De uitrekking van een veer

Proef: De uitrekking van een veer Doel van de proef: Fg berekenen Benodigdheden: Ø Veer Ø Massahouder met massastukken Ø Liniaal Ø Statief Uitvoering: We hebben eerst het uiteinde van de veer aan het statief bevestigd. Toen de liniaal zo dicht mogelijk naast de veer geplaatst. Toen hebben we de lege massahouder aan de veer gehangen.Toen moesten we kijken bij welk getal van de liniaal de onderkant van de massahouder zich bevond. Dit getal moesten we noteren als eerste meting met massa 0 g. Toen hebben we de massastukjes één voor één op de massahouder gelegd, en gekeken bij welke liniaalstand de massahouder zich bevond. Daarna moesten we de uitrekking bepalen en Fg berekenen. Massa (g) Fg (N) Stand liniaal Uitrekking u(m) Fg / u (N/m) 0 0 0 0 0
50 0,5 2,55 0,0255 19,6

100 1,0 5,1 0,051 19,6
150 1,5 7,8 0,078 19,2
200 2,0 10,5 0,105 19
250 2,5 13,5 0,135 18,5 Antwoorden op vragen a t/m f a) Dan rekt de veer uit en kloppen de berekeningen niet meer. b) 0,01 kg.* 9,8= 0,098N
c) Als er meer kracht op de veer komt rekt hij verder uit. d) Hoe stugger de veer hoe groter de veerconstante. e) Nee, het klopt niet vergeleken bij de eerste (die is 0 en de rest ongeveer19). f) Anders moet je er met Fg / u nog meters van maken
Gemiddelde veerconstante: 19,8+19,6+19,2+19,0+18,5= 95,9/ 5= 19,18 N/m. Conclusie : De veerconstante blijft (ongeveer) even groot. Opdracht 8. a) Welke krachtenschaal zou je kunnen gebruiken om een kracht van2500 N in je schrift voor te stellen? 1cm. = 500 N. b) Hoe groot teken je de vector dan? 5 cm. Opdracht 9. a) Teken een vector die een kracht van 85 N naar rechts voorstelt. Krachtenschaal 1 cm. = 25 N b) Leg uit hoe groot je deze vector getekend hebt. 85:25= 3,4