Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Moslims, een probleem?!

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 6832 woorden
  • 29 mei 2006
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inhoud De Koran
De Stad Mekka
Mohammed
De eerste openbaring
De eerste jaren als profeet
De emigratie naar Medina
Verovering van Mekka
De vier rechtgeleide Kaliefen en de Koran 6 De Arabische Koran
Indeling van de Koran
Boodschap van de Koran
Overleveringen
Sharia
Koran exegese
Fundamentalisme
Grote veranderingen
Invloedverspreiding
Discussiepunten
Emancipatie
De hoofddoek
Homoseksualiteit
Islamitische basisscholen
Reacties
Conclusie

Logboek
Bronnen Inleiding Elke dag staat er wel iets in de krant over moslims en de Islam. Je hoort erover op de radio en televisie en op school wordt er over gediscussieerd. Vaak wordt er in het Westen gedaan alsof alle moslims hetzelfde zijn en alsof ze allemaal een bedreiging zijn voor de Westerse cultuur. Dit doet natuurlijk geen goed voor de Islam, een zeer complexe cultuur met ruim 1,2 miljard aanhangers wereldwijd en bijna 1 miljoen in ons eigen land. In deze PO gaan we de Islam nader toelichten, de grondbeginselen, de hele cultuur en de problemen binnen de Moslimwereld. Ook de problemen met de integratie worden behandeld. Dit is waarschijnlijk een van de grootste oorzaken voor de problemen met Moslims, omdat beide culturen niet veel van elkaar afweten gaan ze niet altijd even goed samen. De Koran Alle openbaringen van Mohammed staan in de Koran, het heilige boek van de moslims. Hij heeft die openbaringen gedurende 23 jaar als profeet ontvangen van God via de engel Gabriel. Mohammed leefde in Arabië van 570 tot 632 na Chr. De godsdienst van de moslims wordt de Islam genoemd en de Koran speelt hierin een centrale rol. Het Arabisch Schiereiland bestond toen, in de zevende eeuw, al grotendeels uit woestijn . De mensen die er woonden leidden er voornamelijk een nomadisch bestaan en leefden in stamverband. Men had de bescherming van de stam nodig om er te kunnen overleven. Syrië, het noorden van Arabië viel onder het Oostelijke Romeinse ofwel Byzantijnse Rijk en het noordoosten ervan ging over in het machtige Perzische Sassanidenrijk. De bedoeïenen, de rondtrekkende bewoners van de woestijn, hadden hier weinig mee te maken. Door een aantal belangrijke karavaan routes werd Arabië verbonden met de rest van de wereld en het zorgde nog is voor flink wat inkomsten. Zo bestond er onder andere een noordelijke zijderoute naar China en een zuidelijke wierookroute van Gaza en Damascus naar Zuid-Arabië, Jemen. De belangrijke stad Mekka heeft zich mede dankzij die karavanen kunnen ontwikkelen De stad Mekka Mekka lag op het kruispunt van een aantal handelsroutes en was om meerdere redenen een belangrijke plaats. Door de watervoorziening van Mekka was het ook belangrijk punt geworden. De heersende stam, de Qoeraysh, deed hier zelf ook aan mee. Daarnaast was het reeds een belangrijk pelgrimsoord in de voorislamitische periode, de periode van onwetendheid. Elk jaar was er weer een grote jaarmarkt waar Bedoeïen uit heel arabië naar toegingen en ook vereerde ze meerdere goden zoals Al-Laat Al-Oezza. Eigenlijk is er niet zo veel bekend uit deze voorislamitische periode omdat de geschiedschrijving over het schiereiland pas goed op gang is gekomen na het ontstaan van de Koran en de grote veroveringen die daarna plaatsvonden. Wel is bekend dat de religieuze riten zich rond de Kaäba afspeelden, waar de Zwarte Steen is ingemetseld. Volgens Arabische overleveringen is de Kaäba oorspronkelijk gebouwd door de Profeet Adam en onder andere door de Profeet Abraham en zijn zoon Ismaël een keer herbouwd. De Zwarte Steen zou afkomstig zijn uit het Paradijs. Het afgodendom had destijds het geloof in één enkele god verdrongen. In deze omgeving waar het geloof in meerdere goden zegevierde en het joden- en christendom zich niet echt hadden verspreid, werd Mohammed geboren. Mohammed Abdoellah, de vader van Mohammed, was al gestorven voordat Mohammed geboren was. Daardoor werd hij zoals toen gebruikelijk was gevoed en verzorgd door bedoeïen buiten de stad. Toen hij zes jaar was, stierf ook zijn moeder waarna zijn grootvader en zijn oom Aboe Talib hem onder hun hoede namen. Volgens de overleveringen is hij als twaalfjarige met een karavaan meegereisd naar Shaam, het huidige Syrië, en daar door een monnik herkend als toekomstige profeet. Hij bouwde in Mekka een goede reputatie op en kreeg de bijnaam Al-Amien, ‘de betrouwbare’. Mohammed trad in dienst bij de rijke weduwe Chadiedja, die hem later ten huwelijk vroeg. Het huwelijk zou vijfentwintig jaar duren en zij kregen vier meisjes en waarschijnlijk twee jongens, die vroeg zijn gestorven. Het was een voor die tijd ongebruikelijk, namelijk monogaam, huwelijk. Chadiedja steunde hem onvoorwaardelijk, ook nadat hij met een wonderbaarlijk verhaal thuiskwam.
