Module 3 Migratie en de multiculturele samenleving

Module 3 migratie en de multiculturele samenleving 1. waar komen de migranten vandaan? Nederland is een multi-etnische of multiculturele samenleving. Redenen die buitenlanders hebben om naar Nederland of een ander tijk land te gaan wonen: - Economische motieven: na 1960 kwamen veel arbeidsmigranten van de landen rond de Middellandse Zeen naar West- Europa . in hun eigen land was vaak grote werkloosheid en armoede, terwijl in West- Europa veel werk was. - sociale motieven: bijvoorbeeld gezinshereniging - politieke, godsdienstige of etnische motieven: veel mensen moeten hun land verlaten omdat ze daar vervolgd worden vanwege hun godsdienst, ras of politieke ideeën. dit zijn de zogenoemde politieke vluchtelingen. Ze vluchten voor oorlog en onderdrukking naar en veiliger gebied. Meestal krijgen ze in het opvangland eerst de status van asielzoeker. Naast politieke vluchtelingen zijn er ook economische vluchtelingen. Zij verlaten het land vanwege de slechte levenomstandigheden en gebrek aan toekomst. Ze trekken naar gebieden waar wel werk en welvaart is. Extra: Gezinshereniging: iemand laat een of meer gezinsleden vanuit het buitenland overkomen. Gezinsvormende migratie: iemand laat een buitenlander naar zijn land komen om te gaan trouwen of samenwonen. Kettingmigratie: als een stroom migranten naar een land toe trekken omdat ze zulke goede berichten over dat land horen. 2. wonen arm en rijk gescheiden? De ruimtelijke geleding van een stad is de manier waarop de stad is opgebouwd

Ruimtelijke segregratie: het gescheiden wonen van mensen op grond van inkomen of ras. Kettingmigratie kan een belangrijke oorzaak zijn voor ruimtelijke segratie. 3. Waar wonen de migranten vooral? Minderheden: een minderheid is een groep mensen met een grote achterstand op het gebied van taal en onderwijs en met minder kansen op een beroep warvoor men geleerd heeft
Intergratie: intergratie is het proces van aanpassing en opname in de Nederlandse samenleving. Ongelijkmatige spreiding wordt o.a. veroorzaakt door: - kettingmigratie -het beleid van de overheid. Grofweg zijn er voor de overheid twee mogelijkheden om met minderheden om te gaan. - bij pluralisme is het beleid erop gericht de eigen identiteit van een minderheid zoveel mogelijk te behouden - bij assimilatie is er juist weinig ruimte voor het eigen karakter van de groep. Het beleid is erop gericht minderheden zo spoedig mogelijk te laten opgaan in de bestaande samenleving. 4. kansarm of kansrijk Voorzieningen: aangeboden diensten. Winkels, scholen
Drempelwaarde: het minimum aantal klanten dat nodig is om een voorziening of bedrijf in stand te houden
Verzorgingsgebied: gebied dat door een stad of dorp voorzien wordt van goederen en diensten. Witte scholen: scholen met hoofdzakelijk blanke leerlingen
Zwarte scholen: scholen met betrekkelijk veel allochtone leerlingen. 5. hoe zit het met de voorzieningen in achterstandswijken? Woningmarkt: het aanbod van woningen in een bepaalde prijsklasse. 6. scheiden of mengen? Segregatie: apartheid of scheiding. Mensen worden niet in de samenleving opgenomen. Bij intergratie zijn er twee mogelijkheden: - bij assimilatie is er nauwelijks ruimte voor de eigen cultuur van de migranten. Ze moeten zich zo snel mogelijk aanpassen en opgaan in de bestaande samenleving. -bij pluralisme is er wel plaats voor de eigen cultuur. Denk daarbij aan muziek en dans, maar ook aan eigen taal, godsdienst en feestdagen. 7. Europese steden vergeleken. Verzorgingsstaat: een systeem van overheidszorg waarbij juist ook aandacht is voor het welzijn van de zwakkeren in de samenleving.
8. zijn steden in de VS anders? Megalopolis: een superstad bestaande uit verschillende grote steden. Het is het hoogste niveau van stedelijkheid. De VS heeft drie van deze gebieden: - Boswash rond New York - Sansan aan de westkust - Chipitts bij het merengebied in het noorden
Problemen in deze verstedelijkte gebieden: - vanwege hoge grondprijzen gaan veel mensen buiten de stad wonen. Ze wonen dus buiten de stad, maar werken in de stad. Door het dagelijks heen en weer pendelen ontstaan enorme files. Ook het openbaar vervoer wekt dan niet meer goed. - de vervuiling in de steden is groot. Industrie en verkeer zorgen op warme, windstille dagen voor smogvorming. - Doordat vooral veel rijke blanken de stad verlaten, daalt het voorzieningenniveau. De zwarte mensen met lagere inkomens blijven over. Zo ontstaat ruimtelijke segregatie. -doordat de mensen met lage inkomens achterblijven dalen ook de belastinginkomsten van de steden. De grote steden hebben te weinig geld voor onderhoud, waardoor hele stadswijken in verval raken. Je spreekt van verpaupering of verloedering. Gevolgen: werkeloosheid, prostitutie, drugsoverlast en stijging van de criminaliteit. Begrippen module 3. Pushfactoren: de nadelen van een gebied die afstotend werken. pullfactoren: de voordelen van een gebied die als een magneet werken
A-status: een verblijfsvergunning voor Nederland, die een politieke vluchteling krijgt als hij in het land van herkomst groot gevaar loopt vervolgd te worden. Etnische zuivering: volkeren (mensen) worden vermoord of gedwongen hun geboortegrond te verlaten op grond van afkomst. UNHCR: letterlijk: United Nations High Comission for Refugees, de vluchtelingen organisatie van de VN. NAVO: Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (1949): militair bondgenootschep van westerse landen onder leiding van de VS.