Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Heksenvervolging

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 4e klas vwo | 1146 woorden
  • 9 januari 2004
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Heksenvervolging Toen in 1430 het idee van zwarte magie was samengevoegd met het idee van duivelverering, groeide het aantal vervolgingen langzaam. In het begin van de 16e eeuw was er een lichte daling, maar na 1550 werden er meer processen gehouden. Er was in die tijd namelijk een groot verschil tussen de rijken en de echte armen. De piek van de vervolgingen ligt tussen de 1610 en 1630, een periode waarin ook massaprocessen werden gehouden. Dit was tijdens de 30-jarige oorlog. Na 1675 waren er niet veel vervolgingen meer, maar kwamen er rechtszaken tegen individuele personen. Vanaf 1750 waren er nauwelijks heksenvervolgingen meer. Veel heksen werden gedood doordat ze op de brandstapel werden gegooid. Deelvraag Hoe was het contact tussen de verschillende landen en was er sprake van beïnvloeding? Om te weten hoe het kwam dat er zulke verschillen waren in aantal heksenvervolgingen in Europa, is het van belang om te weten hoe het contact eigenlijk was tussen de landen onderling. Dit bepaalt namelijk in welke mate zij elkaar beïnvloedden en elkaars ideeën overnamen. In de periode waar we het over hebben, de 15e en vooral 16e eeuw, zat een samenleving qua machtsverhoudingen anders in elkaar dan wij tegenwoordig gewend zijn. Er was een veel duidelijker klassenonderscheid en de tegenstellingen tussen elite en burgervolk waren sterker. Eerst waren er de adel, de zogenaamde bourgeoisie, en de geestelijkheid. Zij hadden de meeste macht en waren het hoogst ontwikkeld. Vervolgens was er de pas opgekomen middenklasse, die bestond uit de zogenaamde vrije beroepen, zoals ambachtslieden, handelaren enz. Het grootste deel van de bevolking echter waren simpele burgers, die niet veel te vertellen hadden. Zij waren afhankelijk van de adel en waren niet hoog ontwikkeld, zodat het voor hen ook moeilijk was om voor zichzelf op te komen. Door dit verschil in intellectuele ontwikkeling was het zo dat slechts de elite en sommige middenstanders internationale contacten hadden. Voor de elite waren dit zowel handelscontacten als diplomatieke en politieke contacten, voor de middenstand waren dit vooral handelscontacten, waarbij de grote handelssteden ontmoetingsplekken waren. Het gewone volk kon vaak niet lezen en schrijven, zodat communicatie voor hen al bijna onmogelijk was. Communicatie verliep sowieso een stuk langzamer, omdat er veel minder infrastructuur was. Daarom verliep het proces van communicatie een stuk langzamer dan tegenwoordig. Toch zullen er wel degelijk ideeën zijn uitgewisseld over hekserij. Hekserij was in veel samenlevingen een belangrijk punt, wat vaak voor maatschappelijke onrust zorgde. Wanneer er tussen landen onderling politieke en maatschappelijke problemen werden besproken, zal dit dan ook zeker aan de orde zijn gekomen. Zo zullen er dus ideeën uitgewisseld zijn en oefenden de landen invloed op elkaar uit. Toch zullen interne factoren, zoals godsdienst, economie e.d., vaak belangrijker zijn geweest voor het aantal heksenvervolgingen in een land dan de invloeden van andere landen. Bovendien is het moeilijk te zeggen of die ideeën van buitenaf ook werkelijk in praktijk zijn gebracht en zoja, hoelang dit duurde.
