Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1, Griekse Politiek

Beoordeling 4.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 1166 woorden
  • 15 augustus 2006
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 4.2
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis Module 1 Hoofdstuk 1: Griekse Politiek 1.1 Bronnen van kennis Orale cultuur, mondeling overgeleverde verhalen, een paar opgeschreven, duidelijk beeld van de Grieken maar weten niet hoe betrouwbaar. Pericles -> begrafenisrede voor gedode Atheners in Sparta oorlog. Vroegste bloeiperiode: 1800 v Chr. – 1550 v Chr. (inval van Myceners) Volgens legendes: koning Minos vanuit paleis in Knossos. Goederen uit Midden-Oosten ingevoerd en geruild voor landbouwproducten. Handelscontacten via kust van de middel..Zee tot Sicilië. Bij gehouden op kleitabletten (-> niet ontcijferd) Dingen uit Midden-Oosten: grote paleizen met binnenplaatsen, muren beschilderd met fresco’s. Ze leefde in rust en vrede (geen versterking, weinig wapens) Mycensers: - Weinig bekend - Kennis & kunst overgenomen uit: Kreta, Egypte, Anatolie, Syrië & Palestina - Oorlogszuchtig - Handelsactiviteiten op kleitabletten (ontcijfert + enige schriftelijke bron) - 1200 v Chr. Vernietigt door binnenvallende volken
Donkere Periode 1200-800 v Chr. Niets over opgeschreven maar veel verhalen + mythes

