Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Sport en doping

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 3953 woorden
  • 8 januari 2009
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Sport en doping

Sport en doping lijken bij elkaar te horen. Wat de tegenstanders van dopinggebruik ook proberen, steeds zijn de gebruikers ze een stap voor.

Doping is zo oud als de geschiedenis van de sport. In de Griekse oudheid dachten sporters dat ze beter werden van een dieet van kruiden en paddenstoelen. Ook de Romeinen waren al op de hoogte van wat doping was. Ze gaven namelijk de paarden een mengsel van honing, water en kruiden, waardoor de paarden een groter uithoudingsvermogen hadden. Later, in de 15de eeuw, kauwden de Inka’s cocabladeren. Deze bladeren bevatten coffeïne en daardoor werden ze minder moe en konden ze langer en harder werken.
In tegenstelling tot wat vele mensen denken is het woord doping niet afgeleid van het Engelse ‘dope,’ maar van het Nederlandse woord doop, wat onderdompeling betekent. Dit woord vindt zijn oorsprong omstreeks 1666. In dat jaar ging namelijk de eerste anti-dopingwet van kracht. De Nederlanders die op het eiland Manhattan Nieuw Amsterdam

stichtten, verhoogden hun werkkracht en verjoegen hun vermoeidheid door het
nuttigen van een soepje dat zij uit hun eigen buskruit trokken. Dit drankje noemden
zij doop. Maar de doop had een slechte invloed op het menselijk lichaam en daarom
kwam er een wet die de doop verbood.
Op dit moment is Gendoping één van de nieuwste methoden. Steeds opnieuw zoeken en vinden sporters middelen en methoden waarvan ze in ieder geval hopen dat ze er beter door gaan sporten. Elke sport heeft zo zijn eigen recept.

In dit verslag probeer ik uit te leggen wat doping nu eigenlijk is en zal ik aangeven hoe men probeert het dopinggebruik tegen te gaan. Ook beschrijf ik enkele bekende dopingaffaires.

Wat is doping

Volgens de Van Dale moet onder doping worden verstaan:
Het toedienen van stimulerende middelen die de sportprestaties oneerlijk beïnvloeden.
Je kunt meerdere definities geven van doping.

Een praktische definitie luidt:

Doping zijn stoffen en methoden die door het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA)
verboden zijn.
De officiële definitie luidt:
Doping is een overtreding van één of meer specifieke artikelen uit het dopingreglement.
Dopingovertredingen

In het dopingreglement staan de volgende overtredingen beschreven:
• De aanwezigheid van een verboden stof(fen) in een (urine)monster van een sporter;
• Gebruik van een verboden stof en/of verboden methode;
• Gebrekkige medewerking (bijvoorbeeld niet meewerken tijdens een dopingcontrole);
• Gebrekkige informatieverstrekking door een sporter (bijvoorbeeld het niet correct opgeven van adresgegevens);
• Fraude (bijvoorbeeld rommelen met een urinemonster);
• Bezit (bijvoorbeeld in het bezit zijn van een dopinggeduide stof zonder dispensatie);
• Handel (bijvoorbeeld het verkopen van dopinggeduide stoffen);
• Toediening (bijvoorbeeld het toedienen van een dopinggeduide stof aan een sporter);
• Een poging tot het maken van één of meerdere van de bovengenoemde overtredingen.

De meest voor de hand liggende vraag is natuurlijk: welke verboden middelen en methoden zijn dat dan?

Een stof of methode wordt op de dopinglijst geplaatst indien deze aan twee van de hier onderstaande drie criteria voldoet. De stof of methode is:

1) prestatiebevorderend;

2) schadelijk voor de gezondheid;
3) in strijd met de ‘Spirit of Sport’. Met de ‘Spirit of Sport’ worden de waarden en normen van de sport bedoeld, zoals Fair Play.

Zelfs een apotheker schrikt zich een hoedje als hij de lijst ziet met middelen en methoden die aan deze criteria voldoen. De complete dopinglijst die het Wereld Anti Doping Agentschap (WADA) van het Internationaal Olympische Comité opstelde geeft een bijna eindeloze opsomming van stoffen en preparaten.

