Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Franse Revolutie

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 5e klas vwo | 1480 woorden
  • 1 april 2008
  • 72 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
72 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdvenster B

Historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen verklaren.
Welke omstandigheden waren van invloed? Hoe?

- Absolutisme van de koning, Hierbij zijn de vorsen onafhankelijk van de bestaande wetten. Door enkele manieren is de positie van Lodewijk XIV als absoluut vorst verzwakt. Zo bleven de privileges ontstaan, wat tot onvrede leidde. En voerde hij geldverslindende oorlogen, waardoor de bodem van de schatkist altijd zichtbaar bleef.
- Mercantilisme. Hierbij werd de welvaart van een land afhankelijk geacht van de hoeveelheid edele metalen. De nijverheid werd gestimuleerd door hoge invoerrecht en lage uitvoerrechten. Om de uitvoerproducten zo laag mogelijk te houden kregen de arbeiders weinig loon. Daardoor moest de prijs van de agrarische producten ook extra laag gehouden worden. De boeren waren de slachtoffers van dit systeem.

- De economische bloei zorgde ervoor dat rijke burgers veel land opkochten en daardoor ten aanzien van de pachters dezelfde rechters kregen als de edelen. Maar de welvaart van de burgers werd gestagneerd door de reglementen van het Colbertisme, gebrek aan eenheid in de wetgeving en rechtspraak, door de binnentollen en het verlies van koloniën.
- Het feodale systeem. De adel bezat een groot stuk grond die door dienstbare boeren werd bewerkt. Op deze pachters drukten herendiensten en het door de staat gevoerde beleid inzake belastingen en prijzen voor agrarische producten. Dit leidde tot ontevredenheid onder de boeren.
- Het bestaan van een staatskerk. Hierdoor had de geestelijkheid veel macht. Zij hadden vooral voorrechten op het gebied van belastingen en rechtspraak. En alleen het Katholicisme werd toegestaan. Wanneer de niet Rooms-katholiek was.
- Standenjustitie. Zoals net al vermeld hadden de geestelijken voorrechten op het gebied van belasting en rechtspraak. Ook de adel had verschillende voorrechten. Zo hadden alleen zij recht op de hoge rangen in het leger, de kerk en de rechtspraak. Zij werden vrijgesteld van belasting en mochten hun pachters om herendiensten vragen.

Wat was de meest directe oorzaak (aanleiding)? Hoe?
Het bijeenroepen van de Staten-Generaal door de koning. Deze werd op 5 mei 1789 geopend door Lodewijk XVI, omdat hij niet meer goed kon regeren, omdat hij werd tegengewerkt door de adel. Hierdoor was het afgelopen met het absolutisme van Lodewijk XVI.

Welke al langer spelende oorzaken waren van invloed? Hoe?
- De lage leefomstandigheden. De burgers in Frankrijk leefden onder slechte leefomstandigheden. Het mislukte de graanprijzen laag te houden omdat er vaak misoogsten waren en er een gebrekkig transportsysteem was. Honger was dan ook erg normaal. Dit leidde tot veel ontevredenheid onder de burgers.
- Het opnieuw instellen van herendiensten, privileges e.d. zorgde ook voor ontevredenheid.
- Het oude belastingstelsel. Dit had te maken van de standensamenleving. Hierdoor hoefde elke stand een ander bedrag te betalen, en hoefde de eerste stand bijvoorbeeld helemaal geen belasting te betalen.
- De nieuwe gedachten van de verlichters. Verlichte denkers wilden een betere staat opbouwen door de ongelijkheid tussen mensen te verminderen, de welvaart te verhogen en het onderwijs te verbeteren. Het bijzondere van de achttiende eeuw is dat deze nieuwe manier van denken zich ook verspreidde onder de ontwikkelde burgers en vooruitstrevende edelen.

- Aan het eind van de achttiende eeuw kregen veel rijke burgers het aanzien van de adel, omdat zij veel grond opkochten. Het is mogelijk dat de rijkere burgers dit als verraad zagen, omdat zij vonden dat de mensen uit hun eigen stand hen in de steek lieten. Ook moesten zij hierdoor meer belasting betalen.
- Een andere oorzaak is dat alle drie de standen ontevreden waren over justitie, strafrecht en belastingen. Allen wilden hierin na de revolutie hervormingen.
- Ook wilden alle drie de standen individuele vrijheid afschaffing van de censuur.
- De invloed van de Rooms-katholieke kerk. Hierdoor werd de vrijheid beperkt, en dat leidt tot ontevredenheid.

Welke personen of groepen waren daarbij in het bijzonder belangrijk? Waarom?
Groepen
- De Derde Stand, of tiers état: Zij was degene die de opstand is begonnen en die het hardste streed voor veranderingen.
Personen
- De Franse koningen. De geldverslindende politiek was begonnen onder Lodewijk XIV, maar het was koning Lodewijk XVI die Frankrijk zo slecht bestuurde, en die de Staten-Generaal bijeenriep in mei 1789, wat aanleiding was tot de Franse Revolutie.
- Verlichte denkers zoals Charles de Montesquieu, Jean-Jacques Rousseau en François de Voltaire: Zij verspreidden de ideeën van de Verlichting in Frankrijk.

