Wetenschappelijke Revolutie

Inleiding

In dit werkstuk onderzoeken wij wie de wetenschappers uit de tijd van de Wetenschappelijke revolutie waren en wat ze deden en wie de verlichters in de tijd van de Redelijkheid waren en waar ze meebezig waren. Dus zullen wij de belangrijkste wetenschappers en verlichters apart behandelen. Zo kunnen wij op die vragen (wie en wat ze waren) per verlichter/wetenschapper beantwoorden.
Maar voordat we beginnen met de Wetenschappelijke Revolutie en de eeuw van de Redelijkheid, moeten wij u natuurlijk vertellen naar de aanleiding van deze gebeurtenissen:
Dit alles is begonnen als reactie op de Renaissance.

De Renaissance betekent letterlijk “Wedergeboorte”, dit slaat op het feit dat in 14e-16e eeuw de “wedergeboorte” was ontstaan in Italië toen de steden zochten naar een ideale samenleving in het verleden. Al snel kwamen ze bij de Romeinen en de Grieken. Wat de stedelingen ontdekten was dat de Romeinen en de Grieken een uitgebreide wetenschap hadden. Toen begonnen de wetenschappers uit de tijd van de Renaissance zich gingen verdiepen in de wetenschappen van de Romeinen en de Grieken, kortom ze kregen weer een wedergeboren interesse in het verleden. Daar slaat de naar Renaissance dus op. Toen begonnen de wetenschappers zelf proeven te doen en zelf dingen uit te vinden en dit is al het begin van de Wetenschappelijke Revolutie.

De Eeuw van de Redelijkheid

Rechtspraak
In de 18e eeuw werden er veel doodstraffen uitgedeeld en veel gemarteld. Ook werden mensen al snel als vals beschuldigd, door omkoping van getuigen. Ook als er weinig/tot geen bewijs was dat diegene iets gedaan had wat niet mocht, dan werd hij/zij als nog gemarteld of de gevangenis in gegooid. Heel vaak gaven de rechters ook gewoon de doodstraf.
Bescari was een verlichter en had vooral veel kritiek op de rechtspraak. Hij vond de doodstraf maar niks. Hij zei dat de doodstraf minder doeltreffend was om van de misdaad af te blijven want, de doodstraf duurt kort dus was minder afschrikbaar. Ook was hij tegen de martelingen. De waarheid zit niet in de bouw van de mens. En de misdaad moest na korte tijd al gestraft worden des de duidelijker de bestraffing was. Voltaire was ook een verlichter en had veel kritiek op het te snel straffen van schuldigen terwijl ze onvoldoende bewijs hadden om hem te straffen. Het omkopen van getuigen werd ook veel gedaan in de 18e eeuw.
De ideeën van Bescari zijn in Europa veel in praktijk gebracht. Zo zijn er geen matrelingen meer en ook geen doodstraffen meer. Als er onvoldoende bewijs tegen de schuldige is, wordt hij vrijgesproken. De omkoop regeling mocht niet meer, anders werd je zwaar gestraft.

GODSDIENST
De godsdienst in de 18e had veel invloed op de rechtspraak. Veel mensen waren in die tijd Katholiek het Protestantisme werd gezien als ketterij. Als je niet Christen was had je als schuldige van een misdrijf veel meer kans op de doodstraf. Er was ook kritiek op de godsdiensten die elkaar bestreden, want dat mocht volgens “de Natuur” niet. Volgens de verlichters was de godsdienst daar namelijk uit voortgekomen. Tegenwoordig maakt het geloof niks uit bij de rechtspraak.

POLITIEK
De mensen waren in de 18e eeuw volgens de verlichters niet vrij genoeg. Ze moesten gehoorzamen aan de hoge adel. Als ze dat niet deden waren ze vrij en die vrije mensen moesten samen een volk vormen, zodat men dan vrij bleef. De koningen in de 18e eeuw bezaten alle macht in die tijd en dat was volgens de verlichters niet goed. Volgens de verlichters was de politieke situatie in Engeland zeer goed. Ze hadden daar een parlement die de besluiten nam en iedereen moest belasting betalen (inclusief de koning). In de rest van Europa lag alle macht op de koning zowel als wetgevende macht en de uitvoerende macht(het besturen van een land), en de rechtsprekende macht (voor rechter spelen).

