Cannabis

1. Wat is cannabis? Cannabis is afkomstig van een plant met de Latijnse naam Cannabis Sativa. In het Nederlands noemen we de plant hennep. Als je de vrouwelijke bloemtoppen ervan droogt en verkruimelt, krijg je marihuana. Marihuana is groenbruin van kleur en wordt meestal weed of wiet genoemd. Wiet verspreidt een heel karakteristieke geur. Als je het hard van de plant tot blokken of plakjes perst, krijg je hasj. Via een speciale manier kan een sterk geconcentreerde stof uit de plant worden gemaakt: hasjolie. Het bestanddeel waar het om gaat word THC(tetrahydrocannabinol) genoemd. 2. Wat doet cannabis met je lichaam? Cannabis stimuleert de afgifte van de stof anandamide in je hersenen. Dit stofje heeft invloed op je slaap, emotionele belevingen, eetlust en het kunnen verwerken van informatie. THC vermindert het functioneren van de witte bloedlichaampjes, zodat het afweervermogen tegen infectieziekten afneemt en voor die ziektes en grotere vatbaarheid ontstaat. Als je bijv. wiet rookt(blowen), krijg je helemaal een gelukkige stemming, dit noemen we ‘high’. Je ziet de kleuren en anders en je hoort de muziek a nders. Het gevoel voor ruimte en tijd verandert, gebruikers hebben vaak het gevoel dat de tijd heel langzaam gaat, als gevolg daarvan dat alle dingen heel lang lijken te duren. Je eetlust wordt gestimuleerd(vreetkick), het eten smaakt je veel beter. Gebruikers kunnen zonder dat er een reden voor is zomaar de slappe lach krijgen(lachkick). Ook krijg je rode ogen, een droge mond en een snellere hartslag.
3. Hoort cannabis bij de softdrugs of de harddrugs, leg uit. Cannabis rekenen we tot de softdrugs. Je kunt geestelijk en/of lichamelijk aan drug verslaafd zijn. Bij cannabis spreken we alleen van een geestelijke afhankelijkheid, maar ook dit alleen als je het iedere dag gebruikt. Dit houdt in dat de gebruiker zonder hasj zich niet meer lekker voelt. Het heeft zeker invloed als de gebruiker hasj gebruikt uit verveling of geen toekomst meer voor zichzelf ziet, en dat probeert op te lossen door hasj te gaan roken. Voor de gebruiker is dan de hasj en/of wiet belangrijker dan de rest van zijn leven. Er is geen lichamelijke afhankelijkheid mogelijk. 4. Welk beleid heeft de overheid ten aanzien van het gebruik van cannabis? De Nederlandse wet maakt een onderscheid tussen drugs met een groot risico (harddrugs) en de hennepproducten hasj en wiet (softdrugs). Er wordt ook verschil gemaakt tussen bezit en teelt voor eigen gebruik (tot 5 gram en minder dan 5 planten) en bezit en teelt voor de handel. Drugs die worden verkocht worden door de politie actief opgespoord en zwaar bestraft. Voor eigen bezit en teelt wordt geen boete opgelegd. Wel kan de hasj en wiet in beslag genomen worden, want het blijft een illegaal product. Toch mogen in Nederland hasj en wiet in coffeeshops verkocht worden. Gemeenten mogen deze coffeeshops hebben als ze zich aan bepaalde voorwaarden houden. - Geen verkoop van harddrugs. - Geen toegang van jongeren onder de 18 jaar. - Geen verkoop van meer dan 5 gram per persoon per dag. - Geen reclame. - Geen overlast. In veel steden worden deze voorwaarden streng gecontroleerd. De coffeeshop riskeert sluiting wanneer deze voorwaarden worden overtreden. Het aantal grammen cannabis dat in de loop van de jaren in beslag genomen is. 5. Hoe staat het met het gebruik van cannabis bij jongeren? De interesse van cannabis is vooral groot in de puberteit, pubers zoeken en proberen graag wat nieuws uit. Van de 12/13 jarigen heeft 6% ooit hasj of wiet geprobeerd. Dit percentage neemt toe met de leeftijd: bij de 16/17 jarigen is dit 37%. De meeste jongeren gebruiken hasj maar 1 of een paar keer. Een kleinere groep blijft vaker gebruiken. Het zijn veel vaker jongens dan meisjes die blowen. Verder komt het gebruik van hasj en wiet voor onder alle leeftijdsgroepen. Geschat wordt dat het aantal gebruikers in Nederland 323.000 is.