De mensen doen nu net alsof ze nog steeds blij zijn met Fidel Castro maar in werkelijkheid hebben ze zich neergelegd bij het communistisch regime van Fidel. En doen ze wat hij zegt. Als ze iets verkeerds doen en dat wordt gehoord door de “vijand” dan komen ze in de gevangenis. Overal wordt iedereen afgeluisterd en zijn er verklikkers. Voor het buitenland doen ze net alsof ze heel gelukkig zijn met hun revolutionaire held. Maas als ze alleen zijn en zeker weten dat ze niet afgeluisterd worden dan praten ze wel over alle dingen die ze dwars liggen en de armoede die ze nu hebben inplaats van welvaart. In het begin was dit niet zo want toen geloofden de mensen nog in Fidel en de revolutie. Fidel Castro wil beslist niet afgezet worden en wil tot zijn dood aan de macht blijven. Fidel zegt aldoor dat het communisme het paradijs op aarde zal brengen maar in werkelijkheid zijn de Cubanen alles al spuugzat en geloven er niet meer in. Omdat hij bang is vermoord te worden slaapt hij iedere nacht op andere plaatsen en weet haast niemand waar hij is. Hij heeft ook dubbelgangers.
POLITIEK Tot 1990 kwam er jaarlijks zo’n 5 a 6 miljoen dollar per jaar uit Rusland. Hierdoor hadden de Cubanen geen honger. Geen honger, IEDEREEN WILDE WEL WERKEN EN IEDERREEN HAD EEN BAANTJE. ER WAS VAN alles. Op de scholen en universiteiten waren voldoende leermateriaal zoals pennen boeken en andere leermaterialen. Iedereen had een goede woonruimte maar ja nadat het communisme in ons Oostbloklanden was ingestort kreeg Cuba geen geld meer uit Rusland. De zieken huizen en medicijnen zijn nog steeds gratis maar er kan niet gegarandeerd worden dat alles wat de patiënt nodig heeft er is. De medicijnen die de patiënt eigenlijk moet kunnen krijgen bij de apotheek zijn er meestal niet zelfs geen aspirientjes. Vaak moet je dagen wachten voor dat er iets is. Eerst was het zo dat als je goed op de school en de universiteit was dan kreeg z je zeker een goede baan dus ook geld, maar nu is een baan niet gemakkelijk te vinden. Je gemiddelde salaris van een goed opgeleide chirurg is usd 25, - per maand en dan krijgen ze nog een zakje met bijvoorbeeld zeep en wat bonnen voor de melk benzine rijst en bonen. Iemand die suikerbiet kapt verdient hetzelfde. De communistische jongeren organisatie is de UJC. Hiervan willen de meeste jonge mensen geen lid meer omdat ze dan alle “ slechte dingen” die de anderen doen verklikken aan Fidel Castro. Het UJC organiseert kampeervakanties, concerten en straatfeesten. Er zijn zo’n ½ miljoen jonge mensen lid van. Zo proberen ze de revolutie levend te houden. Amerika is de grootste vijand van Cuba. Omdat Amerika is begonnen met het handelsembargo (stoppen met de handel met Cuba0. De dollar wordt gehaat door de regering ze zien aan de andere kant ook wel dat ze niet zonder kunnen. Havana lijkt net op een stad uit oorlogtijd. Een hoop huizen staan op instorten en worden door balken ondersteund. IN Veel wijken is geen normaal leidingwater te krijgen. Overal moet je lang in de rij staan voordat je aan de beurt bent. De winkels van de staat zijn bijna leeg. Er is nauwelijks aan melk, vlees en verse groenten te komen alleen af en toe in de dure dollarwinkels. De goed opgeleide mensen gaan dan ook steeds meer baantjes zoeken buiten hun gewone baan. Taxichauffeur en portie van hotels. Toeristen die steeds meer komen en met dolars betalen maken de mensen dat de mensen toch iets meer geld kunnen verdienen en dan ook iets meer kopen in de dure dollarwinkels. Er zijn bijna 11 miljoen inwoners in Cuba. Cuba is drie keer zo groot als Nederland. De VN organisatie UNESCO is sinds 1994 bezig met het opknappen van het oude stadsgedeelte van Havana (de hoofdstad) en maakt alle oude gebouwen weer mooi. Dat kon je zien tijdens het congres in november 99 waar bij ook de Spaanse koning en koningin aanwezig waren en je kon zien hoe ze rondliepen door de oude gerestaureerde binnen stad. In 1994 was er ook een grote uittocht van 30.000 bootvluchtelingen. Het verschil tussen arm en rijk wordt steeds groter. Voor de toeristen is het duurste marmer nog niet goed genoeg, terwijl in de arme gedeelten van Havana steeds meer woningen door de Cubanen zelf met houten stutten overeind worden gehouden. Daarom worden de Cubanen steeds vindingrijker. Ze proberen van alles om toch aan extra geld (dolars) te komen. Ze verhuren bijvoorbeeld hun auto of maken het eten in hun huisje klaar voor de toeristen. Ze verhuren hun eigen slaapkamer en gaan dan bij andere familieleden slapen. Sinds 1993 mogen de Cubanen gelukkig als kleine legale ondernemers banden plakken, souvenirs en artikelen verkopen, restaurantjes openen. Hiervoor betalen ze wel belasting aan de staat. Sinds oktober 1994 mogen boeren een deel van hun productie direct aan de mensen verkopen. Steeds meer grond wordt in bruikleen aan de keuterboertjes gegeven om de productie van koffie, tabak en groeten te vergroten. De apotheken zijn zo goed als leeg maar toch zeggen ze nog dat alle mensen in Cuba gratis medicijnen kunnen krijgen. Het is dus overal wachten en wachten en misschien dat je dan toch op