Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Criminaliteit

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2232 woorden
  • 29 juni 2004
  • 265 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
265 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Criminaliteit Hoofdstuk 1 criminaliteit Onmaatschappelijk gedrag: Als je normen en waarden van een samenleving overtreed. Hiervoor word je niet gestraft. Crimineel gedrag: Als je normen en waarden overtreed die als rechtsregels zijn vastgelegd in wetten. Rechtsregels zijn voor de overheid belangrijk om: - ongewenst gedrag tegen te gaan - orde aan te brengen in de maatschappij - conflicten naar behoren te regelen - onafhankelijke rechtspraak en daardoor rechtvaardigheid te waarborgen
Rechtsregels worden veranderd, omdat: - Normen en waarden veranderen - De samenleving complexer wordt

Elk land heeft zijn eigen strafrecht. In het buitenland wordt je over het algemeen strenger gestraft dan in Nederland. Misdrijven: De meer ernstige strafbare feiten. (diefstal, mishandeling, rijden onder invloed) Overtredingen: De minder ernstig strafbare feiten. (door rood rijden) Dit wordt niet tot crimineel gedrag gerekend. Criminaliteit: Alle misdrijven die in de wet staan omschreven. Soorten misdrijven: - delicten tegen openbare orde en het gezag. (verbranden van de Nl-se vlag) - misdrijven tegen leven en persoon (mishandeling en moord) - ruwheidsmisdrijven (vernieling) - vermogensmisdrijven (diefstal, verduistering) - seksuele misdrijven (verkrachting, aanranding) - verkeersmisdrijven - misdrijven tegen de Opiumwet (verkoop en bezit van soft- en harddrugs) - economische delicten - milieudelicten
We onderscheiden: - Kleine criminaliteit (licht gestraft, veel voorkomende dingen als winkeldiefstal) - Zware criminaliteit (zwaar(der) gestraft, ernstige dingen als moord, inbraak) - Georganiseerde criminaliteit (zwaar gestraft, door meerdere personen begaan, drugssmokkel, mensensmokkel, prostitutie) De georganiseerde criminaliteit hebben vaak het volgende gemeen: - de aanwezigheid van een intern sanctiesysteem - het gebruik van geweld om de positie van de eigen organisatie in de criminele wereld te verstrekken - het witwassen van zwart verdiend geld - het plegen van meerdere soorten misdrijven - het gebruik van bedrijven als dekmantels - activiteiten in meerdere landen tegelijkertijd
Geen volledige registratie van misdrijven. Dit komt door: - Geen aangifte - Niet ontdekken van delicten - Slordigheidfouten - Opsporingsactiviteit: meer misdrijven ontdekken
Nadelen van slachtofferenquêtes: - objectieve mening: persoonlijke beleving - meet alleen veelvoorkomende - Slachtofferloze criminaliteit als hard rijden, worden niet gevraagd
Als extra aanvulling heeft het CBS ook nog een daderenquête: of mensen zich gedurende een periode zich schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit. Conclusies die we kunnen trekken uit de verschillende onderzoeken: - cijfers van de geregistreerde misdrijven laten een toename zien - 35% van bevolking wordt jaarlijks slachtoffer van één of meer misdrijven - maar 45% van geweldsmisdrijven wordt opgehelderd
Oorzaken voor toename geweld: - meer alcohol gedronken - meer drugsgebruik
Bij slachtoffers van moord en doodslag gaat het vaak om persoonlijke drama’s of om afrekeningen in criminele circuit. Maatschappelijke gevolgen van criminaliteit: - economische gevolgen - sociaal probleem; psychische problemen - politiek probleem Hoofdstuk 2 oorzaken van criminaliteit Criminaliteit wel of niet, hangt af van bepaalde dingen: - Geslacht, meer mannen dan vrouwen plegen criminaliteit - Leeftijd, vooral jongeren plegen criminaliteit (kleine criminaliteit) zware criminaliteit wordt vaak gepleegd door ouderen - Maatschappelijke positie: mensen van een lage maatschappelijke positie komen meer met de politie in aanraking dan mensen van een hogere maatschappelijke afkomst - Etnische afkomst: allochtoon (diefstal, drugscriminaliteit) of autochtoon - Locatie, in grotere steden worden meer delicten gepleegd