Volgens Frederik de Grote, koning van Duitsland, moesten de koningen iets goeds doen met hun macht. Ze moesten kijken naar Engeland. Volgens Montesquieu (een verlichter) mocht de desbetreffende koning niet alle macht hebben want dat was geen vrijheid.

ONDERWIJS EN OPVOEDING
In de 18e eeuw was het onderwijs bestemt voor de kinderen van de hoge adel. De arme kinderen kregen geen onderwijs, omdat ze niet konden leren volgens de edelen. De kinderen droegen dezelfde kleding als hun ouders. Zo zagen ze er uit als volwassene. De ouders keken in die tijd helemaal niet naar hun kinderen om. Dat deden de gouvernantes (nanny’s van nu)
Een bekende verlichter was Rousseau en hij wou vooral dat ouders meer naar hun kinderen omkeken en meer zorg eraan zouden besteden. De kinderen in die tijd moesten vooral zichzelf zijn. Het kind moest zelf wijs worden door ervaring die hij opdeed in zijn leven. En ook arme kinderen moesten onderwijs krijgen, want iedereen bij de geboorte is gelijk.
De kinderen krijgen nu steeds meer vrijheid en mogen een heleboel.

Wetenschappelijk revolutie:

Wat is de wetenschappelijke revolutie?

In de Middeleeuwen waren geleerden meestal geestelijken. Zij deden vooral onderzoek op gebieden die met godsdienst te maken hadden. In de Nieuwe Geschiedenis veranderde dat, toen kwamen steeds meer onderzoekers die geen geestelijken waren. Zijn bestudeerden andere onderwerpen en ontdekten allerlei dingen. Een mooi voorbeeld van zo’n onderzoeker is de sterrenkundige Galilei Galileo. Al die ontdekkingen in de wetenschap zijn later de wetenschappelijke revolutie genoemd.
Revolutie betekent: een grote verandering die in korte tijd plaatsvindt. Door de Wetenschappelijke Revolutie kwamen er grote veranderingen in de samenleving.

Belangrijkste kenmerken van de Wetenschappelijke Revolutie:
• Er kwam een nieuwe manier van onderzoeken. Belangrijk waren observeren, experimenteren en redeneren.
• De manier van leven veranderde voor veel mensen erg.

Verschillen met de Griekse wetenschap

De Griekse arts Hippocrates ging bij zijn onderzoeken van uit waargenomen feiten .Hij probeerde conclusies te trekken uit deze feiten.
Eigenlijk was de nieuwe manier van onderzoeken helemaal niet zo nieuw.
Maar toch waren er verschillen van onderzoeken met de Griekse oude manier.
• Onderzoekers experimenteerden meer;
• Er was een groot aantal onderzoekers;
• De onderzoekers werkten samen en werden door de overheid gesteund.

De oprichting van wetenschappelijke verenigingen bevorderde de samenwerking tussen onderzoekers.
Hier kwamen de bekendste onderzoekers bij elkaar. Dan bespraken ze resultaten van hun werk.
In 1666 kwam in Frankrijk de “Academie van Wetenschappen”.
Experimenten die door onderzoekers werden gedaan, werd door deze verenigingen betaald.

In (wetenschappelijke) tijdschriften kwamen de resultaten van deze experimenten.
Het verschil tussen technologie en wetenschap

Wetenschap en technologie hebben in onze samenleving veel met elkaar te maken.
Bij technologie denken we meestal aan de manier waarop (wetenschappelijk) kennis wordt gebruikt in de industrie.
De wetenschap probeert erachter te komen waarom bepaalde dingen gebeuren.

De regering steunde de eerste onderzoekers niet. Die onderzoekers zijn uit zichzelf begonnen. Onder hen bevonden zich mensen zoals Galileo, Newton en van Leeuwenhoek.

