Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Thema 1

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1735 woorden
  • 20 augustus 2008
  • 35 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
35 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Amyloplasten
Omschrijving : Voorbeeld van plastiden. In amyloplasten, zetmeelkorrels, is zetmeel opgeslagen.
Kenmerken : Voorbeeld van plastiden.
Eigenschappen : In amyloplasten, zetmeelkorrels, is zetmeel opgeslagen
Relaties : Plastiden

Cel

Omschrijving : De kleinste organisatie eenheid in een organisme. De vorm van de cel hangt samen met de functie. Een cel bevat organellen.
Kenmerken : De kleinste organisatie eenheid in een organisme.
Eigenschappen : De vorm van de cel hangt samen met de functie. Een cel beavt kernplasma en cytoplasma. In het cytoplasma bevinden zich organellen.

Relaties : Organel, weefsel.
Voorbeelden : Spiercellen, huidcellen.

Celmembraan

Omschrijving : De buitenste laag van het cytoplasma. Twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen), waarin eiwtten liggen ingebed. Transport van stoffen, bescherming en regeling van de samenstelling van het cytoplasma.
Kenmerken : De buitenste laag van het cytoplasma. Twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen), waarin eiwtten liggen ingebed.
Eigenschappen : Transport van stoffen, bescherming en regeling van de samenstelling van het cytoplasma.

Celwand

Omschrijving : Een stevig laagje om de cel van een plantaardige cel heen. Wordt gevormd door het cytoplasma. Behoort niet tot de cel, maar is tussencelstof.
Kenmerken : Een stevig laagje om de cel van een plantaardige cel heen.
Eigenschappen : Wordt gevormd door het cytoplasma. Behoort niet tot de cel, maar is tussencelstof.
Relaties : tussencelstof. Intercellulaire ruimten

Chloroplasten ( bladgroekkorrles )

Omschrijving : Voorbeeld van plastiden. Organellen die gevuld zijn met membramen die als stapels muntstukken gerangschikt liggen. Functie van chloroplasten is : fotosynthese laten plaatsvinden.

Kenmerken : Organellen die gevuld zijn met membramen die als stapels muntstukken gerangschikt liggen
Eigenschappen : Functie van chloroplasten is : fotosynthese laten plaatsvinden.
Relaties : Plastiden, Chromoplasten, Leukoplasten, Enzymen.

Chromoplasten ( kleurstofkorrels )

Omschrijving : Voorbeeld van plastiden. Bevatten gele en of rode kleurstoffen ( pigmenten ) Deze geven de kleur aan bloemen en vruchten
Kenmerken : Voorbeeld van plastiden
Eigenschappen : Bevatten gele en of rode kleurstoffen ( pigmenten ) Deze geven de kleur aan bloemen en vruchten
Relaties : Plastiden, Chloroplasten, Leukoplasten.

Concentratie :

Omschrijving : De hoeveelheid opgeloste stof per volume-eenheid of gewichtseenheid. De concentratie kan worden uitgedrukt in bijv. Volume &, massa &, g/l. Mg/m3, of ppm.
Kenmerken : De hoeveelheid opgeloste stof per volume-eenheid of gewichtseenheid.
Eigenschappen : De concentratie kan worden uitgedrukt in bijv. Volume &, massa &, g/l. Mg/m3, of ppm.
Relaties : diffusie en osmose


Cytoplasma

Omschrijving : Onderdeel van zowel de plantaardige als dierlijke cel. Bestaat uit grondplasma en organellen. De buitenste laag van het cytoplasma is de celmembraam.
Kenmerken : Onderdeel van zowel de plantaardige als dierlijke cel. De buitenste laag van het cytoplasma is de celmembraam
Eigenschappen : Bestaat uit grondplasma en organellen
Relaties : Grondplasma, Organellen, Celmembraam, Plantaardige cel en Dierlijke cel.

