Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het (on)geboren kind

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Sectorwerkstuk door een scholier
  • 3e klas vmbo | 5866 woorden
  • 21 januari 2009
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
31 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Voorwoord

Als onderwerp hebben wij, ‘het (on)geboren kind’ gekozen. Elke dag worden er wel baby’s geboren. Het lijkt allemaal heel normaal, en gewoon.
Maar er komt veel meer bij kijken. Het is echt een heel groot wonder.
En dat vergeten sommige mensen wel eens.
Wij willen in ons werkstuk veel te weten komen over baby’s. Bijna iedereen weet wel dat als je zwanger bent, er een dikke buik te zien is…
Maar wat gebeurt er eigenlijk allemaal in die buik?

Kan een kind in de buik kijken?
Noem je een ongeboren kind nou een embryo of foetus?
Verloopt een zwangerschap altijd zoals het hoort?
En wat doet het kind nou als het uit het warme vruchtwater is?

Op al deze vragen hopen wij een antwoord te vinden!

Ons onderwerp:
Hoe (on)geboren kind.

Onze hoofdvraag:
Hoe verloopt een zwangerschap?

Onze deelvragen:
-Hoe leeft het ongeboren kind?
-Hoe verloopt de bevalling?
-Kunnen er ziektes en afwijkingen aanwezig zijn bij (on)geboren kinderen?
-Wat zijn de dingen die een baby direct na de geboorte als eerste kan?


Voorlopige antwoorden.

Hoe verloopt een zwangerschap?
Door geslachtsgemeenschap kun je zwanger raken. Je bent dan 40 weken zwanger. Een bevalling verloopt in drie fases; ontsluiting, uitdrijving en nageboorte. Als het kind geboren word heeft het al aangeboren reflexen. Enkele daarvan zijn: Grijp - , loop -, zuig – en slikreflex.
Een zwangerschap verloopt niet altijd zo als het hoort, een kind kan ook met een ziekte of afwijking geboren worden.


Hoe leeft het ongeboren kind?
Na de innesteling kan het kind beginnen met groeien. Alles kan zich ontwikkelen, het ene orgaan eerder dan de ander. Eerst lijkt het kindje nergens op, maar het begint steeds meer op een mensje te lijken. Een groot wonder!

Hoe verloopt de bevalling?
Je kunt een bevalling in drie fases verdelen; ontsluiting, uitdrijving en nageboorte.
Maar een bevalling loopt niet altijd zoals gepland. Soms moet het kind met een keizersnee geboren worden, of worden de weeën bij de moeder opgewekt.

Kunnen er ziektes en afwijkingen aanwezig zijn bij (on)geboren kinderen?
Ja dat kan. Niet elk kindje word gezond en/of zonder problemen geboren. Soms heeft het kindje bijvoorbeeld ademhalingsproblemen of voedingsproblemen. Of er is sprake van een zwangerschapsvergiftiging.

Wat zijn de dingen die een baby direct na de geboorte als eerst kan?
Een baby wordt geboren met een aantal reflexen; Grijp, slik, zuig, loop, huil en schrikreflex. Dit noem je aangeboren reflexen.


1. Hoe leeft het ongeboren kind?

Je kan niet zomaar zwanger worden. Er moet eerst geslachtsgemeenschap zijn geweest. De eicel van de vrouw en de zaadcel van de man versmelten samen in de eileider tot één cel. Deze cel bevat de erfelijke kenmerken van beide ouders. Vanaf dat ogenblik staat bijvoorbeeld vast wat de haarkleur, het geslacht en de lengte van de baby zullen zijn. Onderweg naar de baarmoeder deelt de cel zich een aantal keer. Er ontstaat een bolletje van steeds kleinere cellen. Het bolletje cellen komt na ongeveer 6 dagen in de baarmoeder aan. Het bolletje cellen hecht zich daar vast in het verdikte baarmoederslijmvlies, dat noem je de innesteling.
Na de innesteling kunnen de cellen stoffen opnemen uit het verdikte baarmoederslijmvlies. De groei kan beginnen!


De oren en het gehoor.

Een vrucht kan al in de vierde of vijfde maand horen. Het geluid kan stimulerend werken maar ze kunnen er ook gestresst van raken. Het oor zelf wordt opgebouwd uit drie delen die uit verschillende delen bestaat. Aan beide kanten van het achterste stuk van de hersenen wordt uit de dunne huid van het embryo een blaasje afgesnoerd. Uit dat blaasje word het binnenoor gevormd, het binnenoor bevat de gehoor- en evenwichtsorganen. Wat later in de vijfde week word het uitwendig oor met de gehoorgang en de buitenkant van het trommelvlies gevormd. Het tussenliggende gedeelte, dat is het middenoor met de gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel) ontstaat vanuit een uitstulping in de keel. Infecties van de moeder tijdens de tijd dat het oor gevormd word, kan leiden tot misvormingen en gehoorstoornissen. De vrucht leeft allesbehalve in een stille wereld. Vooral het geborrel in de darmen van de moeder, stromende geluiden uit de bloedvaten en het kloppen van het hart zijn geluiden die van buitenaf doordringen. In veel culturen is het traditie en wordt het de moeder aangeraden om voor haar ongeboren kind te zingen. De meeste specialisten zijn van mening dat de stem van de moeder en haar hartslag voor de vrucht belangrijke indrukken zijn. Er zijn zelfs mensen die beslist beweren dat ze zich de stem van hun moeder al van vóór de geboorte herinneren.

