Jésus de Montréal (1989)

Opdracht 1 Scène 1: De dag voor de repetitie zitten de spelers met elkaar pizza te eten en wijn te drinken. Ik zag hierin het laatste avondmaal van Jezus voordat hij verraden zou worden en Hij gekruisigd zou worden. Tijdens dit avondmaal geeft Jezus aan dat een van zijn discipelen hem zal verraden. Maar niemand durft toe te geven. Johannes en judas verraden hem echter, Johannes zei 3 keer voordat de haan kraait dat hij Jezus niet kent. En Judas verraad Jezus met een kus aan de Romeinen, zodat ze weten wie hij is. Ik heb deze bij elkaar gekoppeld om dat ik vond dat het op elkaar leek. Ze eten allebei ongegist brood en drinken wijn. Scène 2: Als het Mireille een auditie gaat doen voor een reclamespotje voor een biermerk moet ze zich uitkleden voor de jury omdat ze willen zien of ze geschikt is voor het reclamespotje. Als Daniël dit ziet wordt hij razend en schopt hij van zich af. Hij breekt de hele zaal af en schreeuwt dat ze weg moeten gaan. Dit heb ik aan het bijbelverhaal waarin Jezus de kraampjes op de tempelmarkt kapot trapt gekoppeld. Jezus werd razend omdat de mensen hun spullen aan het verkopen waren op het tempelplein, waar ze God te horen aanbidden. Hij vond dat je je zo niet kan gedragen in het huis van god. Ik vind deze twee dingen bij elkaar passen omdat Daniël en Jezus er allebei erg tegen zijn wat er gebeurt en dat ze de boel afbreken.
Scène 3: Daniël moet voor de rechter komen voor wat hij aangericht heeft bij de audities van het reclamespotje. En omdat hij bij het toneelstuk nog steeds aan het kruis zat. Hij bekend schuld en wordt doorgewezen naar een psycholoog zodat ze wisten of hij toerekeningsvatbaar was. Jezus moest ook voorkomen bij Pilatus voor wat hij gedaan had in de tempel en omdat hij zich de zoon van god noemde. Jezus geeft op de vraag of hij de koning van de joden is het antwoord: Gij zegt het. Het verband tussen deze 2 fragmenten vind ik dat ze allebei voor moeten komen bij de rechter voor hun schuld. Jezus laat alle schuld maar op zich komen en dat doet Daniël ook, terwijl ze niks hebben gedaan
Scène 4: Toen Daniël net uit het ziekenhuis kwam liepen ze naar beneden. Toen ze beneden waren ging hij tegen allemaal mensen zeggen dat ze geen mensen moeten geloven die zegen dat ze de Messias zijn. En Jezus zij vervolgens dat ze niet iedereen moesten geloven die zeggen dat ze de Messias zijn. Jezus en Daniël waarschuwen beide voor mensen die zeggen dat ze de Messias zijn maar dat niet zijn. Scène 5: Jezus en Daniël gaan beide dood. Daniël sterft in het metrostation, doordat tijdens het toneelstuk het kruis op hem valt. Toen hij overleed hielp niemand hem, behalve de mensen die hij goed kent. Zijn organen worden gedoneerd. Zijn organen leven dus verder. Jezus sterft aan het kruis terwijl iedereen(behalve mensen die hem lief hebben) hem beschuldigt van dingen die hij niet gedaan had. Drie dagen nadat hij gestorven was stond hij op uit de dood. Dus het verband is dat bijna niemand Jezus en Daniël wil helpen. En Jezus staat op uit de dood en Daniël zijn organen leven verder. Opdracht 2 Vraag A: War symboliseert deze man en in welk opzicht vormt hij een contrast met Daniël? De oude vriend van Daniël doet net alsof hij Daniël niet kent, dit is net als judas die zegt dat hij Jezus niet kent. Vraag B: Op welke manier wordt aan het eind van de film het begrip van de opstanding vorm gegeven? De organen van Daniël worden afgestaan aan iemand anders zodat diegene er nog weer van kan leven. Vraag C: Op welke manier kijken veel joden blijkbaar tegen de persoon van Jezus aan? De joden zagen hem als de koning van hun volk. Hij stond bij die mensen erg hoog in aanzien. Maar nu zien ze hem als de Messias.