Hersenkanker/tumor

Inleiding: Mijn werkstuk gaat over hersentumoren. Ik heb het gekozen omdat mijn vader daaraan bijna 6 jaar geleden is overleden. Het doel van mijn werkstuk is info geven. Vooral aan mezelf. Ik schrijf dit werkstuk voor Biologie. Het was zeer moeilijk om boeken te vinden. De bibliotheek had niet echt boeken erover. Alleen over het algemeen, Kanker dus. Eerst ben ik naar mijn eigen bibliotheek geweest. Daar was dus niks. Op een woensdag middag ben ik naar de centrale bibliotheek gegaan in Utrecht. Daar hadden ze ook niet echt specifieke boeken over hersentumoren. Maar het waren wel boeken waar meer in stond. Er waren ook folders waarin een deel vertelt wordt over hersentumoren. Gelukkig had ik dus iets gevonden. Op de volgende pagina’s vindt u de hoofdstukken. Hopelijk krijgt u voldoende informatie over hersentumoren. Wat is een hersentumor? Er zijn verschillende soorten kanker. Zoals: longkanker, leukemie, prostaatkanker enzovoort. Een daarvan is hersentumoren. Een hersentumor is een soort gezwel. Het groeit in de hersenen. Je hebt twee soorten tumoren. Goedaardige en kwaadaardige tumoren. Een goedaardige tumor is geen kanker omdat de cellen zich gewoon blijven delen en niet door de organen heen gaan. Ze kunnen wel gevaarlijk zijn omdat de tumor groeit en dus tegen de hersenen wordt gedrukt. Er kan een soort storing in de hersenen ontstaan. Bij kwaadaardige tumoren gaan ze door de organen heen en groeien ze snel. Dat is wel kanker. Door de groei van de cellen kan er een losraken en in andere delen van het lichaam komen. Daar kunnen ze ook gaan groeien. De gevaarlijk cel die blijft groeien gaat via het bloed naar een ander orgaan. Als het dus op een andere plek komt noem je dat een uitzaaiing. Een primaire hersentumor is een tumor die in de hersenen blijven. Een secundaire hersentumor is een uitzaaiing. Een groep kankercellen die groeien noemt men een metastase. Dit kan lang of kort duren. Hoe ontstaat een tumor? Een tumor ontstaat uit een cel. In die cel zit de stof DNA. DNA bepaalt hoe je eruit ziet. Die cel groeit van 1 naar 2 van 2 naar 4 en van 4 naar 8. Zo’n 2e cel neemt precies de erfelijke eigenschappen over uit de eerste cel. Als de cellen blijven delen en niet stoppen heb je kanker. Die cel groeit maar door. Na een tijdje van groeien krijg je een gezwel of een tumor. Maar hoe kan het nou misgaan in die ene cel? Een voorbeeld: De zon. Als je in de zon zit wordt je bruin. Als je je niet insmeert verbrandt je. Door de ultraviolet straling worden de cellen in je huid beschadigt. Wat er nou veranderd is dus het DNA. Door de schadelijke invloeden uit de omgeving(bijv. zon) beschadigt het DNA. In een cel zit een celkern. In een celkern zitten chromosomen. Die chromosomen bepaalt het DNA. Als zo’n cel beschadigt is blijft het door delen. Het wordt een tumor of gezwel.
Andere voorbeelden. Je kan verkeerde voeding binnenkrijgen. Bijv. Patat. In patat zit vet. Van vet wordt je dik. Als je dik bent is de kans op kanker groter. In groente en fruit zitten vitaminen en mineralen. Die stoffen hebben cellen nodig om oude cellen te vervangen. Je moet dus volop groente en fruit eten om gezond te blijven. Hoe bestrijdt men hersenkanker? Er is veel veranderd in de afgelopen jaar dertig jaar. Dokters zeiden vroeger nooit de waarheid. Nu wel. Nu zeggen ze dat patiënten kanker hebben of niet. Er zijn nu ook veel meer behandelingen. Als de dokter eerlijk is weet de patiënt waar ie aan toe is. Er zijn verschillende soorten behandelingen om kanker te bestrijden.: -De dokters opereren de patiënt. -De dokters bestralen de patiënt. -De dokters geven medicijnen. Ik ga het over twee behandelingen houden. Over: -Radiotherapie en -Chemotherapie. Radiotherapie is een soort van bestraling. Er zijn dus meerdere soorten behandelingen van bestraling. Je hebt uitwendige en inwendige bestraling. De uitwendige bestraling wordt het meest gebruikt. De bestraling komt uit een toestel. Ze bestralen/doden de kankercellen. De inwendige bestraling wordt ook wel brachytherapie genoemd. Er wordt materiaal in de hersenen aangebracht bij de tumor. Nadat de bestraling is gebeurd blijft er bij beide bestralingen geen straling meer over. Het doel van Radiotherapie is kankercellen doden. Het kan ook zijn dat je goeie cellen vernietigd. Als dit gebeurt wordt de patiënt zwakker. Na de Radiotherapie zijn er nog drie soorten behandelingen.: Een aanvullende