De eerste openbaring Mohammed had de gewoonte zich regelmatig af te zonderen van het stadse leven en zich voor meditatie gedurende enige tijd terug te trekken in de bergen. Tijdens een van deze retraites (hij was toen veertig jaar) bevond hij zich in de grot Hiera, buiten Mekka, toen er plotseling een persoon aan hem verscheen die zei de engel Gabriël te zijn, door God naar Mohammed gezonden. Gabriël gaf hem de opdracht iets voor te dragen, maar aangezien Mohammed analfabeet was, kon hij niet aan dat verzoek voldoen. Gabriël bleef dit echter (tot driemaal toe) bevelen, waarbij hij hem zelfs stevig door elkaar schudde. Uiteindelijk las Gabriël hem zelf voor: ‘Lees voor in de naam van jouw Heer die heeft geschapen! Geschapen heeft Hij de mens uit een bloedklonter. Lees voor! Jouw Heer is de edelmoedigste, die onderwezen heeft met de pen. Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist.’ Dit waren de eerste vijf geopenbaarde verzen van de Koran. Mohammed’s vrouw behoorde, samen met nog wat andere mensen tot de eersten die hem als boodschapper en profeet erkenden. Hierna volgden nieuwe openbaringen die hem telkens door de engel Gabriël werden verteld en ingeprent. Dit is gedurende tweeëntwintig jaar doorgegaan. De eerste jaren als profeet
De eerste jaren na deze gebeurtenissen werd er in Mekka slechts in kleine kring over gesproken en tot het geloof in één God opgeroepen. Mohammed verwierf wat aanhangers onder zijn verwanten en in de lagere sociale klassen. Na drie jaar kreeg hij echter, ook weer middels een openbaring, het bevel in het openbaar te gaan prediken. Hij riep op tot het geloof in één Schepper, de Wederopstanding met het Laatste Oordeel en het bestaan van hemel en hel. Ook riep hij op tot zorg voor de zwakkeren, de wezen en de behoeftige en tot eerlijkheid en zedelijkheid. Maar de rijke kooplieden en notabelen hadden hier weinig oor naar. De jaarlijkse pelgrimage naar de Kaäba spekte immers hun kas. Mohammed’s aanhang nam echter met de jaren steeds meer toe, de openbaringen bleven komen en het gezag van de notabelen kwam in gevaar. Dit leidde tot intimidatie en geweld. De eerste martelaren vielen in Mekka. Toch waren er ook vooraanstaande Mekkanen die zich bekeerden tot de Islam, zoals Omar, die later kalief zou worden. De Islam is voor de moslims een religie van overgave, aanbidding van God en is dus niet aan de periode van Mohammed gebonden. Een moslim is de mens die deze overgave aan God uitvoert. In de Arabische grondbetekenis van het woord zit ook het woord ‘vrede’ en ‘veiligheid’. Na vijf jaar van profeetschap vertrok de eerste groep moslims naar Ethiopië, waar een christelijke keizer regeerde. Hier waren zij veilig, maar de situatie van de achtergebleven moslims met hun Profeet verslechterde. Zij brachten ongeveer twee jaar al hongerend in een vallei buiten Mekka door, omdat alle handel hen door de notabelen was verboden. Mohammed’s oom Aboe Talib, die hem had grootgebracht maar zelf nooit moslim was geworden, maakte aan deze situatie een einde, maar ook hij was niet meer in staat de vijandelijkheden het hoofd te bieden. Kort hierna overleden Mohammed’s vrouw Chadiedja en zijn oom. Mohammed ging op zoek naar een ander gebied om zich te vestigen maar werd ongastvrij ontvangen. In deze periode vond een belangrijke gebeurtenis plaats waardoor de moslims de opdracht kregen vijfmaal daags te bidden. De hemelvaart Volgens de overlevering werd Mohammed op een nacht door Gabriël opgehaald om een reis te maken naar Jeruzalem op een onaards, wit dier, dat hem er in een oogwenk naartoe bracht. Daar aangekomen ging Mohammed voor in een gebed met alle voorgaande profeten en steeg vervolgens op naar de zeven hemelen waar hij de opdracht kreeg vijf maal daags te bidden. Aanvankelijk was de gebedsrichting van de moslims richting Jeruzalem, maar ze werd later veranderd richting Mekka. De derde heilige stad van de moslims is Medina, die aanvankelijk Jathrib heette en waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte. De emigratie naar Medina In de stad Jathrib, die ongeveer 350 kilometer ten noorden van Mekka ligt, waren de moslims en Mohammed welkom en veilig, nadat ze ternauwernood aan de dood waren ontsnapt toen hun Mekkaanse tegenstanders van hun plannen hoorden. Het is in dit jaar, 622, dat de Islamitische jaartelling begint. Net als de Joodse jaartelling kent deze telling maanmaanden en geen zonnejaren. Het maanmaanden-jaar is tien tot elf dagen korter dan het zonnejaar, waardoor het jaar 2000 volgens de Islamitische jaartelling het jaar 1421 zal zijn. De emigratie (hidjra) naar Medina markeert een keerpunt in de Islamitische geschiedenis. Mohammed werd op dat moment naast geestelijk leider ook wereldlijk leider en stichtte in Medina een theocratie. Er volgden meer wetgevende openbaringen die de eerste moslimgemeenschap in Mekka moesten leiden. Er ontstond een versmelting van de bewoners van Medina, die Ansaar (helpers) werden genoemd, en de emigranten uit Mekka. Verschillende gevechten tussen Mohammed met zijn volgelingen en de Qoeraysh uit Mekka waren het gevolg. Er vond een treffen plaats bij de oase Badr bij de berg Oehoed buiten Medina. Medina werd gedurende twintig dagen belegerd en er kwamen verschillende verdragen tot stand. Zo kregen de moslims in het jaar 629 toestemming om de oemra, de kleine pelgrimage in Mekka, uit te voeren. Ze keerden vervolgens terug naar Medina, om echter kort daarna Mekka vreedzaam te veroveren. De verovering van Mekka De groep moslims was inmiddels uitgegroeid tot tienduizend man en toen die zich in het jaar 630 massaal naar Mekka begaven, dwongen ze op die manier een vreedzame overgave af van de laatste Mekkanen. Hierna werd het voor de moslims mogelijk de jaarlijkse hadj, de grote pelgrimage die een plicht was geworden, uit te voeren. In het jaar 632 vond een bekende bedevaart plaats, die de