Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Servie-Montenegro

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 2449 woorden
  • 22 april 2005
  • 86 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
86 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding. Servië-Montenegro is wat resteert van het voormalige Joegoslavië. Deze staat op de westelijke Balkan bestond van 1918 tot 1992. Toen in 1992 vier van de zes deelstaten zich besloten los te maken (Slovenië, Bosnië, Kroatië en Macedonië) spraken Servië en Montenegro af om samen door te gaan als de Federale Republiek Joegoslavië. Op dit moment wil de Servische provincie Kosovo, waar veel Albanezen wonen, onafhankelijk worden. Op dit moment gaat het heel erg slecht met het land, de democratie is niet zo democraties als dat het zou moeten zijn, er is sprake van manipulatie en corruptie en de economie is een puinhoop. Door de NAVO bombardementen is ook het milieu er slecht aan toe. Maar je kunt wel stellen dat het steeds beter gaat met Servië-Montenegro. Geografische gegevens van Servië-Montenegro. Servië-Montenegro ligt in Zuidoost-Europa tussen Albanië en Bosnië-Herzogewina en grenst aan de Adriatische Zee op de coördinaten 44 00 n en 21 00 O. Servië-Montenegro grenst aan Albanië, Bosnië-Herzogewina, Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Macedonië en Roemenië. De oppervlakte van Servië-Montenegro is 102.350 vierkante kilometer, waarvan 214 km² water. Servië-Montenegro is daarmee bijna 2,5 keer zo groot als Nederland. Het landschap van Servië-Montenegro is zeer gevarieerd. In het noorden zijn vruchtbare vlakten. Zuid-Servië en heel Montenegro zijn bergachtig. De hoogste top ligt in het Kopaonik-massief (Daravica, 2656 meter). In totaal zijn er 10.6 miljoen mensen woonachtig in Servie-Montenegro. Klimaat

