Samen met onze partner #UseTheNews doen we onderzoek naar de Europese en Amerikaanse verkiezingen. Geef jouw mening en maak kans op 20 euro Bol.com tegoed!

Art. 47 - 58, 60, 61

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1033 woorden
  • 15 april 2008
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
9 keer beoordeeld

ANW Actief

Begrippen:
Almagest = het zeer grote
Aphelium = punt waar een planeet het verst van de zon verwijderd is
Astrologie = sterrenbeelden
Astronomie = ‘hij die de sterren benoemd’, wetenschap van de sterren
Azimut = kompasrichting
Bilharzia = ziekte; overgebracht door parasieten; wormpje in slakjes; in lichaam maakt het alles kapot
Bovenmaanse = buiten de aarde; cirkelbewegingen en onvergankelijk
Circumpolaire sterren = sterren die in 24 uur om de aarde draaien

Ecliptica = baan die de aarde rond de zon draait
Fysiologisch = leer van de natuur
Gravitatie = zwaartekracht = aantrekkingskracht = massa/(afstand)2 = Newton
Hemelklok = voorspelbaar hemelverschijnsel dat voor iedereen gelijktijdig zichtbaar is wordt gebruikt om de tijd op een andere plek op aarde te bepalen
Kanunnik = kerkbestuurder
Kitab al-Madjusti = ‘het grootste boek’ (arabisch)
Kosmos = heelal, universum
Kwintessens = quinta essentia = ether = vijfde vorm van materie
Lichtjaar = de afstand die het licht in 1 jaar aflegt = 9,46 x 1012km
Megalieten = grote stenen in vorm van bouwwerk gericht op NO
Nadir = het zenit van de tegenvoeters
Niet-circumpolaire sterren = deel van st.beeld zul je niet zien (andere kant v. evenaar)
Ondermaanse = op aarde; rust en vergankelijk
Perihelium = punt waar een planeet de zon het dichtst nadert
Plancktijd = kortste betekenisvolle lengte van tijd: 10-43s

Poolster = in NL 53o; tussen casseiopeia en grote beer, onderdeel van kleine beer
Proxima Centauri = eerst volgende ster na onze zon: 4 lichtjaar weg
Retrograde beweging = terugkerende beweging
Slaapziekte = ziekte overgebracht door tseetseevlieg
Tijd = voortgang van gebeurtenissen; cultureel verschijnsel (groepen mensen); tellen van periodieke veranderingen
Zenit = ster recht boven je
Ziggurat = piramide, werd gezien als brug tussen hemel en aarde
Zodiak = dierenriem; 7e eeuw v. Chr. getekend
Zomerzonnewende = de langste dag (21 juni)

Personen:
- Thales van Milete (600 v. Chr.):
Aarde is platte schijf, drijvend op oceaan. Alles is water
- Anaxagoras (500 - 430 v. Chr.):
Platte aarde en de andere hemellichamen zijn geen goden  werd verbannen.
Maan krijgt licht van zon; maan voor zon = zonsverduistering
- Pythagoras (400 v. Chr.):
Aarde is bolvormig, omdat dat de meest perfecte vorm is.
Mystieke aarde

- Aristoteles (300 v. Chr.):
Wel zintuigen gebruiken  aarde is bolvormig, want je kunt het zien.
Tweedeling: bovenmaanse en ondermaanse.
Geocentrisch wereldbeeld
- Plato (300 v. Chr.):
Geen zintuigen gebruiken, wel wiskunde
- Eratosthenes (275 - 195 v. Chr.):
Ontwikkelde coördinatennet, maar het was een onregelmatig netwerk;
temperatuur verschillen
- Hipparchos van Nicaea (160 – 125 v. Chr.):
Maakte van het coördinatennet een regelmatig netwerk.
- Ptolemaeus (2e eeuw):
Geocentrisch wereldbeeld
Verbeterde de breedtegraden van Eratosthenes/Hipparchos. En tekende de aarde plat.
- Arabieren (M.eeuwen):
Vertaalden Ptolemaeus in het arabisch;Kitab al-Madjusti, later Almagest
- Galileo Galilei (16e eeuw):

(Slinger)klok
Verbreekt Geocentrisch wereldbeeld  Heliocentrisch wereldbeeld, natuurkunde
- Christiaan Huygens (17e eeuw):
Slingerklok
- Riccioli (1600 – 1670):
Maankaart; namenstelsel voor bergketens/zeeën op de maan.
- Newton (17e/18e eeuw):
Man van de vallende appel
- Copernicus:
Heliocentrisch wereldbeeld

Samenvattingen:

47 De nachtelijke hemel
Griekse oudheid:
- beter vertrouwd met sterrenhemel dan nu, want ’s nachts veel donkerder.
- mythische figuren in bepaalde groepen sterren - sterrenbeelden
- in werkelijkheid staan de sterren van een sterrenbeeld niet bij elkaar
Astronomische instrumenten: astrolabium, jacobsstaf
15e eeuw: eerste sterrenatlassen
1928: hele hemel in kaart


48 Hemelglobe
Bepaal de positie van een ster:
- azimut (0=N; 90=O; 180=Z; 270=W)
- hoogte (hoek tussen ster en horizon)
Op sterrenkaart zijn oost en west altijd verwisseld.