De oorzaken van criminaliteit zijn door 2 dingen: aangeboren en aangeleerd gedrag. De invloed van de sociale omgeving speelt zich af op twee niveaus: - Primaire socialisatie (microniveau): de normen en waarde die het kind leert op school, thuis en door zijn vrienden. - maatschappelijke omstandigheden (macroniveau): een achterstand bevorderd vaak de neiging tot diefstal. Ook wordt dit bevorderd door vervaging van normen en waarden, meer anonimiteit en minder pakkans. Theorieën over criminaliteit: * biologische theorieën: gedrag is aangeboren * psychologische theorieen: oorzaak moet bij dader zelf worden gezocht: psychiatrische stoornissen. - persoonlijkheidstheorie: volgens Freud is elke peroonslijkheid opgebouwd uit de volgende delen: - id: aangeboren instictieve driften; onderbewust - ego: bewuste deel van persoonlijkheid; komt boven als we volwassen worden - superego: we vormen een geweten en ontwikkelen gevoelens van schuld en schaamte * sociologische: - aangeleerd gedrag theorie: volgens Sutherland crimineel gedrag aangeleerd - anomietheorie: volgens socioloog Merton lukt het niet iedereen om levensdoel te bereiken - bindingstheorie: volgens criminoloog Hirschi is ieder mens voor een deel tot slecht geneigd. Mensen gedragen zich echter netjes omdat ze bindingen hebben die ze niet zomaar op het spel zetten (familie, vrienden) - etiketteringstheorie: socioloog Howard Becker zegt dat sociale afkeuring oorzaak van crimineel gedrag.
Hoofdstuk 3 Bestrijding van criminaliteit We spreken van een rechtsstaat als de overheid zich zelf ook aan de regels houdt. Kenmerk van de rechtsstaat is de Trias politica. Hierin wordt de rechterlijke macht als enige beoordeelt of wetten naar behoren worden nageleefd en waarin rechters beoordelen of iemand een wet overtreedt. Belangrijke zaken die de verenigde naties hebben geregeld: - men mag niet discrimineren - men mag mensen niet martelen - men mag niet zomaar iemand gevangen zetten - iedereen heeft recht op een eerlijk proces - iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting
Specifieke bepalingen waar de overheid zich aan moet houden bij bestraffing: - legaliteitsbeginsel: je kunt alleen gestraft worden voor iets dat in de wet strafbaar gesteld is - nauwkeurige omschrijving van delict en een maximum straf van de rechter - Ne bis in idem-regel: niet twee keer voor dezelfde misdaad bestraft kunnen worden - De verdacht is onschuldig totdat hij door de rechter schuldig wordt bevonden
Hoe denken de partijen over de criminaliteit: - CDA: gemaakte regels moeten strikt worden nageleefd, een goede opvoeding is bijzonder noodzakelijk - VVD: het toezien op de naleving van de wetten is zeer belangrijk - PvdA: grenzen moeten duidelijk worden, en misdaad gestraft worden. Men moet voldoende perspectief hebben op een goed functioneren in de samenleving
Nederland heeft een tweesporenbeleid: er wordt steeds gezocht naar een combinatie van preventie en repressie: - Preventie: Door het versterken van controle zal een delict minder worden gepleegd - Repressie: Door het zware straffen ervan, zal het delict minder worden gepleegd
Winkeliers nemen diverse maatregelen tegen criminaliteit: - technische-preventieve maatregelen; camera’s, afsluitbare vitrines - meer winkel- en bewakingspersoneel - training van het personeel; betere kassa-instructie
Maatregelen die de overheid heeft genomen: - centrale registratie van winkeldieven in een landelijk computersysteem - uitbreiding van de bevoegdheden van de politie om meteen een boete op te leggen - zwaardere aanpak van heling
Manieren om voetbalvandalisme tegen te gaan: - aanstellen van stewards die supporters van eigen club in de gaten houden - verkoopverbod op alcohol in stadions - invoering pasjesregeling - terughoudende berichtgeving van media - toepassen van snelrecht en uitdelen van strenge straffen en stadionverbod
