Geschiedenis van tabak

De geschiedenis van tabak: Tabak wordt gemaakt van de bladeren van de tabaksplant. Deze plant groeit in veel warmere landen. Columbus was de eerste Europeaan die de tabaksplant zag. Dat was ongeveer 500 jaar geleden toen hij Amerika ontdekte. Daar woonden indianen en die kenden de tabaksplant al heel lang. De indianen gebruikten de tabaksplant voor verschillende dingen. Ze maakten bijvoorbeeld vuur van droge tabaksbladeren om op te koken. De rook van het vuur hield tegelijkertijd muskieten op een afstand. De indianen dachten ook dat tabak allerlei ziekten kon genezen, later is men erachter gekomen dat dat niet zo is. Ook gebruikten de indianen de tabak voor hun vredespijpen. Die rookten ze om vrede te sluiten met andere stammen na een oorlog. Europa Columbus nam de tabaksplant mee naar Europa. Tabak werd eerst gebruikt als geneesmiddel voor allerlei kwaaltjes. Langzamerhand werd tabak bekender in Europa. Men ging het steeds vaker als genotmiddel gebruiken. Eerst pruimden mensen de tabak in hun mond of snoven ze het met hun neus op. Later stopte men tabak in pijpen en sigaren en begon dat te roken. Op sommige plekken was roken wel verboden! Rusland was daarin het opmerkelijkst, met een wel heel zware straf op roken. Al werd je daar betrapt met een sigaret dan sneden ze je neus eraf. Dat maakt stoppen ineens wel heel makkelijk!
Ongezond Sinds ongeveer 1950 weten we dat tabaksrook slecht is voor je gezondheid. De belangrijkste ziekten die door roken kunnen ontstaan, zijn kanker, hart- en vaatziekten. Daar overlijden veel mensen aan. Daardoor is het aantal rokende mensen in de afgelopen eeuw aanzienlijk gedaald. In 1958 rookte namelijk 90% van de mannen en 29% van de vrouwen. In 2000 was dit aantal 37% voor de mannen en 29% voor de vrouwen. Je ziet dus dat het voor de mannen aanzienlijk is gedaald, voor de vrouwen juist niet want dat komt omdat mensen in die tijd vonden dat vrouwen niet hoorden te roken.