Weetje: Als een vader muzikaal is, kan hij al vanaf de vijfde maand met zijn aanstaande kind communiceren. Dan begint het op geluid te reageren. En als een moeder voor haar ongeborene kindje zingt, merkt ze misschien later dat haar pasgeborene de melodie herkent!

Hoe groeit het oog eigenlijk?

De ontwikkeling van het oog is een goed voorbeeld van een samenspel tussen de zich ontwikkelende hersenen en de dunne huid op de slapen van het embryo. Eerst stuurt het voorste gedeelte van de hersenen aan allebei de kanten een holle steel uit. Aan het einde van de steel vormt zich een blaasje. Wanneer dat blaasje vlak onder het huidoppervlak komt maakt het een instulping naar binnen in de vorm van een beker. De bodem van de beker wordt de achterwand van het oog en het huidoppervlak dat het bedekt wordt het netvlies. Binnen in de beker vormen de cellen van de huid een lens en een hoornvlies. Aan de voorkant van de lens groeit vanaf de zijkanten de iris. Tenslotte wordt de huid eroverheen geplooid: de oogleden. Het oog is klaar. Kan de vrucht binnen in de baarmoeder zien? Dat weten we niet, maar wel weten we dat de ogen gevoelig zijn voor licht. Want wanneer een arts bij een zogenaamde foetuscopie, waarbij licht wordt gebruikt, tijdens de zwangerschap naar de vrucht kijkt, probeert de vrucht met zijn handen zijn ogen tegen het licht te beschermen. Het landschap in de baarmoeder, waar de vrucht in een roodachtig schijnsel gehuld ligt, is niet erg gevarieerd. Alle indrukken die de foetus met het oog waarneemt moeten geregistreerd worden en door het gezichtscentrum van de hersenen, dat helemaal achterin bij de nek zit, worden vertaald. Vanaf elk oog lopen lange zenuwbanen die elkaar kruisen voor ze de hersenen bereiken. Hier worden de indrukken gesorteerd in licht en donker in veranderende kleuren en vormen, en langzaamaan wordt een totaalbeeld van de visuele indruk opgebouwd.

De ontwikkeling van handen en voeten.

Vier weken na de bevruchting wordt langs allebei de zijden van het lichaam een duidelijke streep gevormd van de toekomstige schouder naar de toekomstige heup. De streep wordt opgebouwd uit cellen van het middelste kiemblad. Aan allebei de uiteinden van de streep zijn in de vijfde week twee uitpuilende nopjes te zien die door de huid van het embryo bedekt zijn. De knopjes krijgen een randje en dat verdikt zich al snel tot een rand. Die rand neemt dan de leiding over van de ontwikkeling en geeft het bindweefsel instructies om opperarmen, handen, dijen, onderbenen en voeten te ontwikkelen. Alles gaat in een vaste volgorde. De handen worden eerder gevormd dan de voeten, en armen en benen groeien pas later in de lengte, zodat langzaam de juiste verhoudingen ontstaan. In de derde tot vierde maand kunnen de handen al grijpen en de voeten al schoppen.

Hoe noem je het ongeboren kind nou, foetus of embryo?

Zolang er nauwelijks menselijke vormen te ontdekken zijn aan de baby noem je het ongeboren kindje een embryo. (kind tot 10 weken) De eerste organen die te onderscheiden zijn, zijn de hersenen en het hart met de bloedvaten.

Vanaf drie maanden noemen we het embryo voortaan foetus. De meeste organen zijn dan al gevormd en de foetus lijkt dan al op een heel klein mensje. Dan is het ongeveer 10 weken oud. Een foetus groeit van ongeveer 3 cm tot gemiddeld zo'n 50 cm. Het gewicht neemt toe van zo'n 5 gram (= 1 klontje suiker) tot gemiddeld wel 2500 gram (= 2,5 pakken suiker).

De zwangerschap bij de mens duurt ongeveer 9 maanden (39 weken).


Maar wat gebeurt er nou eigenlijk in de buik van een zwangere vrouw;
1e maand. (Dus na de innesteling)
•Het embryo groeit volgens een vast schema en in een bepaalde volgorde. Uit bepaalde cellen ontstaan o.a. de hersenen, het zenuwstelsel, de huid, de ogen en de oren. Uit andere cellen ontstaan de longen, de maag en de darmen. Uit weer andere cellen het hart, de bloedvaten, de spieren en de beenderen. Het hoofdeinde en het staarteinde zijn duidelijk herkenbaar.
•Na 5 weken zwangerschap meet het embryo bijna 1 cm.
2e maand
•Rond de 6de week krijgt het kindje zijn armen en zijn benen. Later vormen zich de handen, de voeten, de vingers en de tenen.
•Het zenuwstelsel en belangrijke organen zoals de lever en de maag ontwikkelen zich verder.
•Het gezicht wordt gevormd: ogen, oogleden, oren, neus, kaken, mond en lippen.
•Aan het eind van de tweede maand is de embryo ongeveer 4 cm lang en weegt het 1,5 g.