Wanneer preventie niet werkt zal men overgaan tot Repressie. De verdachte moet dan een bepaalde procedure volgen: 1. Iemand is verdacht, de politie zoekt naar informatie over het feit. Ze overhoort de verdachte en getuigen. Proces verbaal van politie gaat naar justitie. 2. De verdachte wordt aan de officier van justitie voorgeleid, die hem verder ondervraagt. Ook kan deze de hulp inschakelen van een rechter-commissaris
3. Als er voldoende bewijs is gaat dit naar de rechter, en volgt de rechtszaak. De politie heeft 3 taken: - Hulpverlening: het wijzen van de weg, opsporen van ouders van verdwaald kind - Handhaving van openbare orde: Burenruzie, alcohol controle op de weg - Opsporing: Het voorkomen van strafbare feiten en het opsporen van verdachten

We spreken van vermoede van schuld als: - de politie iemand op heterdaad betrapt - er aangifte is gedaan
Een verdachte heeft een basisrecht: hij hoeft niet actief mee te werken en mag weigeren iets te zeggen. Een uitzondering hiervan is bij alcoholcontrole. De belangrijkste bevoegdheden zijn: - staande houden: persoonlijke gegevens, legitimeren - aanhouden: je mag je hierbij niet verzetten - fouilleren: mag alleen als dit bijdraagt aan het oplossen van strafbaar feit. Ook preventieve fouilleren: bij veiligheidsrisicogebied iedereen fouilleren, mag ook als iemand niet direct verdacht wordt. - Vrijheidsbeneming: verdachte op bureau vasthouden, daarna in voorarrest. Dit mag max. 3 maanden duren. - Huiszoeking: een woning binnengaan om iemand te arresteren met machtiging tot binnentreding. Bij huiszoeking is huiszoekingsbevel nodig anders is bewijs onrechtmatig verkregen. - Inbeslagneming Hoofdstuk 4 de officier van justitie De officier van justitie is de openbare aanklager, en stelt opsporingsonderzoek in. Verder: - Hij leidt het opsporingsonderzoek - Hij brengt verdachten voor de rechter - Hij eist een bepaalde straf in een rechtszaak - Is verantwoordelijk voor de uitvoering van de straf
Alle officieren bij elkaar vormen het Openbare Ministerie. De politie mag verschillende opsporingsmethoden pas uitvoeren wanneer ze daar toestemming voor hebben gehad. De officier heeft na inzage van de bewijzen drie keuzes: - Seponeren (de verdachte wordt niet vervolgd, door: te weinig bewijs, voldoende straf gehad. Kan voorwaardelijk zijn: onder voorwaarde dat je bvb hulp zoekt) - Een transactievoorstel aanbieden (ook wel schikking genoemd. De verdachte betaald een geldboete en hoeft dan niet voor te komen) - Vervolgen (de verdachte komt voor de rechter terecht) Het wordt steeds moeilijker om georganiseerde misdaad op te sporen. Hiervoor maakte de politie meer gebruik van onwettige acties als afluisteren en inbraak. De minister van Justitie heeft nu gesteld dat de hoofdofficier van justitie telkens toestemming moet verlenen voor zulke acties. Om toch beter resultaat in een opsporing te boeken werden aanbevelingen gegeven: - De opsporing moet effectiever worden - De opsporingsbevoegdheden moesten duidelijker worden omschreven - De samenwerking tussen politie en justitie moest beter verlopen
Naar aanleiding van deze aanbevelingen werd een nieuwe wet samengesteld: - De politie mag richtmicrofoons gebruiken en telefoons afluisteren - Infiltranten mogen worden ingezet. (under-cover agenten) - Gecontroleerde doorvoer is toegestaan ( het door laten gaan van drugs om de leiders te kunnen pakken) - De politie mag informanten betalen - Inkijkoperaties zijn toegestaan. (de politie mag in het geheim een gebouw binnen komen om te kijken of er strafbare feiten worden gepleegd) Een kroongetuige: iemand die een belastende verklaring aflegt tegen een grotere crimineel dan hemzelf. Hoofdstuk 5 de rechtszaak In Nederland hebben we onafhankelijke rechters. Dit betekent dat een rechter niet bevooroordeeld mag zijn. De onafhankelijkheid van de rechters is gewaarborgd doordat: - een rechter voor het leven wordt benoemd en dus niet kan worden ontslagen - het salaris is bij de wet geregeld - het aantal rechters in elke rechtszaak staat van tevoren vast