afscheidsbedevaart wordt genoemd. Mohammed hield toen een afscheidsrede en openbaarde tevens het laatste vers van de Koran. Kort daarna stierf de Profeet. Aangezien hij ook wereldlijk leider was geweest, had de gemeenschap een opvolger nodig. Dit resulteerde in de aanstelling van één van zijn naaste en trouwe metgezellen als kalief, hetgeen opvolger of plaatsvervanger betekent. De vier rechtgeleide kaliefen en de Koran De eerste kalief was Aboe Bakr, die van 632 tot 634 de moslimgemeenschap leidde en de stammen van het Arabisch Schiereiland, die opstandig waren geworden na de dood van Mohammed, in toom hield. Tijdens zijn heerschappij zou al het materiaal zijn verzameld waar de verschillende passages van de Koran op waren geschreven en gekerfd, zoals palmbladeren, botten, stenen en leer. De Koran werd namelijk vooral voorgedragen en dan met name tijdens het bidden. Er bestond dus een traditie van mondelinge overlevering. Daarna regeerde kalief Oemar gedurende tien jaar. Onder zijn leiding vonden de eerste grote veroveringen plaats. Zo werden onder andere Syrië, Palestina, Egypte, Irak en Perzië veroverd. Het bestuur van deze landen werd aanvankelijk met rust gelaten en de Islam verspreidde zich heel geleidelijk. De Koran schrijft vrijheid van godsdienst voor. De religieuze status van de betrokkenen bepaalde echter wel het soort belasting dat ze moesten betalen. Onder leiding van Oemar werd het verzamelde materiaal met de koranverzen tot een boek verwerkt. De aangehouden volgorde van de verzen was niet de volgorde waarin de openbaringen zich hadden voorgedaan, maar de volgorde zoals die door Mohammed werd aangehouden. Zo werd bijvoorbeeld tijdens de vastenmaand Ramadan de hele Koran (die bestond toen via mondelinge overlevering) al biddend gereciteerd. Moslims met een goed geheugen kenden de hele Koran in de voorgeschreven volgorde. De derde kalief, Oethmaan, regeerde van 644 tot 656. Tijdens zijn bewind bleken er verwarrende verschillen te zitten in de Korans die in de omloop waren. Dit werd in de hand gewerkt doordat er aanvankelijk slechts medeklinkers werden geschreven en geen klinkers. Dialectale verschillen konden dan tot een andere interpretatie leiden en daardoor tot onenigheid. Oethmaan liet alle Korans, op één na, vernietigen. Deze laatste versie werd verveelvoudigd en verspreid. Het boek staat bekend als de Oethmanie. Het is de definitieve standaardversie die tot op heden nog wordt gebruikt. Wie nu precies verantwoordelijk is geweest voor het aanbrengen van diakritische leestekens ter onderscheiding van verschillende medeklinkers en het aanbrengen van klinkers (het vocaliseren), is iets waar de meningen over verschillen. Het vond mogelijk wat later plaats, in de zevende eeuw. De vierde kalief, Ali, regeerde van 656 tot 661. Zijn aanstelling werd vanuit Damascus betwist en leidde uiteindelijk tot de opsplitsing van de moslims in Soennieten en Sjiieten. De vier kaliefen worden door de soennieten, 90% van de moslims, als rechtgeaard, rechtgeleid beschouwd. Zij waren ook allen metgezellen van Mohammed geweest.
De Arabische Koran Het woord ‘Koran’ (‘qoer’aan’ in het Arabisch) heeft te maken met het woord waar de eerste openbaring mee begint, namelijk ‘ikra’, lees, declameer! Tegenwoordig wordt er ook vaak het boek de Koran mee bedoeld, maar van oorsprong betekent het ‘de gereciteerde openbaringen’. Het is een boek in de Arabische taal. In de tijd van de openbaringen werden er op het Arabisch Schiereiland verschillende Arabische dialecten gesproken. Het Arabisch hoort bij de Semitische taalfamilie, waartoe onder andere ook het Hebreeuws, het Akkadisch en het Aramees behoren. Het belangrijkste kenmerk van een Semitische taal is de stam met meestal drie medeklinkers, die een woord een primaire betekenis geven. De toegevoegde klinkers die vaak niet worden geschreven, geven een secundaire betekenis. De koran is tegenwoordig echter wel altijd van klinkers voorzien. Er gaat voor moslims niets boven de oorspronkelijke en welluidende Arabische Koran. Een vertaling is voor hen dan ook niets meer dan een weergave van de betekenis. Iedere moslim, waar dan ook ter wereld, wordt aangemoedigd om vooral de oorspronkelijke taal te leren en te behouden. Aangezien de Koran voor de moslims het woord van God is wordt, werd het tevens gebruikt om er de grammatica van de Arabische taal van af te leiden. Dit was destijds onder andere noodzakelijk vanwege de grote veroveringen die gedaan werden ten tijde van de kalief Oemar. De codificatie van de Koran en het vastleggen van de grammatica ervan heeft tot gevolg gehad dat er nu een soort Arabische standaardtaal is die van Marokko tot in Irak, India en Indonesië gebruikt en geschreven wordt, terwijl er daarnaast talrijke Arabische dialecten worden gesproken. De indeling van de Koran De Koran is verdeeld in 114 soera’s, hoofdstukken die niet op chronologische volgorde van openbaring zijn gerangschikt, maar meer op lengte van groot naar klein. Elk hoofdstuk heeft een naam en een nummer en is daarnaast onderverdeeld in genummerde aya’s, verzen. De telling van de verzen kan in verschillende Korans nog wel eens uiteenlopen. Een uitzondering op de volgorde naar grootte is het eerste hoofdstuk, al-Fatiha, dat uit zeven verzen, aya’s, bestaat, het wordt in elk gebed gereciteerd en is te vergelijken met het onzevader van de Christenen: “In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige, Lof zij God, de Heer van de wereldbewoners, de erbarmer, de barmhartige, de heerser op de oordeelsdag. U dienen wij en U vragen wij om hulp. Leid ons op de juiste weg, die van hen aan wie U genade geschonken hebt, op wie geen toorn rust en die niet dwalen.” Boven elk hoofdstuk wordt meestal vermeld waar de openbaringen hebben plaatsgevonden en na welke andere soera ze is gekomen. Alle soera’s, behalve de negende, beginnen met de basmala-formule “bismillahi