Servië-Montenegro heeft in het binnenland een landklimaat met koude winters en hete zomers en aan de kust een mediterraan klimaat met hete droge zomers en relatief koude winters met soms hevige sneeuwval. De neerslag is gelijk verdeeld over alle seizoenen. De bergstreken zijn aanmerkelijk natter dan de vlakten. Planten en dieren Planten De Donau-vlakte is een vruchtbaar landbouwgebied met uitgestrekte korenvelden en wijngaarden op de heuvels langs de oevers. Verder naar het zuiden worden vlas, hop en hennep verbouwd en levert de bodem goede oogsten aan paprika's en tomaten op. Belangrijk is ook de teelt van zonnebloemen. De flora in de berggebieden heeft in de poreuze kalkbodem weinig houvast en onvoldoende vochtopname. Veel voorkomend zijn lage struikgewassen als de sibljak. Dieren Het nog nauwelijks bewoonde berggebied is moeilijk doordringbaar. Hierdoor is er nog leefruimte voor gemzen, edelherten, vossen, katachtigen, wilde zwijnen, reptielen, wolven en een handvol beren. Grote gebieden genieten bescherming als nationaal park of natuurreservaat. Servië 1903 – 1919 In 1903 kwam met de moord op de gehate koning Aleksansar een einde aan de Obrenović dynastie. Servië was nog steeds een land van arme boeren, dat gebukt ging onder een dictatuur, politieke instabiliteit. De nieuwe koning Petar Karadorević (1903-1821) deelde de macht met een liberale regering, die zich door haar anti Oostenrijkse politiek erg populair maakte. Wenen maakte zich ongerust over het groeiende succes van de Zuid-Slavisch nationalisten onder de Kroaten, Slovenen en Serven. Zij zagen in Servië het land dat hen kon verenigen in 1 grote Zuid-Slavische staat. Tijdens de Balkan oorlog van 1912- 1913, nam Servië, Kosovo, Noord- Macedonië en Sandžak in. Op 28 juni 1914 vermoordde de Bosnisch-Servische nationalist Gavrilo Princip in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand. Oostenrijk viel Servië aan en enkele weken later was Europa in oorlog. Aangezien Servië deel uit maakten van de geallieerden toen de oorlog was afgelopen, kreeg Servië tijdens de vredesverdragen van Parijs delen van het Habsburgse rijk, omdat hier veel Serven woonden. Montenegro. Montenegro heeft vanaf de middeleeuwen (hetzij met enkele tussenpauzen) deel uitgemaakt van Servië. Nikola Petrović was van 1860 tot 1918 bezig met de modernisering van Montenegro. In 1912 kreeg Nikola zelfs de titel van koning. Tijdens de eerste wereldoorlog vluchtte Nikola naar Italië. In 1918 zetten de pro-serven in het parlement Nikola af, en ze kozen voor aansluiting bij Servië.
Het begin van Joegoslavië en het begin van de oorlog. Op 1 december 1918 werd het koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenenen officieel benoemd. Alleen de Serven wilden dat de anderen hun godsdienst, leger en politieke cultuur overnamen. Dit zorgde al meteen voor spanningen. In 1921 werd Joegoslavië een unitaire staat. Minderheden werden onderdrukt. Hierdoor ontstond veel politiek geweld, waaraan de koning Aleksandar een eindde maakte, door in 1929 de grondwet te schorsen. In 1939 kreeg Kroatië autonomie. Met het beginnen van de Tweede Wereldoorlog viel Joegoslavië uiteen. Bosnië, Kroatië werden de onafhankelijke staat. Bosnië, Kosovo en West-Macedonië voegden zich bij Albanië, Montenegro kwam onder Italiaans toezicht en wat er overbleef van Servië kreeg een pro-Duitse regering. Maar dit riep verzet op. Onder leiding van Tito vochten communistische partizanen voor het herstel van Joegoslavië.Ze wilden een communistische staat, met als voorbeeld de Sovjet Unie. Op 29 november 1945 ontstond de voorlopige Federale Volksrepubliek Joegoslavië. De FRJ. Later werd hier nog het woordje Socialistisch aan voorgevoegd (de SFRJ). Tito volgde de richtlijnen van Stalin, tegenstanders werden geliquideerd. In de jaren ’50 werd het land echter meer liberalistisch geregeerd. Hiermee kreeg hij het volk achter zich. Joegoslavië bestond uit 6 deelstaten en 2 autonome provincies (Kosovo en Vojvodina). De grondwet die in 1974 gewijzigd werd, gaf aan die 2 provincies dezelfde rechten en bevoegdheden, alleen liet de staat dit niet echt toe. Hierdoor gingen alle staten elkaar alleen maar meer tegenwerken. Omdat Kosovo en Vojvodina deel uitmaakten van Servisch grondgebied, kreeg Servië steeds minder te zeggen in dat gebied. Ze voelden zich bedreigd door deze ‘Albanizering’ van hun cultuur en ze beschouwden dit als discriminatie van de samenleving.Toen ook nog Kosovo moeilijk begon te doen (die eisten in 1981 dat hun provincie een aparte republiek werd), trad de politie hard op.Daarbij kwam ook nog dat Servië altijd ontvertegenwoordigd is geweest in bestuursinstellingen en openbare functie. Dit is waarschijnlijk het begin van het einde van Joegoslavië geworden. Na de dood van Tito in 1980 kon niemand de losgeslagen deelstaten meer in de hand houden. Hierdoor sloeg de economische crisis nog verder toe. Hier komt Slobodan Milošević