Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2: De werking van het natuurlijke milieu

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1712 woorden
  • 29 oktober 2006
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Hoofdstuk 2: De werking van het natuurlijke milieu 1. Hoe werken ecosystemen op ruimtelijke schaalniveaus? Wat is El Nino? En steeds terugkerend verschijnsel, waarbij rond de evenaar i.p.v. de normale oostelijke passaatwind een krachtige westenwind over de Grote Oceaan waait. Als gevolg daarvan wordt warm water (30) uit de zeeën rondom Indonesië naar Zuid-Amerika gestuwd. Dit beïnvloedt het verloop van de straalstroom in de hogere luchtlagen à vooral verstroring van neerslagpatronen (hierdoor zware regenval of juist extreem droge tijden, waarbij bijv. bosbranden kunnen ontstaan). Wat is een abiotische omgeving? De niet-levende omgeving (bijv. heuvels, mos voor de burcht van een das) Wat is een biotische omgeving? De levende omgeving (bijv. het voedsel) Wat houdt de interactie tussen de abiotische en biotische omgeving in? Dieren en planten leven met elkaar en van elkaar. Wat zijn tolerantiegrenzen? Een plantensoort of diersoort kan niet in elk willekeurig ecosysteem leven. Voor elk organisme, dier of plant, bestaan bepaalde grenzen waarbinnen leven mogelijk is. Wat houdt succesie in? Een ecosysteem ontstaat en ontwikkelt zichzelf door de jaren heen. Hoe worden de beginfase en de eindfase van zo’n ontwikkeling genoemd? Het pioniersstadium en de climax. Wat gebeurt er bij de ontwikkeling van een ecosysteem? De diversiteit, de complexiteit en de stabiliteit nemen toe. Wat betekent stabiliteit? In de levensgemeenschap vinden geen ingrijpende veranderingen plaats in de soortensamenstelling. Door welke veranderingen kan succesie veroorzaakt worden (en licht toe)? · De interne dynamiek (veranderingen binnen het ecosysteem zelf) · De externe dynamiek (veranderingen aan het ecosysteem door de mens) Wanneer is er sprake van concurrentie binnen een ecosystemen? Elk dier of elke plant is erop uit om genoeg voedsel te hebben en een goede leefomgeving te creëren. Wat wordt ermee bedoeld dat een ecosysteem zelfregulerend is? Er zijn binnen een ecosysteem verschillende kringlopen (bijv. water- en voedselkringlopen) die intact moeten blijven, zodat een ecosysteem zichzelf in stand kan houden. Waaruit bestaat een ecosysteem? Uit de biotische en abiotische omgeving en de interacties daartussen. Op welk schaalniveau vind je ecosystemen? Op elk schaalniveau. Welke verschillende schaalniveaus zijn er? Lokale, regionale, fluviale, continentale en mondiale schaalniveaus. Licht deze toe. · Lokaal: bijv. een sloot of een weide, ook wel ecotopen genoemd. · Regionaal: bijv. een landschap (dat weer uit landschapselementen zoals bossen, weiden, etc. bestaat). · Fluviaal: een rivier of stelsel van rivieren in een gebied (hier leven waterdieren en -planten met elkaar). · Continentaal: een netwerk van ecosystemen met een netwerk van landschappen: de landschappen in een continent zijn gevormd door de verschillende klimaten in dit continent. Samen vormen deze landschappen weer een netwerk, een ecosysteem. · Mondiaal: een ecosysteem dat de hele wereld omvat, en bestaat uit kleinere ecosystemen die van elkaar afhankelijk zijn (bijv. de ozonlaag, die ultraviolette straling tegenhoudt voor mens, dier en plant). Vertel wat over de klimaten en landschappen in de verschillende continenten. · Noordwest-Europa: gematigd zeeklimaat, veel loofbossen. · Zuid-Europa: mediterraan klimaat, pijnboombossen of olijfbomen. · Oost-Europa & Azië: landklimaat, toendra’s. 2. Welke invloed hebben activiteiten van de mens op ecosystemen? Wat is de taiga? Een gordel van noordelijke naaldbossen die bijna de hele wereldbol rondloopt, van Scandinavië, Rusland, Siberië tot Canada en Alaska. Waardoor gaat de kwaliteit van de taiga drastisch achteruit? Door kaalkap en grootschalige omvorming tot productiebossen. Wat is hier het gevolg van? Een grote afname van de biodiversiteit. Meer dan duizend planten- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Wat zijn de drie maatschappelijke oorzaken van het ingrijpen van de mens in natuur en milieu? · Bevolkingsgroei: steeds grotere groep mensen moet voorzien worden van voedsel, kleding en luxe artikelen à legt een grotere druk op natuur en milieu · Economische groei: steeds meer economische activiteiten, zoals grondstoffen uit de natuur halen, maar ook het terechtkomen van vervuilde stoffen in de natuur · Technologische ontwikkeling: er worden steeds betere en nieuwere producten en (grond)stoffen gemaakt à steeds meer natuurvreemde stoffen in de natuur