rahmani rahiem”, ofwel, in de naam van God, de erbarmer, de barmhartige. Naast de verdeling in hoofdstukken soera’s, kent men een verdeling in dertig gedeelten van ongeveer gelijke lengte (adjzaa) die men gebruikt om de recitatie van de gehele Koran in de vastenmaand Ramadan gelijkelijk te kunnen verdelen. Ook wordt daarmee wel aangegeven, tezamen met een nog kleinere onderverdeling in zestig ahzaab, hoeveel een moslim van de Koran uit zijn hoofd kent. Het uit het hoofd leren van (gedeelten van) de Koran is voor moslims noodzakelijk voor het verrichten van het gebed en geeft volgens overleveringen vele verschillende zegeningen. De boodschap van de Koran Wellicht de belangrijkste boodschap in de Koran is de oproep tot het geloof in één God, in het Arabisch Allah. Het toekennen van metgezellen aan God is de zwaarste zonde in de Islam. Het geloof in één God is voor de moslims essentieel. In hoofdstuk 2, vers 163, staat: “Jullie God is één God. Er is geen andere God dan Hij, de erbarmer, de barmhartige.” De drie-eenheid uit het Christendom wordt verworpen. Moslims geloven dat mensen de woorden van Jezus hebben verdraaid en de bijbel hebben herschreven. Daarnaast worden de moslims opgeroepen tot het geloof in Zijn engelen, profeten en boodschappers, Zijn geopenbaarde boeken, het Laatste Oordeel en Zijn Goddelijke maat der dingen. Zo staat er in hoofdstuk 2 (soera al-baqare), vers 285: “De gezant gelooft in wat van zijn Heer vandaan naar hem is neergezonden en de gelovigen ook; allen geloven in God, in Zijn engelen, in Zijn boeken en in Zijn gezanten.” Voor de moslims is de Koran de bevestiging van voorgaande geopenbaarde boeken die verloren zijn gegaan of door mensenhand zijn veranderd. In de Koran vinden we veel over bijbelse profeten met vaak dezelfde of iets gewijzigde verhalen zoals die ook bekend zijn uit de bijbel. Zo worden onder andere Abraham, David, Jezus, Mozes, Noach, Jonas genoemd. Vele Islamitische rites verwijzen naar eerdere profetische verhalen die door Mohammed opnieuw herdacht werden. Zo gedenkt bijvoorbeeld de jaarlijkse pelgrimage van de moslims naar Mekka, een periode gedurende welke wereldwijd schapen of andere dieren geslacht worden. De profeet Abraham die bereid was zijn zoon te offeren en die uiteindelijk in plaats daarvan een ram offerden. In de Koran staat dat de ram uit de hemel kwam. Volgens de bijbel stond de ram ineens achter Abraham tussen de struiken. Het geloof in het hiernamaals speelt een belangrijke rol. Op de Laatste Dag zullen alle mensen voor God worden verzameld, al hun goede en slechte daden zullen worden bekeken en hun eeuwige bestemming, hetzij het paradijs, hetzij de hel, zal bekend worden gemaakt. Bovendien oordeelt God dan over onderlinge meningsverschillen. We lezen in hoofdstuk 39, De drommen (soera az-zoemar), vers 68-69: “En er wordt op de bazuin geblazen en wie er in de hemelen en wie er op de aarde zijn vallen wezenloos neer, behalve zij van wie God het wil. Dat wordt er een tweede keer op geblazen en dan staan zij op om te kijken. En de aarde straalt in het licht van haar Heer, het boek wordt voorgelegd en de profeten en getuigen worden gebracht. En er wordt tussen hen naar waarheid beslist en hun wordt geen onrecht aangedaan.” In de Koran staan echter ook heel praktische geboden en verboden zoals het gebod om te bidden, de zakaat (een soort gemeenschapsbelasting) te betalen, de maan Ramadan te vasten en eens in een mensenleven de hadj (pelgrimage) naar het bedehuis in Mekka te maken als de financiën en de gezondheid het toe laten. Ook spijswetten staan in de Koran zoals het verbod op het eten van varkensvlees, bloed en kadavers en het drinken van alcohol. Andere zaken worden juist weer aanbevolen zoals melk en honing. De overleveringen In de Koran staat ook vermeld dat het voorbeeld van de profeet Mohammed gevolgd moet worden. Nu was dat tijdens zijn leven makkelijk, maar na zijn dood werden zijn tradities, uitspraken en gewoonten mondeling doorgegeven. Aan deze situatie kwam in de achtste en negende eeuw een einde toen men de wildgroei aan tradities te lijf wilde gaan. Men had soms minder edele motieven om tradities te vervalsen zoals het legitimeren van macht of materieel belang. Het verifiëren en verzamelen van zo’n overlevering (hadieth) werd een vak apart. Teneinde de betrouwbaarheid van een overlevering te kunnen achterhalen was het gebruikelijk de overleveraars (isnaad) voorafgaand aan de tekst (matn) te noemen, maar ook de keten van overleveraars kon worden vervalst. Het waren met name de overleveraars die op betrouwbaarheid werden onderzocht. Hieruit zijn in de achtste en negende eeuw een aantal compilaties voortgekomen die heden ten dage nog steeds worden gebruikt en waarvan er zes als ‘de zes authentieke boeken’ bekend staan. De twee meest bekende zijn Sahieh Boecharie en Sahieh Muslim. Deze boeken verduidelijken de Koran en geven zeer gedetailleerde informatie over allerlei zaken uit de tijd van Mohammed. Zo worden bijvoorbeeld de gebedstijden verduidelijkt, de wijze van rituele reiniging voor het gebed maar ook het verpachten van land, het sluiten van een huwelijk, het vrijkopen van slaven, het opmaken van een testament, tot het distribueren van water en de beste houding om te slapen. De sharia De voorschriften uit de koran en de Hadithverzamelingen zijn uitgewerkt in de sharia, de religieuze en maatschappelijke wetgeving van de moslims. Vijf belangrijke rituele plichten worden de vijf zuilen of pilaren van de Islam genoemd. Zij staan in de Koran en in de Hadithoverleveringen en zijn nader uitgewerkt door de Islamitische geleerden (oelama) en rechtsgeleerden (foekaha): 1. Het getuigen dat er geen andere god is dan God. 2. Het vijfmaal daags het gebed verrichten. 3. Het betalen van gemeenschapsbelasting, de zakaat. 4. Het vasten in de maand Ramadan. 5. De bedevaart naar Mekka uitvoeren.
