Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

nederland, een multiculturele samenleving

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1568 woorden
  • 27 juni 2007
  • 39 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
39 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Hoofdstuk 5: Nederland, een multiculturele samenleving. Paragraaf 1: wat is een multiculturele samenleving? Geef aan wat multicultureel inhoudt. Multicultureel wil zeggen dat in de samenleving meerdere groepen kunnen worden onderscheiden met verschillende culturele kenmerken. Noem 3 verschillende culturele kenmerken. • Godsdienst • Kledingstijl • Opvattingen over wat goed en kwaad is. Noem 3 jeugdculturen. Gothic, punk en skater. Culturen zijn aan verandering onderhevig. Noem 3 oorzaken voor deze verandering. • Technische en technologische ontwikkelingen die kunnen leiden tot nieuwe levenswijzen • Nieuwe generaties zetten zich af tegen oudere en ontwikkelen nieuwe voorkeuren en gedragsregels. • Mensen uit verschillende culturen beïnvloeden elkaar als ze met elkaar in aanraking komen. Geef een omschrijving van het begrip cultuur. Het geheel van voorstellingen en symbolen, opvattingen, kennis, waarden en normen, dat mensen als lid van een samenlevingsverband verwerven en overdragen door middel van bewuste en onbewuste leerprocessen. Geef een omschrijving van de drie dimensies van cultuur. De ideële, de normerende en de materiële dimensie. Ideëel: betreft waarden (wat is goed en wat is slecht). Ze zijn vaak op religieuze en levensbeschouwende ideeën gerelateerd. Normerend: betreft gedragsregels (normen en wetten, tradities en gewoonten). Materieel: hierbij gaat het erom of opvatting over mooi/lelijk en functioneel/niet functioneel werkelijkheid kunnen worden. Mensen geven vorm aan hun materiële omgeving. Geef een voorbeeld van de ideële dimensie van cultuur. Abortus. Geef een voorbeeld van de normerende dimensie van cultuur. Stoppen voor een zebrapad. Geef een voorbeeld van de materiële dimensie van cultuur. Architectuur, inrichting van een huis en kledingstijl. Leg het begrip socialisatie uit en licht dit toe met een voorbeeld uit je eigen omgeving/leven. Ideeën over goed en slecht, mooi en lelijk, enz. worden via allerlei leerprocessen overgebracht, overgenomen en eigen gemaakt. Voorbeeld: niet werken op zondag. Een belangrijke functie van cultuur is sociale controle, leg uit. Als jouw sociale gedrag afwijkt van wat volgens jouw cultuur normaal is wordt je door je omgeving gestraft. Dat is sociale controle. D.m.v. cultuur blijf je dus in het gareel lopen. Geef aan op welke twee manieren met het begrip multiculturele samenleving wordt omgegaan en licht je antwoord toe. • Gemeenschappelijke cultuur. • Nieuwe bevolkingsgroepen. Wat is een multiculturele samenleving? Een samenleving waarin meerdere groepen kunnen worden onderscheiden met verschillende culturele kenmerken. In de ideale multiculturele samenleving leven deze groepen op voet van gelijkwaardigheid. Paragraaf 2: migratiestromen. De Franse Hugenoten kwamen als eerst naar Nederland vanwege problemen in hun land. Welke problemen waren dat en waarom kwamen ze juist naar Nederland? Lodewijk XIV benam de Hugenoten (Franse Protestanten) hun vrijheid van godsdienst. Alleen het katholicisme was nog toegestaan. Ze vluchten naar Nederland omdat hier wel vrijheid van godsdienst was. Welke groepen kwamen naar Nederland in 1949 en hoe reageerde de Nederlandse bevolking daarop? De mensen uit de vroegere koloniën van Nederland zoals de Nederlands Indiërs en de Molukkers. Ze werden slecht ontvangen. Ze moesten een eigen gemeenschap gaan vormen en ze moesten zich zo onopvallend mogelijk gaan gedragen. Welke bijzondere positie hadden de Molukkers binnen Nederlands Indië? Wat beloofde de Nederlandse regering