Om hier een beetje door de bomen het bos te zien moet eerst duidelijk zijn hoe de lijst van verboden groepen van stoffen en verboden methoden' van het IOC is ingedeeld. Het WADA onderscheidt op de dopinglijst drie categorieën.

Categorie I: verboden stoffen
Categorie II: verboden methoden
Categorie III: middelen die onder bepaalde omstandigheden verboden zijn

Verboden stoffen

De eerste categorie is die van de verboden stoffen en het is tevens de belangrijkste categorie. Er worden vijf groepen onderscheiden:

A. Stimulantia
B. Narcotische analgetica
C. Anabole middelen
D. Diuretica
E: Peptide hormonen, mimetica en analoga
F. Stoffen met een anti-oestrogene werking
G. Maskerende middelen.

A: Onder stimulantia vallen onder andere amfetaminen, cocaïne, coffeïne en efedrine. Amfetaminen zijn in deze groep één van de bekendste en wordt vooral door duursporters gebruikt. Tot de bijwerkingen behoren rusteloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, hallucinaties, hartkloppingen en stijging van de bloeddruk. Cocaïne is een stof dat het vermoeidheidsgevoel kan verminderen. Coffeïne is niet geheel verboden; in de urine mag een concentratie van 12 microgram per milliliter voorkomen. Bij het drinken van drie tot zes koppen koffie per dag is dat overigens al mogelijk. Ook efedrine behoort tot deze groep hoewel deze stof vaak voorkomt in middelen als neusdruppels en hoestdranken tegen verkoudheid en hooikoorts. Het gebruik daarvan moet vooraf bij de dopingcontroleurs gemeld worden.
Een aantal middelen zijn toegestaan, mits geïnhaleerd.


B: Narcotische analgetica is een moeilijk woord en is de officiële benaming voor pijnstillers. Door deze middelen te slikken kunnen de sporters beter afzien. De bekendste producten zijn morfine, heroïne en methadon. Codeïne dat vaak tegen het hoesten wordt gebruikt was jarenlang verboden, maar is nu weer toegestaan. Vaak optredende klachten bij gebruik zijn misselijkheid, ademhalingsmoeilijkheden en obstipatie. Daarnaast kunnen de middelen verslavend zijn.

C: Anabole steroïden zijn afgeleid van het mannelijke geslachtshormoon testosteron.Door dit middel wordt een grotere spiermassa verkregen Daarom worden zij vooral gebruikt bij krachtsporten maar ook bij duursporten waarbij kracht belangrijk is, zoals roeien. De stoffen kunnen worden geslikt maar het kan ook door middel van een injectie. Het gebruik van anabole steroïden is bijzonder gevaarlijk en kan zelfs tot de dood leiden.
Een aantal typisch mannelijke bijwerkingen zijn impotentie, prostaatkanker, borstvorming, en kaalheid. Vrouwen riskeren menstruatiestoornissen, borstverkleining, stemverlaging, kaalheid en mannelijke beharing. Voor mannen en vrouwen geldt het risico van onvruchtbaarheid, psychische afwijkingen, suikerziekte, hoge bloeddruk en leverfunctiestoornissen.

D: Diuretica zijn plaspillen en worden gebruikt om snel gewicht te verliezen. Ze worden geslikt door kracht- en vechtsporters die in een lagere gewichtsklasse meer kans denken te maken op medailles. Bodybuilders gebruiken diuretica omdat bij groot vochtverlies de spiergroepen duidelijker zichtbaar worden. Ten slotte hopen sporters die andere verboden middelen hebben 'gepakt' door een verhoogde urineproductie de concentratie van die stoffen te verlagen en zo door de dopingcontrole te komen. Het gebruik van diuretica kan leiden tot hartritmestoornissen, uitdroging, oververhitting, verzuring van de spieren, spierkrampen en duizeligheid.