Dierlijke cel

Omschrijving : Bestaat uit cytoplasma en kernplasma. Bezit een celmembraam en een kernmembraam. Er komen geen grote vacuolen , plastiden en celwanden voor.
Kenmerken : Bestaat uit cytoplasma en kernplasma
Eigenschappen : Bezit een celmembraam en een kernmembraam. Er komen geen grote vacuolen , plastiden en celwanden voor.
Relaties : plantaardige cel
Voorbeelden : Spiercel, Huidcel.
Non-voorbeelden : Bastcel

Diffusiesnelheid

Omschrijving : Nettoverplaatsing van een stof per tijdseenheid. Het is afhankelijk van het oppervlak waardoorheen diffusie plaatsvindt, de afstand waarover diffusie plaaatsvindt, het concentratieverhscil of drukverschil, de tmeperatuur, de aard van de diffunderende stof en het difusiemedium.
Kenmerken : Nettoverplaatsing van een stof per tijdseenheid.

Eigenschappen : Het is afhankelijk van het oppervlak waardoorheen diffusie plaatsvindt, de afstand waarover diffusie plaaatsvindt, het concentratieverhscil of drukverschil, de tmeperatuur, de aard van de diffunderende stof en het difusiemedium.
Relaties : Diffusie en concentratie

Endoplasmatisch Reticulum

Omschrijving : Netwerk van dubbele membramen die bijna tegen elkaar aanliggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan, Functie is : Transport van stoffen.
Kenmerken : Netwerk van dubbele membramen die bijna tegen elkaar aanliggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
Eigenschappen : Functie is : Transport van stoffen.
Relaties : Ribosomen

Gestroomlijnde lichaamsvorm

Omschrijving : Verband tussen vorm en functie bij waterdieren. Vorm waardoor een individu zo weining mogelijk weerstand ondervindt van het medium waar in het zich beweegt. Kop, romp, staart gaan gelijdelijk in elkaar over bij waterdieren.
Kenmerken : Verband tussen vorm en functie bij waterdieren. Vorm waardoor een individu zo weining mogelijk weerstand ondervindt van het medium waar in het zich beweegt
Eigenschappen : Kop, romp, staart gaan gelijdelijk in elkaar over bij waterdieren.

Relaties : Functie.
Voorbeelden : Waterdieren, Haai, Pinguin, Dolfijn
Non-voorbeeld : duikboten

Gewelfde vormen :

Omschrijving : Verband tussen vorm en functie. Gewelfde vormen kunnen veel gewicht dragen. Bij de botten in de voeten b.v
Kenmerken : Verband tussen vorm en functie.
Eigenschappen : Gewelfde vormen kunnen veel gewicht dragen. Bij de botten in de voeten b.v
Relatie : Bruggen, kerken

Golgi system

Omschrijving : Het golgisysteem is een organel dat bestaat uit opeengestapelde platte blaasjes elk omgeven door een membraam. In het golgisysteem krijgne eiwitmoleculen, afkomstig van het E.R hun uiteindelijke vorm. Van het golgisysteem snoeren zich blaasjes af
Kenmerken : Een organel waarin eiwitmoleculen, afkomstig van het E.R hun uiteindelijke vorm krijgen.
Eigenschappen : Van het golgisysteem snoeren zich blaasjes af.
Relaties : E.R, Ribosomen, Lysosomen


Grondplasma

Omschrijving : Onderdeel van zowel de plantaardige als dierlijke cel. Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met opgeloste stoffen zoals, zouten, eiwiten, en vetachtige stoffen.
Kenmerken : Onderdeel van zowel de plantaardige als de dierlijke cel.
Eigenschappen : Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met opgeloste stoffen zoals, zouten, eiwiten, en vetachtige stoffen.
Relaties : Celmembraam, Plantaardige cel, Dierlijke cel, Cytoplasma, Organellen
Holle botten
Omschrijving : Verband tussen vorm en functie. Botten die licht en toch stevig. Komen voor in de ledematen.
Kenmerken : Verband tussen vorm en functi
Eigenschappen : Botten die licht en toch stevig. Komen voor in de ledematen.
Relaties : Buizen van het frame van een fiets.
Voorbeelden : Opperarmbeen en de dijbeen

