Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Bloedvatenstelsel (tractus circulatorius)

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 465 woorden
  • 12 juli 2007
  • 49 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
49 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Bloedvatenstelsel (tractus circulatorius)

Het circulatiesysteem omvat:
• Het hart- en bloedvatenstelsel, dat voor een zeer snelle circulatie (ca. 1 min.) zorgt van het bloed naar alle delen van het lichaam;
• Het bloed, dat het eigenlijke vervoersmedium vormt en dat, door zijn samenstelling, een belangrijke rol speelt bij het constant houden van het interne milieu, de communicatie tussen verschillende delen van het organisme en de verdediging van het organisme tegen invloeden van buiten;
• Het lymfvaatstelsel, dat zorgt voor de afvoer van een belangrijk deel van het weefselvocht, waardoor het mee in de circulatie betrokken wordt. Het speelt tevens een rol bij de verdediging van het lichaam, en bij het vervoer van eiwitten van het weefsel naar de bloedsomloop;

• De milt, die opgenomen is in de bloedsomloop, maar die qua structuur en functie veel lijkt op een lymfklier.

Het hart- en bloedvatenstelsel
Functioneel hebben we twee harten waarvan de ene de lichaams- of grote circulatie verzorgt, het andere de longcirculatie of kleine circulatie. Het bloed doorloopt voortdurend beide circulaties achter elkaar; de “beide” harten zijn in serie geschakeld.
De grote circulatie heeft als functie het brengen van voedingsstoffen en zuurstof naar de cellen van het organisme, en het opnemen van afvalproducten (waaronder ook kooldioxide). De grote circulatie verzorgd ook de voeding van het longweefsel.
De kleine circulatie heeft als voornaamste betekenis dat in de longen het bloed opnieuw beladen wordt met zuurstof.

Het hart.
Het hart is een hol orgaan dat is opgebouwd uit drie lagen: het endocard, het myocard, en het epicard en pericard.
Het endocard vormt de binnenbekleding va de ruimten vaan het hart. Het bestaat uit een dunne, zeer gladde epitheellaag. Deze laag is d.m.v. een bindweefsellaagje verbonden met het myocard.
Het myocard is de hartspier. Het hartspierweefsel onderscheidt zich van zowel het dwarsgestreept als van het gladde spierweefsel.
Het epicard en pericard vormen de buitenste bekleding van het hart. Deze twee laagjes vormen tezamen het hartzakje.
Het hart bestaat uit vier ruimtes: twee boezems en twee kamers. Tussen de boezems en de kamers zitten de hartkleppen, in de longslagader (arteria pulmonalis) en de aorta zitten slagaderkleppen. De hartkleppen en de slagaderkleppen zorgen dat het bloed naar de goede kant stroomt.

Boezemsystole: wanneer de beide boezems samentrekken (boezemsystole) stroomt het bloed naar de kamers, de hartkleppen staan dan open.
Kamersystole: wanneer de beide kamers samentrekken (kamersystole) stroomt het bloed in de longslagader en de aorta. De beide hartkleppen zijn nu dicht, maar de slagaderkleppen zijn open.
Diastole: wanneer het hart in rust is, d.w.z. wanneer de kamers en boezems ontspannen zijn noemen we dit hartpauze of diastole. De hartkleppen staan dan open, en de slagaderkleppen zijn dan gesloten. Tijdens de diastole stroomt bloed uit de holle aders en de longader in de boezems. Je hart trekt in rust ongeveer 70 keer per minuut samen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.