Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Proefbuisbaby's

Beoordeling 2.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas aso | 1176 woorden
  • 27 februari 2009
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 2.7
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Proefbuisbaby’s

Sommige vrouwen kunnen moeilijk zwanger geraken. Dit kan te wijten zijn aan verschillende oorzaken: slecht functionerende of verstopte eileiders, endometriose (dit is een aandoening waarbij het baarmoederslijmvlies zich buiten de baarmoeder bevindt), een niet te herstellen sterilisatie bij de vrouw, moeilijk bevruchtbare eicellen, verminderde vruchbaarheid van het sperma van de man en nog een aantal andere oorzaken.
Om die problemen op te lossen gaan de artsen ervoor zorgen dat de geslachtcellen van beide ouders in het labaratorium met elkaar versmelten tot een embryo die later gaat uitgroeien tot een baby. Hierbij zijn twee technieken mogelijk: IVF en ISCI. De baby’s die op die manier ontstaan worden proefbuisbaby’s of reageerbuisbaby’s genoemd. De term ‘reageerbuisbaby’ is eigenlijk fout aangezien voor deze soort bevruchting geen reageerbuis maar een glazen schaaltje wordt gebruikt. Een IVF-behandeling wordt uitsluitend gebruikt als alle andere mogelijkheden om zwanger te raken zijn uitgeput.

In 1987 werd in England de eerste IVF-baby geboren. Tegenwoordig zijn weredlwijd miljoenen kinderen dankzij deze techniek ter wereld gekomen.

In-vitrofertilisatie (IVF)

Bij natuurlijke bevruchting wordt een eicel bevrucht tijdens haar doortocht door de eileider. Bij IVF wordt een vrouwelijke eicel met een aantal zaadcellen samengebracht in een glazen schaaltje in een laboratorium en gebeurt de bevruchting dus buiten het lichaam van de vrouw. Daarna worden er maximaal 2 embryo’s teruggeplaatst in de baarmoeder waardoor een normale zwangerschap kan volgen.

Er zijn 5 belangrijke stappen bij IVF:

1) Stimulatie van de eierstokken
De kans op slagen van een dergelijke bevruchting is afhankelijk van het aantal eicellen dat de arts per behandeling bekomt. Daarom laat hij meestal meerdere eicellen tegelijk rijpen door de eierstokken te stimuleren met het natuurlijke hormoon FSH (follikelstimulerend hormoon) dat dagelijks, tussen 7 en 21 dagen voor de behandeling, wordt ingespoten.
Hierbij wordt de natuurlijke werking van de hypofyse, die bij een normale vrouwelijke cyclus FSH afgeeft om een eicel te laten rijpen, tijdelijk stilgelegd door verschillende medicatie.
De stimulatie wordt vervolgens nauwgezet gevolgd door echografieën en bloedonderzoeken. Dit doet men om de stimulatie te kunnen bijsturen en om te kunnen bepalen wanneer de eicellen rijp zijn.
Als de follikels een diameter van ongeveer 20 mm hebben, wordt door middel van een injectie een ander hormoon HCG toegediend . Dit hormoon brengt de laatste stap van de eicelrijping op gang. De eicelpunctie gebeurt tussel 34 en 38 uur na deze injectie.

2) Eicelpunctie

Bij de eicelpunctie worden onder vaginale echografische controle follikels met een fijn naaldje doorheen de schedewand aangeprikt en wordt het follikelvocht met de eicel daarin aangezogen.
Deze ingreep gebeurt meetsal onder de lokale verdoving.

3) Bewerking van het zaad
De ochtend van de eicelpunctie wordt het zaad voorbereid in het labaratorium. Het geproduceerde sperma van de man moet daarvoor binnen een uur bezorgd worden aan het labaratorium en tijdens het transport moet het op lichaamstemperatuur gehouden worden. Het is ook mogelijk om voor de behandeling een staal te laten invriezen. Dit kan handig zijn in geval dat de partner niet aanwezig kan zijn bij de eicelpunctie of indien er mogelijke problemen zijn bij de productie van het sperma. Voor een IVF bevruchting zijn er enkele honderdduizende zaadcellen nodig. In het labaratorium wordt de kwaliteit van het zaad direct bekeken en wordt er gekeken hoeveel eicellen de punctie heeft opgeleverd.