Epos -> Heldendicht bijv Ilias (=> eeuwenlang gezongen en doorverteld) Ilias + Odyssee Rond 750 voor Chr. Door Homerus opgeschreven. Homerus (geen Griek) -> geboren kust Anatolonie. - Schreef orale cultuur op - Geen geschiedschrijver maar eerder bard (heldendichtzanger) - Geeft indruk over Griekse koningen en Goden
Duitser Heinrich Schliemann (be)zocht Troje in 1871 -> gevonden. Maar geen idee of het door een oorlog was afgebrand en of die 10 jaar duurde. Herodotus begint rond 450 v Chr. Met de historiën. Oorlog tussen Grieken + perzen van beide kanten bekijken. (1e totaal overgeleverd prozaboek, 600 blz., 9 delen) Overal waar hij kwam schreef hij gewoontes, tradities en bestuursvormen op. Kind in 492 tot 479 v Chr. met Perzische oorlog. -> interviewde mensen. Ook over vroegere eeuwen of plekken aan de hand van verhalen en mythes die NIET waren gecontroleerd.. niet 100% betrouwbaar. 1.2 De Griekse stadstaat Polis (Griekse staatstad) - Versterkte burchten waar leiders woonde en tempels waren. - Polis op hoge heuvel (Athene) -> Acropolis (acros = hoog) - 750 door het Oude Griekenland. Taal, geloof, technische en economische ontwikkelingen en politiek veel overeenkomsten. -> Eigen bestuur, wetten en vocht voor eigen vrijheid. Rond 1200 v Chr. Mensen met land of konden vechten burgerrecht.. Daarna erven als beide ouders het hadden. Alleen manen bijeenkomen bij volksvergaderingen. -> Eerst polis bestuurd door leider of koning met advies van Raad der Ouden, 1 of 2 keer per jaar volksvergaderingen. Rond 800 v Chr. van veeteelt -> landbouw. Handel gebieden Middellandse Zee nam toe. Eten elders in ruil voor zilver. Muntgeld werd ingevoerd en inwoners verhuisde naar kolonies die op handelsroutes waren. Koning vervangen door regering van de besten -> aristocratie. In Athene bijv. kozen burgers leiders voor een jaar.. vaak rijken en het werd niet betaald. Rond 550 v Chr. kozen de meeste poleis 1 man: tiran. Dit was omdat er sociale onrust heerste omdat de boeren overschakelde naar wijn en olijven want graan importeren was goedkoper.. wijn en olijven droegen de 1e jaren geen vrucht. Tiran, erg populair -> tegenstelling arm en rijk oplossen. Stichtte nieuwe kolonies, voerde standaardmaten en gewichten in, bouwde tempels en organiseerde feesten. Als zonen overnamen -> onderdrukkers. In veel poleis tiran vervangen door regering van weinigen de oligarchie. Een paar uitzonderingen bijv. Sparta (geen tiran gehad) had een bestuurmix van 2 koningen, een oligarchie en een volksvergadering. Athene kwam regering van burgers -> een democratie. Sociale onrust -> kleine boeren diep in schulden en zichzelf verkopen als slaaf om schulden te betalen. Kwijtschelden van schulden en vrijkopen van deze slaven had geen zin. De (arme) burgers eisten een aandeel in het bestuur. Rond 500 v Chr. Besloot tiran Cleisthenes dat alle burgers gelijke rechten hadden. Elke burger vrijheid mening te geven in volksvergadering. Jaarlijks kozen ze strategen, leiders legers/vloot, mensen in adviesraden en rechters. Gemiddeld per 10 dagen bijeen. Met ostracisme verbande ze ieder jaar 1 persoon (voorkomen 1 veel macht -> tiran) voor een bepaalde periode.. daarna weer terugkomen in polis en burgerrecht. Bijwonen volksvergaderingen -> halve dagloon. Vervullen ambten betaald. Democratie met elite, alleen mannen met burgerrecht. Bleef 200 jaar bestaan. Perzische koning Darius genoeg kolonies en verwoestte Milete, door naar Athene.. 490 v Chr. werden ze bij marathon verslagen. 10 jaar later weer en Atheners wonnen. Athene belangrijkste handelsmacht. Verschillende Griekse poleis hadden een gemeenschappelijke cultuur. 1.3 De Griekse cultuur “Er zijn vele wonderen op aarde, maar niets is zo wonderlijk als de mens” (Sophocles) Kort en krachtig de Griekse interesse: de mens in de wereld om hem heen. 1e ten ere van de god van de wijn. Treurspellen of tragedies, menselijke grenzen of overmoed stond centraal. Speelde af en verleden en ongelukkige afloop. Tragedies toonde zwakheden en emoties van mensen. Les was dat je moest leren van fouten. Blijspelen en komedies speelde af in het heden van toen. Staken de gek met politici en publieke figuren. Ze geven beeld van dagelijkse leven in polis en vaak spelen minder belangrijke mensen een rol. Lysistrata van Aristophanes: Athene tijdens Peloponnesische oorlog -> vrouwen actie -> seksstaking waardoor mannen tot vrede worden gedwongen. Grieken gingen opzoek naar oplossingen, niet terugvallen op de goden. Onderzoekers die natuurverschijnselen probeerde te verklaren -> natuurfilosofen. Dachten dat aarde uit 4 oerelementen bestond. Heraclitus van Ephese stelde rond 500 v Chr. vast dat alles bewoog. Pytagoras muziek tonen herleiden met wiskunde. Aarde en natuur moest ook verklaard kunnen worden in een algemene ‘theorie’ of wetenschap die daarvoor een houvast bood. Sofisten (of wijzen) dachten steeds meer over de mens na en keerde zich af tot de goden. Ze hechtten sterk aan de vrije meningsuiting van de mens en trokken rond als onderwijzers. Ze verspreidde het retorica door heel Griekenland.. Ze oefenden met burgers om zich te verwoorden van hun standpunt. Vragen over leven van de mens: wijsgeren of filosofen. Socrates:”Ik weet niets behalve het feit dat ik niets weet” kennis was voor hem de sleutel tot goed mens. Gifbeker -> jongeren bederven. Plato, leerling, opgeschreven. Hij herleide alles tot idee en kennis. Zijn leerling, Aristoteles was meer praktische denker. Kennis: waarneming en onderzoek. Aantekeningen en begrippen. Periodisering van de Griekse geschiedenis: • Eerste bloeiperiode (2000-1200 v. Chr.) Kenmerken: - Kreta – Minoïsche cultuur - Peloponnesos – Myceense cultuur - Paleis-/ herverdelingseconomie - Info werk Homerus • Donkere tijden (1200-800 v. Chr.) Kenmerken: - Weinig over bekend - Volksverhuizingen • Archaïsche tijd (=oude tijd)(800-500 v. Chr.) Kenmerken: - Ontstaan van steden/poleis (Sparta en Athene) - Kolonisatie/handel - Tirannen • Het democratische Athene (500-300 v. Chr.) Kenmerken: - Democratisch model: Athene - Leger als uitgangspunt: Sparta - Grieks-Perzische oorlogen - Grote filosofen: Plato, Socrates, Aristoles Begrippen: Orale cultuur: Mondeling overgeleverde verhalen. Epos: Heldengedicht. Polis: (Griekse) Stadstaat. Aristocratie: (Griekse) Regering van de besten. Tiran: (Griekse) Leider die alleen regeerde. Oligarchie: (Griekse) Regering van weinigen. Democratie: (Griekse) Regering door het volk. In Athene hadden alle vrije mannelijke burgers het recht om te besturen in de volksvergadering. Ostracisme: (Griekse) Schervengerecht. Atheense burgers schreven op een scherf wie er verbannen zou worden. Tragedies: Treurspel, toneelstuk met een ongelukkige afloop. Komedies: Blijspel. Natuurfilosofen: (Griekse) Onderzoekers die natuurverschijnselen probeerde te verklaren. Sofisten: (Griekse) Denkers of wijzen die als onderwijzers rondtrokken en de mensen centraal stelden. Retorica: (Grieks) Welsprekendheid, de kunst om je standpunt goed te verwoorden. Filosofen: (Van oorsprong Grieks) Wijsgeren die elementaire vragen stelden over het leven van de mens.

REACTIES

A.

A.

het staat helemaal vol met fouten !

14 jaar geleden

B.

B.

Helemaal niet! Allen klopt hoor. Ook volgens mijn Geschiedenis leraar! Dusss..??

13 jaar geleden

D.

D.

volgens mij zit jij vol met fouten

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.