Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 2

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1566 woorden
  • 4 november 2003
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Cd’s: Cd = compact disc, cd-rom= comapct disc- read only memory - zijn handiger; - hebben hogere kwaliteit; - niet alleen voor geluid maar ook voor: tekst, foto, film, enzo.; - je hebt ook cd’s die uitwisbaar zijn; - nauwelijks last van slijtage of ruis; - plastic van de cd kan smelten; - je kan het alleen kopiëren met speciale apparatuur. Kopiëren is slecht voor de handel, want er wordt minder verkocht. Cassettes: - kwestbaarder; - magneet zal de opgeslagen informatie vernietigen; - als het contact tussen het bandje en de afspeelkop slecht is, bijv. door vuil of beschadiging, dan loopt de kwaliteit snel terug; - door kopiëren neemt de kwaliteit af; - bij (lang) bewaren neemt de kwaliteit ook af.
Techniek cassettespeler: Opnemen: een microfoon zet het geluid om in een elektrisch signaal. Een spoel (die werkt als elektromagneet) zet dat signaal op de band, in een magnetische partoon dat wisseld van sterkte en richtting. Afspelen: een cassettebandje is bedekt met materiaal waar een magnetisch patroon op staat. Het spoeltje in de weergave knop zet dat om in een elektrisch signaal. De luidspreker zet dat om in geluid. De band moet bij het opnemen en afspelen met dezelfde snelheid draaien. Anders vervormd het geluid. Techniek cd-speler: Opnemen: Philips wist al in de jaren 60 hoe je gegevens digitaal moets opslaan. Door ‘wel’ of ‘geen’ putjes in de cd te branden. Een putje (pit) is een 0 en geen putje (land) is een 1. De pits en lands staan op de schijf in een lange spiraalvormige rij die in totaal wel 5 km lang kan zijn. Afspelen: Om de muziek af te spelen heb je een laser nodig, die begin jaren 70 FL.15.000,- koste. Daarom ging Philips samen werken met Sony, en ook omdat Philips een partner zocht voor de commerciële introductie. De straal van de laser komt samen in 1 punt, daardoor tast de straal steeds 1 spoor tegelijk af. Alleen als het licht in het putje valt, dan kaatst die terug in de ontvanger. Dat licht wordt omgezet in geluid. Het hart van elke cd-speler is de OPU (optical pickup unit), dat is een infrarood-laser en een systeem van spiegels en lenzen. Philips en Sony ontwikkelde dit samen, de argumenten die zijj gebruikten om het op de markt te brengen waren: - prachtige geluidsweergave; - geringe kwetsbaarheid; - systeem van aflezen over de hele wereld gelijk; - geen ruis (door scherpe onderscheid tussen pits en lands); - geen slijtage (door direct contact tussen schijfje en laser). Bij een dvd zitten de pits en lands dichter op elkaar, zo kan er meer op. Dit kan alleen gelezen worden door een laser met een korte golflengte. Op een beschrijfbare cd zit een reflecterende laag. Door het erin branden komen er geen pits en lands op de cd, maar plekjes die slecht reflecteren. 2.2 Toilet en riolering In de eerste helft van de vorige eeuw ging men in Nederland voor het eerst gegevens van de bevolking bijhouden. Daaruit bleek dat mensen op de ene plaats vaker en meer ziek werden dan op de andere. Tussen 1850 en 1900 ontstonden er in veel steden arbeiderswijken. Vaak woonden hele gezinnen in 1 kamer. Het was toen normaal om de behoefte op straat, in de gracht of sloot te deponeren. Toch werd er uit diezelfde gracht of sloot water gedronken. Cholera en tyfus kwamen toen veel voor. Ze kregen dat door water wat ze dronken waarin uitwerpselen van besmette mensen zaten. Eerst dachten de mensen dat de ziektes kwamen door verontreinigde lucht: mal aria (malaria). Naast de theorie van de slechte lucht bestond ook de bodemtheorie, dus grondverontreiniging. Later kwamen mensen tot de ontdekking dat een betere hygiëne zorgt voor gezondere mensen. Halverwege de vorige eeuw tot begin 20ste eeuw was er een kiebelton. In veel steden werden de uitwerpselen in tonnen opgevangen en die werden 1x per week opgehaald. Vervolgens werden ze naar het platteland gebracht en daar verkocht als mest (wat toen schaars was). Daardoor werd het tonnenstelsel in sommige steden zelfs winstgevend. In sommige huizen werden een soort van simpele closetpot neergezet. Die waren aangesloten op een reservoir die inder de straat liep. Daarin kwamen dan de uitwerpselen, die werden door een speciale stoommachine leeggepompt en vervolgens werden de uitwerpselen verkocht als mest. Na 1880 kwamen er langzaamerhand overal waterleidingen. Die konden ook de uitwerpselen wegspoelen, bovendien liep de opbrengst van menselijk mest terug en de lonen van de mensen die de tonnen ophaalde dus ook. De uiteindelijke oplossing is de wc-pot zoals we die nu hebben. Als je de wc doorspoeld dan komt de behoefte in het riool terecht, door de rioolbuizen stroomt het water van de wc’s, wasbakken, wasmachines en het regenwater. In Nederland ligt een netwerk van 10.000den km. Rioolbuis onder de grond. De doorsnede van de buizen kan oplopen tot 2 meter. Het rioolwater wordt afgevoerd naar een plek buiten de bebouwde kom en daar gezuiverd, dan gaat het weer het milieu in. Water zuiveren: 1) Eerst worden de grote vaste bestandsdelen verwijderd door middel van een rooster waardoor water stroomt. Dit vaste afval wordt naar de afvalstort gebracht. 