3e maand
•De uitwendige geslachtsorganen worden zichtbaar.
•Het gezichtje is duidelijk als menselijk herkenbaar.
•Oogleden, lippen, onderarmen, ellebogen en vingers zijn duidelijk te zien.
•Het proces van de botvorming is volop aan de gang.
•In de 12de zwangerschapsweek is het embryo helemaal gevormd. Alle organen zijn ontwikkeld en oefenen al gedeeltelijk hun functie uit. De baby kan al bewegen, maar dat voel je nog niet. Hij slikt vruchtwater in en maakt ademhalingsbewegingen.

•Aan het eind van de 3de maand is de baby ongeveer 9 cm lang en weegt hij ongeveer 14 g.
4e maand
•Vet- en zweetklieren, lever, nieren, maag en galblaas beginnen te werken.
•De darmen worden gevuld met meconium. Dit is een groenzwarte stof die de eerste ontlasting zal vormen bij je kindje na de geboorte. De eerste haren verschijnen.
•De baby groeit stevig verder en beweegt flink en krachtig. Het hartje is hoorbaar met een 'doptone'-toestel en klopt tussen 120 en 160 slagen per minuut.
•Aan het eind van de 4de maand is de baby ongeveer 16 cm lang en weegt hij 150 g.
5e maand
• Over zijn hele lichaam is beharing (nesthaar) merkbaar. Ook de oogharen en de wenkbrauwen beginnen te groeien. De longen ontwikkelen zich verder.
•Er wordt regelmatig vruchtwater bijgemaakt. De baby drinkt ervan en plast erin.
•Hij zuigt op zijn duim en kan hikken of hoesten.
•Aan het eind van de 5de maand is de baby ongeveer 25 cm lang en weegt hij 300 g.
6e maand
•De spieren ontwikkelen zich, de hersenen groeien en het gezicht wordt steeds fijner.
•De baby hoort geluiden uit zijn moeders lichaam: haar hartslag, haar darmgeluiden, haar ademhaling, enz. Hij hoort ook de buitenwereld. Zachte muziek en stemmen werken rustgevend. Harde geluiden doen de baby schrikken.

•Zijn lichaam is bedekt met een vettige, witachtige stof. Dit huidsmeer ("vernix") beschermt de baby tegen inwerking van en verweking door het vruchtwater.
•Aan het eind van de 6de maand is de baby ongeveer 30 cm lang en weegt hij 900 g.

7e maand
•De baby is een echt miniatuurmensje.
•De organen en de zintuigen vervolmaken zich. Er ontstaan verbindingen tussen de zenuwcentra.
•De moeder kan door haar stem en door aanraking van haar buik een reactie uitlokken bij de baby.
•Soms ligt hij al met zijn hoofdje naar beneden.
•De baby opent al zijn ogen. De kleur van de ogen ligt nu nog niet vast. Die is pas definitief na de geboorte.
•De baby slaapt nog veel, maar beweegt ook regelmatig. Met de hand op de buik kan je dit goed voelen. Zijn slaap- en waakritme verschilt vaak van de ritme van zijn moeder. Zo kan hij wel eens slapeloze nachten bezorgen.
•Aan het eind van de 7de maand meet de baby ongeveer 35 cm en weegt hij 1,5 kg.
8e maand

•De baby is bijna volgroeid. Hij heeft steeds minder plaats in je buik.
•De longen ontwikkelen zich verder. De huid van de baby wordt beschermd met wit huidsmeer.
•Aan het eind van de 8ste maand meet de baby ongeveer 40 cm en weegt hij 2,5 kg.
9e maand
•De baby maakt zich klaar om geboren te worden. Hij gaat nu 'indalen'.
•Meestal bevindt zijn hoofdje zich in de bekken, soms zijn stuitje.
•Hij wordt zwaarder en sterker.
•Zijn huid is zacht en soepel.
•Bij de geboorte zal de baby ongeveer 50 cm lang zijn en ongeveer 3,4 kg wegen. Zijn hoofdomtrek bedraagt dan gemiddeld 36 cm.

2. Hoe verloopt de bevalling?
Eindelijk! Na negen maanden kan het kindje eindelijk komen! Nu begint de tijd te dringen. De weeën komen om de vijf minuten en veroorzaken een zeurende pijn in de rug. Ook kunnen zwangere vrouwen de aanstaande bevalling merken door vochtverlies, verlies van bloederig slijm en de samentrekkingen van de baarmoeder worden steeds sterker en steeds regelmatiger.
Er zijn verschillende manieren van bevallen:

'Standaard' bevalling; Een kind ter wereld brengen is letterlijk hard werken geblazen. Ondanks dat iedere bevalling een unieke bevalling is, spreken we van een standaard bevalling als er geen keizersnede of iets dergelijks aan te pas hoeft te komen. Een ‘standaard’ bevalling kan worden opgedeeld in drie fases.
De ontsluiting begint wanneer de weeën beginnen of wanneer het water begint weg te vloeien. De baarmoeder opent zich en verwijdt zich tot 10 centimeter, dan is hij op zijn wijdst. Tegelijkertijd komt het hoofd van het kind (of de stuit) met een draaiing omlaag naar de bekkenbodem. Deze periode is de langste van de bevalling en duurt een aantal uren, soms wel vijftien tot twintig uur.
De uitdrijvingsfase duurt vanaf het moment dat de baarmoedermond zijn grootste wijdte heeft en het hoofd van het kind verder gaat indalen, totdat het kind ter wereld is gekomen. Het is voor de moeder een actieve fase; nu perst zij het kind naar buiten.Normaal verschilt de duur daarvan van enkele minuten tot meer dan een uur.
De nageboortenfase begint wanneer het kind geboren is en duurt tot de placenta (resten van de vruchtvliezen en de navelstreng) door naweeën naar buiten is gedreven. Dat duurt normaal vijftien minuten maar het kan ook wel een uur duren.
Ingeleide bevalling; Bij een bevalling die wordt ingeleid, wordt niet gewacht tot de bevalling van nature wordt ingezet, maar wordt de natuur een handje geholpen. De weeën worden kunstmatig bij de moeder opgewekt, waardoor de bevalling op gang wordt gebracht.

Meestal is er een medische reden om de bevalling in te leiden. Omdat een ingeleide bevalling wat meer spanning met zich meebrengt dan een ‘gewone’ bevalling kan het wachten op de weeën wat vervelend zijn. Aan de andere kant vinden veel vrouwen het een veilig idee en prettig te weten dat hun baby spoedig ter wereld is.

Een keizersnedenbevalling; Het bevallen via een keizersnee kan een heel geplande bevalling zijn of kan totaal onverwachts plaats vinden. Voor veel vrouwen is het een teleurstelling om te bevallen met een keizersnee. Zij geven de voorkeur aan een natuurlijke bevalling; het gevoel van het 'op eigen kracht' willen doen.

Als een keizersnedenbevalling van te voren is medegedeeld, kan de teleurstelling enigszins verwerkt worden. Het is wat anders, als ineens met spoed toe moet worden overgaan. Dit kan voor sommige vrouwen een schok zijn. Daarbij komt dat de kraamdagen door een keizersnee vaak anders verlopen dan bij een natuurlijke bevalling. Je zal na een keizersnee nog een tijdje in het ziekenhuis moeten blijven tot alles in orde is. Bij een keizersnede maakt de chirurg een snee onder de navel. Daarna wordt de baarmoederwand doorgesneden.

Wat is een waterbevalling?
Een waterbevalling is heel eenvoudig uit te leggen; het is gewoon bevallen in warm water. De moeder vindt hierin ontspanning en de bevalling verloopt soepeler en minder stressvol. Voor de baby is het een natuurlijke overgang van het vertrouwde vruchtwater naar het warme badwater. Vaak zie je dat de baby snel ontspant na zijn of haar zware inspanning.


Liggingafwijkingen van het kind.

Normaal gesproken ligt een baby aan het eind van de zwangerschap met het hoofdje naar beneden. Een enkele keer is dat niet zo en ligt de baby met het kontje naar beneden (stuitligging) of zelfs dwars (dwarsligging) in de baarmoeder.

Stuitligging
Aan het eind van de zwangerschap ligt 3% van de baby's nog in stuit.
Er worden twee soorten stuitliggingen onderscheiden:
•de onvolkomen stuit waarbij het kontje het laagst ligt en de benen opgeslagen langs het lichaam
•de volkomen stuit waarbij de voetjes het laagst liggen. De baby zit als het ware op z'n voetjes.

Als de verloskundige een stuit constateert, zal ze je doorverwijzen naar de gynaecoloog.
De gynaecoloog zal eerst bekijken of er een reden is waarom het kind in stuit ligt. De vorm van het bekken en de baarmoeder zorgen er normaal gesproken voor dat het kind het lekkerst ligt als hij in hoofdligging ligt. Het kan dus zijn dat de baby in stuit ligt omdat hij door bepaalde afwijkingen niet lekker in hoofdligging ligt.

Dwarsligging

Een enkele keer (minder dan in 0,5% van de zwangerschappen) komt het voor dat de baby dwars in de baarmoeder ligt.
Een dwarsligging komt vaker voor bij een vrouw die meerdere kinderen heeft gekregen. De baarmoeder is door meerdere kinderen opgerekt en ruimer geworden, waardoor het kind niet wordt gedwongen om in de lengte te gaan liggen.

Als de baby dwars blijft liggen, kan hij natuurlijk niet normaal geboren worden. De gynaecoloog zal dan ook proberen om het kind te draaien in lengterichting. Als dit niet lukt zal er een keizersnede moeten plaatsvinden.
Een risico bij een dwarsligging is het uitzakken van de navelstreng als de vliezen breken.

3. Kunnen er ziektes en afwijkingen aanwezig zijn bij (on)geboren kinderen?

Een zwangerschap verloopt niet altijd zoals het hoort… Er kunnen ook problemen, ziekten en syndromen optreden tijdens de zwangerschap.

Als je zwanger bent kijk je uit naar de dag dat je gaat bevallen. Ergens rond week 40… misschien een weekje vroeger, misschien een weekje later. Twee weken vroeger of later is ook nog geen probleem. Maar soms gaat het anders, dan komt het kindje (veel) eerder dan de uitgerekende datum. Waarom? Daar kunnen veel verschillende redenen voor zijn… De oorzaak hiervoor kan bij de moeder liggen, bij het kindje, de baarmoeder of een onbekende factor.

