Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2 en 3

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2039 woorden
  • 31 oktober 2009
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
28 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
UITTREKSEL GESCHIEDENIS hfst 2 en 3

Hoofdstuk 2

2.1
Nadat de perzen waren verslagen stonden de Spartanen en de Tenders tegen elkaar.
Spartanen hadden een democratie waar de burgers niet veel hadden in te brengen, de Atheners waren een uitzondering in Griekenland, ze waren écht democratisch. Toch: vrouwen, metoiken en slaven mochten nog niet stemmen.
Alleen Metoiken mochten naar feestmaaltijden komen en hadden dus zo een beetje inspraak zoals Aspasia.

Sofisten zijn rondetrekkende redenaars die tegen betaling cursussen en presentaties hielden over verschillende onderwerpen.

Een deel van de sofisten waren van mening dat iedereen eer- en rechtsgevoel had, en dat iedereen dus mee kon doen in de politiek  de elite raakte een deel van zijn (directe) macht kwijt.
Deel van elite ging naar Sparta want daar dat de elite meer macht.
In 431 v. Chr.: Peleponnesische oorlogSparta won, in 404 v. Chr.--> democratie verdweenoligarchisch regime.  Werd gehaat, en in 403 v. Chr. Kwam democratie weer terug.

Socrates was tegen de sofisten, zij hadden geen absolute waarheid.
Ook geloofde hij in een ander soort god (daimonion) hij werd ter dood veroordeeld omdat hij niet in de normale god geloofde.

Eerst schreven mensen ziekten toe aan de goden. Na 400 v. Chr. Begonnen mensen op een wetenschappelijke manier naar ziekten te kijken.

2.2
In de loop van de derde eeuw v. Chr. Werden de Grieken overwonnen door de Romeinen, en de spullen van de Grieken en sommige Grieken zelf werden verkocht aan de Romeinen. De meeste ver ontwikkelde mensen werden verkocht aan de rijke Romeinen, als gesprekspartner of leraar.
De familie Scipio leefde in die tijd en waren blij met de Griekse cultuur, maar Cato was er erg tegen en het lijkt dan logisch dat die twee elkaar dan niet aardig zouden vinden maar dat was niet zo, want de scipio’s hielden zich wel goed aan de regels en vochten goed tijdens oorlogen.
Want als je je als romein tè Grieks gedroeg, dan hoorde je er niet bij want ze vonden de Griekse cultuur wel interessant maar ze minachten hen ook omdat ze zich minder streng aan de regels hielden.

Cicero vond dat de Romeinen superieur waren.
De Romeinen kopieerden erg veel van de Grieken en verbeterden(zo noemden ze het) ook veel dingen. Dit is een van de belangrijkste redenen van het behouden blijven van de Griekse cultuur. De Romeinen maakten wel realistischere beelden dan de Grieken, hoewel het nog steeds niet zo eruit zag als het echt was.
De Romeinen namen ook een deel van de Griekse bouwtechniek over maar verbeterden ook veel, zoals beton.

2.3

De eerste Punische oorlog ontstond doordat de Romeinen en de Carthagers concurrenten waren op gebied van handel over zee.
1e (264-241)  Carthagers verloren en moesten Sicilië afstaan. --> z e gingen meer dingen doen in Spanje.-->meer binnenlands dus meer zilvermijnen enz. --> ze stichtten een nieuwe havenstadRomeinen ongerust verdrag met Carthagers, en Romeinen begonnen Spanje ook te verkennen.
2e (218-201) de Carthagers vielen mensen in Spanje lastigwerd hulp gevraagd, na 8 maanden werd die gegeven, maar toen was Hannibal al bijna in Italië!--> Hannibal ging de Romeinen lastig vallen die toen dus geen goed leger hadden Romeinen gingen thuisfront Hannibal aanvallen Hannibal werd in 203 v. Chr. teruggeroepen vervolgens verloor Hannibal een open veldslag van de Romeinen en dus ook de 2e Punische oorlog.

Ondertussen waren 2 legeraanvoerders met hun leger in Spanje, en ze waren zo vol van zichzelf dat ze gingen vechten in een gebied in Spanje dat nog in handen was van de Carthagersde Spanjaarden in het Romeinse leger werden omgekochtleger sneuvelde samen met de 2 aanvoerderswerd nieuw leger gestuurdveroverde het Carthaagse hoofdkwartier in een dagveel buit en de Spaanse overlopers liepen weer terug over.

In de 1e eeuw v. Chr. Waren er veel burgeroorlogenniet genoeg geld om Spanje te veroveren.

In 26 v. Chr. Veroverde Augustus, de eerste Romeinse keizer, Spanje, maar het duurde nog tot 13 v.Chr. tot alle stakingen ook voorbij waren.

