Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 3, 4 t/m 5.6

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1735 woorden
  • 11 augustus 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
M&O samenvatting: H3
• Balans : Een overzicht van de bezittingen, het eigen vermogen en de schulden van een onderneming op een bepaald moment.
• Vermogen/ Passiva: Eigen vermogen en vreemd vermogen(=de schulden van een onderneming)=>Credit: rechterkant van de balans.
• Resultatenrekening: geeft meer informatie over winst dan de balans. Wordt gebruikt om een gedetailleerd overzicht te geven over de kosten en opbrengsten van een bepaalde periode.
• Kapitaal goederen/ Activa: De bezittingen van een onderneming en de vorderingen die zij op anderen heeft.(=>Debet: linkerkant van de balans)

• Bij een eenmanszaak is het eigen vermogen zelf ingebracht.
• Liquide middelen: De betalingsmiddelen kasgeld en banktegoeden.
• Vreemd vermogen> lang: lening die langer loopt dan 1 jaar. > kort: lening die binnen een jaar betaald moet zijn.
• Debetzijde en de credit zijde moeten altijd met elkaar in evenwicht zijn.
• Lening o/g: geld wat de onderneming heeft opgenomen, heeft geleend.
• Lening u/g: geld dat de onderneming uitgeleend heeft aan anderen.
• Resultatenrekening: Wanneer je alle kosten en opbrengsten op een overzichtelijke manier weergeeft.
• Op de resultaten rekening moeten de debet en de creditzijden ook gelijk zijn.
• Voorraadgrootheden: Balans posten op een bepaald moment.
• Stroomgrootheden: Balans posten over een bepaalde periode.

Samenvatting: H4

• Vermogensmarkt: Hierop wordt vermogen aangeboden en gevraagd.
1 De geldmarkt : markt waar vreemd vermogen kort verhandelt wordt.
2 De kapitaalmarkt: markt voor permanent vermogen(aandelen vermogen) en vreemd vermogen lang.
• Aanbodzijde van de Vermogensmarkt: 1 institutionele beleggers en spaarders;

2 ondernemingen;
3 de overheid.
- Institutionele beleggers: Beleggers die grote sommen geld te beleggen hebben als uitvloeisel van hun hoofdzaak.(verstrekken vaak geld in de vorm van een onderhandse lening)
- Ondernemingen: Als deze geld over heeft gaat deze bijvoorbeeld beleggen.
- Overheid: Kan beleggen als de overheidsinkomsten groter zijn dan de overheidsuitgaven.
• Vragers van vermogen: 1 de consumenten;
2 ondernemingen;
3 de overheid.
- Consumenten: Als consumenten geen spaargeld hebben, maar wel grote uitgaven willen doen, zijn een persoonlijke lening of kopen op afbetaling veel gekozen mogelijkheden.
- Voor de financiering van productiemiddelen is de onderneming aangewezen op: eigen vermogen en vreemd vermogen(leningen).
- Overheid: Als de overheidsuitgave groter zijn dan de overheidsinkomsten moet zij geld lenen. Dan geeft de centrale overheid staatsobligaties uit.
• Onderhandse lening: Een lang lopende lening, waarbij geld wordt uitgeleend door een geldgever. Deze geldgever ontvangt als vergoeding rente.(overdracht zonder bank) +-punt: er kan onderhandeld worden over de leningsvoorwaarden en de betaling van rente i sneller omdat er maar 1 geldgever is.

• Obligatie lening: Een lening die is opgesplitst is kleinere gedeelten.(overdracht via de bank)
• Ondernemend sparen: Particulieren met een hoger inkomen kunnen zich het veroorloven om ondernemend te sparen/ beleggen. Dit doen ze door aandelen te kopen van een NV.
• Het dividend: De vergoeding voor de aandeelhouders. Deze is afhankelijk van de winst van de NV. Berekent over de nominale waarde. Er moet ook 25% dividend belasting betaalt worden.
• Koerswinst: Als de verkoop prijs van de aandelen groter is dan de prijs die je betaalt hebt.
• Beleggingsmaatschappijen: Belegt je geld in meerdere NV’s zodat het risico op verlies verkleint.
• Investeren: Als een onderneming productie middelen aanschaft.
• Beleggen: Als een particulier of onderneming geld over waarvan ze bijvoorbeeld effecten hebben gekocht in de hoop dat deze geld opbrengt of dat de waarde toeneemt.
• Vraag en aanbod bepalen de prijs van het product.
• Kredieten van de geldmarkt: Rekening-courantkrediet (bankkrediet), leverancierskrediet en afnemers krediet.
- Rekening-courantkrediet: Schuld van een onderneming of particulier aan een bank. Dan staan ze rood er wordt afgesproken tot welk maximum bedrag ze rood mogen staan.
- Leveringskrediet: De koper heeft op rekening gekocht.
- Afnemerskrediet: De koper betaalt eerst en pas daarna verkrijg je het product.
• Tot de kapitaalmarkt worden gerekend: aandelen, obligaties, onderhandse leningen en hypothecaire leningen.

