Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Vikingen

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vwo | 3084 woorden
  • 1 december 2002
  • 197 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
197 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Wij hebben voor dit onderwerp gekozen, omdat het een onderwerp is waar je veel over kunt vinden. Het is een onderwerp waar wij ons allen in interesseren. Wij vonden het interessant om meer te weten te komen over het volk dat Amerika nog voor Columbus ontdekt heeft. Onze hoofdvraag is: Vikingen: “gewoon volk of avonturiers?” Onze deelvragen zijn: 1. Wie waren de Vikingen en waar woonden ze? 2. Hoe woonden de Vikingen? 3. Waarom gingen ze tochten ondernemen en waar naartoe? 4. Welke Vikingschepen en wapens waren er? We hebben de vier deelvragen onder ons vieren verdeeld. We hebben het zo verdeeld dat twee mensen met een deelvraag die met elkaar te maken heeft ook een deel van het praktisch werkstuk samen kunnen maken. Jip en Luc deden het dorpje, Joep en Carlo maakte de achtergrond. De samenwerking in onze groep was goed. Iedereen heeft goed zijn best gedaan en evenveel werk gehad. Wij hebben er alles bij elkaar 40 uur gewerkt. Wie waren de vikingen en waar woonden ze? Het vaderland van de Vikingen is de onderkant van Scandinavië. Scandinavië bestaat uit: Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en Lapland. Maar de vikingen woonde maar in Denemarken, Noorwegen en Zweden. In Scandinavië woonden de gewone boeren (die ook Vikingen werden genoemd). Deze boeren bouwden van hout en teer grote en kleine staafkerken. Scandinavië is erg bosachtig gelukkig maar want hout is een van de levensmiddelen van de vikingen. Want ze maakten van alles van hout zoals : 1. boten

2. huizen ( plus nog wat andere dingen) 3. vuur
4. gereedschappen
5. handvatten voor gereedschap (zoals: mes of bijl) 6. schilden
Veel Vikingen waren boeren. Het land waar ze woonden was echter niet geschikt om te bewerken. Noorwegen De boerderijen lagen op de smalle, vlakke kuststrook langs de fjorden (inhammen van de zee), die zich diep in het land insneden. Zweden In dit land van meren en naaldwouden woonden de meeste mensen in de centrale en zuidelijke districten, waar akkerland was. Denemarken Denemarken was laaggelegen. Om de groeiende bevolking te kunnen voeden werden bosgebieden gerooid voor de landbouw en de veeteelt. Het is lang zo geweest dat we niet veel meer over de Vikingen wisten dan dit. Tegenwoordig kunnen archeologen ons echter meer vertellen over de Vikingen en over de manier waarop ze leefden. We weten dat ze niet alleen zeereizen maakten om te plunderen, maar ook om zich elders te vestigen of om handel te drijven. Ze waren heel goed in metaalbewerking en in het bewerken van steen en hout. Ze kenden ook prachtige verhalen, die we nu nog kunnen lezen. Toen de bevolking toenam, was er niet genoeg land voor iedereen. Daarom gingen sommige Vikingen tegen het eind van de achtste eeuw op zoek naar andere manieren om aan de kost te komen. De vikingen waren ook uitstekende schepenbouwers de manier waarop hun schepen ontworpen waren maakte het de vikingen mogelijk verder te varen dan wie ook in Europa rond die tijd. Ze hebben zich in Schotland, Ierland, Engeland, IJsland, Groenland en in Normandie gevestigd. Enkele bereikten Noord-Amerika, terwijl anderen via de Russische rivieren tot de Zwarte Zee en Istanboel voerde. Daar plunderden ze eerst steden en kloosters. Ze stalen kostbaarheden en voerden de bevolking weg als slaven Ze hadden natuurlijk niet het hele land in beslag maar een klein stukje meestal aan de kust, omdat ze daar aan land kwamen. Als de vikingen thuis kwamen namen ze meestal veel goud en sieraden mee. Maar de vikingen plunderde en stalen de spullen niet altijd soms ruilden ze spullen. Ze kwamen thuis met onder andere vazen, geld en sieraden. Ook al konden ze het zelf ook maken. De vikingen trokken steeds naar nieuwe plaatsen zo zijn ze zelfs in Griekenland en zoals ik al vertelde Amerika, geweest. Vaak haalde ze in die landen ook hout en dieren weg. Uit Engeland, Schapen(wol) en Tarwe, uit Zwitserland en Oostenrijk zaken als wijn, wapens, stoffen en aardewerk. Griekenland was goed voor hout en wapens en in Groenland vonden ze pelzen uit Turkije haalde ze Barnsteen, Vruchten, specerijen, wijn en zijde. Nog andere dingen die ze mee namen uit andere landen zijn Ivoor, Goud, Slaven, Zilver, Vis, Deksteen en Zout. Bronvermelding 1. Grote beschavingen : De Vikingen
door BRENDA RALF LEWIS
Uitgeverij: Helmond-Helmond
2. Informatie De Ruiter’s nr 79 Vikingen door JEANNE TERVOORT Uitgeverij: Wolters-Noordhoff bv. 3. Geschiedenis voor de jeugd:Vikingen door: Anne Civardi Uitgeverij: Cantecleer bv de bilt
4 Hoe zou je overleven als een Viking? door: Jacquline Morley
Uitgeverij: Algemene Distributie Centrale, Eke, België 5 Zo was het bij de Vikingen. door: Margot Reesink Uitgeverij: Arti Grafiche Motta Spa, Milaan, Italië 6 De Vikingtijd, de krant van gisteren
door: Rachel Wright

