Jona

Inhoud 1. Waar komt Jona vandaan? 2. Welke opdracht krijgt hij van God. 3. Waarom wil hij die opdracht niet en wat doet Jona dan. 4. Wat gebeurt er met Jona. 5. Jona komt in nineve en wat doet hij daar. 6. Waarom laat God een wonderboom groeien. 7. Wat wil God ons met dit verhaal laten zien. Waar komt Jona vandaan? Jona is de zoon van Amittai dat betekend God is trouw. Jona komt uit de stad Jafo. Welke opdracht krijgt hij van God? Gaat naar de grote stad nineve en predikt daar mijn woord. Want hun lieder boosheid is bij mijn ten aangezicht gestegen.
Waarom wil hij die opdracht niet en wat doet hij dan? Jona gaat op een schip die vaart naar de stad tarsis. Maar de HEERE liet een grote storm opsteken dat ze dachten dat het schip zou breken. Toen vreesden de zeelieden hun God en ze wierpen vaten die op het schip waren in de zee. Maar Jona was nedergedaald aan de zijden van het schip en was gaan slapen. En het opperschipper tot hem naderden zeide: wat is u hardslapende? Sta op en roep tot u God, misschien zal die God aan ons gedenken. Wat gebeurt er met Jona? De opperschipper zij kom laat ons loten werpen en het lot viel op Jona. Verklaar ons wie’s wil ons dit kwaad overkomt. Wat is u werk en waar komt u vandaan? Welk land en welk volk komt gij vandaan? En Jona zei, ik ben een Hebreeër en ik vrees de HEERE, de God van de hemel. En de mannen van het schip zeide, wat zullen wij doen om de zee rustiger te worden. Want de zee wordt hoe langer hoe onstuimiger. En Jona zegt werp mij maar van boord dan word de zee rusti-ger. En zij tilden Jona op en gooide hem in zee. En de HEERE zorgde ervoor dat Jona in een grote vis kwam, en daar bleef daar 3 dagen en 3 nachten. En Jona bad tot de HEERE en die sprak tot de vis en Jona werd op het droge gewerpt. Jona komt in nineve en wat doet hij daar? Jona kwam in nineve en predikte daar nog 40 dagen, dan word nineve omge-keerd. En de mensen geloofden niet in God, en ze riepen en vasten uit, en bekle-den zich met zakken, van de grootste tot de kleinste toe. Want dit woord raakte de koning van nineve en hij bekleedt zich met een zak, en ging in het as zitten. Laat beest, rund nog schaap weiden of drinken. Maar mens en dier met zakken bekleden en tot God bekeren. Want wie weet of God berouw krijgt en tot ons keren. En God zag hun werken. En God had berouw van wat hij gesproken had en hij deed de straf niet. En Jona was verdrietig en zijn toorn ontstak en hij bad tot de HEERE. En de HEERE zeide is uw toorn biddelijk ontstoken. Waarom laat God een wonderboom groeien? Jona nu ging de stad uit en ging naar het oosten van de stad en zat aldaar in de schaduw totdat hij zag wat er met de stad gebeuren zal. En God liet een wonder-boom uit de aarde schieten om hem te redden van zijn verdriet. En Jona verblij-de zich erover. En God liet een worm naar de wonderboom komen zodat hij verdorde. En als de zon oprees dat God een oostenwind liet komen en de zon stak op jona’s hoofd. En hij wenste te sterven. En God zeide tot Jona is u toorn voor altijd ontstoken over de wonderboom? En Jona zeide: mijn toorn zal tot in mijn dood zijn. En de HEERE zeide tot Jona, ik ben toch ook niet altijd boos op nineve? Zodat al die honderd en twintig duizend menden dood te maken? En toen werd Jona beschaamd. Wat wil God ons met dit verhaal laten zien. Dat wij niet te snel boos moeten worden ook al is het een zondaar waar wij het woord van God moe ten prediken. En dat wij niet te snel moeten wegvluchten.