• De kapitaalmarkt: >Openbare markt en onderhandse markt.
- Openbare markt: Worden waardepapieren verhandeld (aandelen en obligaties).
Veel aanbieders van vermogen.
Meer geld kan worden aangetrokken.
De wijzigingen kunnen dagelijks worden gevolgd op de beurs.
- Onderhandse markt: Komen vraag en aanbod van leningen samen. Over de voorwaarden van de lening wordt overlegd.
• Emissie(uitgifte): Als de waardepapieren voor het eerst door de onderneming/instelling worden uitgegeven.
• Plaatsing: Als de waardepapieren worden doorverkocht aan beleggers.
• Bij emissie van obligaties wordende voorwaarden vooraf bekent gemaakt.
• Marktmechanisme: Als er een evenwicht is tussen vraag en aanbod.
• Effecten: waardepapieren die kunnen worden gekocht en verkocht,zoals aandelen en obligaties.
• Effectenbeurs: De effectenbeurs is de plaats waar de aankoop en verkooporders van effecten worden uitgevoerd.
• Euronext Amsterdam: fusie van de beurzen van Brussel en Parijs. Alleen door leden van de Vereniging voor de Effectenhandel(Banken of commissionairs).

- segment Euronext 100
- segment Next 150
• Handel op Euronext:
- Doorlopende handel veilingsysteem: De koop en verkooporders orden in het systeem tegenover elkaar gezet en indien mogelijk uitgevoerd. Voor effecten die weinig worden verhandeld. In twee perioden worden alle orders verzameld en aan het eind wordt de prijs bepaald waarmee de orders uitgevoerd kunnen worden.
- Handel door veiling
• Provisie: Als een belegger ook effecten wil kopen of verkopen moet hij zich wenden tot een van de leden van de VE hiervoor moet hij dus provisie betalen.
• AEX-index: Index voor de 25 grootste in Amsterdam genoteerde ondernemingen.
• Fondsenreglement: Voorwaarden voor de notering aan de beurs, de inhoud van het prospectus en bv informatie verstrekking aan de beleggers.
• Orders in doorlopende handel veilingsysteem: Limiet order. Dan geeft de belegger aan de bank of commissionair een maximale koopprijs of minimale verkoopprijs. En Market orders: Dan wordt de opdracht tegen de eerstvolgende prijs uitgevoerd.
• De nominale waarde: Waarde die op het aandeel staat gedrukt.
• Centrum voor Fondsenadministratie: Hier worden de aandelen geregistreerd zodat er geen papiertjes meer worden uitgegeven maar alle aankopen en verkopen via de computer gaan.


Samenvatting: H5

• Aandelenkapitaal: Dit is een permanent vermogen.
• Als eigen vermogen groter is kan de onderneming makkelijker vreemd vermogen aantrekken(lenen).
• Emitteren: Aandelen uitgeven(plaatsen).
• Aandeel: Een waarde papier(deel uit een bedrijf):
- Mantel: Naam NV, nominale waarde, plaats van vestiging, maatschappelijk aandelenkapitaal, nummer aandeel.
- Dividendblad: Als de NV winst maakt krijgen de aandeelhouders een deel hiervan. Van het dividendblad knip je een dividendbewijs en die lever je in om je dividend te krijgen. Tegenwoordig gaat het automatisch.
• Dividend: Een deel van de winst uitkering per aandeel dat in je bezit is. Wordt berekend van uit de nominale waarde. Er moet ook 25% dividend belasting betaald worden.
- Stockdividend( altijd samen met cashdividend)
- Cashdividend
• Nominale waarde: Waarde die op het aandeel vermeldt staat(waarvoor het werd uitgegeven).
Koerswaarde: Waarde die op de beurs door vraag en aanbod tot stand komt.
• Emissie: Wanneer een onderneming het aandelenkapitaal wil uitbreiden, komt er een emissie van aandelen. De prijs(koers) wordt vastgesteld door de emissiekoers(ligt onder de beurskoers).
• NV aandelenkapitaal:

- Maatschappelijk aandelenkapitaal: Totaalbedrag aan aandelen wat er kan worden uitgegeven door een onderneming.
- Aandelen in Portefeuille : Totaalbedrag niet uitgegeven aandelen.
- Geplaatst aandelenkapitaal: Totaalbedrag aan uitgegeven aandelen.
• BV aandelen kapitaal:
- Maatschappelijk aandelen kapitaal;
- Ongeplaatst aandelenkapitaal;
- Geplaatst aandelen kapitaal.
• Optie: Om de werknemers te stimuleren kunnen in sommige NV directieleden aandelen kopen over een bepaald aantal jaren tegen een koers(prijs) die in het begin wordt vastgesteld. Als er dan koers stijging is kopen ze het aandeel voor de vastgestelde prijs en verkopen ze hem voor de hogere beurs prijs.
• Tantième: Het extraatje voor de werknemer als de winst stijgt. Om ze te stimuleren hard te werken.
• Preferente aandelen:

- Winstuitkering(preferentie): De preferente aandeel houders ontvangen het dividend waarop ze recht hebben voordat de normale aandeel houders dit krijgen.
- Zeggenschap: Dat is het recht dat het meest voorkomt het recht om een bindende voordracht te doen van twee personen voor de benoeming van een bestuurslid op te stellen. Uit deze voordracht moeten gewone aandeel houders kiezen. Deze aandelen worden meestal prioriteitsaandelen genoemd. Het is de bedoeling dat deze aandelen in een bepaalde groep personen blijven.
- Liquidatie(opheffing): Als de onderneming wordt opgeheven dan krijgen de vreemd vermogen houders eerder hun geld terug dan de aandeelhouders, preferente aandeelhouders krijgen eerder hun vermogensdeelname terug dan gewone aandeelhouders.
• Nadelen van een Gewone Aandeelhouder op een Preferente Aandeelhouder:
- Bij liquidatie ontvangen PA eerder hun geld dan GA.
- GA zijn meestal duurder.
- Zeggenschap van GA kan worden beperkt door uitgave van PA.
• Voordelen voor een NV uitgave gewone aandelen:
- Opbrengst is hoger.
- De meeste houder van gewone aandelen bemoeien zich niet met het beleid of bezoeken zelf de Algemene Vergadering niet.
Nadelen voor een NV uitgave gewone aandelen:
- Als het met de onderneming slecht gaat zal men niet bereid zijn aandelen te kopen voor de zelfde voorwaarden als eerst, maar als er preferenties tegenover staan.
- Door preferente aandelen uit te geven wordt het lastiger gewoon aandelen kapitaal aan te trekken.
• Prospectus: boekje of krantje waarin informatie staat over uitgegeven aandelen:

- Doel van de emissie.
- Overzicht van de bedrijfsresultaten van de voorgaande jaren.
- De winst verdeling.
- Prijs waartegen de aandelen verkocht zullen worden.
- Datum waarop de aandelen afgehaald moeten worden en wanneer betaald.
• Emissiekosten: De kosten die je betaald om de aandelen te laten registreren bij het Centrum voor Fondsenadministratie en de kosten van het emissieprospectus.
• Er zijn drie mogelijkheden voor een onderneming om de aandelen bij het publiek te plaatsen:
- A pari: Geplaatst tegen de nominale waarde.
- Boven pari: Geplaatst boven de nominale waarde, omdat de toekomstverwachtingen hoog zijn of omdat bij uitbreiding aandelen kapitaal reeds bestaande NV’s komen er nieuwe aandeelhouders als mede-eigenaar(van de onderneming en eventueel van de opgebouwde reserves) bij daarom een hogere koers.
- Beneden pari: Maar in 1 geval toegestaan als de onderneming nieuw vermogen nodig heeft en de aandelen niet kwijt kan boven of a pari, dus ze overdraagt aan een bank. De minimum koers is tegen 94% nominale waarde.
Het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde noemen we agio. Het totale agio wordt op rekening geboekt bij agioreserve, als onderdeel van eigen vermogen.

• Een balans is een momentopname.
• Aandeelhouders nog te storten: Als de aandeelhouders het volledige bedrag nog niet gestort hebben. Zodra de NV aangeeft dat deze het nog te storten bedrag nodig heeft moeten de aandeel houders overgaan op volstorting.
• Tantièmes: Het deel van de winst dat de werknemers en de commissarissen ontvangen.
• Winstreserve/ Algemene Reserve: Als er van de winst het dividend en tantièmes is afgetrokken blijft dit over in de onderneming.
• Dividendpercentage: Dividendbedrag voor aftrek van dividendbelasting : geplaatst aandelenkapitaal x 100%
• Brutodividend: Bedrag voor aftrek dividendbelasting.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.