Intercellulaire ruimte

Omschrijving : Holten tussen de celwanden gevuld met lucht.
Kenmerken : Holten tussen de celwanden
Eigenschappen : Holten tussen de celwanden gevuld met lucht.
Relaties : Celwand, Tussencelstof, en lucht

Intern Milieu

Omshrijving : Het interne milieu van veelcellige dieren bestaat uit weefselvloiestof en bloedplasma. Het interne milieu wordt gescheiden van de cel door het celmembraam

Kenmerken : Het interne milieu van veelcellige dieren bestaat uit weefselvloiestof en bloedplasma.
Eigenschappen : Het interne milieu wordt gescheiden van de cel door het celmembraam.
Relaties : Celmembraam

Kernplasma

Omschrijving : Onderddel van de plantaardige cel als dierlijke cel. In het kernplasma bevinden zich de chromosomen. De buitenste laag van het kernplasma is de kernmembraam.
Kenmerken : Onderddel van de plantaardige cel als dierlijke cel. De buitenste laag van het kernplasma is de kernmembraam.
Eigenschappen : In het kernplasma bevinden zich de chromosomen

Leukoplasten

Omschrijving : Voorbeeld van plastiden. Ze zijn kleurloos. Kunnen zich ontwikkelen tot chloroplasten, chromoplasten en amyloplasten.
Kenmerken : Voorbeeld van plastiden. Ze zijn kleurloos.
Eigenschappen : Kunnen zich ontwikkelen tot chloroplasten, chromoplasten en amyloplasten.
Relaties : Plastiden, chloroplasten, chromoplasten

Lysosomen

Omschrijving : Lysosomen zijn blaasjes die zijn afgesnoerd van het Golgisysteem. Ze komen voor in dierlijke cellen en bevatten enzymen die een functie hebben bij de vertering van stoffen in de cel.
Kernmerken : Lysosomen zijn blaasjes die zijn afgesnoerd van het Golgisysteem

Eigenschappen : Ze komen voor in dierlijke cellen en bevatten enzymen die een functie hebben bij de vertering van stoffen in de cel.
Relaties : Golgi systeeem

Mitochrondien

Omschrijving : Ronde of boonromige organellen met een dubbel membraam, waarvan het binnenste membraam sterk geplooid is. Mitochondrien maken energie vrij met behulp van zuurstof ( verbranding )
Kenmerken : Ronde of boonromige organellen met een dubbel membraam, waarvan het binnenste membraam sterk geplooid is.
Eigenschappen : Mitochondrien maken energie vrij met behulp van zuurstof ( verbranding )
Relaties : Enzymen

Orgaan

Omschrijving : Een deel van een organisme met een of meer functies. Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. Werken samen in orgaanstelsels
Kenmerken : Een deel van een organisme met een of meer functies.
Eigenschappen : Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. Werken samen in orgaanstelsels
Relaties : Organenstelsels
Voorbeelden : Hart, Blad, Vleugel.

Organel

Omschrijving : Deel van een cel met een eigen functie
Kenmerken : Deel van een cel met een eigen funcite

Eigenschappen : -----
Voorbeelden : E.R, Ribosomen, Mitochondrien, Chloroplasten, Celmembraam

Orgaanstelsel

Omschrijving : Een groep van samenwertkende organen met een gezamenlijke functie
Kenmerken : Een groep van samenwertkende organen met een gezamenlijke functie
Eigenschappen :-----
Voorbeelden : Verterignstelsel, bloedvatenstelsel, beenderstelsel

Osmotische waarde :

Omschrijving : De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgeloste deeltjes per volume eenheid. Hoe groter het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid, des te groter de omsotische waarde.
Kenmerken : Hoe groter het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid, des te groter de omsotische waarde
Eigenschappen : Hoe groter het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid, des te groter de omsotische waarde.
Relaties : Osmose, Semipermeabel membraam. Diffusie, Concentratie