Enkele voorbeelden van ziekten, problemen en syndromen die kunnen voorkomen tijdens de zwangerschap:

-Placentaontlasting, een spoedsituatie waarbij de moederkoek (placenta) van de baarmoeder loslaat.
-Buitenbaarmoederlijk zwangerschap, een vrucht die zich bevindt buiten de baarmoeder.
-Groeistoornissen,
-Miskraam, een spontane afbreking van een zwangerschap tot 20 weken.
-Pre-eclampsie, zwangerschapsvergiftiging

Het syndroom van down.
Down syndroom is het meest voorkomende en het meest bekende syndroom wanneer het gaat om kinderen met een verstandelijke handicap. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 230 kinderen met Down syndroom geboren.

Toen Langdon Down in 1866 het syndroom, dat naar hem genoemd is, voor het eerst beschreef, noemde hij ongeveer tien verschillende kenmerken. Sindsdien is er nog een flink aantal bijgekomen. Zelden zal een baby met Down syndroom al deze kenmerken hebben.
Bijna altijd kan al bij de geboorte worden gezien dat de baby Down syndroom heeft. De manier waarop dit aan de ouders wordt verteld is heel belangrijk. In de eerste uren en dagen na de bevalling zijn ouders altijd emotioneel kwetsbaar. Daarom komt de schok van een handicap in deze periode extra hard aan. Naast de manier waarop is natuurlijk ook van belang wat er aan ouders wordt verteld. Het is natuurlijk niet mogelijk om ouders precies te vertellen hoe hun kind later worden zal; dat kan bij geen enkel kind. Enig zicht op de ontwikkeling is echter goed te geven.

Couveusekindjes

Wanneer ligt een kindje in de couveuse? Soms heeft het kindje last van ademhalingsproblemen, reflexen en slikproblemen, voedingsproblemen, geelzucht en een te laag bloed suiker gehalte, en dan is het beter als het in de couveuse ligt.

Er worden steeds meer baby's geboren die in de couveuse verder groeien. Dit komt omdat moeders in ons land op steeds oudere leeftijd een kindje krijgen en omdat de levensvatbaarheid gedaald is naar 25 weken.

Een kindje kan in de couveuse liggen omringd door ademhalingsapparatuur, monitoren, infuus en kan bedolven zijn onder pleisters, plakkers, slangetjes en meters... Ouders voelen zich machteloos en het lijkt alsof ze maar heel weinig voor hun kindje kunnen doen.
Toch is dit gevoel niet helemaal juist. Want ze kunnen namelijk best een aantal dingen voor hun kindje doen.
* moedermelk kolven (voor de meeste moeders mogelijk vanaf de eerste dag)
* buidelen
* naar het kind kijken, aanraken, ertegen praten, geruststellen
De aanwezigheid, het horen van je stem en het waarnemen van hun geur, zijn zeer belangrijk voor het kindje.

Miskraam

Een miskraam is een plotselinge afbreking van een zwangerschap tot 20 weken, in Nederland word gesproken van een miskraam tot 16 weken. De medische term hiervoor is 'spontane abortus', maar omdat "abortus" in de spreektaal wordt gebruikt voor een opzettelijke zwangerschapsafbreking, wordt dat woord vaak met voorzichtigheid gebruikt bij ouders die ongewild een zwangerschap verliezen.

Miskramen komen vaker voor dan de meeste mensen denken. Zo'n 25% van alle vrouwen krijgt er in hun leven mee te maken. Wordt vanaf het moment van bevruchting gerekend, dan gaat zelfs mogelijk tot 90% van alle bevruchte eicellen voortijdig te gronde; meestal worden de zeer vroege zwangerschappen die in een miskraam eindigen niet eens opgemerkt, omdat een normale menstruatie volgt, of deze alleen maar een of twee dagen later komt. De helft van alle zwangerschappen eindigt dus al voordat de vrouw weet dat ze zwanger is. Van alle 'vastgestelde' zwangerschappen loopt gemiddeld 15% uit op een miskraam.


De leeftijd van de moeder is de belangrijkste risicofactor: de kans op een miskraam is ± 9% voor vrouwen tussen 20 en 24 jaar, >50% voor vrouwen van 42 jaar en zelfs tot 75% voor 45-jarige vrouwen.

Soms kan door middel van onderzoek achteraf worden vastgesteld wat de oorzaak was van de miskraam. Meestal wordt dat onderzoek pas gedaan als er sprake is van twee opeenvolgende miskramen. In dat geval wordt de kans op een volgende miskraam groter dan na een enkele miskraam. Je noemt bij herhaalde miskramen van habituele abortus.

