Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Vogel Phoenix door Vasalis

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Gedichtbespreking door een scholier
  • 4e klas vwo | 2059 woorden
  • 19 september 2004
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
23 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
1. Titelbeschrijving Auteur: M. Vasalis
Titel: De Vogel Phoenix
Naam van uitgever: G.A. van Oorschot
Jaar van de 1e druk: 1947
Jaar van de gelezen druk: 1992 2. Inleiding Ik had eerst een andere poëziebundel namelijk ‘Een parel van grote waarde’ van Gerie Minnesma maar, deze vond ik na er even aan gewerkt te hebben niet leuk (In elk gedicht stond wel een keer ‘God’, ‘Hem’ of ‘Uw’; de schrijfster is streng gelovig) Ik ben toen naar de bibliotheek gegaan om een andere bundel te halen. Daar hadden ze een schap vol met gedichtenbundels. Ik heb er 2 van uitgekozen. ‘Lippenrood’ van Kester Fredriks en ‘De vogel Phoenix’. Ik heb na ze gelezen te hebben gekozen voor de tweede. Ik had al van de schrijfster gehoord, en ik vind deze bundel het meest bijzonder. 3. Opbouw In de bundel staan 22 gedichten. Er zijn een paar reeksen van gedichten. De volgende 2 staan al meteen aan het begin van het bundeltje. Namelijk ‘Phoenix I’ en ‘Phoenix II’ . Deze 2 gedichten gaan (hoe verbazingwekkend) over de Phoenix (Feniks) een mysterieuze vuurvogel. Deze vogel verschijnt in beide gedichten plotseling om haar (waarschijnlijk de schrijfster) te helpen. Ze hebben blauw vuur om zich heen. Verder zijn er geen duidelijke reeksen. Wel zijn er 2 gedichten die allebei over een maand gaan namelijk: ‘april’ en’oktober’. Deze gedichten komen ook na elkaar en gaan over het gevoel dat deze maanden opwekken. Het gaat niet over deze maanden letterlijk . Verder zijn er geen duidelijke reeksen. In de gedichten van M..Vasalis stoppen een aantal regels voordat de zin stopt. Bijvoorbeeld (deel van ‘de kleine zeemeermin’): Mijn vissen leven toch het best op alcohol

en als Paly nog speelt, komen zij snel
in licht gevlamde scholen uit hun hol, en in mijn hoofd stijgt bel na bel -stomme gezangen uit mijn monden. Soms hangen zij - suspensie licht
in water –roerloos in mijn ogen. Flitsen, verdwijnen, ingetogen
maar wild, en achter mijn gezicht
voel ik hun sterk en heimlijk leven, sierlijk en naakt en zonder zonden. Dit is even wennen maar, niet naar om te lezen (zelfs leuk) M. Vasalis gebruikt veel komma’s en weinig punten (dus ook weinig hoofdletters) Dit doet ze om de nadruk te leggen op verschillende zinnen/ woorden of zinsdelen. Soms staat de eerste regel cursief of in een ander lettertype. De titel van het gedicht ontbreekt dan. Ik denk dat ze hiermee het begin van een ander gedicht wil laten zien. Bijvoorbeeld (deel van ‘Wat moet ik doen met alle overvloed?’ deze titel staat in de inhoud maar, staat niet boven het gedicht zelf) Wat moet ik doen met alle overvloed? ‘Dit is mijn lijf, dit is mijn bloed’: van alle volheid blijft de ouwel over; bijna onzichtbaar, geurloos, smakeloos
verandert door mij heen de waargenomen tover, verbleekt tot kleinst wit licht de rode gloed
ontdaan van eigenschappen, smetteloos. 4. Thema Er zijn 2 titelgedichten. ‘Phoenix I’ en ‘Phoenix II’ . Ik denk dat de titel is gekozen omdat deze 2 gedichten precies vertellen hoe ze zich voelt. De Phoenix (feniks) vindt ze een fascinerende verschijning. Ze heeft het vaak over vuur dat geblust of juist aangewakkerd wordt. De phoenix is een vuurvogel die dus vuur brengt. Met zijn helende macht helpt hij haar het verdriet te verwerken. Na deze gedichten komt het ontroerende gedicht ‘Kind’ en daarna is er één pagina blanco. Dit is wel heel opvallend en ik denk dat het is om de eerste drie gedichten even te verwerken. De bundel is opgedragen aan haar overleden zoontje Dicky. Dit staat er op de eerste pagina van de bundel: Dicky
10 april 1942

