Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5, Seksualiteit

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 481 woorden
  • 13 januari 2003
  • 34 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
34 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
BIOLOGIE HOOFDSTUK 5: SEKSUALITEIT. 5.1: Seks is voordeliger. Seksualiteit: Het gedrag dat direct of indirect met de paring samenhangt => voorbereiding voortplanting. Ongeslachtelijke voortplanting: Aseksuele voortplanting => 1 ouder nodig dus snelle toename, grotere overlevingskans
VB: knollen die aan planten groeien tot ze worden afgesnoerd
Door ongeslachtelijke voortplanting hebben alle nakomelingen zelfde eigenschappen: klonen
Geslachtelijke voortplanting: seksueel, iedere nakomeling is uniek (genenmixen ouders). Voordeel: nieuwe genencombinaties in nageslacht. Hoe meer erfelijke verschillen, hoe meer kan dat enkele van de nakomelingen overleven als leefomstandigheden veranderen. Darwin kwam met de evolutietheorie: natuurlijke selectie (degenen met de beste kenmerken overwinnen) zorgt voor ontstaan, veranderen en verdwijnen van soorten. Voorwaarde hiervoor: gunstige eigenschappen zijn erfelijk.
5.2: Omgangsvormen bij dieren. Seksuele selectie: veroveren van een partner (onderdeel natuurlijke selectie). Solitair leven: alleen leven, veel dieren doen dit buiten paringstijd om. Paai-/paartijd: vaste periode in het jaar
De verschillen in seksueel gedrag tussen diersoorten zijn vaak biologisch te verklaren. Polygame zoogdiersoort: mannetje heeft meerdere vrouwtjes (mannetje is vaak groter) Monogame zoogdiersoort: mannetje heeft 1 vrouwtje (mannetje en vrouwtje even groot) Bij dieren komen verschillende typen relaties voor. Seksueel gedrag speelt bij sommige diergroepen een rol om sociale spanningen te verminderen. 5.3: Seks van jong tot oud. Zaadballen: mannelijke kiemweefsel dat later in balzak terechtkomt, maken testosteron. Eierstokken: vrouwelijk kiemweefsel dat in de buikholte ligt (stok = opslagplaats). XY: geslachtschromosoom van de jongens (Y zorgt voor ontwikkeling zaadballen) XX: geslachtschromosoom van de meisjes
Secundaire geslachtskenmerken: veranderingen van je lichaam rond je 10e a 12e jaar. Oestrogeen: hormoon van de vrouw, neemt toe bij ovulatie => meer zin in vrijen. Menopauze: eierstokken staken hormoonproductie op +/- 50-jarige leeftijd (onvruchtbaar!). Door de werking van hormonen ontstaan verschillen tussen het lichaam van mannen en vrouwen en tussen het lichaam van oude en jonge mensen. Tertiaire geslachtskenmerken: te maken met psyche en gedrag
Mensen verschillen in seksuele voorkeur (heteroseksualiteit en homoseksualiteit). Sommige verschillen zijn erfelijk bepaald, andere berusten op omgevingsfactoren. 5.4: Mensen en seks. Intimiteit: gevoelens, kun je o.a. uiten door te vrijen => seksualiteit. Seksualiteit heeft bij mensen meer functies dan bij dieren: voortplanting, genot, liefde tonen. Of seksualiteit aangenaam is hangt af van de intimiteit in het contact. Seksueel gedrag heeft zowel een menselijke als een dierlijke kant. Hun onderlinge verhouding staat ter discussie (mensen ontstonden uit apen? En dat soort dingen). 5.5: Ziek van de liefde. Besmetting met SOA’s gebeurt door direct lichamelijk contact of contact met besmet bloed, sperma, vaginavocht of besmette voorwerpen, zoals injectiespuiten. Voorkomen van SOA’s is eenvoudig en de verschijnselen vallen bij vrouwen minder op. SOA’s: type: voorkomen besmetting: AIDS virus condoom, schone injectienaalden, bep. aantal sekspartners

Chlamydia bacterie condoom
Gonorroe bacterie condoom, beperking aantal sekspartners
Herpes virus geen direct contact met geslachtsorganen en anus (van iemand met blaasjes) Hepatitis virus condoom, vaccinatie, schone naalden
Schaamluis insect goede hygiëne
Syfilis bacterie condoom, beperking aantal sekspartners
Contactopsporing: iedereen die mogelijk besmet is met ’n SOA moet worden opgespoord. Om een SOA-epidemie te voorkomen.

REACTIES

B.

B.

Wat een top samenvatting Robin

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.