Er kunnen verschillende oorzaken zijn:

* Een aanlegfout bij de foetus. ("embryonale factor") Dit is de verreweg belangrijkste oorzaak van een miskraam. Hieraan ligt vaak een genetische afwijking ten grondslag. Dit is zelden een erfelijke DNA-fout, meestal is de fout ontstaan bij de bevruchting.
* Stollingsstoornis bij de moeder (o.a. het antifosfolipiden syndroom)
* hormonale afwijkingen bij de moeder. (o.a. diabetes mellitus, hyperhomocysteïnemie)
* Anatomische afwijkingen aan de baarmoeder. Dit kunnen onder andere zijn: een misvormde baarmoeder (al dan niet vanwege het DES-hormoon), vleesbomen, of een tussenschot in de baarmoeder.
* Infecties in de baarmoeder. (zeer zelden)
* Leefgewoonten: roken, overmatig koffie en/of alcohol gebruik en overgewicht zijn allemaal geassocieerd met een iets verhoogde kans op miskraam.

Een aangeboren afwijking kan te maken hebben met diverse factoren.

Meestal is niet één enkele factor aan te wijzen en is de afwijking een gevolg van een complex samenspel. Goede en frequente medische opvolging (van een gynaecoloog) zijn meestal altijd noodzakelijk.

De ondersteuning door de omgeving van de moeder en de veiligheid geboden door partner en sociaal netwerk, spelen een even belangrijke rol.


Ook de keuze voor de methode van geboorte en de stress die daarmee komt gaat bij de moeder, spelen een rol.

Recente studies tonen aan dat armoede vaak aan de basis ligt van een aangeboren afwijking. In multiproblematische gezinnen is er meer risico op negatieve gevolgen van de zwangerschap, voor infecties, voeding en ontwikkeling van kennis en vaardigheden van ouders en kind.

Besmettingen tijdens de geboorte

Ongeveer 20 procent van alle mensen en dus ook zwangere vrouwen draagt de bacterie Streptococcus agalactiae (ook wel GBS, Groep B Streptokokken genoemd) bij zich in de darm. Bij een klein deel van de vrouwen kan ook in de vagina deze bacterie worden gevonden, meestal zonder dat ze daar zelf last van heeft. Vooral als er tijdens de bevalling risico factoren optreden, zoals vroeggeboorte, langdurig gebroken vliezen of koorts, dan is er een verhoogd risico van besmetting van de pasgeborene. Jaarlijks nemen 100 tot 150 pasgeboren kinderen deze besmetting tijdens de geboorte van de moeder over. Zij lijden dan aan longontsteking (pneumonie), sepsis (bloedvergiftiging) of meningitis (hersenvliesontsteking). Bij de eerder genoemde risicofactoren, als bekend is dat de vrouw drager is, wordt tijdens de bevalling een antibiotica infuus gegeven. De kans op een ernstige bacteriële infectie van de pasgeboren baby vermindert daardoor aanzienlijk.

Invloed van roken en alcohol

Zowel roken als het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap kunnen nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid en ontwikkeling van het ongeboren kind. Toch blijft één op de vier vrouwen drinken en blijft ongeveer één op de vijf zwangere vrouwen roken.

Alcohol dringt door de placenta en kan daardoor de foetus beschadigen in alle stadia van de zwangerschap. Kinderen die zijn blootgesteld aan alcohol tijdens de zwangerschap huilen meer, slapen slechter, reageren trager en kalmeren ook langzamer na opwinding. Ze hebben gemiddeld een lager IQ, meer leerstoornissen en sociale problemen. Zelfs consumptie van minder dan één glas alcohol per dag kan leiden tot een verhoogde kans op groeiafwijkingen, een miskraam en doodgeboorte.

Blootstelling aan dagelijkse hoge alcoholdoseringen tijdens de ontwikkeling van de foetus kan leiden tot het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). FAS-kinderen hebben een groeiachterstand, afwijkende gelaatskenmerken en neurologische afwijkingen. Gerelateerde aandoeningen zijn Alcohol-Related Neurodevelopmental Disorder (ARND) en Alcohol-Related Birth Defects (ARBD). ARND lijkt op FAS, maar dan zonder de uiterlijke kenmerken en ARBD betreft lichamelijke afwijkingen zoals hart-, bot- en/of orgaanproblemen.

Giftige stoffen die worden ingeademd door (mee-)roken, zoals nicotine en koolmonoxide, beïnvloeden de groei van de vrucht. Nicotine leidt tot vaatvernauwing en koolmonoxide neemt in het bloed de plaats in van zuurstof. Daardoor krijgt de vrucht minder bloed (dus minder voedingsstoffen) en minder zuurstof. Mede daardoor is het geboortegewicht van de baby van rokende vrouwen gemiddeld 250 gram lager. Roken leidt ook tot verhoogde kans op onvruchtbaarheid: bij rokende vrouwen is de tijd tot de conceptie gemiddeld 30% langer dan bij niet-rokende vrouwen. Roken tijdens de zwangerschap vergroot de kans op een miskraam of vroeggeboorte. In het eerste levensjaar van de baby is de kans op luchtweginfecties en wiegendood groter.

Kinderen van vrouwen in wie zijn omgeving wordt gerookt, blijken bij intelligentietests gemiddeld 'normaal' te scoren. Maar kinderen van vrouwen die zelf roken, leggen gemiddeld minder goede testen af. Dat zeggen onderzoekers van de universiteit van Rochester, die bij een onderzoek tussen 1979 en 1983 ongeveer 400 kinderen betrokken. Bij het onderzoek werd rekening gehouden met factoren als dieet, opvoeding, leeftijd, afkomst en IQ van de rokende vrouw. Volgens de onderzoekers zou door het roken de toevoer van zuurstofgas en voedingsstoffen naar de foetus geremd worden.