Deelvraag Wat waren de verschillen in bestuur tussen de diverse Europese landen en wat waren de specifieke verschillen op het gebied van de heksenvervolgingen. Vrijwel alle landen werden bestuurd door een vorst, die heel veel macht had. Wat
dit betreft moet geconstateerd worden, dat er eigenlijk meer overeenkomsten dan verschillen waren tussen de landen. Naast de vorst had ook de lagere adel veel macht, terwijl daarnaast ook de kerk veel invloed had. Want de kerk had niet alleen geestelijke invloed, maar bezat ook veel grond waardoor veel boeren van de kerk afhankelijk waren. De paus was de baas van alle christenen, die in West Europa allen nog katholiek waren, omdat de reformatie nog niet had plaats gevonden. Alles wat de Paus zei over het geloof was als een wet, waaraan iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je 'ketter' genoemd. Vooral in de westelijke Alpen (het gebied tussen Lyon en Bern) waren veel ketters te vinden die in de 14e eeuw hevig werden vervolgd. In deze streek moesten ook de Joden het ontgelden, zij werden beschuldigd van het verspreiden van de pest. Maar uiteindelijk vonden ze rond 1400 nog een veel grotere bedreiging: heksen. Paus Innocentius VIII gaf in 1484 het sein tot een grootscheepse heksenvervolging, die meer dan twee eeuwen zou duren. De ketterjacht werd geleidelijk vervangen door de heksenjacht, waaraan in de 16de eeuw ook de protestanten volop begonnen deel te nemen. De heksen werden nog wreder behandeld dan de ketters: ze kregen meestal geen kans om aan de brandstapel te ontkomen. En door de invoering van de inquisitoire rechtspraak, die in de 16de eeuw overal in Europa werd toegepast, werd het veel gemakkelijker om vermeende heksen te elimineren. Maar natuurlijk verliepen de heksenvervolgingen niet overal hetzelfde en het aantal heksenvervolgingen is ook niet hetzelfde. Dit kwam onder andere door de verschillen in welvaart en manier van berechten. In rijke handelssteden heerste er welvaart en was er niet veel te klagen, mensen hadden dus ook geen zondebokken nodig. Op het platteland was het aantal heksenvervolgingen juist groter doordat mensen in kleine gemeenschappen voortdurend op elkaar aangewezen waren en zo makkelijk een conflict met elkaar konden krijgen. De heksenvervolgingen waren dus meestal het gevolg van rampen, tegenspoed en armoede. In Duitsland bijvoorbeeld vielen de grootste heksenvervolgingen samen met de dertigjarige oorlog tussen 1610 en 1630. In Engeland waren de inquisitoire procesvorm en de foltering niet doorgevoerd en daardoor zijn er daardoor ook lang niet zoveel heksen berecht als in bijvoorbeeld Duitsland. In Spanje zijn veel heksen aangeklaagd, maar hier zijn veel mensen weer vrijgelaten, de kerk vond namelijk een verzoening met de zondaars belangrijker dan het straffen van de zondaars. In martelingen vormde Engeland ook een gunstige uitzondering. Daar was het martelen van heksen niet toegestaan, al werden ze wel met lange naalden overal in hun lichaam geprikt om een ongevoelige plek op te sporen, het zogenaamde duivelsteken. In veel andere landen was foltering wel toegestaan. Daar stelde men wel duidelijke beperkingen aan de toepassing van foltering, maar tijdens de heksenprocessen hielden ze zich niet vaak aan deze regels. Dit kwam omdat de invloed van de duivel zo’n grote dreiging vormde voor de samenleving dat ze daarvoor wel de beperkingen wilden negeren of omzeilen. Hoofdvraag: Hoe is het verschil in het aantal heksenvervolgingen binnen Europa te verklaren? Volgens ons zijn de verschillen binnen Europa als volgt te verklaren: · Verschillende manieren van berechten; in Engeland werd de inquisitoire procesvorm niet doorgevoerd, en juist door de inquisitoire procesvorm was het makkelijker om heksen aan te klagen · Welvaart: wanneer het goed ging met een land, en wanneer er niet veel te klagen was, hadden de mensen ook geen zondebokken nodig. · Geloof: landen waar het traditionele geloof heerste en waar dus de paus vereerd werd, waren meer vervolgingen, omdat de paus hier een groot voorstander van was en de grote heksenjacht uitriep. In andere landen waar het humanisme meer doorkwam was dit minder, omdat mensen rationeler gingen denken. Daar hoorde hekserij niet bij.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.