Koranexegese De tafsier, ofwel koranexegese, is de wetenschap die de tekst van de Koran bestudeert en uitlegt. Hiertoe wordt de Arabische taal bestudeerd, de grammatica, de gebeurtenissen die samenvielen met een openbaring en mogelijke verborgen betekenissen. Maar uiteindelijk is de Koran voor moslims het wonder dat Mohammed bracht en dat slechts door God volledig begrepen kan worden. Fundamentalisme De laatste jaren zien de gevestigde ordes in de Moslimwereld zich aangevallen door radicale bewegingen die een terugkeer naar de traditionele Islamitische waarden eisen. Dit wordt Islamitisch fundamentalisme genoemd. De term ‘fundamentalisme’ is een algemene term die wordt gebruikt om een standpunt te beschrijven dat in de meeste religies te vinden is. In het algemeen geloven fundamentalisten in de letterlijke waarheid van hun heilige boeken en ontkennen dat ze moeten worden geïnterpreteerd, of kan veranderen. Vaak beschouwen ze ook de traditionele praktijken en doctrines in dat licht als voor eeuwig geldig. Fundamentalisten kunnen al dan niet vijandig staan tegenover andere godsdiensten, maar hun grootste woede is gericht op geloofsgenoten die proberen aspecten van hun religie aan te passen, bijvoorbeeld ze op een lijn te brengen met nieuwe kennis of veranderende normen en waarden. Islamitisch fundamentalisme is in wezen een reactie tegen alle ‘moderne’ tendensen die de traditionele moslimgemeenschappen al meer dan honderd jaar ondergaan. Fundamentalistische bewegingen zijn niet nieuw: de Moslim Broederschap, die in 1928 werd gesticht in Egypte bestaat nog steeds en heeft aanzienlijke invloed. De wijdverbreide fundamentalistische beweging van de jaren tachtig en negentig is rechtstreeks geïnspireerd door de Islamitische Revolutie in Iran die in 1978-1979 de Sjah verdreef. Het belangrijkste doel was om de Sharia, de religieuze moslimwetgeving, de wetgeving van het land te maken, en daarmee ieder onderscheid tussen de staat en de Islam te doen verdwijnen. De regel dat moslims geen alcohol mogen drinken werd streng ingevoerd evenals het verbod op ‘woeker’, het lenen van geld tegen rente als er geen risico bestaat. Vrouwen werden gedwongen de traditionele ‘bescheiden’ klederdracht te dragen, met rokken tot op de grond en gesluierd achter de ‘chador’ (omslagdoek). De Sharia schreef strenge straffen voor bij overtreding van de wetten en in Iran werden deze opgelegd aan de non-conformisten, met name degenen die werden beschouwd als afvalligen. Grote veranderingen De leider van Iran, de ayatollah Khomeini, was een charismatisch figuur die de hele Islamitische wereld opriep tot een opstand, het afzetten van de corrupte leiders en deelname aan de Islamitische Revolutie. De Iraniërs zijn een niet-Arabisch volk, die behoren tot de Shia-afdeling van de Islam, terwijl de meeste Arabieren Sunni’s zijn. De oproep van de ayatollah nam deze hindernissen echter gemakkelijk en had enorme invloed op de moslims overal ter wereld. Gedeeltelijk was het een reactie op hun misgenoegen met de Westerse manier van leven en de Westerse normen en waarden. De Westerse landen overheersten in het Midden-Oosten op een manier die de meeste Arabieren vernederend vonden. Maar thuis scheen de verwesterlijking de moslimidentiteit aangetast te hebben zonder de verwachte economische voordelen. Ten minste niet voor de miljoenen in overbevolkte steden, die in armoede leefden. De Islamitische Revolutie gaf dus een nieuw gevoel van identiteit en was mogelijk (hoewel niet bewezen) een oplossing voor de miserabele economische omstandigheden van het gebied. Het revolutionaire principe van het Islamitische fundamentalisme werd versterkt door de nadruk van Khomeini op de Islamitische overtuiging van het belang van sociale rechtvaardigheid, als voorvechter van de ‘kansarmen’ tegen de ‘machtsarrogantie’. Zijn volgelingen bereidden zich voor op strijd tegen een enorme lijst tegenstanders, waaronder de rijke oliesjeiks van de Golflanden, Israël, de Verenigde Staten en seculaire moslimlanden zoals Irak, waarmee Iran in een lange oorlog verwikkeld raakte (1980-1988). Invloedverspreiding Een vroeg teken van de Iraanse invloed was te zien in het ernstig verdeelde Libanon, waar Shia-bewegingen zoals de Hezbollah (Partij van God) en de Islamitische Jihad (Islamitische Heilige Oorlog) ontstonden. Aangezien ze de Verenigde Staten beschouwden als bondgenoot van Israël en de steunpilaar van de Christelijke Libanese regering, voerde de Jihad een spectaculair bombardement uit op de Amerikaanse marinebasis in Beiroet, waarbij 299 Amerikaanse en Franse soldaten werden gedood. Deze groeperingen waren ook betrokken bij de strijd tegen Israël; maar de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie was voornamelijk links en nationalistisch georiënteerd. Tot de jaren negentig bleef de PLO de belangrijkste vertegenwoordiger van de Palestijnen en in die jaren was hun duidelijke onvermogen iets te bereiken de oorzaak van de opkomst van de Hamas-fundamentalisten. De snelle opkomst van deze beweging die geen compromissen duldde, was wellicht de reden dat Israël en de PLO uiteindelijk in 1993 besloten tot een historisch akkoord. Elders in de Islamitische wereld, beïnvloedde het fundamentalisme diverse regeringen, die een bepaalde mate van ‘Islamitisering’ invoerden, ofwel uit overtuiging ofwel omdat ze hoopten de revolutie af te houden. Een voorbeeld was Pakistan tijdens de regering van Generaal Zia (1977-1988). Saoedi-Arabië was duidelijk ‘niet-modern’; een Koninklijke autocratie waar de Sharia de staatswet was, die rigoureus werd uitgevoerd: alcoholgebruik werd gestraft met de
doodstraf en bij dieven werd de rechterhand afgehakt. In sommige landen bedienden fundamentalisten zich van terrorisme, al dan niet in antwoord op de tegenstand van de regering. In Algerije, waar een fundamentalistische partij, de FIS, in 1991 de eerste ronde van vrije verkiezingen won, verklaarde de regering de uitkomst ongeldig. De fundamentalisten gingen ondergronds werken en vermoordden de president in de gewelddadigheden die volgden. In Egypte voerde de Islamitische Beweging verschillende gewapende aanvallen uit op toeristen in een poging om de regering omver te werpen door de economie te vernietigen. Ook in Turkije was er een reeks politieke moorden door een groep die zich de Islamitische Actie noemde. Ver buiten de Islamitische wereld vond in februari 1993 een enorme bomexplosie plaats in het World Trade Center in New York, waarbij vijf doden en talloze gewonden vielen. Het is duidelijk dat het Islamitisch fundamentalisme als populaire beweging dan wel als terroristische bedreiging een kracht is waarmee rekening moet worden gehouden in de komende jaren.