E: Peptide hormonen stimuleren lichaamseigen hormonen zoals steroïden en testosteron. Een aantal stoffen (HCG en LH) zijn alleen bij mannen verboden. Groeihormonen (GH) bevorderen tot de puberteit de lichaamsgroei. Sporters willen met de groeihormonen de spiermassa verder opbouwen maar het gebruik ervan kan heel gevaarlijk zijn.
Andere bekende middelen die onder deze subgroep vallen zijn EPO, dat het aantal rode bloedcellen verhoogt, en insuline. Dat laatste middel is uiteraard wel toegestaan voor suikerpatiënten. Het gebruik van hormonen kan hart en vaatziekten, suikerziekte, spierzwakte en gewrichtsaandoeningen tot gevolg hebben. Met EPO riskeert de sporter een hoge bloeddruk, longembolie, hart- en herseninfarct, stuipen en trombose.

F: Stoffen met een anti-oestrogene werking worden geslikt door mannelijke sporters die anabolen gebruiken. Het lichaam reageert op de veranderde hormoonspiegel - veroorzaakt door de toename van testosteron - en herstelt dit door extra vrouwelijk hormoon aan te maken. Anti-oestrogene middelen moeten de vrouwelijke kenmerken die daar het gevolg van zijn tegengaan. Zo worden de uiterlijke kenmerken die op doping wijzen in ieder geval weggenomen.

G: De laatste groep in deze categorie vormen de maskerende middelen. Dit zijn producten die mogelijk de uitscheiding van verboden stoffen verhinderen of hun aanwezigheid maskeert in urine of andere monsters die gebruikt worden bij dopingcontroles.

Verboden methoden

De bekendste verboden methode is bloeddoping.
Bloeddoping is een kunstmatige manier om de zuurstofdragende capaciteit van het bloed te verhogen. Weken tot maanden voordat er een belangrijke wedstrijd is wordt bloed afgenomen van de atleet, dat wordt vervangen door plasma of een vervangend middel. Ook kan donorbloed worden gebruikt, dat echter is op te sporen in tegenstelling tot eigen bloed. Het plasma van het afgenomen bloed wordt gescheiden van de rode bloedcellen, en alleen de bloedcellen worden maximaal enkele maanden ingevroren bewaard. Na enige tijd zijn er bij de atleet weer nieuwe bloedcellen gevormd en is de bloedspiegel weer normaal. Enkele dagen tot een week voor de atleet moet presteren worden de afgenomen bloedcellen weer teruggebracht waardoor er meer bloedcellen zijn dan normaal. Dit verhoogt het uithoudingsvermogen van de atleet omdat deze meer zuurstof op kan nemen en daardoor kunnen de spieren beter presteren. Het effect houdt enige weken aan en neemt daarna weer af.

Een andere verboden methode is die van de manipulatie. Men probeert dan de dopingcontroleurs om de tuin te leiden. Je kunt dan denken aan het afgeven van oude of andermans urine bij de dopingcontrole of het toevoegen van bepaalde stoffen aan de afgegeven urine.


Het laatste verboden middel is genetische doping, ook wel celdoping genoemd. Tot voor kort waren je erfelijke eigenschappen het enige waar je als sporter niet aan kon sleutelen; je had het maar te doen met het lichaam waarin je was geboren. Tegenwoordig is dat door alle ontdekkingen rond gentherapie allemaal veranderd.
In de sportwereld worden de ontwikkelingen rond gentherapie op de voet gevolgd. Want binnen afzienbare tijd kan iedere sporter die de goede (of beter gezegd, foute) wetenschappers om zich heen verzamelt heeft, zijn erfelijke eigenschappen laten veranderen.
Tot dusverre zijn er nog geen gevallen van genetisch verbeterde atleten bekend, maar gezien de stromachtige ontwikkelingen in de genetica lijkt het dus heel dicht bij.

Middelen die in sommige gevallen verboden zijn

Onder de derde categorie vallen de middelen die onder bepaalde omstandigheden verboden zijn. Hierbij gaat het vooral om alcohol, marihuana en hasj en bètablokkers. Deze middelen zijn in een aparte categorie gerangschikt omdat zij niet door alle sportorganisaties verboden zijn.