een dag aspirientjes kunt krijgen. In de dollarwinkels zijn wel genoeg medicijnen te krijgen, maar dan moet je dollars hebben. RAUL De broer van Fidel, Raul, is de baas over de revolutionaire strijdkrachten (FAR). Het leger wordt gezien als een voorbeeld voor iedereen. Als je een hoge officier in het leger van Raul bent dan krijg je allerlei extra ’s zoals een huis, een auto, luxe artikelen en natuurlijk veel aanzien. Het leger is steeds belangrijker in Cuba. De militairen helpen ook met het kappen van het suikerriet (voor de rum). Veel hoge legermensen zijn nu bijvoorbeeld baas in een hotel of zijn managers van staatsbedrijven. Raul wordt ook gezien als Fidel ’s opvolger. Hij is 5 jaar jonger. Hij is van veel dingen ook de baas buiten het leger leiden. Che Guevara richt het persbureau Prensa Latina op en wordt president van de Nationale Bank van Cuba. LANDSCHAP Het water om Cuba heen is zo helder omdat er vijf archipels “cayo’s” (eilanden groepen) om heen liggen en omdat het water niet dieper is dan 20 meter. Om het eiland aan de noordkant, maar ook aan de zuidkant is het vol met koraalriffen. Tegenwoordig wordt daar heel veel gedoken (door duikgroepen). Het is daar heel mooi. Wij (ik en mijn zus, moeder en vader) willen ook tussen dat mooie koraal gaan duiken. Omdat er zoveel koraalriffen zijn is het moeilijk om daar netjes tussendoor te varen en aan land t e komen. Columbus had daar ook veel problemen mee en schreef daar ook over in een van zijn dagboeken. De Noordkust is rotsachtig en loopt soms plotseling af. Alleen in het midden aan de noordkant liggen prachtige zandstranden van fijne koraalkalk. De Zuidkust is vlak en moerassig. Bekend is daar de Varkensbaai waar in 1961 de Amerikanen Cuba binnen probeerden te komen. Ze vielen voornamelijk met schepen aan. Het werd een mislukte invasie die binnen drie dagen mislukte. Het is niet zo bekend in dehele wereld omdat de Amerikanen dat niet wilden vanwege negatieve reacties en zich een beetje schaamden dat ze het verloren terwijl ze met veel mensen waren. De stranden van Cuba vormen maar een klein gedeelte van de bijna 6000 km lange kust. Het noordelijk stuk is schoner omdat de wind alle bladeren en zeewier links en rechts van de bolle kant waaien en dus uit eindelijk onder in het zuiden terrecht komen. Op de noordelijke stranden loopt het witte zand langzaam de zee in. Er zijn veel baaien en kreken. In het binnenland is een bergketen van 1250 km lang en is het laag en heuvelachtig. 2/5 deel van Cuba bestaat uit savannes. Dat zijn uitgestrekte tropische weilanden bijna zonder bloemen en bomen, licht golvend met af en toe kolometers suikkerriet waar ze rum van maken. Daar tussendoor groeien allemaal palmen. Er zijn meer dan tweehonderd rivieren. De langste is de Rio Cauta die is 370 kilometer lang. Veel rivieren hebben zijarmen en sommige lopen zelfs gedeeltelijk ondergronds. Er zijn ook veel mooie watervallen. In de 18de eeuw was Cuba nog voor de helft bedekt met bossen. Sindsdien is meer dan een derde van het eiland veranderd in suikerrietplantages. HET KLIMAAT Cuba is een tropisch eiland. Juli en augustus zijn de warmste maanden met gemiddeld een temperatuur van 30oC. In januari is het het koudst. De regentijd is van mei tot en met september. In de steden is het in juli en augustus smoorheet. Op de Rio Turquino (Cuba’s hoogste top) is het soms beneden 0oC. Rondom Guatanamo is een woestijn die met cactussen is begroeid. VOORWOORD Ik heb het onderwerp gekozen omdat we waarschijnlijk binnenkort naar Cuba op vakantie gaan en ik er dus iets meer over wil weten.Ik weet dta het niet alleen maar strandvakantie wordt, maar we gaan het land verkennen. Ik denk dat dit een moeilijk werkstuk gaat worden vanwege het communisme, maar ik denk wel dat ik het af krijg. Voor mijn materiaal ga ik naar de bibliotheek, bekijk ik internet en mijn moeder heeft nog veel foldertjes en tijdschriften. Ik ga proberen om een paar stukjes uit de krant te knippen over Elian, dat jongetje dat gevlucht was naar Amerika en zijn vader wil hem terug hebben in Cuba. Vroeger vond ik de foto van Che Guevara altijd erg stoer vanwege zijn legerkleding en zijn baret. Eigen inbreng Wat ik zelf nu heb opgevat uit mijn materiaal is dat Cuba niet zo’n rijk land is en volgens mij ook helemaal geen leuk land is om in te wonen. Hele arme mensen, maar toch allemaal heel vriendelijk en vrolijk. En het is daar heel gezellig op straat, denk ik. Volgens mij zijn de huizen een beetje vergane glorie, nogal stuk. Het is daar volgens mij heel lekker warm en er zijn mooie witte stranden met een prachtige zee. Ik denk dat ik wel veel last heb bij het zien van de arme mensen, wat zijn wij dan vergeleken met hen rijke mensen. Ik neem veel pennen mee voor de kinderen die op school geen pen hebben (daar vragen ze allemaal om) en ik neem speelgoed mee en kleren die ik niet meer pas. Ik weet dat het zo niet hoort, maar ik kon niet zo lekker overal mijn eigen inbreng in de tekst verwerken (een aantal hoofdstukken kon dat wel) dus heb ik het maar zo gedaan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.