Discussiepunten Emancipatie De profeet Mohammed waste zelf zijn kleren. Terwijl zijn tweede vrouw een politieke stroming leidde. Wie zegt dat de Koran vrouwonvriendelijk is? De Koran staat er in het Westen in ieder geval om bekend… De stukken die er zijn over dit deel van deze godsdienst zijn dan ook zeer tegenstrijdig. In onze maatschappij zijn we ervan overtuigd dat vrouwen vele taken aan kunnen die mannen doen, soms zelfs nog beter. Zo denken wij erover, maar hoe staat dit in het heilig boek van de moslims? Allah heeft toch man en vrouw geschapen. Zij zijn gelijk in de ogen van Allah, zo staat het in de Koran: “O mensen, Wij hebben jullie uit een man en een vrouw geschapen Wij hebben jullie tot volkeren en stammen gemaakt opdat jullie elkaar zouden kennen. De voortreffelijkste van jullie is bij God de godvrezendste. God is wetend en welingelicht.” Dit komt op ons over alsof man en vrouw elkaar volgens de Islam aanvullen. Ze zijn gelijkwaardig en hebben beide plichten en verantwoordelijkheden. Volgens de meeste moslims zijn er wel verschillen tussen de rol van de man en de rol van de vrouw in de maatschappij, maar deze verschillen maken het ene geslacht niet superieur en het andere niet minderwaardig. Toch staat ergens anders het volgende: “De mannen zijn zaakwaarnemers voor de vrouwen, omdat God hen boven haar heeft gesteld (…). Als mannen ongehoorzaamheid vrezen, moeten zij haar vermanen, haar vermijden in het huwelijksbed en haar slaan. God is verheven en groot.” De hoofddoek De laatste tijd is er veel ophef geweest over de hijaab of hoofddoek. Zo weigerde een rechtbank een griffier aan te stellen die in de rechtszaal een hoofddoek wilde dragen. De hoofdredacteur van het feministische tijdschrift ‘Opzij’ verklaarde daarna publiekelijk nooit een vrouw met een hoofddoek op de redactie te willen aannemen en ga zo maar door… In de zaak van de griffier heeft de Commissie gelijke behandeling, die toeziet op de naleving van de Algemene wet gelijke behandeling geoordeeld, dat de rechtbank met haar weigering in strijd met de wet heeft gehandeld. Persoonlijk zijn we het daar niet mee eens, wanneer iemand de vaardigheden bezit om een bepaald beroep uit te oefenen is het belachelijk om die persoon niet aan te nemen omdat deze een hoofddoek draagt. Maar wel in dit ambt: de kerk en de staat zijn in Nederland niet voor niets strikt gescheiden! In een rechtbank hoeft niemand geconfronteerd te worden met het geloof van een medewerker. De rechtspraak in Nederland is onafhankelijk, godsdienst staat daar los van en mede daarom moet elke uiting van geloof, of het nu een kruisje aan een ketting is of een hoofddoek, uit de rechtbank moet worden geweerd. De uitspraken van de hoofdredacteur van het blad ‘Opzij’ daarentegen kunnen ook niet door de beugel. De hijaab is geen middel om vrouwen op wat voor manier dan ook te onderdrukken zoals in de Westerse wereld vaak wordt gedacht. De sluier is vaak hét symbool voor kuisheid in een cultuur waar de angst voor ontucht en aantasting van de familie-eer groot is. Maar in Nederland is dit meestal niet de belangrijkste drijfveer om een sluier te dragen. We denken in Nederland dat we zo tolerant zijn, maar als het ook eens van 'de andere kant' wordt bekeken valt dit heel erg tegen. Vrouwen die een sluier dragen worden in het algemeen met andere ogen bekeken dan de ‘normale’, Westerse vrouw. Dit is niet altijd negatief bedoeld, maar toch is er een duidelijk verschil te bemerken. Vooral na de aanslagen van 11 september is hier een duidelijk verschil te bespeuren; er is een soort van wantrouwen ontstaan. Homoseksualiteit Het is een wel zeer gevoelig onderwerp, de relatie tussen Islam en homoseksualiteit. Vooral de laatste tijd is er veel ophef over geweest en de media heeft volop licht op deze zaak laten schijnen. Het bekendste onderwerp van de discussie de laatste tijd waren wel de uitspraken van de Rotterdamse imam sheik Khalil el-Moumi in het actualiteitenprogramma ‘NOVA’. Volgens de Marokkaanse imam van de An-Nasrmoskeee is homoseksualiteit in het bijzonder schadelijk voor de Nederlandse samenleving, nu het burgerlijk huwelijk is opengesteld voor homoseksuelen. “Homoseksualiteit blijft niet beperkt tot de mensen die deze ziekte hebben, maar kan zich verspreiden. De Nederlandse samenleving is multicultureel. Dus als de ziekte zich dan verspreidt kan iedereen besmet raken. Daar zijn we bang voor.” Aldus de conservatieve el-Moumni. De dag daarna nuanceert hij deze uitspraken alweer, en tenslotte biedt el-Moumni zelfs zijn excuses aan. Moslimorganisaties in Nederland nemen zelfs afstand van de woorden van de imam, en volgens mij is dit ook de enige juiste handelswijze geweest. Vergeet niet we leven in Nederland hier wordt homoseksualiteit getolereerd en wanneer allochtone bevolkingsgroepen hier iets op tegen hebben is dat hun probleem! Iedereen heeft zich te schikken naar de geldende rechtspraak én de waarden en normen die in dit land gelden, ook moslims. Natuurlijk is er vrijheid van meningsuiting maar dit is pure discriminatie, en veel homoseksuelen zullen gekwetst zijn door dit soort uitlatingen. En daarbij zijn deze uitspraken aanzet tot rassenhaat, wat in de Nederlandse wetgeving verboden is. Islamitische basisscholen