Uitgeverij: Gottmer Haarlem
7 Wij bouwen een huis, een spel- en werkboek
door: Angelika Wolk
Uitgeverij: Christofoor, Zeist. 8 Eric de Rode
door : Dr. Anne Millard
Uitgeverij : ARS SCRIBENDI
9 Vikings
Door : Susan M.Margeson
Uitgeverij : ooggetuigen Hoe woonden de Vikingen? De huizen waarin de Vikingen woonden werden gemaakt van natuurlijke materialen die in hun eigen woongebied of in veroverde gebieden te vinden waren. In Scandinavië werden de huizen gemaakt van hout.Op plaatsen zoals IJsland waar
minder bomen zijn, of Groenland waar helemaal geen bomen zijn. Daar werden de huizen gebouwd van stenen en turf om de kou beter buiten te houden. De Vikingen woonden meestal in boerderijen, de zogenaamde Langhuizen. Een langhuis vormde de basis van een nederzetting zoals te zien is bij ons creatieve werkstuk. De stammen van het houten huis werden meestal rechtstreeks in de grond gezet. Daartussenin kwamen kleinere stammen of dikke planken. Het dak kon bedekt zijn met riet of stro of als het erg koud was werd het huis helemaal bedekt met plaggen. De muren konden ook opgetrokken zijn van grote stenen. Dit kun je ook zien bij het creatieve gedeelte van ons werkstuk. De huizen hadden geen ramen, wel een deur. Het traditionele langhuis bestond slechts uit één groot vertrek waarin gegeten en geslapen werd. In het midden van het vertrek stond een stenen kachel. Daarop werd gekookt en de kachel gaf warmte. De rook vond zijn weg naar buiten door de deuropening of door een opening bovenaan in het dak. In het hoofdvertrek liepen twee verhogingen van anderhalve meter breed langs de muren. Deze verhogingen zorgden voor tochtvrije plaatsen om te zitten en te slapen. Het gezinshoofd en zijn
vrouw beschikten over een soort afsluitbare bedstede. In deze ruimte stond ook een groot weefgetouw. Daarop weefden de vrouwen wollen en linnen stoffen. Van de stoffen maakten zij kleren voor het gehele gezin. Er was een tafel met bankjes. Alle andere spullen waren om te koken en om levensmiddelen en kleren te bewaren. Levensmiddelen werden in grote houten tonnen bewaard van verschillende afmetingen. Kleren en kostbaarheden werden bewaard in kisten. De Vikingen maakten hun eigen voedsel. Ze maakten brood, boter en kaas. Veel levensmiddelen konden dankzij de koude goed bewaard worden, vis werd gedroogd en gepekeld. Etenswaren die konden bederven, zoals eieren werden in de grond ingegraven. De grond diende dan als een soort koelkast. De melk werd bewaard in met ijs gevulde kuipen. Houten gereedschap werd naar behoefte gemaakt. De huizen werden meestal door de eigenaar zelf gebouwd. Het onderhouden en het repareren van het huis kostte ook veel tijd. Omdat de natuurlijke materialen wegrotten en van tijd tot tijd vervangen moeten worden. Een gezin bestond uit ouders, kinderen en slaven. Als de man rijk was, trouwde hij met meer vrouwen. De Vikingvrouwen moesten flink en zelfstandig zijn. Ze hadden de leiding over de boerderij als hun man op zee was. De familie of sibbe was voor een Viking het allerbelangrijkste op aarde, zonder familie betekende je niets. Het ergste wat een Viking kon overkomen, was uit zijn familie te worden weggejaagd. Familieleden zorgden goed voor elkaar. De Vikingsamenleving kende 3 soorten mensen: De vrijen, de adel en de slaven. Vrijen waren meestal boeren, handelaren, krijgers en ambachtslieden. Tot de adel behoorden de rijke boeren die veel land bezaten. Slaven moesten het vuile werk doen en moesten hun meester gehoorzamen. Je werd slaaf als je je schulden niet meer kon betalen, maar er werden natuurlijk ook slaven meegenomen van de rooftochten. Vikingen