Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Frientenpracticum

Beoordeling 8.7
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • 4e klas vwo | 874 woorden
  • 9 februari 2009
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 8.7
17 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding

Dit frietenpracticum is gebaseerd op osmose en diffusie. Men spreekt van osmose als twee oplossingen met verschillende osmotische waarde van elkaar gescheiden zijn door een semi-permeabel membraan. Een semi-permeabele membraan is een dun vliesje dat water, zuurstof en koolstofdioxide doorlaat, grote moleculen en ionen daarin tegen niet. Het water verplaatst zich van een plaats met een laag osmotische waarde naar een plaats met een hoog osmotische waarde. Hierdoor daalt de concentratie met de hoogste waarde en stijgt de concentratie van het water met de laagste osmotische waarde. Dus hoe hoger de concentratie van een oplossing is, des te hoger is de osmotische waarde. De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid. Wanneer de concentratie in de cel lager is dan erbuiten treedt er osmose op. De cel loopt dan “leeg” dit noemt men plasmolyse. Het celmembraan laat los van de celwand. Hierbij blijft de celwand staan terwijl de overige organellen in de cel inkrimpen.
Diffusie ontstaat doordat moleculen altijd in beweging zijn. De stof verplaatst zich in de richting waar de concentratie van de stof het laagst is. Wanneer de concentratie water buiten de cel hoger is dan de concentratie in de vacuole, dan gaat water van buiten de cel via het membraan naar de vacuole. De inhoud van de cel groeit en drukt tegen de celwand aan. De celwand rekt iets uit en wordt steviger, dit noemt men turgor.

Een paar onderdelen die alleen plantencellen hebben:
- Celwand, de wand om het celmembraan. Dit beschermt de cel en is extra stevig.
- Chloroplasten(bladgroenkorrels), deze geven de groene kleur van planten.
- Amyloplasten, reserve zetmeelkorrels.
- Chromoplasten, zijn kleurstoffen voor planten

Op basis van deze informatie over osmose en diffusie hebben we een vraagstelling en een hypothese opgesteld.

Vraagstelling: Wat gebeurt er met de lengte van aardappelstaafjes, wanneer deze in oplossingen van verschillende worden gelegd?
Hypothese: Hoe hoger de sacharosenconcentratie, hoe kleiner de frieten worden.

Materiaal en methode

Onze benodigdheden waren:
• Aardappelstaafjes
• Zes verschillende sacharosenconcentraties. (0%, 1%, 2%, 4%, 8%,16%)
• Snijplank
• Mesje
• Liniaal
• Zes reageerbuisjes
• Reageerbuishouder
• Stift
• Aluminiumfolie

De aardappelstaafjes waren door de docent al op dikte gesneden. De leerlingen moesten de aardappelstaafjes alleen nog op de goede lengte snijden (m.b.v snijplank en mesje). De juiste lengte was 50 mm. De lengte moest uiterst nauwkeurig gemeten worden met een liniaal. Ondertussen vulde de ander de zes reageerbuisjes met de zes verschillende sacharosenconcentraties.
Buisje 1: 0% sacharosenconcentratie

Buisje 2: 1% sacharosenconcentratie
Buisje 3: 2% sacharosenconcentratie
Buisje 4: 4% sacharosenconcentratie
Buisje 5: 8% sacharosenconcentratie
Buisje 6: 16% sacharosenconcentratie

Daarna hebben we de dertig aardappel staafjes over de zes buisjes verdeeld. Dus vijf staafjes per reageerbuis. Daarna dekten we de reageerbuisjes af met aluminiumfolie.
Een paar dagen later hebben we de staafjes uit de sacharosenconcentraties gehaald en hebben we de staafjes opgemeten.