10 oktober 1943
He has out-soared the shadow of the night
Haar verdriet hier over merk je in alle gedichten. Haar verdriet, angst, verwerking en alles wat daarmee gepaard gaat. Maar niet alleen over haar overleden zoontje ook over de oorlog. Dat is niet zo gek want het boek is in 1947 geschreven en dat is vlak na de tweede wereldoorlog. Ze heeft een gedicht aan haar vader en een gedicht aan haar moeder en dochtertje opgedragen. De sfeer van deze bundel is de verwerking van een groot verdriet. Het gemis van iemand die er nooit meer zal zijn. 5. Personen Ik neem aan dat de ik persoon in deze bundel de schrijfster zelf is. Ze schrijft ten slotte over haar eigen gevoelens en de dingen die zij zelf heeft meegemaakt. In bijna alle gedichten komt een ik figuur voor. Informatie over M. Vasalis
M. Vasalis is een pseudoniem van M. Droogleever Fortuyn- Leenmans. Ze is geboren in 1909 te s’-Gravenhage en overleden in 1998. Ze studeerde medicijnen in Leiden, daarna antropologie, en te slotte specialiseerde ze zich in de psychiatrie en neurologie. Ze werkte eerst als arts in Amsterdam en later als kinderpsychiater in Assen en Groningen. Ze maakte haar debuut met de novelle ‘onweer’ en poëziebundel ‘Parken en woestijnen’. Ook een beroemde poëziebundel is ‘vergezichten en gezichten’. Het grappige is dat M. Vasalis publiciteit schuwde en dat ze slechts een keer (in 1947) een interview heeft gegeven. Een mooi citaat van haar: ‘Ik droomde, dat ik langzaam leefde… langzamer dan de oudste steen.’ In de 2 gedichten waar geen ik figuur in voor komt, praat ze hoe het is. Bijvoorbeeld: in ‘sprookje’(alleen eerste deel): Zij luistren beiden naar haar oud verhaal, wondere dingen komen aangevlogen, zichtbaar in hun verwijde ogen, als bloemen, drijvend in een schaal. De ‘zij’ in dit gedicht zijn waarschijnlijk haar moeder en dochtertje want daar is het verhaal aan opgedragen. 6. Stijlmiddelen Tien verschillende vormen van beeldspraak. 1. Als uit een zieke ark kwamen de gewonde dieren, (Phoenix 1 blz. 7) Dit is een vergelijking en een personificatie, want een ark kan niet ziek zijn. 2. als een blauw vuur (Phoenix I blz. 7) Dit is denk ik een synesthesie Want blauw neem je waar met je ogen en vuur kun je voelen. Het is ook een vergelijking want het gaat over een vogel die als blauw vuur is. 3. Avondlijke heuvel top (Phoenix 1 blz. 7) Dit is een meteoor, want een heuvel top kan niet avondlijk zijn. 4. En toen ik neerzag op mijn eigen handen, toen was de vinger, die hij klemde, blauw en schreef een vers, terwijl de vogel brandde… (blz. 7 ‘Phoenix I’) In deze regel is ‘mijn eigen’ dubbelop. Ik denk ook dat het stukje ‘de vogel brandde’ een paradox is, want het lijkt niet te kunnen maar, in principe kan het wel. 5. De zee keek op, alsof zij bad. (blz. 31 ‘Avond aan zee’) Dit is een personificatie want, een zee kan natuurlijk niet kijken of bidden. 6. Haast niet, schreeuw niet van pijn, o hand (blz. 8 ‘Phoenix II’) Dit is een personificatie want, een hand kan niet van de pijn schreeuwen. 7. Snel en omzichtig, als een hert, dat drinken gaat zie ik hem naderen onder de oude bomen… (blz. 17 ‘zomer’) Dit is een vergelijking, de hem in dit gedicht wordt vergeleken met een hert. 8. springen de tranen: water uit de rots (blz.12 ‘ Hij huilt, en uit zijn slaapversteende ogen’) Dit is een vergelijking want het is als water uit de rots, hoe hij huilt. 9. Zet stil het herfstgetijde is (blz. 15 ‘oktober’) Dit is een metonymia want de herfst zet niet letterlijk in maar, het wordt herfst. 10. Mijn zustertjes, -als ik- te wortlen, rijpen en vrucht te dragen. (blz. 13 ‘Appelboompjes’) Dit is een vergelijking. Tien verschillende stijlmiddelen: 1. Eigenlijk is de titel al een pleonasme. ‘De vogel Phoenix’ Want de Phoenix (Feniks) is een vogel. Dus zeg je iets wat al bekent is. 2. Ik voel alleen, dat ik bemin, zoals een kind, iets, jongs, iets ouds, eind of begin? ( blz.15 ‘oktober’) Dit is een antithese, het zijn tegengestelde begrippen die met elkaar gecombineerd worden. 3. Ik hield van u, o groene weiden, mijn eigen zwaarte laat me glijden tot waar de dood mijn vuren blust in de oude wateren der rust. Dit is ook een pleonasme. Want weiden zijn altijd groen. (blz. 28 ‘Nu word ik nooit meer radeloos’) 4. Zij spraken weinig, met gedempte stem: Ze wacht op hem, ze wacht op hem, op hem… (blz. 21 ‘Wachten in de ochtend’) Dit is repetitio de zin wordt letterlijk herhaald. 5. Er was geen klok, geen tijd, alleen maar duur. (blz 21 ‘wachten in de ochtend’) Dit is een woordspeling. Want duur heeft 2 verschillende betekenissen. 6. Rillend in mijn eigen vuur (blz 21 ‘wachten in de ochtend’) Dit is een soort tegenstelling, misschien een antithese. Want vuur is natuurlijk warm en daar moet je niet van rillen. 7. ‘in rusteloosheid zoveel rust’ (blz. 31 ‘avond aan zee’) Dit is een antithese want tegenovergestelde begrippen worden met elkaar gecombineerd. 8. Mijn oude liefde, mijn oud vertrouwen, zo groot, haast niet om uit te houen, groter dan voor mijn grote lief…. (blz. 31 ‘Avond aan zee’) ik denk dat dit een climax is want het wordt steeds heviger de liefde. 9. En als de wind in een gordijn, ging licht zijn adem in en uit zijn lippen heen… (blz. 9 Kind) Dit is een eufemisme want ze bedoeld hier dat de persoon dood is gegaan. 10. ‘geloof het maar, geloof het maar, alles wat zij vertelt is waar, en nooit zal je iets mooiers lezen. (blz. 11 ‘sprookje’) Dit is een repititio er wordt twee keer precies hetzelfde gezegd. 7. Parafrase van 1 gedicht Kind