waren gezonder dan vele andere volkeren. Ze aten goed en hadden veel lichaamsbeweging. Ze verschoonden regelmatig hun ondergoed en kamden hun haren. Eén keer in de week gingen ze in bad. De zaterdag was de baddag. Vikingkinderen gingen niet naar school. In de zomermaanden moesten ze flink meehelpen op de boerderij. Zodra een meisje kon lopen, hielp ze haar moeder bij het huishouden. Jongens hielpen hun vader op de boerderij en bij de visvangst. In de lange wintermaanden vermaakten ze zich buiten met skiën, sleeën en schaatsen. Pasgeboren Vikingbaby’s werden meteen naar hun vader gebracht. Hij keek of de baby sterk en gezond was. Zwakke en ongezonde kinderen moesten sterven. Ze zouden alleen maar tot last zijn van de familie. De Viking werd buiten in de vrieskou gelegd of in zee gegooid. Het enige speelgoed dat jongens kregen was een houten zwaard. Vanaf 12 jaar werden de jongens getraind om met echte zwaarden en degens om te gaan. Als ze 16 werden mochten ze met hun vader mee de zee op. We weten dit allemaal doordat er uit de Vikingtijd veel bewaard is gebleven en er zijn ook teksten gevonden met het Runenschrift.
Waarom gingen de Vikingen tochten ondernemen en waar naartoe? Waarom trokken de vikingen weg? Onderzoekers hebben naar de reden van de tochten van de Vikingen gezocht. Ze kwamen erachter dat een enorme bevolkingsgroei de belangrijkste reden was voor de reizen naar het voor de Vikingen onbekende landen. Als je aan Vikingen denkt dan denk je aan woeste piraten, maar dat is niet zo. Diegene die wegtrokken waren niet alleen piraten en plunderaars. Er waren ook handelaren die wegtrokken. De handelaren konden zo nieuwe markten zoeken voor hun pelzen, barnsteen, ivoor, etc. Er trokken ook vikingen op uit om fortuin te maken door boten, dorpen, handelaren, enzovoort te overvallen. Door deze soort vikingen kregen de vikingen een slechte naam. Waarheen gingen de Vikingen? Op vele plaatsen in de wereld worden stenen gevonden met runen er op. Dat betekent dus dat Vikingen daar geweest zijn. In sommige gebieden bijvoorbeeld in Spanje, Zuid-Frankrijk en Italië hielden de Vikingen bijna alleen maar rooftochten. Elders waren ze verbaasd over de vruchtbaarheid en rijkdom van het land waar ze op dat moment waren dat ze op die stukken land besloten te blijven. Ze begonnen in het overwonnen land te overwinteren en bouwde versterkte basiskampen. Vanuit zo’n versterkt basiskamp trokken de Vikingen er op uit, bezetten het naburige platteland en dwongen de bewoners te vluchten of zich te onderwerpen aan de regels van de Vikingen. Soms kwamen ze met een plaatselijke vorst tot overeenstemming en kregen ze toestemming zich te vestigen in een bepaald stuk land. Bijvoorbeeld in Frankrijk kwam in het jaar 911 na Christus Koning Karel de eenvoudige tot een afspraak met de aanvoerder van de Vikingen, Rollo. De Vikingen kregen een provincie in Noord-Frankrijk toegewezen waar zij zich konden vestigen. ( Ze hadden het gebied eigenlijk al lang overwonnen) In ruil voor het land moesten ze het land beschermen tegen andere Vikingen die het gebied van de koning of het gebied van de Vikingen bedreigden. Het stuk land wat Rollo had werd Normandie genoemd. Ze bleven daar wonen en werden boer of handelaar dia alleen vochten als het nodig was. Het is verkeerd om te denken dat de Denen, Noren en Zweden apart werkten in verschillende gebieden. Een grote vloot bestond naar alle waarschijnlijkheid uit mannen uit heel Scandinavië. Over het algemeen waren het vooral de Denen die zich richtte op Engeland, Wales, Ierland, Frankrijk en het middellands zeegebied. De Noren gingen voornamelijk