Rechters worden bijgestaan door gerechtssecretarissen. Ze leggen schriftelijk vast wat er op de terechtzitting is gezegd: het proces-verbaal. Ook maken ze de vonnissen van de rechters op. Er zijn verschillende soorten rechtbanken: - Arrondissementsrechtbanken: is het laagste rechtscollege en houdt zich bezig met berechting van alle overtredingen en misdrijven. Deze rechtbank kent verschillende rechters: - politierechter; lichte misdrijven van strafrecht. - Kinderrechter; misdrijven door jongeren tussen 12 en 18 jaar. - Kantonrechter; spreekt recht in kantons, berechtiging van overtredingen. - Gerechtshof: belangrijkste taak is de rechtspraak van het hoger beroep. Er wordt rechtgesproken door een meervoudige kamer van drie rechters. - Hoge raad: is het hoogste rechtscollege. Er is maar één Hoge Raad hier wordt gewerkt met kamers van drie tot vijf raadsheren. Verdachte is het hierbij niet eens met uitspraak van het hof, heet cassatie. Er wordt alleen gekeken of rechtsregels goed zijn toegepast. Om de schuld van de verdachte tijdens de rechtszaak vast te kunnen zetten moet er aan de volgende voorwaarden moeten voldaan: - dader is mens of rechtspersoon - het ten laste gelegde feit is geheel bewezen - het feit is strafbaar - de dader is strafbaar, kan niet als dader bv. ontoerekeningsvatbaar is. Een rechtszaak bestaat uit acht stappen: 1. Opening. (controleren van de gegevens van de verdachte, lezen van rechten) 2. Aanklacht (officier leest de aanklacht voor) 3. Onderzoek (rechter begint een onderzoek dmv bewijzen en verklaringen) 4. Verhoor van verdachte (eigen verklaring, ondervraging door de rechter, ondervraging door zijn eigen advocaat) 5. Requisitoir (verhaal van de officier, vragen om de eis) 6. Pleidooi (verdedigen van de verdachte door advocaat. Eventueel de officier daarop reageren, en daarop weer de advocaat) 7. Laatste woord (verdachte kan spijt betuigen, of aangeven hoeveel schade hij zal ondervinden van een eventuele straf) 8. Vonnis (de rechter doet uitspraak nadat hij het onderzoek heeft gesloten. Kantonrechter en politierechter doen meteen na de rechtszitting uitspraak, bij de rechtsbank kan het 2 weken duren; schuldig met rechtsvervolging; schuldig zonder rechtsvervolging; onschuldig met vrijspraak. Voor rechtshulp kan je terecht bij: - Advocaat - Bureau voor rechtshulp (advies bij kleinere zaken) - Rechts- of wetswinkel (rechtenstudenten die gratis advies geven) Hoofdstuk 6 straffen Motieven om een dader te straffen: - Vergelding: een misdadiger moet worden gestraft. - Afschrikking van de dader of speciale preventie. - Afschrikking van samenleving of generale preventie - Handhaving van de rechtsorde: overheid maakt duidelijk dat het haar taak is te straffen - Resocialisatie: met straf dader proberen te corrigeren - Beveiliging van de samenleving

De geschiedenis van de straffen: - In de middeleeuwen bestond straffen vooral uit wraak - In de twaalfde eeuw werden harde maatregelen genomen voor afschrikking - In het begin alleen maar accusatoire (beschuldigende rechtsspraak); iemand dient aanklacht in. - Later ook inquisitoir (justitie ging zelf misdadigers opsporen) - 1870 – doodstraf afgeschaft - 1886 wetboek van strafrecht voltooit en straffen werden milder en rechtvaardiger - Na de tweede wereldoorlog werd ook resocialisatie toegepast
Voor elk strafbaar feit is een maximumstraf, wordt niet vaak opgelegd doordat rechter ook moet kijken naar de omstandigheden. Er zijn verschillende soorten straffen: - Hoofdstraffen: - geldboete - vrijheidsstraf, wordt ook wel hechtenis genoemd. - Alternatieve straf: vaak onbetaalde arbeid - Bijkomende straffen of maatregelen: - schadevergoeding - Ontneming: winst van misdrijf afnemen - Elektronisch toezicht: huisarrest, hierbij moet je thuis straf uitzitten, enkelband met zender - TBS: dader is dan niet of verminderd toerekeningsvatbaar, vaak psychisch in de war.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.