De verspreiding van de romeins-griekse cultuur ging langzaam door slechte wegen en dus weinig handel.
De Romeinen deden weinig met het hand omdat ze niet zeker wisten of ze het konden behouden door vijandige buurlanden van Spanje.
Later werd Spanje interessanter omdat er veel mijnen waren en er werden betere wegen gemaakt.
Ook gingen ex-soldaten er wonen met het geld dat ze in oorlog hadden verdiend.--> er ontstonden steden door die ex-militairen en daardoor ook weer handel.--> er was veel export van producten uit Spanje.
De thermen waren in die tijd de belangrijkste ontmoetingsplek.
Spanje was de snelst romaniserende provincie en daarom kwamen de eerste allochtone keizers ook uit Spanje.

2.4

Caesar veroverde heel Gallië tussen 58 en 50 v. Chr. Door handig gebruik te maken van de onenigheid tussen de Kelten en de Germanen.
Caesar kreeg veel macht en geldPompeius werd jaloers omdat hij de machtigste man wasburgeroorlogCaesar won.
Omdat Caesar nu zo machtig was waren mensen in het senaat bang dat hij keizer of koning wou worden dus ze vermoordden hem.(44 v.Chr.)
nieuwe reeks burgeroorlogenadoptiezoon van Caesar werd nieuwe leider en leidde ontzettend lang.--> maakte goede maatschappij.

Caesar augustus wilde zijn gebied vergroten en ging dus een deel van het Germaanse gebied tot de Elbe veroveren.

Na wat ups en downs werden de Rijn en de Donau de nieuwe grenzen.
Met de nieuwe grens maakten de Romeinen een goede verdediging van hun land met wachttorens in het vijandelijke gebied, zodat ze elkaar konden waarschuwen als er een vijand aan kwam.
Steden die in het Germaanse gebied lagen maakten vaak een grote bloei mee.

Omdat Romeinen erg succesvol waren in de 1e eeuw na christus, wilden veel Germanen binnen hun grondgebied komen wonen, ook omdat ze werden ‘geduwd’ door andere dichterbijkomende volken.
De Germanen gingen steeds beter samenwerken( grotere legers) en deden de vechttechnieken van de Romeinen na, zodat het voor de Romeinen steeds moeilijker werd hun gebied te verdedigen.
3e eeuw na christus: weinig inkomstenminder goed legerafkoopsommen voor opdringerige Germanennieuwe indeling Romeinse rijkrust kwam voor een tijdje weer terug.
In 406 kwamen de Germanen tussen de Romeinen leven en na 476 was het West - Romeinse rijk onder leiding van een Germaan.

Romeinse soldaten hoefden niet alleen nog te vechten maar moesten ook gewoon werk doen om bezig gehouden te worden.
De Germanen namen steeds meer over van de Romeinen zoals de manier van begraven en ze hadden veel geschenken van de Romeinen omdat zij zonder vechten graag de vrede wilden behouden. Dit was het meest in de 1e en 2e eeuw van onze jaartelling.
Ook andersom werden veel dingen overgenomen.

2.5

Rond het jaar 30 was er een joodse man gekruisigd omdat hij de goede relatie tussen de Joden en de Romeinen op het spel kon zetten.

 zijn volgelingen gingen naar Palestinarond het jaar 90 moesten ze daar weg omdat ze zich afkeerden.
Vooral armen en vrouwen werden Christen, omdat geld er in deze godsdienst niet toe deed.
Er werden steeds meer mensen Christen, en in de 2e eeuw kwamen er bisschoppen in gemeentes en in de 3e eeuw was er sprake van geloofsgemeenschap.  rijken gaven geld en eten aan de armen.
In 64 was er brandnero gaf Christenen de schuldveel mensen doodveel mensen stopten met christen zijn.
Later werden ze niet meer gedood, maar christen zijn was nog steeds strafbaar.
In de 3e eeuw na christus was er een economische crisis en men vond dat het kwam door verwaarlozing van de traditionele goden.
iedereen moest offerenniet offeren: dood
Na een burgeroorlog kwam keizer Constantijn aan de macht en hief het verbod op het christendom op(312).-->meer christenen.
In 391 werd ze traditionele godsdienst verboden.-->christendom staatsgodsdienst.
Mensen in hoge functies bleven tegen het christendom omdat ze een deel van hun macht erdoor verloren, maar de meesten gaven het in de 5e eeuw na christus op.

Hoofdstuk 3

3.1
Er ontstonden Frankische rijken eerst was er een koning, maar het nageslacht daarvan was lui, dus die kinderen gaven hun taken aan een Hofmeier. De laatste Frankische koning werd afgezet door zijn hofmeier Pepijn III de korte in 751.
De belangrijkste Karoling(dynastie van de Frankische troon) was Karel de Grote, hij breidde het gebied uit.

