Lesgeld en kosten voor schoolboeken moet worden afgeschaft

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 4e klas havo | 985 woorden
  • 21 april 2002
  • 346 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
346 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Nederlandse ouders betalen al jaren onterecht en veel te veel voor het onderwijs van hun kinderen. Ik vind dat het lesgeld moet worden afgeschaft, en dat de schoolboeken op de middelbare school gratis verstrekt moeten worden. Ik heb hier een aantal voor en tegenargumenten bij, die ik zal uitleggen en weerleggen. Argumenten VÓÓR
1 Als eerste het meest voor de hand liggende argument. Het school- en boekengeld is gewoon veel te duur. De Nederlandse ouders betalen voor het schoolgeld en de boeken samen bijna 1 miljard Euro. De kosten van het lesgeld zijn tussen 1989 en 2001 met 89,32% gestegen. Zoals je in de tabellen kunt zien. Ook hebben de ouders tussen 1990 en 2000 voor wat betreft de leermiddelen (dus exclusief het lesgeld en bijvoorbeeld reiskosten), een stijging van 59% - 112 % moeten verwerken. De verschillen hiertussen hangt af van het schooltype van het kind. De conclusie van de tabellen op de sheets is dat er iets flink mis is met de kostenstijgingen voor ouders in het onderwijs. 2
De overheid laat ten onrechte een onderwijsrekening van 309 Euro door de Nederlandse ouders betalen, omdat Nederland al in 1978 een verdrag heeft ondertekend om het onderwijs kosteloos te maken. Nederland staat vaak vooraan in de kritiek als andere landen zich niet aan bepaalde regels houden. Maar zelf negeren ze het Internationale Verdrag Economische Sociale en Culturele Rechten net zo goed. Nederland heeft in 1978 dit verdrag al ondertekend. Ze beloven daarmee een aantal zaken op het gebied van onderwijs. Zo staat er in het verdrag dat er een invoering zal komen van kosteloos onderwijs, en dat dit algemeen beschikbaar is en voor iedereen toegankelijk. Ook staat er in het verdrag dat het hoger onderwijs op een zelfde manier kosteloos te maken, en een passend stelsel van studiebeurzen in het leven te roepen. Maar Nederland doet juist het tegenovergestelde! 3

In Nederland moeten ouders tussen de 455 en 1600 Euro meer studiegeld betalen dan de ouders in de overige EU – landen. Want EU – landen hebben kosteloos onderwijs, behalve Nederland, zoals je in de tabel kunt zien. Uit de tabel blijkt dat bijna alle landen gebruik hebben gemaakt van het verdrag waar ik zojuist over sprak. Alleen België, Luxemburg en Italië vragen boekengeld, maar hier heffen ze geen lesgeld. Ten opzichte van de ouders in al deze landen zijn de Nederlandse ouders flink slechter af. Argumenten TÉGEN
1 Je hebt natuurlijk altijd mensen die ervoor zijn om schoolgeld te heffen. Ze zeggen dan bijvoorbeeld dat het een eigen verantwoordelijkheid is, als je geen schoolgeld wilt betalen, neem je toch gewoon geen kinderen? Op het eerste gezicht lijkt het ook allemaal wel te kunnen, want de gezinsinkomens liggen veel hoger dan van die van andere groepen huishoudens, die van bijvoorbeeld de alleenstaanden. Hierbij worden alleen 2 dingen vergeten. Het eerste is dat die gemiddelde gezinsinkomens berekend worden over het hele leven van een persoon. Hierbij tellen dus ook alle hoge inkomens van de mensen in de latere levensfase, als ze carrière hebben gemaakt, de partner weer is gaan werken, en de kinderen er ook bijverdienen. Het tweede punt is dat het vaststellen van het inkomen, niet hetzelfde is als het bepalen van de koopkracht. In een gezin met twee kinderen, moeten er dus ook 4 mensen in leven gehouden worden, en bij een alleenstaande maar 1. Daarom lijkt het alsof de alleenstaande veel meer verdient, maar dat is dus niet zo, want hij hoeft alleen zichzelf in leven te houden. 2
Dan zijn er nog bepaalde mensen, zoals de politici, die zeggen dat het denivellerend zou werken. Dat wil zeggen dat de hogere inkomens er meer profijt van hebben. Want een deel van de ouders krijgt via de tegemoetkoming studiekosten een deel van het lesgeld weer terug. In de Tweede Kamer stelden de Christen Unie voor om de verhoging van het lesgeld voor het komende jaar terug te draaien. SGP, Groen Links, SP en CDA stemden voor. Maar de paarse fracties, dus de PvdA, VVD en D’66 stemden tegen. Dus ging het mooi niet door, door de tegenstem van deze fracties. Omdat ze dachten dat het verschil tussen de verschillende mensen te groot zou worden. Natuurlijk mag je aan inkomenspolitiek doen. In Nederland worden de zwaarste lasten ook gedragen door de hoogste inkomens. Maar dat doe je dan bij alle inkomens, en niet alleen bij de inkomens van ouders van schoolgaande kinderen. Stel dat de politiek zou bepalen dat we de inkomens gaan nivelleren (dus dat ze minder van elkaar verschillen) en dan doen we dat met de inwoners van de provincie Overijssel. Dat zouden we toch wel heel raar vinden, en zelfs de sterkste voorstanders van nivelleren zouden daar niet mee kunnen leven. Maar waarom dan willen ze dan wel bij een even willekeurige groep als de ouders van schoolgaande kinderen geld af troggelen? De politici moet gewoon even kijken aar de verdragen die ze afgesloten hebben met andere landen. Al die landen hebben kosteloos onderwijs. Behalve Nederland
3 Als de overheid geen geld meer kan krijgen door middel van het lesgeld en het boekengeld, zullen ze dat toch ergens anders vandaan moeten halen? Eerst voor wat betreft de schoolboeken. De omzet van de Nederlandse uitgevers was in 1999 160 miljoen Euro uit het voortgezet onderwijs, en 45 miljoen Euro uit het basisonderwijs. In die 205 Miljoen Euro zit ook nog 6% BTW. Dat betekent dat ruim 13 miljoen Euro bij de overheid terechtkomt. Dan is het dus onzin om nog eens extra boekengeld te gaan vragen, ze krijgen tenslotte al ruim 13 miljoen Euro voor de boeken. En dan het lesgeld. De opbrengst uit de lesgelden in 2000 bedroeg voor het voortgezet onderwijs 148 miljoen Euro, en voor het basisonderwijs 207 miljoen Euro. Bij gelijktijdig afschaffen van het lesgeld en het boekengeld verliest de overheid zo’n 238 miljoen Euro. Dat is 1,4% van de onderwijsbegroting, en 0.1 % van het Bruto Binnenlands Product. De extra investeringen zijn daarmee gemakkelijk te realiseren uit het begrotingsoverschot van de rijksbegroting. Dus de overheid hoeft dit geld helemaal nergens anders vandaan te halen, omdat het gewoon makkelijk weg te werken is.

REACTIES

S.

S.

goed betoog ik maak hierover zelf ook een betoog en vind dit erg lastig dit betoog helpt mij enorm thanks

10 jaar geleden

P.

P.

dit is een slecht betoog

7 jaar geleden

N.

N.

helemaal niet!

7 jaar geleden

N.

N.

Waar zijn de tabellen te vinden?

7 jaar geleden

D.

D.

BIJ HET KOPJE DOWNLOADE

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.