Sinds de oprichting van de eerste Islamitische basisschool tien jaar geleden, zijn er 28 bijgekomen. Allemaal hebben ze verschillende besturen, die worden vertegenwoordigd door de Islamitische Schoolbesturen Organisatie (ISBO), stuk voor stuk groeien de scholen als kool… De grondwettelijke vrijheid van onderwijs die Nederland kent zorgt ervoor dat alle geloof- en levensbeschouwelijke richtingen een school kunnen oprichten, die zelfs door de Nederlandse overheid wordt gefinancierd, dus ook moslims. Zodra een bestuur een minimum aantal leerlingen kan verwachten en voldoende leraren heeft aangetrokken kan men beginnen met de oprichting. Er hoort (in theorie) dan ook vrijwel geen verschil te zijn tussen Islamitische en andere basisscholen: leraren geven in het Nederlands les, taalbeheersing, rekenkunde, aardrijkskunde etc. zijn de verplichte ‘gewone’ vakken. Maar maximaal drie uur per week krijgt het Islamitische karakter van de school meer vorm, tijdens de godsdienstles. Voor sommige ‘onderwijsdoelen’ kunnen Islamitische scholen ontheffing krijgen. Zo worden op de meeste scholen de muzieklessen beperkt tot lofzang aan Allah. Als we het bovenstaande zo horen vragen we ons af waarom over dit thema onder andere in de politiek gediscussieerd wordt… Maar wat blijkt nu; de media hebben deze discussie na de aanslagen in New York laten opwaaien! Zo wordt in verscheidene artikelen benadrukt dat sommige Islamitische scholen aanzetten tot haat: moslimsscholen zouden fundamentalistisch materiaal gebruiken en geld ontvangen van rijke, extremistische moslims. Natuurlijk kan dit niet de bedoeling zijn: vrijheid van godsdienst kan nooit als vrijbrief worden gebruikt voor activiteiten die indruisen tegen de Nederlandse wet. Het grondwetsartikel heeft niet voor niets de toevoeging meegekregen “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet!” En zoals iedereen weet is aanzetten tot rassenhaat verboden in ons land. Maar we hebben een onderwijsinspectie die dit na mijn wetens heel goed kan controleren en de wandelgangen van deze scholen in Nederland uitstekend kan nagaan. Nee, waar men zich meer zorgen om maakt is de integratie van de kinderen die dit speciale onderwijs volgen. Ze worden alleen maar blootgesteld aan mensen met dezelfde cultuur, achtergrond, geloof, waarden en normen, iets wat volgens mij de tolerantie niet echt vergroot. Daar komen nog eens een heleboel andere dingen bij, zoals het feit dat jongens en meisjes vanaf hun zevende levensjaar gescheiden worden, niet alleen tijdens de les maar ook bij het spelen. Het zou voor deze kinderen veel beter zijn als zij op jonge leeftijd al met elkaar leren omgaan. In de hedendaagse, Nederlandse maatschappij waarvan zij later een deel zullen uitmaken wordt er immers ook geen rekening gehouden met het geslacht van een persoon! Reacties in eigen land In de wijk Veldhuizen in Ede werd op de avond van 11 september door ongeveer twintig Marokkaanse jongeren op straat een uitbundig feestje gehouden om de aanslagen in de Verenigde Staten te vieren. De jongeren zwaaiden met vlaggen en riepen leuzen maar of dit werkelijk een politieke achtergrond had is niet duidelijk. Het werd in ieder geval wel zo door de media bericht, maar deze uitlatingen kunnen zeker ook als pure provocatie bedoeld zijn geweest. De Marokkaanse jongeren in deze wijk zorgen namelijk al geruime tijd voor overlast. De week na het incident hebben de jongeren via hun belangenvereniging ‘Ishrad’ laten weten dat zij spijt hebben van hun gedrag die bewuste dag. Dit ‘straatfeestje’ stootte veel Nederlanders tegen de borst, vooral de onmacht van de politie wekte veel woede op. Het was voor iedereen onbegrijpelijk; feest vieren omdat/terwijl duizenden Amerikanen de dood hadden gevonden. Ondanks de geruststellende en sussende woorden van onder andere premier Kok nam de spanning, ook in ons land, toe. Niet lang daarna keurden de gezamenlijke Islamitische organisaties in Nederland de aanslagen gelukkig af. Gelukkig omdat door deze verklaringen het overgrote deel van de bevolking in ging zien dat dit een daad was van fundamentalistische moslims en niet alle moslims, waar dan ook ter wereld hiervoor verantwoordelijk konden worden gehouden. In de Heilige Koran staat: “…en bestrijdt op Gods weg hen die jullie bestrijden, maar begaat geen overtredingen; God bemint de overtreder niet.” Natuurlijk kan dit stuk zo worden opgevat alsof er staat dat de aanslagen worden goedgekeurd door de Koran, maar volgens mij is dit het bewijs dat de levens van deze onschuldige mensen hen nooit ontnomen hadden mogen worden. De daders zullen dan ook nooit in het Paradijs terechtkomen, het is dan ook niet meer dan logisch dat Nederlandse moslims afstand hebben genomen van deze wandaden. Wat dan ook uitermate vreemd is, is dat in de weken na de aanslagen moskeeën in Nederland nog steeds bestookt werden met brandbommen en andere symbolen van de Islam doelwit van vandalisme waren. Dit blijkt niet alleen uit de meldingen die bij de verschillende politiebureaus in Nederland binnenkwamen maar ook uit een rapport van een aantal Nederlandse anti-discriminatiebureaus voor ‘Het Europees Observatorium tegen Racisme en Vreemdelingenhaat’. Zo zouden meer racistische pamfletten worden verspreid en vrouwen met hoofddoek bespuugd en belaagd.
Conclusie In dit werkstuk hebben wij ons gericht op de integratie van moslims. We hebben gekeken in hoeverre de aanslagen in New York effect hebben gehad op de Moslimintegratie in de Nederlandse samenleving. Zoals u kunt lezen in ons stukje over discussiepunten zijn er veel verschillende punten waarover moslims en niet-moslims in meningverschillen en er zo dus discussie over ontstaan. Wij, en waarschijnlijk vele mensen met ons, vinden dat iedereen zich moet schikken naar de wet die in dat land gelden. Dus iedereen moet zich aanpassen aan de waarde en normen in het land waar ze zich bevinden. Dit natuurlijk wel op zo’n wijze dat ze hun eigen cultuur zo min mogelijk hoeven te veranderen. De integratie van moslims verloopt best wel soepel. Natuurlijk gaat niet alles vlekkeloos. Na de aanslagen van 11 September is er toch zeker iets veranderd van onze denkwijze tegenover de islam. Dat was voor een deel negatief maar er waren ook positieve punten. Er vonden namelijk wel incidenten plaats tegen de moslims, maar die moet men niet uit het verband rukken: dit waren incidentele, op zichzelf staande gebeurtenissen. Er waren zelfs in de weken na de ramp van 11 september 50% meer Korans verkocht dat is toch een heel stuk positiever, want hieruit blijkt dat de mensen zich meer gingen interesseren in de Islam. Hierdoor zullen ze veel meer informatie over de islam krijgen en zullen de slechte vooroordelen en angstgevoelens verdwijnen. De uitspraken van de Amerikaanse president George Bush jr., de Engelse premier Tony Blair en onze eigen Wim Kok wezen er al op dat er geen oorlog tegen de Islam werd gestart maar een oorlog tegen terrorisme! De daders van de aanslagen op het WTC interpreteren de Koran op hun eigen manier, zij zijn fundamentalistische moslims. Zij kunnen dan ook zeer zeker niet als voorbeeld fungeren voor alle Moslims. Gelukkig beseffen heel veel mensen in Nederland dit. Assalamu Alaykum wa Rahmatullahi wa Barakatuhu! (Vrede zij met U en Allah’s barhartigheid en zijn zegeningen!) Logboek Dinsdag 4 april 2006: 2 uur