De rechtspraak werd steeds moeilijker omdat iemand moest berecht worden volgens zijn groep, en er waren steeds meer verschillende.

Hoe machtiger een koningmeer ruiters dus hoe meer ruiters, des te machtiger iemand was.-->sneller verplaatsenmakkelijker verdedigen. Alleen rijke mannen konden zich een uitrusting veroorloven elite van grootgrondbezitters.
Om te zorgen dat hij wel een leger overhieldleenmannendie hielpen de koning. Ze moesten ook een eed afleggen.
Karel de grote verdeelde zijn rijk in 400 graafschappen met allemaal een graaf aan het hoofdgezaghebbers van een bepaald gebied.
Om te controleren waren er zendgraven. Voor de grensgebieden waren er markgraven.
Karel was nu erg machtig door de gebiedsuitbreidingen en zo, en toen hij de Paus meerdere malen had geholpen, kroonde deze hem tot keizer.
Omdat zonen een deel van het rijk en de bezittingen van hun vader kregen, versnipperde het rijk, maar de koning kon niet weigeren het gebied te laten overdragen wat dan kreeg hij ruzie met een leenman.
Als een koning zwak is  trekken de lokale machthebbers nog meer macht naar zich toe.
Karel stierfLodewijk de vrome kwam aan macht zijn kleinzonen deelden het rijk in 3en om macht goed te verdelen.
Rond die tijd was de macht van de paus ook groot en keizers moesten veel dingen aan hem vragen om te doen/worden.

Vanaf de 8e eeuw deden de Noormannen invallen in Europa, eerst waren die niet zo groot, maar later welKarel de grote maakte betere kustverdedigingFrankische rijk verzwakte door onderlinge oorlogenmeer invallen.
In de jaren 881-882 was er een grote inval van Noormannen.


3.2

Clovis was een van de eerste koningen die doorhad dat als je een goede godsdienst koos, dat die je politieke carrière kon helpen.
In de 6e eeuw kwamen er steeds meer kloosters dus ook steeds meer vraag naar regels. Ook stuurden ze missionarissen om hun geloof te verspreiden. Dat ging niet altijd even makkelijk en vele missionarissen werden gedood.
Karel de Grote wou graag samen met de Paus het christendom verspreiden hij vond het niet erg om mensen daarvoor te doden.
Hij wou ook dat de mensen werd gewezen op de christelijke plichten, waarden en normen, en ze moesten geld aan de kerk geven.
Karel wilde ook dat kloosterlingen een goede opleiding kregen, en haalde ook veel dingen terug van de Romeinse tijd, dus ze kopieerden veel oude tekeningen en geschriften.
Kloosters werden heel soms ook gebruikt als vluchtplaats bijvoorbeeld voor Willibrord.

3.3

Door de komst van de franken in noord - Gallië veranderde de structuur ervan, de steden krompen en er ontstonden veel kleine dorpjesook minder slaven omdat er minder rijken waren.
Er kwam een nieuwe standenmaatschappij, bestaande uit de koning en zijn elite van ridders, gemengd met de oude Romeinse elite en een 2e laag van vrijen, dus boeren.
Mensen konden worden opgeroepen als ze vrij waren, dus een groot deel van de bevolking wou niet vrij zijn en werd horige.
De keizer had een aantal domeinen, waarvan vaak het centrum een palts was. Wat voor dingen daar waren hing af van het klimaat dus aan wat er verbouwd kon worden. Dit werd meestal door lijfeigenen verbouwd.

Er ontstonden dus vroonhoeven, waar sprake was van autarkie. Als de koning op bezoek kwam at hij een groot deel van de opbrengst op.

3.4

Mohammed was in 570 -geboren in MekkaOpenbaring van Allah was in 610 de Koran werd geschreven.
Vlucht uit Mekka (hedsjra) is het begin jaartelling, dus 622 na christusmeer mensen bekeerd, terugkeer naar Mekka
Mohammed stierf in 632.
Arabische moslims bleven gebieden veroveren (kalifaat) er kwamen verschillende stromingen: soennieten en de sji’ieten ze zijn het oneens over de vraag wie Mohammed mag opvolgen.
jihad is de heilige plicht om islam te verspreiden - > meer gebieden veroverd andere geloven worden getolereerd als zij nieuwe gezag accepteren. In 711 veroveren ze delen van spanje, en in 731 zijn ze verslagen bij Potiers, dat is in Frankrijk.--> van de 11e eeuw tot 1492 herovering van spanje; Reconquista
Koran
- kennis verzamelen > islamitische wetenschap
doorgeven Griekse kennis
- Europees-christelijke wereld neemt kennis over

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.