op het toneel. Hij wilde Joegoslavië opnieuw decentraliseren. Hij beloofde ook een einde te maken aan de discriminatie en genocide, waar de Serven in Kroatië en Bosnië onder gebukt gingen. Deze ideeën spraken veel mensen aan, waardoor hij in 1989 president van Servië werd. Onder leiding van Milošević werden de regeringen van Kosovo, Montenegro en Vojvodina gedwongen om af te treden.Het verzet werd de kop ingedrukt en de autonomie werd beperkt. In december 1990 won de partij ( de Socialistische partij van Servië) van Milošević met 2/3 van de zetels de verkiezingen. Toen had hij helemaal vrij baan. Als reactie hierop stapten Slovenië en Kroatië uit de communisten bond, in 1990, en in 1991 stapten ze ook uit de SFRJ. Later kozen Kosovo, Bosnië en Macedonië hier ook voor. Montenegro kreeg dit niet voor elkaar, want Servië wilde Montenegro houden, om hun grondgebied te vergroten. Montenegro vormde toen samen met Servië de nieuwe federale Republiek Joegoslavië. Vanaf 1991 werden er verscheidene burgeroorlogen gevoerd. Dit kwam omdat er een voorstel was om een nieuw Joegoslavië te maken, maar dan zou een derde van alle Serven buiten Servisch grondgebied komen te wonen, en dat wilden ze niet. De Serven waren nogal nationalistisch ingesteld, ze vonden dat ze buiten Servië werden gediscrimineerd, en dat ze vanwege hun geschiedenis en eigen cultuur recht hadden op een ‘Groot-Servie’. De Servische burgermilities, creëerden met behulp van het Joegoslavische leger, autonome gebieden. Deze lagen veelal in Kroatië en Bosnië. Later voegden deze autonome gebieden zich bij Servië. Niet Servische mensen, werden op gewelddadige manier uit Servië verdreven, velen vonden de dood. De reactie hierop is logisch. De Kroaten en Bosniërs deden hetzelfde bij de Serven. Zij jaagden de Serven op en stopten ze in kampen, precies wat de Serven ook met hun volk deed. De Bosnische Serven hadden in 1995 geluk, zij kregen een eigen deelstaat in Bosnië. Uit Kroatië werden meer als 150 duizend Serven verjaagd. In totaal gaat het in deze oorlog om meer als een half miljoen vluchtelingen, ontelbare doden en gewonden, en een totale catastrofe. Het Joegoslavië tribunaal in Den-Haag, stelde een onderzoek in naar de schendingen van het oorlogsrecht, en misdaden tegen de menselijkheid tijdens de oorlogen. Milošević werd in 1999 ook aangeklaagd wegens medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden en etnische zuiveringen. Nu is het proces actueel, op dit moment loopt het proces nog steeds. Maar Milošević kampt met medische problemen en kan niet worden berecht op dit moment. Regering Milošević kort besproken. De partij van Milošević, de SPS, telde in het begin van de jaren ’90 ongeveer 600duizend leden. Bijna alle posities bij de overheid, het bedrijfsleven, de media, het leger en politie werd bezet door ex-communisten. Het beleid van Milošević was er op gericht om die hoge functies (ook hijzelf) in staat te stellen zich ten koste van de gemeenschap te verrijken en de transitie te overleven zonder verlies van hun politieke en economische machtsposities, zoals hij het zelf zegt. In 1994 verenigden 23 kleine, linkse partijtjes zich tot het radicale Joegoslavische Verenigd Links. Dit was de partij van de vrouw van Milošević, Mira Milošević. Zij steunde de SPS heel erg (hoe kan het ook anders). Milošević’ regime begon steedss meer dictatoriale trekjes te vertonen. Hij had niet meer een groot vertrouwen in het leger, en zette een politie eenheid voor speciale taken op. Milošević had een compleet monopolie over de media, waardoor zijn tegenstanders de kiezers nauwelijks konden bereiken. Ook met de verkiezingen werd veel gefraudeerd door Milošević. In 1997 kwam Milošević grondwettelijk niet meer in aanmerking voor een derde mandaat als president van Servië. Als protest hierop liet hij zich door het Joegoslavische parlement verkiezen tot federaal president. Maar ook bij de nieuwe verkiezingen lukte het niet om Milošević van zijn troon te stoten. De oppositie was nog niet sterk genoeg, en Milošević schoothondje, Milan Milutinović kwam aan de macht. De militaire bemoeienis van de NAVO versterkte de positie van Milošević alleen maar, want de Serven beschouwden de NAVO-interventie als agressief. Ook de aanklachten van het Joegoslavië tribunaal maakten weinig tot geen indruk op de Serven. In juli 2000, wilde Milošević gebruik maken van zijn populariteit, door enkele belangrijke amendementen op de federale grondwet er door heen te drukken.De federale president zou vanaf nu rechtstreeks door de bevolking gekozen worden (in plaats van door het federale parlement), voor een termijn van 4 jaar, welke verlengd zou kunnen worden. Zijn plan was dat als dit lukte, hij nog 8 jaar president kon blijven en daarbij uit de handen van het Tribunaal blijven. De enige maar: hij moest wel de federale presidentsverkiezingen van 24 september 2004 winnen. Milošević had zijn populariteit een