Resultaten

Onze staafjes hebben ongeveer 26 uur in de sacharosenconcentratie gelegen. Toen we de aardappelstaafjes uit de reageerbuisjes haalden viel bij iedereen op dat de staafjes die uit de reageerbuis met 0% sacharosenconcentratie kwamen groter en steviger waren dan de aardappelstaafjes die uit de reageerbuis met 16% sacharosenconcentratie kwamen. Deze waren namelijk erg slap en klein geworden, je kon deze staafjes goed buigen in tegenstelling tot die aardappelstaafjes uit de reageerbuis met 0% sacharosenconcentratie. Die waren veel stugger en knakten sneller.

Meetresultaten aardappelstaafjes osmose

Groepje 0% 1% 2% 4% 8% 16%
1 52,8 50,6 50,4 49,2 48,8 46,2
2 55,4 54,2 50,4 51,8 49,4 46,2
3 54,0 52,0 53,4 52,0 51,0 46,6
4 51,6 50,4 50,0 49,0 48,0 44,6
5 53,0 52,6 51,8 50,2 50,4 46,2
6 53,4 52,6 51,2 50,2 49,2 45,6
7 52,8 51,6 52,2 50,8 50,0 47,0
8 54,6 54,0 51,0 50,7 49,6 46,2
9 54,4 51,4 51,0 51,4 50,6 48,0
10 53,8 52,8 52,0 50,4 50,0 46,4
Gem 53,58 52,22 51,34 50,57 49,70 46,30

Zoals in de tabel te zien is, vallen er een paar meetresultaten op. Die hebben we geel gekleurd in de tabel.
Opvallend is dat groepje 4 elke keer bij de opvallende cijfers, de laagste.
Groepje 3 heeft drie keer de hoogste meetresultaten.


Discussie & conclusie

Uit deze resultaten kunnen we concluderen dat de hypothese juist is. Onze hypothese was: Hoe hoger de sacharosenconcentratie, hoe kleiner de frieten worden. Ook waren de frietjes slapper bij een hoge sacharosenconcentratie dan bij een kleine concentratie.

De aardappelstaafjes waren 50 mm. In de tabel kun je aflezen dat het gemiddelde van de 4% sacharosenconcentratie 50,57 mm. is en dat het gemiddelde van de 8% sacharosenconcentratie 49,70 mm. is. Dit verschilt niet veel van de beginlengte (50 mm.). De concentratie binnen en buiten de cel is in dit geval dus ongeveer gelijk. Waarschijnlijk is het dus zo, dat de concentratie van de aardappel rond de 7% ligt.
Er trad zoals verwacht osmose op want als een plantencel zich in een hoge sacharosenconcentratie bevindt, is de concentratie buiten de cel hoger dan in de cel. Het water verplaatst zich van de cel naar de plek met de hoogste concentratie, de cel krimpt.
Als de plantencel zich in een lage sacharosenconcentratie bevindt gebeurd precies hetzelfde want de concentratie buiten de cel is lager dan in de cel. Het water gaat dus (osmose) naar de cel toe, de cel groeit. Dit kun je goed terug zien in de resultaten, bij 16% sacharosenconcentratie zijn de aardappelstaafjes kleiner dan 50 mm. en bij 0% sacharosenconcentratie zijn de aardappelstaafjes groter dan 50 mm.

Er zijn een aantal dingen fout gegaan tijdens het onderzoek. De frietjes waren niet allemaal even dik. Misschien hebben de leerlingen de aardappelstaafjes ook niet precies op 50 mm. afgesneden, dat kan de meetresultaten belemmeren. Ook kan het zijn dat de leerlingen de frietjes na het onderzoek niet goed hebben opgemeten waardoor de eindmetingen niet helemaal klopten. Dit is waarschijnlijk het geval bij groepje vier. Je ziet namelijk dat groepje vier elke keer de laagste meetresultaten heeft. De oorzaak hiervan zou dus kunnen zijn dat ze de aardappelstaafjes kleiner hebben afgesneden dan 50 mm. of dat ze geen 20 ml. sacharosenconcentratie in hun bekerglas hebben gedaan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.