aan de Molukkers in Nederland? Wat kwam hiervan terecht? Zij wouden zich niet onder Indonesië huisvesten en ze vochten in het KNIL-leger. Nederland had hen beloofd dat ze ooit hun eigen staat zouden krijgen en in afwachting hiervan verbleven ze in Nederland. Van deze belofte is niets terecht gekomen. Wat gebeurde er met de migratiestroom in de jaren ’50? Veel Nederlanders emigreerden naar het buitenland (Amerika en Canada). En in de jaren ’60? Door de emigratie was er een tekort aan arbeiders en kwamen er gastarbeiders uit Spanje, Turkije, Marokko en Joegoslavië. Later kwamen ook uit de overzeese gebieden gastarbeiders. Waarom kwamen er in 1975 vanuit Suriname veel mensen naar Nederland. Noem 3 redenen. • Economische motieven. Ze hadden weinig vertrouwen in de Surinaamse economie. • Politieke motieven. Ze waren bang voor de spanningen tussen de verschillende Surinaamse bevolkingsgroepen, met name die tussen creolen en Hindoes. • Suriname werd in dat jaar onafhankelijk. Vanaf wanner groeit het aantal vluchtelingen en asielzoekers? Na 1985. Wat zijn vluchtelingen? Mensen die vanwege hongersnood, oorlog en/of vervolging een veilige haven zoeken en erkent zijn door de Verenigde Naties noem je vluchtelingen. Er zijn bepalingen in het verdrag van Genève die vaststellen of je vluchteling bent of niet. Wat zijn asielzoekers? Mensen die vanwege vervolging, meestal om politieke of religieuze redenen, een veilig heenkomen willen zoeken, maar die niet als vluchteling worden beschouwd volgens het verdrag van Genève. Hoe staat het vanaf 1975 met de toelating van asielzoekers? Sinds 1975 zijn de grenzen gesloten voor werkzoekenden uit niet-EU-landen. Er zijn strengere toelatingsregels. Wanneer wordt toelating en verblijf niet geweigerd? Als het weigeren in strijd is met: • Het recht op gezinshereniging en gezinsvorming • Internationale verdragen, zoals het recht op vrij verkeer van EU-burgers binnen de Europese Unie of het Vluchtelingenverdrag van Genève. • Klemmende redenen van humanitaire aard. Wat zijn allochtonen? Nieuwkomers. Allos=andere en chtoon= wereld in het Grieks. Wat zijn autochtonen? Traditioneel ingezetenen. Waarom gebruiken we in Nederland niet het woord buitenlander? Er zijn groepen, bijv. Antillianen, die wel onder de verzamelnaam allochtonen vallen, maar toch een Nederlandse nationaliteit hebben. Daarom worden ze geen buitenlanders genoemd. Welke generaties zijn er en wat houdt dit in? 1e generatie: de nieuwkomers (immigranten) 2e generatie: hun nakomelingen

3e generatie: verdere nakomelingen die zich nog wensen te identificeren met de cultuur van het land van herkomst van hun grootouders. Welke betekenis heeft het woord allochtoon tegenwoordig? Mensen van niet-westerse afkomst. Wat zijn allochtone minderheden/doelgroepen? Groepen allochtonen die een relatief lage sociaal-economische positie in de Nederlandse samenleving innemen. Paragraaf 3: de positie van allochtone minderheden in Nederland. Omschrijf de concentratie van allochtonen in Nederland. Geef daarbij aan: -wat zijn de vier grootste groepen -waar wonen zij? (noem 3 zaken) -waarom juist daar? Wat is een voordeel van een concentratie allochtonen? De vier grootste groepen zijn Turken, Surinamers, Marokkanen en Antillianen/Arubanen. Ze wonen in de vier grootste steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Ze wonen in de oude stadswijken omdat: • de gastarbeiders zich vroeger daar (vlak bij hun werk) vestigden. • er wonen daar landgenoten, ze zoeken elkaar op. • Er zijn voldoende voorzieningen zoals koffiehuizen, winkels en moskeeën. Hoe zit het met de groei van allochtonen? De allochtone bevolking groeit sneller dan de autochtone bevolking, waarbij moet worden aangetekend dat het groeicijfer van de allochtone bevolking daalt. Waar kunnen we deze groei aan