naar Schotland, IJsland Groenland en nog verder naar het westen. De Noren zijn dus misschien al in Amerika geweest dus nog lang voordat Columbus Amerika ontdekte. De Zweden gingen naar het oosten in Rusland, de Balkan, De naam Rusland komt doordat de inwoners van Rusland de vreemde Vikingen Russen noemde. Vanuit Rusland gingen de Zweden op handelsexpeditie naar het zuiden. Ze gingen naar Constantinopel wat voor die tijd een grote stad was en naar het oosten tot aan de Kaspische zee en zelfs naar Bagdad. Ze gingen ook naar Groenland. Groenland was ontdekt door Eric de Rode. Eric de Rode noemde het nieuwe land Groenland omdat hij met een aantrekkelijke naam mensen naar Groenland zou lokken. Als je aan Groenland denkt dan denk je aan kou, maar dat is niet zo. De zuidpunt van Groenland ligt nog zuidelijker dan Schotland en het was er veel warmer dan het er nu is. Veel Vikingen gingen naar Zuid-Groenland om zich daar te vestigen. Zo groeide de dorpjes in Groenland. Hierboven zie je Groenland dat werd ontdekt door Eric de Rode Conclusie. De Vikingen verlieten Scandinavië omdat er ruimtegebrek was. Ze gingen naar Europa en West-Azie. Daar veroverden ze stukken land of plunderden ze een stad of een dorp en gingen daarna met de buit weer weg. Maar Vikingen gingen als handelaar naar Europa en verkochten hun waren aan de Europeanen. Door de Plunderaars werden de Vikingen gevreesd. Welke Vikingsschepen en Wapens waren er? oorlogsschepen Het oorlogsschip was licht en slank en was het langste, slankste en snelste vikingsvaartuig. Net als de andere vikingsschepen had het oorlogsschip een zeil en een mast, maar ook roeiriemen. Afhankelijk van het formaat waren er vierentwintig tot vijftig roeiriemen nodig. Op lange tochten roeiden de krijgers in ploegen. Ze konden hun schip smalle baaien in laten glijden en op ieder vlak strand landen. Zelfs wanneer het oorlogsschip vol was had het door zijn ondiepe kiel (onderkant van het schip) geen steiger of kade nodig en kon er onmiddellijk op de kust worden uitgeladen. Heel apart voor de vikingen is dat er op de voorkant van een vikingsschip een versiersel is aangebracht zoals een drakenkop of iets dergelijks. Een vikingsschip kan tussen de 30 en 50 meter lang zijn en is heel ondiep. Ook kunnen er veel roeiers in zitten. Ook deden de vikingen als ze op oorlogspad gingen hun schilden aan de rand van het schip vastmaken zodat ze ook beschermd waren als ze gingen roeien. Andere schepen De vikings bouwden schepen en boten met vele vormen en formaten, geschikt voor uiteenlopende wateren en toepassingen. Het waren allemaal variaties op hetzelfde ontwerp, met overnaadse huidplaten (planken). Het beste vikingsschip werd van eikenhout gemaakt, verder kon je nog pijnhout op berkenhout gebruiken maar voor de kiel werd altijd eikenhout gebruikt. Er waren verschillende soorten schepen, de Knorr, de Rivierboot en de Veerboot. De knorr is een stevig vrachtschip dat gebouwd is om ruwe zeeën te weerstaan. De rivierboot is een klein werkbootje waarin je een zeil kunt hijsen. De veerboot was breed en ondiep. Ook werd er een bepaalde boot gebruikt om doden af te voeren. Dus als er een belangrijke persoon stierf werd hij op een bootje op de zee losgelaten. Een vikingsschip werd helemaal van houd gemaakt. Omdat er veel schepen waren, waren er natuurlijk ook scheepsbouwers. Het gereedschap van een scheepbouwer bestond uit veel verschillende materialen.