Noem een voordeel van een technologische ontwikkeling. Er zijn steeds betere manieren om afval op te ruimen en om natuur en milieu te verbeteren. Wat zijn de gevolgen van het ingrijpen van de mens in ecosystemen? Verontreiniging, uitputting en aantasting. Wanneer zijn milieueffecten compartimentoversteigend (noem voorbeelden)? Als bijv. zowel lucht als bodem als water verontreinigd worden. Bijv. klimaatverandering, verzuring, vermesting, verdroging, verzilting en verwoestijning. Wat leidt tot verzuring van bossen en meren? Het verontreinigen van de lucht door industriële gassen en uitlaatgassen van auto’s. Wat leidt tot het broeikaseffect en klimaatverandering? Te veel broeikasgassen. Wat was de aanleiding voor het ontstaan van de Brundtlandcommissie? In de jaren ’70 stond in een rapport van de Club van Rome dat er grenzen aan de groei zijn. Het milieu werd steeds meer vergiftigd en grondstoffen zouden opraken. Begin jaren ’80 werd besloten een werelccommissie te stichten die onderzoek ging doen naar de oplossingen van milieuproblemen. Wat is duurzame ontwikkeling? Een ontwikkeling waarbij niet alleen de mensen die nu op aarde leven in hun behoeften kunnen voorzien, maar ook de mogelijkheden van volgende generaties in stand worden gehouden. Tot welke belangrijke conclusie kwam de commissie? De ongelijke verdeling op de wereld tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden is de oorzaak van milieuproblemen in ontwikkelingslanden. Er is een mentaliteitsverandering nodig. Hoe kan men o.a. tot een duurzame ontwikkeling in de maatschappij komen? Producten moeten hun producten milieuvriendelijker gaan produceren en verpakken en milieuvriendelijke producten maken. De overheid geeft hiervoor subsidies. Als producenten milieunormen overtreden, beboet de overheid ze. Als consument kan je milieuvriendelijke producten kopen door te letten op de verpakking en op energie- en waterverbruik. Wat is er dus kortom nodig voor een duurzame samenleving? · Stoffen opruimen en opvangen: recycling, hergebruik, stofkringlopen sluiten. · Minder produceren en consumeren. · Milieuvriendelijker produceren en consumeren: energieverbruik en het gebruik van water en grondstoffen terugdringen. · Biodiversiteit instandhouden. 3. Hoe gebruik je hulpbronnen en de milieugebruiksruimte? Wat is de milieugebruiksruimte? De aarde met haar hulpbronnen. Waarom is er sprake van een soort samenwerkingsverband tussen ons en de aarde? Wij gebruiken de aarde, maar in die mate dat het voor de aarde nog mogelijk is zich te herstellen. Welke elementen vormen de milieugebruiksruimte? · Niet-vernieuwbare grondstoffen · Vernieuwbare grondstoffen en bronnen (waaronder hout) · Water · Energie · Ruimte (waaronder landbouwgrond/bodem) Hoe kun je de milieugebruiksuimte berekenen? (Totale wereldmilieugebruiksruimte : totale wereldbevolking) x inwoners van het land
Licht de elementen van de milieugebruiksruimte toe. · Niet-vernieuwbare grondstoffen: worden langzaam of niet door de aarde aangemaakt. Bijv. metalen, steenkool, olie, chloor, magnesium en stikstof. Deze stoffen mogen niet op de vuilnisbelt terechtkomen, maar worden gerecycled. Nog beter is om milieuvriendelijke alternatieven te zoeken, zoals windenergie i.pv. energie uit steenkool of olie. · Vernieuwbare grondstoffen en bronnen: mogen we onttreken totdat er schadelijke gevolgen mogelijk zijn. Bijv. houtkap van tropische regenwouden (natuurbedreigende vormen) of overmatige visconsumtie (uitsterven van vissoorten). · Water: voor zoet water niet makkelijk vast te stellen, omdat elke regio op aarde een bepaalde hoeveelheid zoet water t.b. heeft. Drinkwater wordt bedreigd door watervervuiling, luchtvervuiling en bodemvervuiling, daarom duurzamer omgaan met dit water à minder verbruik van water en minder