toeschrijven? • Immigratie, voornamelijk samenhangend met gezinshereniging en gezinsvorming. • Het relatief hoge geboortecijfer onder allochtone minderheden dat samenhangt met de relatief lage gemiddelde leeftijd van die groepen. Het groeicijfer onder allochtonen daalt wel, waar hangt deze daling mee samen? • Afnemende immigratie. • Afname geboortecijfer (hierdoor stijgt de gemiddelde leeftijd). • De gemiddelde gezinsgrootte neemt af. Welke sociale positie hebben allochtone minderheden? Ze hebben een laag sociaal-economische positie. Waar komt deze sociale positie tot uiting? • Relatief laag gemiddeld arbeidsinkomen • Relatieve hoge werkloosheidcijfers • Relatief slechte huisvesting
Omschrijf het begrip positieverwervende factor en geef een voorbeeld van zo’n factor. De sociaal-economische positie die mensen innemen is niet alleen het resultaat van de capaciteiten en inspanningen zelf. Omschrijf het begrip positietoewijzende factor en geef een voorbeeld van zo’n factor. De invloed die de sociale omgeving en de samenleving hebben oefenen veel invloed uit. Dit noemen we de positietoewijzende factoren. Welke factoren bemoeilijken het bereiken van een hogere sociaal-economische positie van mensen uit allochtone minderheden? • Het gemiddeld lage opleidingsniveau • Technologische ontwikkelingen, die veel arbeidsplaatsen voor laag- en ongeschoold personeel elimineren. • De ondoorzichtigheid van de arbeidsmarkt die vooral allochtonen parten lijkt te spelen. • Evt. taalachterstand voor wat betreft het Nederlands, wat hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt verkleint. Paragraaf 4: discriminatie en vooroordelen. Geef een definitie van discriminatie. Discriminatie: het ongelijk behandelen van personen of groepen op basis van kenmerken van die personen of groepen, die in de gegeven situatie net relevant zijn. Welke vragen moeten we beantwoorden om vast te stellen of er sprake is van discriminatie? • Is er sprake van ongelijke behandeling? • Zo ja, is deze gebaseerd op bepaalde kenmerken van degenen die aan die behandeling bloot staan? • Zijn die kenmerken relevant in die situatie? Omschrijf wat het onderzoek van Bovenkerk uitwees. De kansen voor werkzoekenden uit allochtone minderheden leden onder discriminatie. Discriminatie is gedrag dat voortvloeit uit opvattingen, Dit zijn vaak vooroordelen. Omschrijf het begrip vooroordeel. Vooroordeel: een antipathie, gebaseerd op een onjuiste, maar starre generalisatie die wordt gevoeld tegen een groep als geheel, of tegen een individu als lid van die groep. Geef de 4 kenmerken van vooroordelen. • Het is een vijandig oordeel • Het is een oordeel over een groep of over individuen als leden van een groep • Het oordeel is gebaseerd op een onjuiste generalisatie en wordt onvoldoende door feiten ondersteund • Het oordeel is star. Waaruit blijkt de starheid van vooroordelen? Mensen die eenmaal met vooroordelen zijn behept, zich niet of nauwelijks meer laten overtuigen van de onjuistheid ervan. Geef 3 verklaringen die psychologen en sociologen geven voor het taai vasthouden aan vooroordelen. • Mensen hebben behoefte aan een positieve eigen identiteit. Eigen successen worden aan eigen kunnen toegeschreven terwijl de oorzaak voor falen altijd buiten henzelf ligt. Het succes van een ander wordt daarentegen altijd toegeschreven aan factoren die buiten die personen liggen, maar het falen wordt toegeschreven aan eigen gebrek aan capaciteiten. Dit geldt ook voor de ‘wij’ en ‘zij’-groepen. • Achterstelling van een ‘zij’-groep kan voordelig zijn voor de ‘wij’-groep. Het is dus belangrijk dat het vooroordeel in stand wordt gehouden. • Mensen conformeren zich aan hun sociale omgeving, ook qua opvattingen. Ze nemen opvattingen over om erbij te blijven horen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.