49 Kalenders en culturen
Kalenders  tijd bepalen, maar hoe - dagen/nachten tellen óf afwisseling seizoenen óf verandering maan; volle manen tellen (12/jaar)
- Maankalender
1 volle maan = 1 maand
Pasen: 1e zondag na volle maan na begin lente
Maar: Maancyclus = 29½ dag = rondje maan om aarde
Jaarcyclus = 365¼ dag = rondje aarde om zon. Op den duur kloppen seizoenen niet meer.
- Megalieten
Gebaseerd op zonnekalender, dus moderner
- Kalender uit Egypte (werd ook Griekse kalender)
Gebaseerd op Sirius (uit Grote Hond) en Zon: elk jaar overstroomt de Nijl.
12 maanden van 30 dagen = 360 dagen. Egyptisch jaar begon met 5 feestdagen.
- Romeinse kalender = Juliaanse kalender (zonnekalender)

Hetzelfde, maar sommige maanden hadden 31 dagen. Ze voerden het schrikkeljaar in, maar 1 dag extra is ook net iets teveel.
- Gregoriaanse kalender (Paus Gregorius XIII)
10 dagen eenmalig overgeslagen en geen schrikkeljaren meer op eeuwwisseling behalve als deelbaar door 400.

50 Zon en aarde
De seizoenen worden bepaald door de scheve stand van de aardas (23,5o).
Op de steenbokskeerkring komen de zonnestralen loodrecht op de aarde.
De breedtegraden liggen parallel aan de lijn door Alexandrie.

51 Tijd
Dagen/nachten; volle manen; uren tellen mbv schaduw; zonnewijzer/waterklok/zandloper/gnomon (Egypte); slingerbeweging - slingerklok (Christiaan Huygens; mbv trillingen binnen atoom - atoomklokken (supernauwkeurig)

52 De maan aan de hemel
Natuurwetenschap wil verschijnselen verklaren en voorspellen - modellen
D (derniere); P (premiere)
Galilei ontdekte met zijn zelfgemaakt telescoop bergen en zeeën op de maan, zeeën met water - Newton: maan heeft geen atmosfeer - geen water
Maan zorgt voor eb en vloed, hij zal ooit verdwijnen. 1969, Neil Armstrong op de maan


53 Navigatie via de sterren: breedtegraden
Coördinatennet bestaat uit breedteparallellen en meridianen (lengtegraden).
N.halfrond: hoogte poolster (te vinden mbv steelpannetje) = breedtegraad.

54 Navigatie: het lengtegradenprobleem
Lengtegraad moeilijk te bepalen omdat de meridiaan beweegt. Prijs voor een goede methode om lengteposities vast te stellen. Tijd - elk uur later dan de starthaven is 15° verandering. Astronoom – hemelklok, te moeilijk voor zeeman. Klokkenmaker - mechanische klok (er waren geen goedlopende klokken). John Harrison maakte een goedlopende klok (houtsoort scheidt vet uit). H-4 het beste  prijs winnen, toch niet (horlogemaker).

55 Astrologie
Je leven wordt bepaald door de stand van de hemellichamen tijdens je geboorte.
Begrijpelijk: in een jaar steeds zelfde 12 sterrenbeelden. Astrologie = wetenschap + godsdienst. Ontstaan in Mesopotamie, als spijkerschrift en tijd (niet vechten voor leven).
Nu is alles verklaarbaar - geen astrologie meer, maar astronomie.

56 Wereldbeeld
Zie personen. Griekse kosmos: alle hemellichamen draaien om een groot vuur: aarde, maan, zon, 5 planeten, sterren = 9 + een tegenaarde om 10 te krijgen.
(Jupiter, Mars, Mercurius, Saturnus, Venus)


57 Geocentrisch of heliocentrisch?
Probleem Aristolelisch model: planeten maken niet altijd circelvormige banen, wel lussen - ander model maken. Copernicus: schreef ‘revolutionibus orbium coelestium’

58 Eppur si muove
Galilei: dialoog in Italiaans. Hij zag: maan heeft bergen en dalen, zon idem, jupiter heeft manen, venus heeft schijngestalten - zon in middelpunt!!
Conflicten met kerk: huisarrest

60 Gravitatie
Gravitatie = zwaartekracht = Newton
Aristoteles: Tweedeling.
Newton: geen tweedeling.
Algemeen: twee massa’s trekken elkaar altijd aan = gravitatiekracht = aantrekkingkracht = massa/afstand kwadraat.
Dus: geen aarde - maan schiet recht heelal in

61 Ruimtekolonie
Ontsnappen aan zwaartekracht: kracht nodig; brandstof nodig (dat heeft gewicht - extra kracht nodig). Hoe groter planeet, hoe moeilijker. 40000 km/h - verlaat de aarde, in de ruimte. Versnellen kan niet - mens wordt in elkaar gedrukt.
Reis moet lang duren - ruimteschip nodig. – kunstmatige zwaartekracht (schip laten roteren) – levensbehoeften mee (o2, h2o, voedsel) – eenmaal in beweging: nauwelijks meer energie nodig.

REACTIES

R.

R.

Het Zenit is niet de ster, maar het punt recht boven je. Ook als zich hier geen ster bevindt noemt men het nog steeds het zenit.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.