vervuiling van het water. · Energie: duurzamer omgaan met energie door onuitputtelijke bronnen als zonne-energie, wind- en waterenergie en minder uiputbare bronnen als aardgas, olie en steenkool. Ook minder energie gebruiken à efficiëntere productieprocessen of gewoon door het gebruik van spaarlampen in huis. · Ruimte: ruimte zo duurzaam mogelijk gebruiken, want is een schaars goed. Ruimte voor landbouwgrond, voor natuur of de bouw van steden is kostbaar. Niet ieder land heeft even veel ruimte (in Nederland bijv. groter probleem dan in Canada). Waardoor wordt de milieugebruiksruimte beïnvloed? · De mate van aantasting, verontreiniging en uitputting in die ruimte. Bijv. uitputting van olie vermindert de hoeveelheid niet-vernieuwbare grondstoffen, waardoor de milieugebruiksruimte kleiner wordt. Door verontreiniging word zoetwatervoorraad aangetast, waardoor hij afneemt en de milieugebruiksruimte daardoor kleiner is. · Het ontdekken van nieuwe hulpbronnen of het vinden van nieuwe methoden om deze hulpbronnen te winnen. Bijv. de nieuwe gasbel, waardoor de milieugebruiksruimte voor energie in een klap groter werd. · De mate van welvaart van een land is van belang voor de grootte van de milieugebruiksruimte van een land. Door economische ontwikkeling wordt de milieugebruiksruimte kleiner (want grotere druk op water, energie, grondstoffen en ruimte). Maar ook vergrotingen van milieugebruiksruimte door nieuwe technieken, zoals schonere vormen van produceren of energiegebruik. · Bevolkingsgroei: meer mensen gaan consumeren, waardoor de druk op de milieugebruiksruimte groter wordt, en de milieugebruiksruimte dus kleiner wordt. · De snelheid van de natuurlijke groei van hulpbronnen. Bijv. boomsoorten die sneller groeien dan anderen, waardoor de milieugebruiksruimte sneller hersteld wordt. 4. Hoe houd je de hulpbronnen bodem en zoet water in stand? Noem een natuurlijk proces dat gevolg heeft voor de bodem. Wind- en watererosie. Noem een maatschappelijk proces dat gevolg heeft voor de bodem. Toename van de bevolkingsgroei, waardoor toename van de consumptie en dus meer grondgebruik. Wat is (in Nederland) de grootste oorzaak van de problemen in de landbouw? De toename van de consumptie. Niet (zoals in ontwikkelingslanden) direct door de bevolkingsgroei, maar door de toename van de consumptie per persoon in Nederland. Door economische groei zijn we meer en anders gaan consumeren. Tot welke drie milieuproblemen leidt vergroting van het bodemgebruik? Verontreiniging: ontstaat door het toevoegen van milieuverontreinigende stoffen als fosfaten (kunstmest) aan de bodem. Door overbemesting à vermesting en verzuring. Aantasting: ontstaat doordat ecosystemen in de bodem onherstelbaar worden aangetast. Dieren en planten sterven uit of er wordt ingebroken op de waterkringloop, bijv. verdroging. Uitputting: ontstaat wanneer we te veel van de bodem eisen door landbouw, waardoor het niet meer mogelijk is iets te verbouwen. Vruchtbaarheid van de bodem raakt uitgeput. Wat zijn een aantal oplossingen voor een duurzamer bodemgebruik? · Minder produceren: is mentaliteitsverandering voor nodig. Hier werkt natuurlijk de wet van vraag en aanbod. · Produceren volgens duurzamere productiemethoden: § Minder schadelijke stoffen gebruiken § Minder intensief produceren: scharrelvlees i.p.v. bio-industrie § Ecologisch produceren: zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest
Waarom is de watervoorziening (in ons land) niet meer zo vanzelfsprekend? · De grondstoffen voor drinkwater (grondwater en oppervlaktewater) worden bedreigd door de nog steeds voorgaande vervuiling. · De winning van grondwater vormt een bedreiging van de natuur (verdroging). Wat houdt duurzaam gebruik van water in? · Minder water gebruiken à geldt voor alle consumenten van water, dus van industrie, landbouw en huishoudens. · Water minder vervuilen: zo kunnen we meer water als drinkwater gebruiken, want hoe vervuilder het water, hoe moeilijker het verwerken tot drinkwater. Noem een voorbeeld van duurzaam gebruik van water in de industrie. Het hergebruiken van water in het productieproces: niet het water lozen, maar zuiveren en opnieuw gebruiken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.