Na schooltijd zijn we begonnen met informatie zoeken voor ons verslag. We zochten informatie over het onttaan van de Islam en ook specifiek over de moslimintegratie. We waren verbaasd over de hoeveelheid informatie die daar over te vinden was. Thuis hebben we allebei de informatie doorgelezen zodat we wisten hoe de Islam in elkaar zat. Donderdag 6 april 2006: 2 uur
In de twee tussen uren die we hadden hebben we besproken wat we allemaal in ons verslag gingen zetten en in welke volgorde. En we hebben daarbij meteen onze informatie geordend zodat we het zo bij de hand hebben als we het verslag gaan schrijven. Vrijdag 7 april: 1 uur
Vandaag hebben we de inleiding geschreven. Donderdag 13 april 2006: 2 uur
Vandaag zijn we begonnen met het levensverhaal van Mohammed en met de andere informatie over de islam. Vrijdag 14 april 2006: 2 uur
Na schooltijd hebben we de informatie van gisteren verder afgemaakt en geordend. Dinsdag 18 april 2006: 1 uur
Vandaag zijn we begonnen met het deel over de fundamentalisme en de grote veranderingen. Donderdag 20 april 2006: 2 uur
Wwe hebben het deel fundamentalisme en de grote veranderingen afgesloten en zijn begonnen aan de invloedverspreiding. Vrijdag 21 april 2006: 2 uur
We zijn weer verder gegaan met de invloed verspreiding en zijn begonnen aan de discussiepunten. Maandag 24 april 2006: 2 uur

We hebben heel het verslag afgemaakt dus de discussiepunten en de reacties in eigen land zijn afgerond. Dinsdag 25 april: 2 uur
We hebben plaatjes toegevoegd en gecontroleerd op fouten. Ook hebben we de conclusie en de bronvermelding geschreven en we hebben een titelpagina en inhoudsopgave gemaakt. Bronnen Websites: - www.ad.nl - www.al-islam.org - www.cbs.nl - www.dislam.org - www.islamenburgerschap.nl - www.islamworld.nl - www.moslim.org - www.moslim-online.nl - www.moslimweb.nl - www.nd.nl - www.nrc.nl - www.nu.nl - www.overgave.nl - www.redouan.nl - www.salaam.nl - www.trouw.nl - www.volkskrant.nl

REACTIES

A.

A.

Het is een heel gevoelig onderwerp, maar je hebt het zo weten te zeggen dat niemand zich gekwetst voelt. Mooi verslag!

10 jaar geleden

M.

M.

Wat een onzin!....Overal is de integratiepolitiek mislukt omdat moslims niet willen integreren.Alle inspanningen en miljardeninvesteringen (weggegooid geld) ten spijt, zullen moslims nimmer integreren in een Westerse samenleving.Ze zullen zich NOOIT aanpassen aan westerse normen en waarden. Dit heeft enkel en alleen te maken met de Koran: “Laat de gelovigen geen ongelovigen (d.i. niet-moslims) als vrienden verkiezen boven de gelovigen...” (3: 28) Dramatisch kwam dit verzet tegen integratie aan het licht tijdens een toespraak van de Turkse premier in Keulen (10-02-’08). Hij riep de Duitse Turken op om alles in het werk te stellen om vooral niet te integreren. Hij noemde integratie zelfs een ‘misdaad tegen de menselijkheid.’...Veel jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf voelen zich geen onderdeel van de Nederlandse samenleving. Dit is een van de uitkomsten van een onderzoek onder zo'n 3000 niet-westerse allochtonen dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft gepubliceerd....Na 1400 jaar, de mensheid heeft nog steeds grote problemen met de islam.In het islamitische wereldbeeld is er meer dan 1400 jaar oorlog, omdat de niet-moslims nog steeds bestaan.In de wereldbeschouwing van de islam bestaat de wereld uit twee delen: 1) Dar al-Harb (land van oorlog, geregeerd door de ongelovigen); 2) Dar al-Islam (land van vrede, geregeerd door moslims). Elk land dat niet islamitisch is en niet geregeerd door moslims wordt beschouwd als een land van oorlog.Wij, ongelovige kafirs, leven in het “Dar al-Harb” , het land van de oorlog, dat volgens de moslims dringend moet veranderd worden in het “Dar al-islam”, het land van de islam.Maak je geen enkele illusie! Nederland behoort net als andere Europese landen tot de dar al-harb en moet worden onderworpen!En door je niet te onderwerpen aan de islam, ben je als niet-moslims niets meer dan de vijand van deze politieke ideologie.…De Islam heeft vanaf haar oorsprong de wereld willen onderwerpen aan de Islam, aan Allah en aan Mohammed. En dit hebben ze vanaf haar oorsprong gedaan door middel van jihad.Vandaag de dag heeft de islam met z’n universele Jihad, meer dan 50 landen verovert.De islamitische verovering van India is waarschijnlijk het bloedigste verhaal in de geschiedenis der mensheid.In deze land alleen al zijn tussen de zestig en tachtig miljoen hindoes ter dood gebracht gedurende de eeuwen van invasies door islamitische legers.De lange lijst van doden, vervolgden, bannelingen en onder dwang bekeerde Joden en christenen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, loopt in de miljoenen.En vergeet niet de 1.5 miljoen Armeense christenen die door de Turken werden gedood tijdens WW-I....Moslims zijn al meer dan 1400 jaar gegijzeld door hun godsdienstige systeem. Ze zijn eenvoudig nooit blootgesteld aan de wereld buiten hun islamitische beperkte gevangenis. Ze volgen blindelings hun dogma en zijn in het geheel niet in staat tot zelfreflectie en zelfkritiek.Wat de islam hun leert? Niets dan haat dragen. Wie niet in de islam gelooft, moet gedood worden.Dat stelt de Koran duidelijk: doden of gedood worden…De Islam is verschrikkelijk en moet liefst helemaal uit onze samenleving worden verwijderd!Religie biedt een basis voor vrede, mensenrechten, vrijheden en gerechtigheid.Elke interpretatie die het tegendeel beweert, waaronder misbruik van religie om conflicten aan te wakkeren, is verkeerd en bedrieglijk…

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.