4) IVF
De eicellen worden hierna naar het labaratorium gebracht, waar ze samen met de zaadcellen in een petrischaaltje terechtkomen. Een dag later kijkt men of de eicellen bevrucht zijn. Een bevruchte eicel is op dat ogenblik nog niet gedeeld, maar bevat twee voorkernen die waargenomen kunnen worden onder een microscoop.

Als de bevruchte cellen gedeeld zijn (2 tot 3 dagen na de bevruchting) worden de embryo’s in de baarmoeder gebracht.

De embryo’s worden voor de terugplaatsing beoordeeld op de kwaliteit. Deze wordt bepaald door de gelijkheid en gaafheid van de afzonderlijke cellen en door de delingssnelheid. In sommige gevallen komt er geen bevruchting tot stand. Dat kan soms gewoon een kwestie van pech zijn, maar soms kan dit de verklaring blijken te zijn voor het probleem om zwanger te worden. Als er na twee IVF-pogingen geen bevruchting optreedt kan men kiezen voor een ICSI-behandeling.

5) Terugplaatsen van embryo’s (embryotransfer)

Tussen 2 en 5 dagen na de eicelpunctie worden de embryo’s onder de echografische controle in de baarmoeder geplaatst met behulp van een kunststofslangetje. De patiënt krijgt progesteron toegediend om het lichaam voor te bereiden op zwangerschap en om het baarmoederslijmvlies te laten aandikken voor de innesteling van de embryo’s. Hierna kan men alleen nog afwachten of de behandeling succesvol is geweest.

Cryopreservatie

Als er na een embriotransfer meer embryo’s van goede kwaliteit overblijven, kunnen ze worden ingevroren. Dit noemt men cyclopreservatie. Slechts een beperkt aantal embryo’s overleeft echter dit proces. Het kan zelfs gebeuren dat er geen enkele embryo overleeft na het ontdooien. De kans op zwangerschap na de terugplaatsing van een ontdooide embryo bedraagt maar 20 %, maar deze redelijk nieuwe techniek wordt steeds verbeterd. Ingevroren embryo’s worden meestal maximum 6 jaar bewaard.

Risico’s bij een IVF zwangerschap

Een van de risico’s bij de IVF is de kans op de meerlingenzwangerschap omdat er meestal 2 embryo’s worden teruggeplaatst. Hierdoor is het beleid naar het aantal terug te plaatsen embryo’s grondig aangepast. Enkel bij vrouwen boven 40 jaar mogen er heel veel verschillende embryo’s worden teruggeplaatst omdat bij hen de kans op een succesvolle zwangerschap vrij klein is.
Er bestaat ook een grotere kans op een miskraam. Ongeveer 15% van de IVF zwangerscappen eindigt in een spontane miskraam.
De kans op een laag geboortegewicht en misvormingen zou ook groter zijn.
Ten slotte is er ook een verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, vooral bij zieke of opgezette eileiders. Dit soort zwangerschap kan niet uitgedragen worden. Het grootste aantal zwangerschappen is echter succesvol, waarbij gezonde baby’s geboren worden.

Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ISCI)

Deze behandeling is ongeveer hetzelfde als de IVF met het enige verschil dat bij de bevruchting in het labaratorium een zaadcel direct wordt geïnjecteerd in de eicel. Deze techniek wordt toegepast als de zaadcellen te zwak zijn of als er een te klein aantal zaadcellen is om de eicel, waarmee ze samen in een petrischaaltje liggen, te bevruchten. In sommige gevallen is het membraan van de eicel ondoordringbaar waardoor ook deze techniek moet toegepast worden. Er zijn verschillende redenen waarom er geen bevruchting zou optreden door ISCI: onrijpe of abnormale eicellen, beschadiging van de eicel tijdens de injectie of defecten in de zaadcel. Na de bevruchting is de kans op zwangerschap even groot als bij een IVF-behandeling. Deze kans is afhankelijk van het aantal teruggeplaatste embryo’s en hun kwaliteit. Vroeger werd geloofd dat door het natuurlijke bevruchtingsproces de beste zaadcel werd geselecteerd en dat de ISCI techniek daarom slecht was. Uit de vele zwangerschappen die uit deze techniek zijn voortgevloeid bleek echter dat deze vrees grotendeels ongegrond was. Bij kinderen die geboren zijn na ISCI is wel een kleine toename van genetische afwijkingen op te merken, maar deze toename heeft niks met de techniek van de bevruchting te maken. Het is wel het gevolg van het feit dat onvruchtbaarheid bij een deel van de koppels een genetische achtergrond heeft.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.