2) Dan worden de kleine bestandsdelen verwijderd, d.m.v. bezinking. Dit zijn onder andere zand, etensresten, enzo. Nu is het voor 30% gezuiverd. 3) Nu komt het water in de beluchtingstanks, daarin zitten bacteriën die de organische afvalstoffen afbreken. Deze bacteriën hebben veel zuurstof nodig, daarom wordt er voortdurend lucht geblazen in de tanks. 4) Ten slotte stroomt het water in een nabezinkingsbak. Daar zakken de bacteriën naar de bodem en worden terug gebracht in de beluchttingsbak. Het water is nu voor 99% schoon, en kan op het oppervlaktewater worden geloosd. Als het hard regent komt er dus ook veel regenwater in het riool, soms is dat zoveel dat de waterzuiveringinstallaties het niet meer aankunnen. En dan moeten ze het vervuilde water wel in het milieu dumpen. Nog een nadeel hiervan is dat er nu niet zoveel regenwater de grond ingaat als grondwater. Een oplossing hiervoor is gescheiden afvoer- en regenwater. Dit is er nog niet in Nederland omdat het veel geld kost om het rioleringsstelsel te laten aanpassen, in Zwitserland is dit er al wel. Het doortrekken van de wc: è De afvoerpijp in de stortbak wordt geopend -> de stortbak loopt leeg en de behoefte wordt weggespoeld -> stortbak leeg -> afvoerpijp gesloten -> gaat kraan open zodat stortbak weer vol stroomt -> bak vol? -> kraan dicht. De stortbak van de wc is een voorbeeld van een regelsysteem. Een ander voorbeeld is een verwarmingsthermostaat. In de wc wordt het geregeld door hendels, kranen en vlottes: mechanische techniek. Bij veel andere systemen gebeuren de metingen door computers. 2.3 Techniek op menselijke maat Ontwerpers moeten rekening houden met een doelgroep. Maar zelfs in die doelgroep bestaan verschillen. Een ontwerper moet goed op de hoogte zijn van alle technieken en materialen die hij kan gebruiken. Zij zullen proberen rekening te houden met de verwachte gebruikers, door ten eerste naar de lichaamsafmetingen te kijken. Maar ook door ervoor te zorgen dat de toekomstige gebruikers makkelijk snappen hoe hun product werkt. De eerste computers voor thuis waren niet even makkelijk. Je had geen muis en je moets commando’s invoeren door iets in te typen. In 1984 kwam de eerste thuiscomputer met een muis. Sindsdien gaat het geven van commando’s door met met de muis op pictogrammen te drukken die op het beeldscherm staan. Dit is veel makkelijker dan iets in te moeten typen. Voor de juiste afmetingen van een doelgroep zijn er speciale tabellen met lichaamsafmetingen. Omdat er veel verschillende maten mensen bestaan is het moeilijk om iets te maken wat voor een groot gedeelte wel kan. Hiervoor hebben ze de P waarde uitgevonden. P= percentiel = welke 100ste deel van de gemeten waarden een maat ligt. Je hebt bijvoorbeeld P95, dat betekent dat iemand met een P95 lengte langer is dan 95% van alle mensen. Nog een voorbeeld is: in het 45e percentiel betekent dat 45% van de Nederlanders kleiner/dunner zijn en dat 55% van de Nederlanders groter/dikker zijn. De meeste fabriekanten zullen kiezen voor de P5 en de P95 waarden. Dan is er 5% te groot/dik voor en 5% te klein/dun voor het product. Het zal nooit lukken om iets te maken dat voor iedereen makkelijk te gebruiken is, meestal voor ‘maar’ 90%. Er zijn niet alleen P-tabellen voor lengte maar ook voor gewicht, kracht en waarnemingsvermogen. 5 Ontwerpstratrgieën: · Laag percentiel-strategie (zodat ook kleine of gehandicapten ergens bij kunnen, bijv: brievenbussen) · Hoog percentiel-strategie (bijv. dat lange mensen niet hoeven te bukken voor een deur) · Gemiddelde als maatstaf (bijv. wc-pot, dat is voor kleine en grote mensen) · Verstelbaarheid-strategie (bijv. fietszadel en autostoel) · Varianten-strategie (bijv. de keuze tussen een auto met een automatische of een handmatige versnelling) De mensen worden steeds langer, en daar wordt volgens de Club van Lange Mensen en de belangenverenigingen van gehandicapten en ouderen niet genoeg rekening mee gehouden. De reden hiervoor is dat de meeste fabriekanten het product wel willen maken maar dan wordt het duurder en het wordt minder gekocht. Begrippen Digitaal: dat informatie wordt opgeslagen in een grote hoeveelheid nullen en enen. Bemonstering: dat een groot aantal keren per seconde het geluid wordt gemeten. Laserbundel: is krachtig en nauwkeurig te focussen in 1 punt. Discrete signaal: signalen die een bepaalde waarde hebben. Continu signaal: signalen die alle denkware waarde kunnen hebben. Bezinksel: slib. Ergonomie: het aanpassen van technische producten aan de menselijke maat. Correlatie: verhoudingen tussen de benen en de romp.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.