Een middel dat soms verboden is, is bijvoorbeeld alcohol. Door alcohol kun je bijvoorbeeld trillen van de handen voorkomen . Ook helpt het de sporter zich te ontspannen en wordt het zelfvertrouwen er groter van. Voornamelijk bij biljarten, snooker, darts en schietsporten kan dat goed van pas komen.
Ook het roken van een joint kan ontspannend werken.
Bètablokkers zijn geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk, pijn op de borst, migraine en hartritmestoornissen. Ze worden geslikt in takken van sport als schieten, moderne vijfkamp, duiken, bobsleeën en motorracen om het trillen van de handen tegen te gaan en de hartslag gelijkmatig te houden. In de meeste takken van sport beïnvloeden ze de prestatie echter juist nadelig.

Geruchtmakende dopingzaken

Tom Simpson

13 juli 1967 is zelfs voor Franse begrippen een hete zomerdag. Die dag staat ook nog eens de zwaarste etappe van de Tour de France op het programma. De Engelsman Tom Simpson slingert op de flanken van de Mont Ventoux, een col van de buitencategorie, vervaarlijk van links naar rechts. Enkele kilometers voor de top krijgt Simpson de pedalen niet meer rond. Hij wankelt en valt van de fiets. Zijn toenmalige sportbestuurder zette hem er weer op, maar Simpson viel opnieuw. Hij raakte bewusteloos, werd met een helikopter naar het ziekenhuis in Avignon gevlogen, maar overleed onderweg. Toenmalig Tour-directeur Felix Lévitan werd bekritiseerd wegens het uitzetten van een te zwaar parcours. Later werden echter vier niet gebruikte ampullen in het shirt van Simpson gevonden, waarvan er één amfetamine bevatte.

In de verzengende hitte is een mix van alcohol die hij voor de beklimming had gedronken, en amfetamine hem fataal geworden. Het eerste grote dopingschandaal is een feit. De sportwereld reageert geschokt.

Sinds de dood van Simpson zijn dopingberichten een terugkerend fenomeen op de sportpagina's. De dopingcontroles doen hun intrede en al snel wordt duidelijk dat de zaak-Simpon geen incident was.

Niet alleen het wielrennen, maar praktisch alle sporten krijgen te maken met het gegeven dat atleten in hun jacht naar eeuwige roem bereid zijn om verboden prestatieverhogende middelen tot zich te nemen. Op de lijst van zondaars staan inmiddels honderden namen. Een aantal geruchtmakende affaires:

Ben Johnson

De Canadese sprinter Ben Johnson was al jarenlang bijzonder snel op de 100 meter, maar de absolute top leek met concurrenten als Carl Lewis en Calvin Smith onbereikbaar. Tot hij er 'een schepje bovenop' deed. Volgens Johnson zelf een schepje extra trainingsarbeid, maar in werkelijkheid ging het om een schepje extra pillen. Zijn toch al indrukwekkende voorkomen groeide uit zijn voegen.

Bij de Olympische Spelen van 1988 in Seoul was hij op zijn top. Hij klopte in de finale Lewis met een nieuwe wereldrecord: 9.79'. Een dag na dit hoogtepunt in zijn carrière volgde het dieptepunt. Bij de dopingcontrole waren in zijn urine anabole steroïden aangetroffen en hij moest zijn gouden plak inleveren.

In 1993 liep hij opnieuw tegen de lamp en werd hij levenslang geschorst.

Diego Maradona

Hoewel het wereldwijd een van de grootste sporten is bleef het voetbal lange tijd vrij van dopingschandalen. De eerste grote ster die van zijn voetstuk viel, was Diego Armando Maradona. In 1991 werd de Argentijn voor 15 maanden geschorst wegens het gebruik van cocaïne.

Aan zijn spectaculaire come-back tijdens het WK van 1994 in de Verenigde Staten kwam een abrupt einde toen hij bij een dopingcontrole opnieuw door de mand viel. Het beeld van een met uitpuilende ogen in de tv-camera kijkende Maradona nadat hij op dat toernooi gescoord had, deed al het ergste vermoeden.

Het tragische aan Maradona is dat zijn 'dopinggebruik' nooit gericht was op het verbeteren van zijn spel. Het tegendeel was het geval. Zonder zijn nog immer voortdurende worsteling met drugs had hij nog meer uit zijn carrière kunnen halen.