Er was een lichte warmte boven zijn gezicht, als van de aarde ’s avonds, als de zon verdween. En als de wind in een gordijn, ging licht
zijn adem in en uit zijn lippen heen… Hij was het leven, zichtbaar bijna zonder schaal
en niets dan leven, tot de rand geschonken
en zonder smet of schaduw neergezonken
en opgestegen in de broze bokaal . Hoe wijd was nog de doorgang tot het leven
en hoe toegankelijk voor zijn eb en vloed… Hoe licht en stil en schoon is met de dood
hij op het lege strand alleen gebleven. Dit vind ik het allermooiste gedicht, er zit heel erg veel emotie in. Het is overduidelijk dat ze het over haar overleden zoontje heeft. Uitleg
Er was een lichte warmte boven zijn gezicht, als van de aarde ’s avonds, als de zon verdween. Dit is het moment dat ze ziet dat hij aan het ‘wegvallen’ is. De zon verdwijnt, hij waarschijnlijk ook. Misschien bedoelt ze ook wel een warmte als dat van een engel. En als de wind in een gordijn, ging licht
zijn adem in en uit zijn lippen heen… Hier gaat het kind dood. (eufanisme) Hij stopt met ademen. En gaat dus dood maar, wel vredig. Hij was het leven, zichtbaar bijna zonder schaal
en niets dan leven, tot de rand geschonken

en zonder smet of schaduw neergezonken
en opgestegen in de broze bokaal . Het kind was vol leven, hij had geen enkel vertoon van ziekte/ zwakheid etc: Dus was het erg onverwacht dat hij dood zou gaan. Dat hij zonder kik is heen gegaan. ‘in de broze bokaal’ kan ik niet helemaal plaatsen maar, ik vermoed dat het te maken heeft met de hemel. Hoe wijd was nog de doorgang tot het leven
en hoe toegankelijk voor zijn eb en vloed… Hoe licht en stil en schoon is met de dood
hij op het lege strand alleen gebleven. De titel ‘Kind’ is de het kind in het gedicht. Waar het over gaat. Haar eigen kind in dit geval. (Dicky) Haar zoontje is toen hij 2 jaar was overleden. Verdiepingsopdracht Ik heb gekozen om van het gedicht ‘de kleine zeemeermin’ een nieuw gedicht te maken. De eerst en laatste regel heb ik gelaten zoals het was. Doelloos leven
Mijn vissen leven toch het best bij alcohol
en zij zwemmen rond en rond
in hun glazen hol
elke dag in de glorie van de morgenstond
zingen zij verloren noten. Mijn vissen hebben geen idee
wat er buiten hun wereld gaat gebeuren
zij zwemmen met de stroming mee
waarheen die hen ook zal voeren
en zij kleine bellen boeren -die zacht, licht, witrozig geuren
als zij openspatten, knoppen die zijn ontsproten. Mijn vissen woonden hier ver vandaan
bij de oorsprong van de kleuren
daar hadden zij hun eigen bestaan

zij dansten als bloemblad dat dwarrelt in de lucht
en soms ging er een met een laatste diepe zucht
maar konden zij niet treuren. Immers tranen zijn er niet
ook al is er nog zoveel verdriet. Mijn vissen weten dat ze hun ogen -niet meer open zullen doen
als de god der vissen hun levensadem weg zal blazen
Nu dansen ze nog net als toen
maar ooit zullen ook zij met een eenzame, onzichtbare traan
voor hem als knitsrend schuim op zee vergaan

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.