Wapens De speer, de bijl, het schild maar vooral zijn zwaard waren de meest gewaardeerde bezittingen van een krijger. De zwaarden kregen namen die de sterkte en de scherpte van de kling of de schitterende ornamenten op het gevest (handvat) verheerlijkten. De wapens werden gemaakt van ijzer en vaak gedecoreerd met ingelegd of opgelegd zilver of koper. Een prachtig versierd zwaard was een teken dat de eigenaar rijk of machtig was. Voor de komst van het christendom werden de wapens van een viking gewoonlijk met hem begraven wanneer hij stierf. Helmen worden zelden gevonden, omdat de meeste van leer zijn gemaakt en zijn vergaan. Vikingschilden waren rond en van hout. Helaas verrot hout snel, zodat er slechts weinig schilden zijn overgebleven. Het schild bestond uit een houten plank van ongeveer een meter doorsnede, om de rand zat een leren band om de rand te
versterken en de ijzeren knop in het midden beschermde de hand van de krijger. Hij hield het schild vast aan een beugel aan de andere kant van de knop. Schilden waren vaak overtrokken met leer of met felle kleuren beschilderd. Deze gegevens zijn gebaseerd op fragmenten die zijn gevonden bij overblijfselen van bijvoorbeeld oorlogsschepen. Pijlen werden zowel bij de jacht als in de strijd gebruikt. De ijzeren punten werden vastgezet op schachten van berkenhout. Speren werden voornamelijk als stootwapen gebruikt en hadden een groot, breed blad. De verbinding was vaak versierd. Werpspiesen hadden een veel lichter, smaller blad, zodat ze recht op hun doel afvlogen. Bijlen met lange houten handgrepen waren het meest gebruikte vikingwapen. T-vormige bijlen werden gewoonlijk gebruikt voor het kappen van hout. Maar sommige bijlen zijn zo rijk versierd dat het een wapen moest zijn geweest. Zwaarden waren doorgaans tweesnijdend. De smid maakte de kling soms extra sterk doordat hij verschillende stroken week gemaakt ijzer ‘welde’, dat wil zeggen, op elkaar drukte en zo tot een geheel verbond. Daarna verdraaide hij het metaal, hamerde het plat en polijstte het tot het glad was. Door koolstof toe te voegen aan het ijzer terwijl het roodgloeiend was, zorgde hij voor scherpe randen. Het gevest was vaak prachtig versierd. Conclusie Vikingen:”gewoon volk of avonturiers?” De Vikingen waren eigenlijk beide. Ze waren een gewoon volk, omdat het in hun normale leven, leefden van het boerenbestaan en van de jacht. Net als andere volken leefden ze in steden en dorpen. Het waren avonturiers, omdat ze op zoek waren naar land om te wonen en te plunderen. Daardoor zijn ze in Europa, Ijsland, Groenland, Amerika en Rusland beland. Deelvraag 1: Wie waren de Vikingen en waar woonden ze? De Vikingen waren een volk die leefden in Scandinavië. Hier leefden ze als boeren. Door ruimtegebrek gingen ze naar andere landen toe om ze vervolgens éérst te plunderen en daarna er zich te gaan vestigen. Deelvraag 2: Hoe woonden de Vikingen? De Vikingen woonden in een boerderij of in een stad. Het huis had 1 of 2 vertrekken. De Vikingen leefden met een gezin en slaven. Ze leefden van veroveringstochten, de jacht en de landbouw. Deelvraag 3: Waarom gingen ze tochten ondernemen en waar naartoe? De Vikingen gingen tochten ondernemen, omdat er in Scandinavië een grote bevolkingsgroei was. Er was een tekort aan geschikte grond. Ze trokken daarom naar Europa, Groenland en Ijsland. Deelvraag 4: Welke vikingschepen en wapens waren er? De Vikingen hadden verschillende soorten schepen. Voor elk doel hadden ze wel een schip. Een schip bestond helemaal uit hout. De wapens waren door een smid gemaakt. Het zwaard was het belangrijkste bezit van een Viking. Je kon eraan zien of de eigenaar rijk en machtig was.

REACTIES

F.

F.

Heel erg interresant.

12 jaar geleden

U.

U.

onlogisch

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.