beetje overschat. Daarbij kwam dat 18 oppositie partijen er eindelijk in geslaagd waren om hun ruzies bij te legen. Ze vormden nu de Democratische Oppositie van Servië (DOS), en ze steunden massaal 1 gezamenlijke presidents kandidaat, Vojislav Koštunica. Hij was de leider van de Democratische Partij van Servië (de DPS). De verkiezingscommissie verklaarden de verkiezingen echter ongeldig: hij had wel de meeste stemmen, maar niet de meerderheid van 50%. De volgende dag protesteerden er honderdduizenden mensen in Belgrado. Later werd bekend gemaakt dat Vojislav Koštunica toch had gewonnen, met 50,24 % van de stemmen. Het lot van Milošević was bepaald. Koštunica werd president. Het tijdperk Koštunica. Koštunica wekte hoge verwachtingen in zowel binnen- als buitenland. Servië werd weer door de internationale gemeenschap geaccepteerd, kreeg de toegang tot internationale organisaties en kwam in aanmerking voor internationale financiële hulp. In 2000 waren er ook parlementsverkiezingen, die en meerderheid van de stemmen opleverde voor de DOS. Đindić werd premier. De SPS werd de grootste oppositie partij. Vanaf het begin boterde het niet zo tussen Koštunica ( de federale president) en Đindić (de premier). Đindić beschuldigde Koštunica er zelfs van dat hij de economische hervormingen werden geboycot. De VS maakte de financiële hulp aan Servië afhankelijk van de samenwerking met het Tribunaal. Toen Đindić dat hoorde, leverde hij Milošević meteen uit aan het tribunaal. Koštunica echter, had zich hier altijd tegen verzet, met het argument dat de Servische grondwet uitlevering van Servische burgers aan vreemde mogendheden niet toestond. In april 2002 werd daarom voor een wet gestemd, dat de uitlevering van op dat moment aangeklaagde burgers toestond. Deze werd aangenomen. Koštunica moest door deze regelingen steeds water bij de wijn doen, en Đindić eigenlijk steeds meer macht geven. Door dit geruzie over en weer, besloot Koštunica zijn partij, de DPS, terug te laten trekken uit de regering. Dit lieten de partijleden niet over hun kant gaan, en uit protest namen ze allemaal ontslag. De DOS nam toen de zetels van de DPS over. Dit geruzie gaat vooraf aan de verkiezingen van september 2002. Er waren 3 kandidaten; Koštunica, Miroljub Labus, en Šešlj (die steun genoot van Milošević) . In de eerste ronde behaalde Koštunica niet de vereiste 50 % van de stemmen, en in de tweede en in de derde ronde kwam er niet eens 50% van de kiezers opdagen. De Servische kiezers hadden schijnbaar het helemaal gehad met de politieke-rotzooi van het land. Servië bleef zonder verkozen president. Een nieuwe unie. Bij de parlementsverkiezingen van april 2001 behaalde de separatistische coalitie Overwinning voor Montenegro bijna de helft van de zetels. Đukanović kreeg de macht. De internationale gemeenschap zette steeds veel druk op Đukanović en daardoor was hij gedwongen te onderhandelen met Koštunica. In die tijd viel echter de regering van Montenegro, over een vertrouwenskwestie, en in oktober 2002 waren er weer nieuwe verkiezingen. Deze verkiezingen werden door de DPS gewonnen met een absolute meerderheid. Đukanović zag echter af van een tweede mandaat als president en werd premier. Hierdoor wilde hij meer vat krijgen op het overleg over de toekomstige unie, welke niet wilde vlotten. Montenegro vreesde opgenomen te worden in de grote Joegoslavische markt, en daardoor de voordelen van het gebruik van de euro te verliezen. Na tien maanden onderhandelen, werd in februari 2003 de nieuwe grondwet aangenomen. Deze hield het volgende in. Er bleven 5 gemeenschappelijke ministeries bestaan; Buitenlands beleid, Defensie, Internationale economische gelegenheden, Interne economische gelegenheden en Mensen- en minderhedenrechten. In Montenegro was het vanaf nu toegestaan om naast de munt de Dinar ook de euro te gebruiken. Ook werd in de grondwet bepaald, dat 3 jaar na het invoeren van deze nieuwe grondwet, en het stichten van de unie, er een referendum zal plaatsvinden, over het al dan niet voortzetten van de Unie. Op 7 maart 2003 koos het parlement van Servië-Montenegro Svetozar Marović tot de eerste president van de nieuwe unie. Samenstelling van de bevolking en de religie. Samenstelling bevolking (in procenten) - Serven 62,6% - Albanezen 16,5% - Montenegrijnen 5% - Hongaren 3,3% - Overig 12,6% Religie (in procenten) - Ortodox 62,6% - Moslim 19% - Rooms-katholiek 4% - Protestants 1% - Overig 11% Je kunt dus wel zien dat Servie-Montenegro nog steeds een mengelmoes van geloof, bevolking en cultuur is. Deze cijfers benadrukken het ontstaan van onenigheid in Srvie-Montenegro nog eens goed; zoveel verschillende etnische afkomsten, dat kan gewoon niet goed gaan! Ook nu zal dit nog een risicofactor blijven, als de regering van Servie-Montenegro niet goed oppast.

REACTIES

C.

C.

wat is de meest gemaakte auto in montenegro

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.