Kinderen van mannen die dagelijks meer dan 20 sigaretten roken, hebben tweemaal zoveel kans op een aangeboren afwijking (hazelip of hartafwijking) als kinderen van niet-rokers. Dit zou verband houden met het feit dat sigarettenrook veel stoffen bevat die zeer schadelijk zijn voor het erfelijk materiaal in sperma. Het mechanisme om de schade die de "vrije radicalen" aanrichten te herstellen, werkt onvoldoende wegens de grote overvloed van de stoffen in de rook. Ook anti-oxidanten zoals vitamine C en E en beta-caroteen zijn weinig effectief wegens die stoffen.

4. Wat zijn de dingen die een baby direct na de geboorte als eerste kan?

Wat een kind al kan in de kraamweek?

• Alle kleuren en vormen zien. Nog wazig omdat de kegeltjes en staafjes nog niet optimaal verdeeld zijn over het netvlies. Scherpe contrasten zijn het best te onderscheiden.
• De stem van moeder en vader horen en herkennen. De stem van de vader klinkt beter door in de baarmoeder, maar de stem van de moeder heeft de baby vaker gehoord en herkent hij na de geboorte beter. Als de vader intensief bij de verzorging betrokken is in de kraamweek, verdwijnt dat verschil na een paar dagen.
• Ook door proeven en voelen is de baby zich al in de baarmoeder bewust van zijn omgeving. Meteen na de geboorte herkent hij zijn moeder feilloos aan de geur.
• Informatie van alle zintuigen combineren. Bijvoorbeeld: een pasgeborene die een ronde vorm in de hand heeft, kijkt langer naar een plaatje van een hoekige vorm dan van een ronde vorm, omdat die visuele informatie afwijkt van wat hij voelt.
• 'Tellen'. Een pasgeborene ziet het verschil tussen afbeeldingen van twee en van drie voorwerpen.
• Imiteren. Al vlak na de geboorte kan de baby de gelaatsuitdrukking van moeder of vader spiegelen, als hij de tijd krijgt om goed te kijken en het zelf te proberen.
• Glimlachen kan de baby al in de baarmoeder. Wat het precies betekent is niet te onderzoeken, maar in elk geval glimlacht een baby enkel wanneer hij zich prettig voelt. Het is dus niet zomaar een grimas, het heeft wel degelijk een sociale functie.


Gewoonlijk krijg je na de geboorte van de baby het zogenaamde 'groeiboekje', waarin wordt bijgehouden hoe je baby zich ontwikkelt. Het bevat gegevens over zijn lengte, gewicht en vaccinaties. Bij ieder bezoek aan het consultatiebureau of je huisarts, moet dit worden meegenomen.

Om te controleren of de baby zich goed ontwikkelt, voert de arts en/of de medewerkers van het consultatiebureau een onderzoekje uit. Zij testen bijvoorbeeld de ogen, het gehoor, het gewicht en de lengte, en bespreken ook eventuele problemen die zij opgemerkt in zijn ontwikkeling.
Een pasgeboren baby kan niet zoveel. Hij mist de controle over zijn spieren en de kracht ontbreekt om zich bijvoorbeeld om te draaien. Het is dan ook erg belangrijk de baby zoveel mogelijk over het hele lichaam te ondersteunen. Teveel zitten is bijvoorbeeld erg slecht voor de stand van de ruggenwervel. Bij ongeveer twee maanden kan de baby zijn hoofdje zelf in balans houden.

Reflexen

Als een baby nog maar een paar dagen oud is, kan je merken dat hij in reactie op zijn omgeving (als hij een geluid hoort bijvoorbeeld) bepaalde bewegingen kan maken. Deze bewegingen worden ook wel reflexen genoemd. De reflexen van een baby komen voort uit zijn natuurlijke instinct dat erop gericht is om buiten de baarmoeder te overleven.

In de baarmoeder
De baby begint al in de baarmoeder met het maken van bewegingen. Wanneer het embryo nog maar acht weken oud is, kan het al reageren op aanrakingen en veranderingen in zijn omgeving. Na tien weken kan hij zijn armpjes en beentjes al bewegen, zijn hoofdje draaien en zich om zijn as wentelen. Als een baby drie maanden oud is, kan hij met zijn handjes grijpbewegingen maken, de navelstreng vastpakken, zich uitrekken en gapen. Omdat een kindje dan nog maar een paar centimeter groot is, voelt de moeder daar zelf niets van.

De baby maakt deze bewegingen als het ware automatisch, zonder te beseffen dat hij deze bewegingen maakt. Dat geldt ook voor de reflexen die de baby na de geboorte vertoont. De reflexen verdwijnen dan ook op het moment dat de hersenen van het kindje als het ware geleerd hebben hoe ze aan het lichaam moet vertellen hoe het deze bewegingen moet maken. Vanaf dat moment hebben de hersenen van de baby de functie van zijn reflexen overgenomen. Deze overgang van reflexmatige bewegingen naar bewuste bewegingen vindt een paar maanden na de geboorte plaats. De reflexen van de baby verdwijnen dan ook na ongeveer drie maanden.