Hoe werkten de oorzaken op elkaar in?
Door de lage levensstandaard werden de mensen steeds ontevredener. Toen de herendiensten werden heringevoerd, bereikte de ontevredenheid een kookpunt. Ook vonden zij het onterecht dat de adel en de geestelijkheid geen belasting hoefden te betalen, en de derde stand wel. Aan de andere kant kregen zij van verlichte denkers en filosofen de ideeën te horen over een verlichte samenleving. Zo kwam de adel, maar ook de derde stand te weten hoe de samenleving beter georganiseerd kon worden.


Welke oorzaken zijn belangrijker dan de andere? Waarom?
Het bijeenroepen van de Staten Generaal was een belangrijke oorzaak, omdat dit eigenlijk de aanleiding was tot het ontstaan van de Franse Revolutie. De Verlichting was ook een belangrijke oorzaak, omdat mensen anders leerden denken over hun samenleving. Deze zijn belangrijker dan andere oorzaken omdat zij op zichzelf ook al goede oorzaken zijn voor een revolutie. Er zijn dan nog wel andere oorzaken bij nodig die een revolutie helpen plaats te vinden. Deze minder belangrijke oorzaken zijn ook wel van belang, maar meer omdat ze op elkaar inwerken.

Gevolgen van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen onderscheiden.
Welke gevolgen traden direct op? Welke pas later?

Direct
- Er komt een grondwet.
- Frankrijk wordt een republiek.
- Het absolutisme wordt afgeschaft.
- Verklaring van de rechten van de mens.
- Scheiding van de machten.
- Afschaffing van het feodale systeem.

Later
- Oprichting van politieke partijen.
- De opstand van Napoleon Bonaparte.
- Terugkeer van de godsdienstvrijheid.
- Opkomst van het nationalisme.
- Een periode van terreur.

Welke gevolgen waren slechts korte tijd van belang? Welke zijn lang merkbaar?
Kort
- Godsdienstvrijheid werd kort daarna al weer afgeschaft.
- De terreur is volgens de anatomie van de revolutie vaak een korte periode, en dat bleek ook tijdens de Franse Revolutie zo te zijn.


Lang

- Het nationalisme bleef nog lang bestaan, en is misschien nog tot op heden merkbaar.
- De afschaffing van het feodale systeem. Dit systeem is daarna nooit meer ingevoerd.
- De grondwet die nu nog wordt gebruikt is afgeleid, of uitgebreid op de grondwet uit de revolutie.
- De verklaring van de rechten van de mens.
- De Trias Politica bestaat nog tot op de dag van vandaag.

Welke veranderingen waren het meest ingrijpend?
De overgang van een monarchie naar een democratie was een zeer ingrijpende verandering. Ook het instellen van de grondwet valt binnen deze categorie, net als het aan de macht komen van Napoleon Bonaparte, net als de afschaffing van het feodale systeem.

Welke gevolgen waren bedoeld of verwacht? Welke waren onbedoeld of onverwacht?
Bedoeld
- De verklaring van de rechten van de mens en de burger.
- Het instellen van de grondwet.
- Het afschaffen van het feodale systeem.

- Het afschaffen van de absolute vorst.
Onbedoeld
- De democratie.
- Het nationalisme.

Continuïteit en verandering onderscheiden in ontwikkelingen.
Wat veranderde er? Wat bleef geheel of grotendeels hetzelfde?

- Er was geen absolutisme meer, dat was er voorheen vrijwel altijd geweest.
- Frankrijk werd een democratie.
- Het feodale systeem was er niet meer.
Weinig bleef hetzelfde.

Vonden de veranderingen plotseling plaats? Of geleidelijk?
Veel veranderingen vonden geleidelijk plaats; mensen begonnen anders te denken en de ontevredenheid was er al lang, men wilde verandering, maar wist nog niet precies hoe ze dat konden bereiken.

Welke veranderingen waren het meest ingrijpend?
Het overgaan van het absolutisme naar de democratie.

Rekening houden met het bijzondere en het algemene.
Wat was voor die tijd normaal of kenmerkend?

Voor de revolutie was vooral de standensamenleving kenmerkend voor Frankrijk, en andere delen van Europa. De grond was grotendeels in het bezit van de adel die het land uitleende aan boeren, die op het land moesten werken. De boeren moesten daarvoor wel belasting betalen en een gedeelte van de oogst aan de landheer afstaan. Het land werd geregeerd door een (absoluut) vorst.


Wat was voor die tijd uitzonderlijk?
De opkomst van de verlichte denkers als Montesquieu en Rousseau. Hun visies op hoe een samenleving eruit kon zien waren voor die tijd ongehoord.

Wat was voor een bepaalde samenleving of onderdeel ervan, normaal of kenmerkend?
De eerste stand bestond uit geestelijken, de tweede stand bestond uit de adel, en de derde stand bestond uit burgers en boeren. Dit was al heel lang zo, en de standensamenleving was kenmerkend voor Frankrijk in en na de Middeleeuwen, tot de revolutie. De veranderingen begonnen toen de koning intendanten aanstelde, en er een gegoede burgerij kwam.

Wat was voor een bepaalde samenleving of onderdeel ervan uitzonderlijk?
Het was bijzonder dat de derde stand een zeer grote invloed kreeg, en deze invloed kon doordrukken naar een revolutie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.