Na de 'zaak-Maradona' zijn er nog een hele reeks dopingschandalen in het voetbal opgedoken. Vaak ging het om het middel nandrolon.

Michelle Smith

Michelle de Bruin-Smith was het wonderkind van de Ierse zwemsport. De Olympische Spelen van 1996 in Atlanta verliet zij met drie gouden medailles om haar nek. Haar razendsnelle opkomst wekte toen al argwaan.

Terecht, zo bleek twee jaar later. Bij een onaangekondigde controle bij haar thuis in Dublin liep Smith tegen de lamp.

In haar urine werd een extreem hoge hoeveelheid alcohol aangetroffen. Omdat die waarde nooit door menselijke consumptie bereikt kon worden, trok de Wereldzwembond, de FINA, de conclusie dat Smith met de buisjes geknoeid had om zo verboden middelen te verdoezelen. De schorsing van vier jaar betekende het einde van haar loopbaan.

Gert-Jan Theunisse

Met duizenden dromden ze samen op de haarspeldbochten van Alpe d'Huez om hem naar boven te schreeuwen. In 1989 won hij daar de koninginnerit en werd hij de bergkoning van de Tour de France. Jarenlang was Gert-Jan Theunisse het idool van de Nederlandse wielerfan.

Tot hij hard van zijn voetstuk viel. In 1990 werd hij tot twee maal toe betrapt op het gebruik van testosteron en voor een jaar geschorst.

Hij maakte nog een redelijk geslaagde come-back, maar zijn oude niveau haalde hij nooit meer. Theunisse heeft altijd ontkend en met hem bleven zijn trouwste fans in zijn onschuld geloven. Zijn unieke lichaam zou de testosteron zelf hebben aangemaakt, maar volledige rehabilitatie volgde nooit.

'Le Tour Noir'

In de geschiedenis van de Tour de France staat de editie van 1998 te boek als de "Tour Noir". De ook al niet onomstreden Marco Pantani pakt de gele trui, maar de dopingsaffaires rond de ploegen TVM en Festina domineren het nieuws. De wielersport, toch al regelmatig in opspraak, kwam als geheel in een kwaad daglicht te staan. Die slechte reputatie speelt de sport tot de dag van vandaag parten.


In het voorjaar van 1998 doet de Franse politie een opmerkelijke vondst. In de materiaalwagen van de Nederlandse equipe van ploegleider Cees Priem worden 104 ampullen EPO aangetroffen. Op de rustdag van de Tour volgt een inval in het hotel van de TVM-ers, waarbij tal van verdachte medicamenten in beslag worden genomen.

Cees Priem, ploegarts Andrej Michailov en verzorger Jan Moors worden opgepakt en schuldig bevonden aan het invoeren van verboden middelen en het aanzetten tot dopinggebruik. Volgens het trio was de EPO bestemd voor nierpatiëntjes in een kinderziekenhuis in Moskou. De rechter gelooft er niets van en veroordeelt Priem, Moors en Michailov tot voorwaardelijke celstraffen en fikse boetes.

De straffen in de Festina-zaak vallen lager uit, maar internationaal is de verontwaardiging over de dopingfraude van de Franse ploeg er niet minder om. Kort voor de start van de Tour wordt de Belgische verzorger Willy Voet bij de Frans/Belgische grens aangehouden met in zijn auto een hele apothekersvoorraad aan verboden middelen.

Mede omdat Voet flink uit de school klapt over de dopingpraktijken, bekennen bijna alle renners te hebben gebruikt. Bijna allemaal. De Franse publiekslieveling Richard Virenque blijft de vermoorde onschuld spelen. Pas twee jaar later spreekt ook hij voor de rechtbank zijn mea culpa uit.

Troy Douglas

De snelste sprinter van Nederland Troy Douglas werd medio 1999 positief bevonden. In zijn urine troffen de controleurs sporen aan van nandrolon. De tuchtcommissie van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) sprak hem echter vrij omdat "het ten laste gelegde niet bewezen kon worden".

De internationale bond IAAF erkende de vrijspraak van de KNAU niet en schorste hem uiteindelijk voor twee jaar.

