Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Geld en druppels

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 307 woorden
  • 29 oktober 2004
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
21 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Oriëntatie:
De onderzoeksvraag:
Wat is het kwantitatieve verband tussen de oppervlakte (A) van een muntstuk en het aantal druppels (N) dat op het muntstuk past?
Hypothese:
Kwalitatief: Hoe groter de munt hoe meer druppels erop passen.
Kwantitatief: We denken dat er een lineair verband uit komt. à N=a.A+b
Proefexperiment:
Wij vinden dat dit experiment niet nodig is omdat we weten dat er op een grotere munt meer druppels passen.

Planning:
De onafhankelijke grootheid die we gaan meten is de oppervlakte van de munt (A). We gebruiken de verschillende soorten euromunten die we hebben. De grootheden die niet mogen veranderen zijn de dichtheid van de vloeistof en het volume van de druppels (N).

Wij denken dat het experiment geen gevaren teweegbrengt, omdat we geen gevaarlijke stoffen gebruiken en ook de combinatie van deze stoffen geen reactie geeft.
Benodigdheden:
-Minimaal 5 munten met verschillende oppervlakten
-Pipet
-Water
-Iemand die kan tellen :P
-Rekenmachine
-Schuifmaat

Uitvoering:
We hebben met een pipet net zo veel druppels op de munten gedruppeld totdat het water eraf viel. In de tabel hieronder kun je zien na hoeveel druppels dat gebeurde. De oppervlakte van de munt hebben we berekend met de formule straal keer Л.

Munt 2 euro 50 eurocent 1 euro 20 eurocent 10 eurocent 10 eurocent
Oppervlakte munt (A) in mm2 520,36 460,34 423,10 389,17 355,32 290,74
Aantal druppels (N) 58 55 52 37 24 29

Controle
Het antwoord op de onderzoeksvraag is: er is geen kwantitatief verband tussen de oppervlakte van een munt en het aantal druppels dat erop past. Dat blijkt uit de volgende grafiek op het volgende blad. Het kwalitatieve verband gaat in de meeste gevallen wel op, want meestal gaan er op grotere munten meer druppels.

Wij denken dat er geen verband is omdat je met verschillende stoffen werkt; de munten zijn namelijk van verschillende stoffen gemaakt. De munt van vijf eurocent is waarschijnlijk gladder o.i.d. Misschien is dit helemaal niet waar maar dit is wat er bij onze proef uit kwam.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.