Plantaardige cel

Omschrijving : Betsaat uit cytoplasma en kernplasma. Bezit een celmembraan en een kernmembraam. Er komen grote vacuolen, plastiden en celwanden voor.
Kenmerken : Betsaat uit cytoplasma en kernplasma.
Eigenschappen : Bezit een celmembraan en een kernmembraam. Er komen grote vacuolen, plastiden en celwanden voor.
Relaties : Dierlijke cel

Plastiden

Omschrijving : Ontstaan in het cytoplasma uit proplastiden
Kenmerken : Ontstaan in het cytoplasma uit proplastiden
Eigenschappen : Plastiden kunnen van de ene soort overgaan in de andere soort
Voorbeelden : Chloroplasten, Chromoplasten, Leukoplasten

Ribosomen

Omschrijving : Bolvormige organellen, gelegen op de membranen van het E.R of vrij in het cytoplasma. Functie : Synthese van eiwitten
Kenmerken : Bolvormige organellen, gelegen op de membranen van het E.R of vrij in het cytoplasma
Eigenschappen : Functie : Synthese van eiwitten

Relaties : E.R en het cytoplasma

Secretie :

Omschrijving : De afgifte van stoffen door een cel.
Kenmerken : De afgifte van stoffen door een cel.
Eigenschappen : ---
Relaties : Het golgi Systeem
Voorbeelden : In cellen van slijmvlies, in cellen van klieren

Semipermeabel Membraan

Omschrijving : Een semipermeabel membraam, laat wel water door maar niet de opgeloste stof
Kenmerken : Een semipermeabel membraam, laat wel water door maar niet de opgeloste stof
Eigenschappen : ----
Relaties : Osmose
Voorbeelden : celmembraan, vacuolemembraam
Non-voorbeelden : Celwand

Tegenstroomprincipe

Omschrijving : Verband tussen vorm en functie. Warmteverlies in de poten van een rendier word klein gehouden doordat er warmteuitwisseling tussen bloed in de slagaders en aders plaatsvindt. Het bloed in deze bloedvaten stroomt in tegengestelde richting.
Kenmerken : Verband tussen vorm en funcite

Eigenschappen : Warmteverlies in de poten van een rendier word klein gehouden doordat er warmteuitwisseling tussen bloed in de slagaders en aders plaatsvindt. Het bloed in deze bloedvaten stroomt in tegengestelde richting.
Voorbeelden : Warmtewisselaars

Transportenzymen

Omschrijving : Eiwitten die in het celmembraan zitten. Deze eiwitten kunnen een molecuul of ion van de ene naar de andere kant van het membraan verplaasten
Kenmerken : Eiwitten die in het celmembraan zitten
Eigenschappen : Deze eiwitten kunnen een molecuul of ion van de ene naar de andere kant van het membraan verplaatsen

Turgor :

Omschrijving : De druk van de cel op de celwand
Kenmerken : De druk van de cel op de celwand
Relatie : Osmose

Tussencelstof

Omschrijving : Komt tussen de cellen voor. Bestaat uit dood materiaal. In sommige weefsels is de tussencelstof hard, in andere zacht
Kenmerken : Komt tussen de cellen voor.
Eigenshcappen : Bestaat uit dood materiaal. In sommige weefsels is de tussencelstof hard, in andere zacht
Relaties : Plantaardige cellen en dierlijke cellen
Voorbeelden : Celwand bij plantaardige cellen


Vacuole

Omschrijving : Blaasje in het cytoplasma gevuld met vacuole vocht. Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen, zoals zouten, glucose, en andere reseverstoffen, afvalstoffen en kleurtsoffen. Komen voornamelijk voor in plantaardige cellen
Kenmerken : Blaasje in het cytoplasma gevuld met vauole vocht. Komen voornamelijk voor in plantaardige cellen
Eigenschappen : Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen, zoals zouten, glucose, en andere reseverstoffen, afvalstoffen en kleurtsoffen. Een vacuole is omgeven door een vauolenmembraan
Relaties : Jonge plantencellen en oude plantencellen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.