De Strijd tegen de doping

De grote vijand van de spuitende en slikkende sporter is de dopingcontroleur. Naar aanleiding van enkele dopingschandalen in de wielersport besloten nationale en internationale sportbonden midden jaren zestig serieus werk te maken van de controles.
Toen werd ook de eerste lijst opgesteld door de Internationaal Olympisch Comité van middelen die tijdens de Spelen verboden zijn. De meeste bonden wilden het wiel niet opnieuw uitvinden en besloten de IOC-lijst in hun reglementen over te nemen. Enkele bonden, zoals de internationale wielerunie (UCI), hanteren nog eigen lijsten.

De World Anti-Doping Agency, onderdeel van het IOC, coördineert de strijd tegen de doping en is verantwoordelijk voor de samenstelling van de dopinglijst.


Wordt een atleet bij een controle positief bevonden dan volgt een schorsing door de nationale bond. In de regel neemt de internationale bond die straf over. Het komt wel eens voor dat een atleet in een later stadium door de nationale bond alsnog wordt vrijgesproken, maar de internationale bond de straf handhaaft.
In Nederland overkwam dat de discuswerper Erik de Bruin en de sprinter Troy Douglas. Zij bleven uitgesloten van internationale wedstrijden.

De stafmaat voor een overtreding ligt niet vast, maar de meeste bonden hanteren de richtlijn van het IOC. Die bepaalt dat op het gebruik van 'zware' stoffen (anabolen e.d.) een schorsing voor twee jaar staat en op het gebruik van 'lichte' stoffen (zoals efedrine) een schorsing voor drie maanden.

Op een tweede overtreding met zware stoffen volgt een levenslange schorsing. Alleen in België, Frankrijk en Italië kan een fraudeur ook strafrechtelijk worden vervolgd.

Als de beroepsmogelijkheden binnen de nationale bonden uitgeput zijn, kan een geschorste sporter zijn onschuld nog bepleiten voor The Court of Arbitration of Sports in Lausanne. Dat geldt alleen voor 'veroordeelden' uit landen die de arbitrage van dat hof erkennen. De uitspraak is bindend.

De dopingcontroles verschillen van land tot land en van bond tot bond. In Nederland worden deze verricht door DoCoNed, de Stichting Doping Controle Nederland
DoCoNed voert de controles uit in opdracht van de bonden.
Het NeCeDo stelt per sport vast hoeveel controles er jaarlijks minimaal moeten worden uitgevoerd.

Er zijn verschillende periodes waarin je gecontroleerd kan worden. Allereerst is er de mogelijkheid dat je bij deelname aan een wedstrijd geselecteerd wordt voor een controle. Daarnaast kun je ook buiten de wedstrijden om (out of competition) gecontroleerd worden.
Dat betekent dat je als sporter ook van dag tot dag moet laten weten aan de dopingautoriteiten waar je bent zodat ze je op elk tijdstip kunnen controleren.Dat is voor veel sporters wel een grote inbreuk op hun privacy en kan ook tot rare situaties leiden.
Zo kon Marleen Veldhuis tijdens haar verkiezing tot sportvrouw van het jaar 2007 bijna niet bij het sportgala aanwezig zijn. Ze had niet opgegeven dat ze dinsdagavond in Amsterdam bij het gala zou zijn. Twee dopingcontroleurs waren in Eindhoven op zoek naar Veldhuis die de zondag ervoor in Hongarije nog goud won op de 50 meter vrije slag. Marleen werd om 19.00 uur op de hoogte gebracht van de onaangekondigde dopingcontrole in Eindhoven. Om schorsing te voorkomen reed ze terug naar Eindhoven en zou ze dus het sportgala moeten missen.


Ze werd nog gered door directeur Herman Ram van de Nederlandse Dopingautoriteit. Door snel ingrijpen hoefde ze de rit naar Eindhoven niet af te maken en kon ze terugkeren naar de opnamen van het sportgala. Na afloop van het gala werd ze alsnog gecontroleerd.