Gevolgen van de Wetenschappelijke Revolutie

-De Wetenschappelijke Revolutie gaat een belangrijke plaats in de samenleving innemen

De monnik Giordano Bruno beweerde dingen over het heelal die niet in de bijbel stonden, daarom werd hij in 1600 ter dood veroordeeld.

Galilei werd gedwongen te zeggen dat zijn opvattingen over het heelal verkeerd waren omdat hij in 1633 nog veel bedreigd werd met martelingen.

Met Newton ging het anders. Hij werd zo beroemd dat de koningin van Engeland hem in de adelstand verhief. Een bewonderaar van hem vroeg zich af of hij wel hetzelfde at, dronk & sliep als andere mensen. Newton kreeg veel belangstelling in Europa. Over hem werden vele boeken geschreven. Deze boeken waren voor een groot publiek. ‘De denkbeelden van Newton uitgelegd voor dames’ kwam bijvoorbeeld in 1737 uit in Italië. Deze boeken werden veel herdrukt en dat bewees wel de belangstelling voor de wetenschap in die tijd. De mensen begonnen te begrijpen dat het toenemen van kennis veel voordelen had en de vooruitgang werd zichtbaar op allerlei gebieden: doktoren konden steeds meer mensen genezen, het werken in mijnen werd steeds veiliger door de technische uitvidingen en bepaalde producten konden makkelijker en goedkoper gemaakt worden.

-De West-Europeanen gaan de wereld overheersen


De West-Europeanen konden dankzij de Wetenschappelijke Revolutie enkele eeuwen de wereld overheersen. Ze hadden dit niet voor elkaar gekregen zonder allerlei uitvindingen zoals kanonnen & later ook spoorwegen & stoomschepen. De westerse wetenschap & technologie hebben op de andere in de wereld erg veel indruk gemaakt. Die volken wilden eigenlijk het meest hun eigen cultuur houden, maar voor de westerse wetenschap & technologie maakten zij wel een uitzondering.

-De Eeuw van de Redelijkheid

Tijdens de Wetenschappelijke Revolutie lieten onderzoekers zien dat veel dingen eigenlijk anders waren dan mensen altijd hadden gedacht. Ook gingen men over andere dingen nadenken: manier van omgang met elkaar, of een volk mocht meebeslissen of dat alleen de koning dat mocht doen. De Wetenschappelijke leidde tot de Eeuw van de Redelijkheid.

Isaac Newton

Isaac Newton is een wetenschapper uit de tijd van de Wetenschappelijke Revolutie. Hij was een Brits natuurkundige, filosoof, wiskundige, sterrenkundige en alchemist. Hij een voorloper van de wetenschappers in de wetenschappelijke revolutie en hij was dus een van de aanstichters ervan. Hij was een van de belangrijkere wetenschappers, omdat hij wetten uitvond waar veel van de latere wetenschappers, bijvoorbeeld de grote Einstein, iets aanhadden. Sommige mensen vinden zelfs dat Isaac Newton in de zelfde klasse zat als Archimedes.
Hij werd geboren in Woolsthorpe (Lincolnshire) op 4 januari 1643. Hij volgde een lage opleiding in Grantham. Hij ging op zijn 18e naar Cambridge om daar verder te studeren. Ook kwam hij de belangrijke wiskundige Isaac Barrow tegen, deze maakte een diepe indruk op hem. Toen hij lekker bezig was met studeren in Cambrigde moest hij vluchten naar zijn geboorte plaatsje voor de pest. Thuis ontdekte hij de wetten van de Zwaartekracht.
Omdat Isaac Newton ook de wetten van de krachten op een object had uitgevonden rekenen de mensen nu met Newton als het gaat over krachten.
Hij heeft 2 boeken geschreven: Philosophiae Naturalis Principia Mathematica, een boek over de zwaartekracht en de andere wetten van Newton, dit boek is ook bekend met de naam “Principia”. Zijn 2e boek heet “Opticks” en gaat over optica in het Engels.
Verder is hij ook nog bekend geworden om zijn experimenten met lichtbreking.

