Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Moduul 6 Hoofdstuk 2 Eeuw v/h nationalisme

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 742 woorden
  • 19 januari 2005
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
14 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H2 Eeuw v/h nationalisme Aan het eind van de 18e eeuw waren er wel Duitsers, maar geen Duitse staat; 314 staatjes/steden. Bij elke grensovergang moest je betalen. §1 Nationalisme: het streven van een natie naar een eigen staat en/of de overtuiging dat de eigen natie de beste is. Maar het is geen ideologie, want het heeft geen grondleger/programma. Men zegt wel dat Johann Gottfried Herder (1744-1803) de bedenker is. Hij dacht dat de natie één grote familie is. Die familie ontstaat door taal, klimaat. Staten vond hij niet nodig. Zijn culturele nationalisme zorgde in Dl. voor veel nationale kunst, geschiedenis, taal. In Dl. werd het een politiek thema, want Napoleon had hen wel heel makkelijk ingenomen, het aantal steden/staatjes werd teruggebracht tot 30. 1811: Jahn richtte de Turngesellschaft op, want de jongens moesten fit zijn om tegen Napoleon te vechten. Jongens uit alle rangen en standen stonden daar te turnen, tussendoor hield Jahn toespraakjes. De nationale beweging bestond vooral uit studenten en intellectuelen. Echte eenheid was er pas na de oorlog. Om wat te bereiken moesten ze hun eigen revolutionaire idealen opgeven. 1848: in Frankfurt hielt het parlement een nationale vergadering, maar wie mocht er bij Dl. horen en wie niet? Er was geen daadkracht. De radicalen keerden zich tegen het parlement waardoor het Pruisische leger moest worden ingeroepen. Na deze opstand hadden de Pruisen veel macht. 1870: oorlog met Fr., men sprak van een 2e duitse keizerrijk. In Italië uitte het nationalisme zich ook in taal; dichters zouden de nationale identiteit bewaken. In Finland kwam het doordat Elias Lünnot oude volksverhalen verzamelde en er een boek van maakte in 1835, hierdoor ging de elite ook Fins i.p.v. Zweeds spreken. In Rusland speelde muziek een belangrijke rol. Glinka vond de Italiaanse opera voor de Italianen, niet voor Rusland. §2 Italiaans koninkrijk in 1861. Daarvoor waren er allemaal koninkrijken/hertogdommen en een kerkelijke staat. Sommigen vielen onder Oostenrijk-Hongarije. Het ontstaan is niet zonder geweld gegaan. Er waren 2 eenheidsbewegingen: 1. vanuit het Noorden (wilde eigenlijk ook alleen het noorden verenigen). 2. vanuit het zuiden (wilde heel Italië één maken) De eerste won door nr. 2 te veroveren. Onofficieel is de kloof tussen noord en zuid blijven bestaan. Net als in Dl. werd de eenmaking gekoppeld aan idealen; een liberale grondwet (later weer verloren). Giuseppe Garabaldi vocht ook voor vrijheid, in 1830 deed hij mee aan opstanden tegen Karel Albert, waarvoor hij in 1834 ter dood werd veroordeeld. Hij vluchtte en kwam in 1848 terug uit Brazilië om tegen Oostenrijk te vechten. Met 1000 man nam hij Sicilië in en ging toen door op het vaste land. Camillo Benso di Cavour (min. president van Piemonte Sardinië) wilde dat niet. Hij had niets met het nationalisme, maar wilde een revolutie voorkomen, waarin hij slaagde. In 1870 kwamen ook de kerkelijke staat en Venetië bij Italië. Verschillen met Dl: bevolking keurde verovering goed, in Dl. was het allemaal van hogerhand geregeld.
§3 O-Europa bestond uit 3 keizerrijken: 1. Rusland (tsaren) 2. Habsburgse Donaumonarchie
3. Ottomaanse/Turkse Rijk
Tussen 1815-1918 kwamen er veel nieuwe staten. Nr. 1 en 2 brokkelden af en nr. 3 viel uiteen (heel langzaam). Keizer Josef II (1780-1790) wilde meer eenheid dus voerde het Duits in als voertaal. De Hongaren verzetten zich in 1820, 1848. Oostenrijkers hadden het te druk om in te grijpen. Maar op hun beurt wilden de Slowaken, Kroaten en Roemenen ook zelfbestuur. Zij kregen hulp van Oostenrijk en Rusland. 1867: Ausgleich, compromis tussen Oostenrijk en Hongarije: 2 regeringen en 1 vorst. Hongaren hadden geen respect voor minderheden, net zoals Oostenrijk dat had gedaan bij de Hongaren. Na W.O. I definitief uit elkaar. Zo ontstonden 1918 een klein Oostenrijk, Hongarije, Tsjechoslowakije, Joegoslavië. Het Ottomaanse Rijk verdween door nationale bewegingen, maar ook eigen zwakheid. 1821 was het begin van de Griekse onafhankelijkheid en in 1830 werden ze zelfstandig. Ze werden geholpen door W-Europa vanwege de christelijke achtergrond, en de geschiedenis van de oude Grieken. Tot 1918 werden Roemenië, Servië, Bulgarije, Montenegro, Albanië. Zij rechtvaardigden hun nationalisme door een beroep op het grijze verleden; het moet weer worden zoals in de Oudheid en Middeleeuwen. Dat het Russische Rijk grondgebied verloor kwam door spanningen tussen nationaliteiten onderling en door de verzwakking van de centrale macht. Rusland had in 1856 de Krimoorlog gewonnen en de Donaudelta verloren. Het was slecht voor de tsaar dat hij tegen Japan verloor (1904-1905). 1917: Februarirevolutie was het einde van het tsarenrijk. Er kwam een republiek onder Lening, hij ging uit de oorlog, maar het was een onvoordelige vrede; Vrede van Brest-Litovsk. Hierdoor verloor Rusland gebieden in westen van Polen, Estland, Letland en Litouwen. Polen eindelijk apart.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.