Bij het urineren is de dopingofficial aanwezig. Deze mag de sporter vragen zich te ontkleden. Dit om fraude tegen te gaan, zoals gele-truidrager Michel Pollentier die in 1978 pleegde. De Belg had onder zijn kleren een condoom met 'schone' urine die hij via een slangetje in het potje wilde laten lopen. Hij werd echter betrapt en moest zijn trui inleveren.

De flesjes worden verzegeld en naar één van de 23 door het IOC aangewezen laboratoria in de wereld gestuurd. Nederland heeft geen laboratorium met een IOC-keurmerk. Monsters uit Nederland worden onderzocht in Keulen, Gent of Los Angeles. De urinemonsters blijven in het bezit van de laboratoria die ze gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Aan de hand van hun bevindingen wordt de dopinglijst aangepast.

Bij dopingcontroles wordt bijna uitsluitend gebruik gemaakt van urine. Slechts bij hoge uitzondering 'tappen' controleurs ook bloed af. Tests met urine zijn makkelijker, betrouwbaarder en ethischer.

Naast dopingcontroles worden er ook gezondheidcontroles gehouden. Bij die gezondheidscontroles wordt o.a. gekeken naar afwijkende bloedwaarden die veroorzaakt kunnen zijn door het gebruik van doping.Een voorbeeld hiervan is de hematocrietwaarde bij wielrenners. De gezondheidscontroles die kijken naar de hematocrietwaarde van de renners, zeggen eigenlijk niet zo heel veel over dopinggebruik. De hematocrietwaarde is het percentage van het aantal rode bloedlichaampjes in het bloed. Dat percentage is per mens verschillend. De één heeft een waarde van 52, de ander van 40. Bij hogere waardes wordt het bloed stroperiger waardoor de kans op hart- en vaatziekte toeneemt. Voor wielrenners is de maximum hematocrietwaarde 50. Dit om de gezondheid van de renners te beschermen. De waarde kan door meerdere factoren worden beïnvloed. Doping is de bekendste factor, hierbij gebruikt men voornamelijk het bloeddopingmiddel EPO. Maar de waarde kan ook door een hoogtestage of door langdurige inspanningen stijgen. Een waarde van 53 wil dus niet meteen zeggen dat een renner EPO heeft gebruikt. Hierdoor is deze controle niet geheel betrouwbaar als het gaat om het opsporen van dopinggebruikers

Kan sport zonder doping

Prof. Dr. Harm Kuipers, oud schaatskampioen en hoogleraar inspanningsfysiologie aan de Universiteit Maastricht, maakt zich sterk voor de bestrijding van dopinggebruik in de sport

Doping heeft volgens hem veel minder effect op sportieve prestaties dan mensen denken. Sommige middelen werken wel, zoals anabole steroïden in de krachtsport. Maar
van veel middelen is niet bewezen dat ze prestatieverbeterend werken. Al laten pseudo-deskundigen het grote publiek geloven dat de huidige topsport niet zonder doping kan. Doping heeft vooral te maken met cultuur. In de wielrennerij is het gebruik ervan schering en inslag, doping is daar met magie omgeven. Bij andere sporten zoals schaatsen, is het geen issue. Toch geloven mensen niet dat je wereldkampioen kunt worden op een boterham met pindakaas, en dat geloof is heel hardnekkig. Hij is er dan ook van overtuigd dat de wielersport zonder doping kan. De Tour de France van 1998 stond bol van de dopingschandalen. De daaropvolgende tour is waarschijnlijk de schoonste tour aller tijden geweest, hoewel dat niet wetenschappelijk is aan te tonen. En juist tijdens deze tour werden er recordtijden gereden."

Ik denk zelf dat sport zonder doping een illusie is. Sporters hebben er ontzettend veel voor over om de beste te zijn. Als ze ook maar denken dat een bepaald middel daar bij zou kunnen helpen dan zullen er altijd sporters blijven die dat gaan proberen. Daarbij spelen vast en zeker ook de commerciële belangen een grote rol. Het gaat niet meer alleen om winnen maar ook om heel veel geld.


Bronnen:

www.nos.nl
www.planet.nl
www.menshealth.nl
www.purekracht.nl
www.wikipedia.nl
www.dopingautoriteit.nl
www.sport.nl
www.eigenkracht.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.