Zoekreflex en zuigreflex
De belangrijkste reflexen zijn misschien wel de zoek- en zuigreflexen. Deze zijn er immers op gericht om voedsel binnen te krijgen. Zodra je zachtjes over een wangetje van een baby strijkt, zal een kind zijn hoofd die kant op draaien en zijn mond opendoen. Het maakt met zijn mondje ondertussen een zoekende beweging in de richting waar de streling vandaan kwam. Deze reflex is niet bij elke baby even duidelijk. Sommige baby’s draaien alleen hun hoofdje naar de streling.


Zodra een baby iets in zijn mond voelt, zal hij beginnen met zuigen. Als je het wangetje niet langer aanraakt, en de prikkel om te zoeken en te zuigen verdwijnt, zal een baby toch nog even doorgaan met zuigen. Het zuigen van een baby lijkt overigens een beetje op kauwen. Het is een erg sterke beweging, die vaak een poosje aanhoudt.

Slikreflex en kokhalsreflex
Na het zuigen volgt het slikken. Ook deze beweging kan een baby direct na zijn geboorte maken. Zo kan hij zich meteen voeden met colostrum of melk. Als een kind tijdens het voeden per ongeluk te veel vloeistof binnenkrijgt, voorkomt de kokhalsreflex dat je baby stikt. Dankzij deze reflex is een baby bovendien in staat om zijn luchtwegen schoon te maken en eventueel slijm, dat zijn ademhaling bemoeilijkt, op te hoesten.

Grijpreflex
Als je een vinger in de handpalm van een baby legt, zal hij deze onmiddellijk stevig beetpakken. Dit is de grijpreflex van een baby. De greep van een baby is zo sterk, dat hij zijn hele gewicht kan dragen wanneer hij zich met beide handjes ergens aan vastgrijpt. Als je de voetzolen van je baby aait, reageert hij op precies dezelfde manier: de teentjes krullen naar binnen, waardoor een baby een grijpbeweging maakt met zijn voetje.

Loopreflex
Vlak na de geboorte maakt een baby soms een beweging die verbazingwekkend veel lijkt op lopen. Als je een baby onder zijn armen rechtop houdt en met zijn voeten een hard oppervlak aanraakt, trekt hij een beentje op alsof hij een stap wil maken. Wanneer een baby daarna met het andere voetje de ondergrond aan wil raken, zal hij dat beentje optrekken. Zo lijkt het net alsof een baby wil gaan lopen. Deze reflex is vlak na de bevalling het sterkst aanwezig, daarna verdwijnt hij al snel.

Schrikreflex of Moro-reflex
Alle baby’s vertonen vlak na hun geboorte dezelfde schrikreactie. Bij een plotseling geluid of een onverwachte beweging zal een baby zijn armen en benen wijd uitspreiden, alsof hij iets wil vastgrijpen. Daarna buigen ze langzaam weer naar binnen en balt een kindje zijn vuistjes. Deze reflex eindigt met een heftige huilbui. De schrikreflex doet, samen met de grijpreflex, sterk denken aan de manier waarop babyaapjes reageren en zich vastgrijpen aan hun moeder.

Tonische nekreflex
Wanneer baby’s op hun rug gelegd worden, gaan ze meestal op dezelfde manier liggen. Het hoofdje keert zich naar één kant. Het armpje en het beentje aan die kant worden uitgestrekt, terwijl de ledematen aan de andere kant van zijn lijfje gebogen zijn. Leg je een baby op zijn buik, dan zal hij zijn hoofd waarschijnlijk opnieuw naar één kant draaien. Vervolgens trekt hij zijn benen op, totdat zijn knieën tegen zijn onderbuik liggen. Ondertussen houdt hij zijn armpjes stevig tegen zijn lichaam gedrukt, terwijl hij zijn handjes tot vuisten balt.


Zwemreflex
Als het kind met het gezicht naar beneden in het water gehouden wordt, begint het meteen met de armpjes te peddelen en met de beentjes te trappelen.

Mening: Ik vond het echt super leuk om dit werkstuk te maken. Ik vind het ook zo’n leuk onderwerp! Ik ben helemaal weg van baby’s! Ik vind ze zo schattig; zó klein en lief. Ik heb altijd al gezegd dat ik later iets met baby’s wil doen, ik wil later ook graag verloskundige worden. Dus ik vond het ook een heel interessant onderwerp. Ik heb me daarom ook helemaal in mijn onderwerp verdiept. Want ja, later zal ik dit dus ook moeten weten. Ook al wist ik al wel veel over dit onderwerp, tóch heb ik heel veel geleerd. Het is zo’n groot wonder! Terwijl sommige mensen het zo normaal vinden.
Hoe zo’n kind zich in de buik ontwikkeld, zó indrukwekkend! Echt een godswonder; dat zoiets kleins in negen maanden uitgroeit tot een mensje met alles erop en eraan. Zo onbegrijpelijk, dat kan alleen maar werk van God zijn!

REACTIES

S.

S.

hoi
al heb je dit bijna 4 jaar gelden hier op geplaatst vind het geweldig hoe je hier stap voor stap beschrijft natuurlijk wist ik dit allemaal al ik wist alleen niet dat je in het water kunt bevallen verder vind ik het SUPER

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.