behandeling, een genezende behandeling of verzachtende behandeling. Bij een aanvullende behandeling wordt er dus weer een soort bestraling gegeven. Dit wilt meestal de patiënt om een zekerder gevoel te krijgen dat hij of zij geen kanker meer heeft. Een nadeel is dat dus de patiënt nog zwakker wordt en dus kans heeft op dat diegene eerder dood gaat. Een genezende behandeling houdt in dat de patiënt geen kanker meer wil. Dus ook kanker verwijderen met een bestraling. Het heeft hetzelfde effect als bij de aanvullende behandeling. Bij de verzachtende behandeling houdt in dat de patiënt dus pijn heeft. Hij of zij wilt dat de pijn verzacht wordt. Je merkt dus minder van de pijn en groei. Chemotherapie is een soort behandeling van medicijnen. De medicijnen zorgen ervoor dat de cellen niet zo hard groeien. Er zijn drie soorten behandelingen. De curatieve, adjuvante en palliatieve behandeling. De curatieve behandeling zorgt ervoor dat de tumor helemaal dood gaat. Maar een nadeel kan zijn als er een uitzaaiing heeft plaatsgevonden. De adjuvante behandeling wordt toegepast om een beter eindresultaat te kunnen bereiken. Als je niet zeker bent dat alle kankercellen verwijderd zijn, kan je dus deze behandeling ondergaan. Het geeft je dan een zekerder gevoel. De palliatieve behandeling is bedoeld om de ziekte te remmen en ook voor het verminderen van de pijn. De pijn ontstaat doordat de tumor de organen wegdrukt. Als de tumor hard groeit moet je het doden. Anders is de kans dat je snel doodgaat. De kanker is weg als het lichaam helemaal is onderzocht en geen kankercellen bekend zijn. Welke stichtingen zijn er voor mensen die kanker hebben of iemand hebben verloren? Er zijn heel veel verenigingen en stichtingen voor mensen die iemand hebben verloren of voor mensen die zelf kanker hebben. Het doel is van zo’n vereniging of stichting om de mensen te leren omgaan met kanker. Zo’n stichting of vereniging heeft een goede invloed op je. Je kunt je hart luchten, je kunt alles even op een rijtje zetten en je kan rustig een manier vinden om te leren hoe je je met je emoties om moet gaan. Voor mensen die iemand hebben verloren zijn er ook contactgroepen. Een contactgroep is een groep mensen met een leider die leuke of interessante activiteiten organiseren. Ook zitten ze samen in een kring om te vertellen wat er is gebeurd met iemand die je lief had. Er zijn vele soorten stichtingen/ verenigingen. Een voorbeeld is: - Nederlandse federatie voor kankerpatiënten. Dit is een hele bekende stichting maar ook een hele goeie stichting omdat er veel mensen zijn die heel goed worden begeleidt. Mijn mening: Ik vond dit werkstuk goed om te maken. Ik vond het moeilijk om het onderwerp zo klein mogelijk te houden. Daar bedoel ik mee dat het moeilijk was om niet zo groot te leren schrijven over dit onderwerp. Ik vond het zeer goed gaan om dit werkstuk te maken. Door hulp van de leerkracht is dit werkstuk goed klaargekomen. Ik ben zeer tevreden over het eindresultaat. De volgende keer zou ik niet meer zo’n moeilijk onderwerp kiezen. Ik ben veel dingen te weten gekomen over het onderwerp. Door ook de biologie lessen wist ik al een paar dingen. Dus over hoe kanker ontstaat. In de boeken stond het goed maar er stond veel meer info bij. Mijn ervaringen: Ik vind het moeilijk om mijn ervaringen onder woorden te brengen. Ik zal bij het begin beginnen. Ik heb dit werkstuk gemaakt omdat ik meer wou leren over kanker. Mijn vader is bijna 6 jaar geleden overleden aan een hersentumor. Ik wist niet wat het was en wou er meer over leren. Ik voel me heel goed bij dat ik dit werkstuk heb gemaakt. Ik heb het grotendeels alleen voor mezelf gedaan. Ik weet nu wat het is en kan nu proberen te voorkomen dat ik kanker krijg. Mijn hele vaders kant is overleden aan kanker en ik wil het voorkomen. Ik denk de laatste tijd vaak aan mijn gezondheid. Ik vind mezelf dapper dat ik dit heb kunnen maken. Misschien wil ik later een stichting of vereniging zelf opzetten. Voor mensen die kanker hebben of voor mensen die iemand hebben verloren. Ik wil zeker ook kanker gaan steunen. Ik wil voor mezelf een goed beeld krijgen over hoe mensen het ervaren om iemand te verliezen. Ik was 9 toen mijn vader overleed. Ik weet niks meer over hem. Alleen dat ik hem met een kaal hoofd in een ziekenhuisbed heb zien liggen. Ik zie graag weer mensen opbloeien na een zeer zware tijd. Daar word ik zelf gelukkig van.