Galilei Galileo

Galileo Galilei is geboren op 15 februari 1564 in Pisa. Hij overleed op 8 januari 1642. hij was een Italiaanse astronoom, filosoof en natuurkundige.
Hij was van 1589 tot 1592 hoogleraar in Pisa en van 1692 tot 1610 in Padua.


Grondlegger van de moderne astronomie.
Galilei was de eerste die een telescoop gebruikte voor astronomische waarnemingen waarschijnlijk. Galilei ontdekte daardoor vier manen van Jupiter. Ook nam hij de schijngestalten waar van de planeet Venus, de kraters op de maan. Hij beschreef deze waarnemingen in een boek dat in maart 1610 verscheen. Het heette Sidereus Nuncius. In het Merderlans heet het de Sterrebode.

Een paar maanden later richtte hij de kijker op Saturnus en “iets” op aan beide kanten van Saturnus. Hij zei dat hij in drievoud had gezien!
Pas Huygens concludeerde in 1656 dat wat er was gezien een ringstelsel moet zijn.

Galilei Galileo is de vader van de moderne astronomie. Op grond van de wwaarnemingen van de manen van Jupiter, de fasen van Venus en de theorie van Nikolaus Copernicus kwam Galilei Galileo tot “De heliocentrische theorie”. Dat betekende dat de zon in het midden van onze zonnestelsel staat en e andere planeten, ook de aarde, eromheen draaien.

Eerder dachten de mensen op de grond van de geschriften van Plato, Aristoteles en later Ptolemeus, dat de aarde in het midden van het gehel universum stond en dat de zon en alle andere planeten eromheen draaiden.
Dit was ook de opvatting van de Christelijke Kerken en dan met name de Rooms-katholieke Kerk.
Na een paar jaar kwam Galilei Galileo dan ook in conflict met de kerk.

Galilei Galileo werd gedwongen om afstand te nemen van zijn ontdekkingen. Hij werd in een kerkelijk proces veroordeeld tot levenslang huisarrest (1633-1642).
Overigens nam de paus Urbanus VIII stappen nadat Galilei op een verzoek van de paus tot verheldering van zijn standpunten een satirische discussie had geschreven waarin een persoon die de officiële gezichtspunten van de kerk verwoordde werd voorgesteld als een dwaas.
In 1633 was Galilei al en oude man van 69 geworden. Men segt dat hij na zijn vonnis de volgende woorden riep: “Eppur si muove”. Dat betekent: “En toch beweegt zij” (namelijk de aarde om de zon). dat kan niet waar zijn maar hij was er zonder twijfels ervan overtuigd dat aarde in beweging was. En daar kon zijn vonnis niets aan veranderen.


Terwijl hij onder huisarest stond slaagde hij erin een belangrijk waarin hij al zijn nieuwe inzichten verdedigde, naar het buitenland te smokkelen. Dat boek werd in 1637 in Leiden gepubliceerd.

In 1737 werden de stoffelijke resten van Galilei opgegraven en naar de Santa Croce-kerk in Florence gebracht. Daar staat nu een fraai grafmonument te bewonderen.
Tijdens de opgraving werd om onduidelijke redenen de middelvinger van de rechterhand van Galilei afgehakt. Dit relikwie is ook te bezichtigen in het “Museo di Storia della Scienza”, ook in Florence.

In 1992 werd door paus Johannes Paulus II een excuus uitgesproken. Daarmee werd de naam van Galilei weer gezuiverd en hij werd zelfs uitgesproken tot een gelovig mens.

De volgende dingen zijn naar Galilei Galileo genoemd:
• Een krater op de maan
• Een krater op Mars
• De 4 Galileïsche manen van Jupiter
• De Galileo (een ruimtesonde naar Jupiter)
• Een eenheid voor valversnelling (de gal)
• Het plaatsbepalingssysteem Galileo
• Het getal van Galileo
• De Galileithermometer

Galileo is ook de naam van het toekomstige satellietnavigatiesysteem van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA.