Artikelen: 10 t/m 15, 17, 20, 21 en 22

Beoordeling 3.6
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 631 woorden
  • 24 december 2004
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 3.6
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Artikelen: 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 20, 21, 22

Artikel 10
organisme= levend wezen
elementenleer= iets is opgebouwd uit kleinere delen (elementen)
pneuma= lucht (als levensadem)
stofwisseling= organisme wisselt stoffen uit met zijn omgeving

Artikel 11

Assimilatie= uit kleine moleculen grote moleculen samenstellen.

dissimilatie= verbranding, grote moleculen afbreken.
homeostase= stabiel inwendig milieu in dynamisch evenwicht
dynamisch evenwicht = er zijn continue veranderingen, maar over het geheel gezien

verandert er niets (er komt steeds iets bij maar er verdwijnt
ook weer iets)
prikkel= gebeurtenis in of om een organisme waarop dat organisme
kan reageren
zintuig= deel van het lichaam dat kan reageren op prikkels
(licht – oog)
gen= deel van een chromosoom dat een bepaalde eigenschap
draagt
chromosoom = “drager”van erfelijke eigenschappen
Mutatie= plotselinge verandering van de (chemische) samenstelling
van een gen
signaalstof=

Impuls= een elektrisch signaal in je lichaam.

Artikel 12
coma= toestand van langdurige bewusteloosheid
infuus = voedingsmiddelen toedienen rechtstreeks in het bloed
hersendood = hersenen geven geen signalen meer, het EEG geeft een vlak beeld (dan ben je dus overleden)
irreversibel= onomkeerbaar

embryo = 0 – 8 weken
foetus= 9- geboorte
stasis = toestand waarbij alle levensprocessen stilstaan
(diepgevroren)
virus= organisme die zelf geen zelfstandige vorm van stofwisseling
hebben maar hiervoor de hulp hebben van een ”onvrijwillige”gastheer
infecteren= besmetten
prion = eiwit met geen stofwisseling, maar vermenigvuldigt zich als
een virus
symptomen= ziekteverschijnselen
dementie= aftakeling van de persoonlijkheid
hallucinatie= waandenkbeeld
Infecteren=

Bacterie=

CJD= symptomen lijken op psychiatrische aandoening of tintelingen fo dof gevoel. Snel dement, hallucinaties, blindheid, geen coördinatie over spieren, na ongeveer 14 tot 15 maanden zijn de helft van de patiënten overleden.

BSE= ook wel gekke koeie ziekte genoemd, hersenaandoening bij koeien, waardoor het hersenweefsel afbreekt, je kan er ziek van worden, als je besmet vlees eet.


Hallucinatie=

Cyborg= levend organisme gekoppeld aan apparaat.

Artikel 13
porie= kleine opening
wondernet= bloedopeenhoping die in de kop zit bij aantal dieren.

Artikel 14
sensor= een apparaat dat een fysische grootheid kan meten en
omzet in een elektrisch signaal
percussie = (Be)kloppen
ECG ElectroCardioGram: maakt impulsgeleiding van het hart zichtbaar
CT-scan Computer-tomografie: vlakke beelden in diverse tinten
NMR-scan = Nucleair Magnetic Rotation
PET-scan = Positron Emissie tomografie
EMG/EEG Electro-Encephalo-Gram: maakt impulsgeleiding hersenen
zichtbaar
Echograaf/scoop= geluidsgolven worden als beeld weergegeven
(zie aantekeningen)
(PET-fles poly etheen tereftalaat)


Artikel 15
humoren = lichaamsvloeistoffen (bloed – slijm – gele gal – zwarte gal)
aderlating = bloedaftappen (bij “vurige” mensen)
reuma= aandoeningen in spieren, pezen of gewrichten; pijn en stijfheid
korzelig ontstemd,= kortaf te veel aan gele gal
sanguinisch= vurig, driftig te veel aan bloed
flegmatisch= traag-klam, onverschillig te veel aan slijm
melancholisch = zwaarmoedig, droefgeestig te veel aan zwarte gal
contraria contrariis curantur = theorie van het tegengestelde allopathie
similia similibus curantur = theorie van het gelijksoortige homeopathie
reductionistisch = terugbrengen tot één (geringer aantal)
holistisch= het geheel beziend
antroposofie mens n samenhang met de kosmos bezien (Rudolf Steiner 1900)
chiropractie = ontwrichte wervels weer terugdrukken (bottenkraken)
enzymtherapie= dieeten gebaseerd op enzymen

iriscopie= aflezen van ziektebeeld uit het regenboogvlies
paranormaal= helderziendheid

Homeopathie= zijn de mensen die vaak gebruik maken van “simila similibus curantur” dat betekend dat het medicijn gelijk is aan de kwaal. (>nog zieker> lichaam maakt zelf anti-stoffen)

Allopathie=

Placebo=

Artikel 17

prothese= aanzetting van een kunstlid
xenontransplantatie= overbrengen van dierlijke organen in een mens
modificatie= wijziging

Afstotingsgevaar=

Weefsel=

Orgaan=

Genetisch=

20 t/m 22
immuun= onvatbaar voor bepaalde ziekten
lymfocyt= witte bloedcellen (uit de lymfeknopen)
vaccin= middel wat ingeënt wordt
actieve immunisatie= zelf antilichamen maken
passieve ,,= antilichamen toedienen
antigeen= “uitsteeksel” aan cel of virus
antibiotica= chemische stoffen tegen ziekteverwekkende bacteriën
mutatie= spontane verandering in erfelijk materiaal


infectie=

besmetting=

fagocyt=

vaccinatie=

resistentie=

allergie=

DNA=

Genetische modificatie=

Klonen=

Replicatie=

Hersendood= hersenen geven geen signalen meer, het EEG geeft een vlak beeld (dan ben je dus overleden)

Klinisch dood= je hart en longen functioneren nietmeer, maar je cellen leven nog, en reanimeren is nog mogelijk.

Psychisch dood= diepe coma, vegatieve functies werken nog, je leeft dus als een plant, je kan er wel uit komen.

Biologisch dood= absoluut dood, reanimeren is nietmeer mogelijk, cellen en weefsel zijn veranderd (gebeurd als je sterft) en werken dus niet meer.

Juridisch dood= is het zelfde als hersendood, alleen dan word die persoon in leven gehouden door een apparaat, zodat zijn organen er nog uit kunnen worden gehaald (hij of zij is dus een donor).


Abortus (provocatus)=

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.