Julius Ceasar als legeraanvoerder?

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas havo | 869 woorden
  • 11 oktober 2002
  • 111 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
111 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Wat was de betekenis van Julius Caesar als legeraanvoerder? Het Romeinse leger was een van de belangrijkste organen van Rome. Eeuwenlang had een jaarlijks opgeroepen groep burgers zelf hun wapenuitrusting verzorgd. Deze bewapende infanteristen werden verdeeld over legioenen die met hun korte- en langeafstandswapens veelzijdig inzetbaar waren. Ze waren ook goed gedisciplineerd en pasten een flexibele tactiek toe. De soldaten vochten aan het eind van het voorjaar tot het eind van de zomer, totdat ze thuis hun gewassen moesten oogsten. In Caesars tijd waren de Romeinen actief ver buiten de grenzen van Italië. De grote afstanden hadden tot gevolg dat de Romeinse soldaten niet meer naar huis konden reizen. Vaak was het nodig om het hele jaar door op veldtocht te zijn. Geleidelijk werd het leger opengesteld voor alle burgers, ook al waren ze arm en bezaten ze geen grond. De rekruten kregen de uitrusting van de staat. Zij kwamen in een steeds professioneler wordend leger. Door de eeuwen heen werden de Romeinen sterker door de goede tactiek, techniek en uitrusting om een zeer mobiel en gedisciplineerd leger te vormen dat bijna overal kon komen en alles kon presteren. Caesar werd als gouverneur automatisch voor een jaar bevelhebber van het leger in zijn provincie. Direct na aankomst in Spanje voerde hij zijn manschappen aan tegen stammen in het noordwesten (het huidige Portugal). Doordat Caesar en zijn legers flink tekeer gingen en steden en dorpen plunderden kregen ze en geduchte naam. De kracht van de legers was ook hun zwakke kant. De soldaten 9die buiten het leger niets bezaten) rekenden op hun aanvoerders dat ze betaald werden, te eten kregen en dat ze meedeelden in de oorlogsbuit veilig te stellen. Het waren dus de legeraanvoerders die de legioenen in handen hadden. De gevaren spreken voor zich: een veldheer met persoonlijke ambities kon gemakkelijk over legioenen die dan vervolgens Rome niet trouw waren. Toen Caesars gouverneurschap om was, beloonde de senaat hem met een triomftocht zelf kunnen binnenkomen, terwijl er de dag ervoor de volgende consulverkiezing in de volksvergadering zou plaatsvinden. Eigenlijk wilde Caesar heel erg graag een triomftocht houden, maar hij koos toch maar voor om zich als kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Caesar maakte en goede keuze, want binnen enkele weken was hij consul. Eigenlijk was hij hier twee jaar te jong voor. Julius Caesar werd dus in 59 voor Christus consul geweest. In 58 voor Christus kreeg hij de leiding over het Romeinse leger in Gallië (Frankrijk). Daar haalde hij veel succes tegen de opstandige Gallische stammen. In negen jaar bracht hij heel Gallië onder Romeins bestuur. In die tijd had Caesar een grenzeloze populariteit. In Rome waren de mensen heel bang voor Julius Caesar, omdat hij te machtig was geworden. In 49 voor Christus wilde hij opnieuw consul worden, maar zijn tegenstanders zorgden ervoor dat de senaat het besluit heeft genomen om Caesar als ambteloos burger aan de verkiezingen deel te nemen. Dat wilde zeggen dat hij geen bevelhebber kon blijven. Julius Caesar luisterde niet naar de senaat. Hij stak met zijn soldaten de rivier de Rubicon (de grens van zijn provincie) over en trok toen naar Rome. De senaat gaf andere Romeinse leger het bevel, tegen Julius Caesar te gaan vechten. Daardoor leidde een vierjarige burgeroorlog uit. Julius Caesar versloeg zijn tegenstanders overal in het Romeinse Rijk. De Gallische oorlog gebeurde in de periode van 58 tot 52 voor Christus. Gallië was een land met verschillende staten met verschillende culturen. De Grieken en de Romeinen noemden hen Kelten of Galliërs. In de vierde eeuw hadden Gallische veteranen zich gevestigd langs de rivier de Po en hadden Centraal Italië veroverd en later in 387 Rome. De meeste inwoners van Italië waren bang voor de Gallische invasie. In Egypte bleef hij enkele maanden, omdat hij onder de indruk raakte van de charmes en het politieke inzicht van Cleopatra. Cleopatra liet zich door Julius Caesar op de Egyptische troon zitten. Maar voordat hij dood ging liet hij zien dat hij ook goed was in het besturen van het Rijk. Hij nam de leiding stevig in handen, maar liet de senaat, de volksvergadering en de ambten staan. Hij voerde ook vele hervormingen. Hij maakte het voor vele armen in Rome mogelijk zich elders in het rijk als boer te vestigen. Naar schatting verlieten zo’n 80.000 mensen uit Rome. Hij breidde de mogelijkheid om het Romeinse burgerrecht te verkrijgen. Bewoners van de provincies konden dat voortaan ook krijgen. Hij hervormde de kalender. Tot nu toe hadden de Romeinen maanjaren van 355 dagen gebruikt en om het jaar een aantal toegevoegd. De verandering gelden nu nog steeds. Elk jaar omvat 365 dagen en eens in de 4 jaar is er een schrikkeljaar. De maand juli is zoals bekend naar Julius Caesar genoemd. Rond het begin van onze jaartelling wordt Nederland bezet door de Romeinen. Zij trekken langs de oever van de rivier de Oude Rijn, die bij Katwijk in Zee loopt. Langs de grenzen werden forten gebouwd. Omstreeks 55 voor Christus komen de eerste Romeinse legers onder leiding van Julius Caesar in onze streken. Het grondgebied van de Germaanse en Keltische stammen die hier wonen wordt veroverd en de bevolking onderworpen. De eerste Romeinse keizer Augustus probeert het Romeinse grondgebied tot aan de Elbe uit te breiden maar dat mislukte.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.