H:3 naar het centrum van de macht

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 826 woorden
  • 11 mei 2003
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
LEVENSBESCHOUWING PW HOOFDSTUK 3: NAAR HET CENTRUM VAN DE MACHT. Nieuwe godsdiensten in Rome Hoe is het Christendom in Rome terecht gekomen -> via soldaten van de Romeinse legioenen of door rondtrekkende handelaren of slaven. 50 -> Rome wereldstad. Veel godsdiensten waren er: -tempels voor Romeinse goden (Mars en Jupiter.) -tempels voor Egyptische goden (Serapis en Isis.) -vereerders van de Perzische god (Mithras.) Deze heeft als eretitel: Sol Ivictus (de onoverwinnelijke zon.) Symbool Mithras -> zonneschijf op 25 december. Bij een Mithrasdienst wordt een bijzondere doop gedaan, doden van een stier. Het hoogtepunt van de dienst -> heilige maaltijd. -het Jodendom, niet interessant genoeg voor de Romeinen. Een minderheid in problemen. Het aantal Christenen groeide snel, hoewel er wel kritiek op hun was: -ze hadden belachelijk bijgeloof, eeuwig leven. -ze zouden zich niet meer met de staat bemoeien -> God zou een rijk maken voor hun. -christenen gingen niet in het leger, omdat het doden niet mocht voor hun geloof. -ze gingen niet naar het theater of naar de arena, vanwege de leefregels. Christenen werden buitenbeentjes. Zo heeft keizer Nero in 64 de christenen de schuld gegeven van de brand van Rome en heeft voor deze daad vele christenen opgepakt en gemarteld. Christenen bleven vasthouden aan hun geloof vereerden de gemartelden. Ze gingen ook naar de catacomben (graven) van Rome om heilige relikwieën bij de lichamen te stoppen.
Organisatie eerste christenen: -bisschop (opziener) -presbyters (oudsten) -> hier komt priester vandaan -diakenen (dienaren) Het celibaat, het ongehuwd zijn was nog niet verplicht voor de priesters. Van onderdrukking naar erkenning Constantijn de Grote (285-337) ging tot het christendom over. Hij schonk in 313 al zijn onderdanen gewetensvrijheid (iedereen vrij voor zijn geloof.) Hoe kwam hij zo? Tijdens een gevecht zag hij visioen, waar opstond Overwin hierdoor, met als teken een kruis. Hij won die komende strijd, toen had hij erg veel waardering voor het Christendom. Hij deed veel voor het Christendom: -grote kerk bouwen, bijv de kerk in Jeruzalem waar men het graf van Jezus vermoed. -hij liet een concilie (kerkvergadering) plaatsvinden met een aantal bisschoppen om wat regels vast te stellen. Hier kwam hij op een geloofsformulering (dogma) dat Jezus de enige geboren zoon van God zou zijn. -zondag rustdag na herdenking van de opstanding van Jezus. Theodosius de Grote, opvolger Constantijn, verplichtte in 380 al zijn onderdanen om tot het christendom over te gaan. Christendom -> staatsgodsdienst. Bisschop kreeg veel aanzien. De apostel Petrus, was als eerste Primus inter Pares en werd al spoedig Paus genoemd. Het ontstaan van het kerstfeest: Bisschop Liberius uit Italië, gaf rond het jaar 300, een nieuwe betekenis aan 25 december, het zou de dag zijn waarop Jezus was geboren. Hij kwam daarop, omdat in de bijbel stond, dat Jezus werd beschreven als zon der gerechtigheid en daar had Mithras ook wat weg van en zijn feest begon ook op 25 december. In de middeleeuwen was dit feest een succesvol feestje en het was uitgegroeid tot een periode van 12 feestdagen van 25 december tot 6 januari, het feest van Drie koningen. Christen worden heersers. Gregorius de Grote: hij was een paus (590-604) die veel invloed had. Hij heeft veel gedaan voor het christendom: -evangelie verspreid, waarbij hij rekening hield met de oude plaatselijke gebruiken. -eenheid tussen de christenen. Het aanzien van de paus steeg hierdoor en hij kreeg met politieke en militaire middelen zelfs grote delen van Italië onder zijn hoede. Door de groeiende kerlijke en politieke macht van de bisschop van Rome, leidde dit tot problemen, uiteindelijk tot het Schisma (kerksplitsing): 1. West-Europa -> Rooms-katholiek.(paus) 2. Oost-Europa -> Orthodox. (patriarch) (kenmerk bij deze kerken is dat aan de wand iconen hangen. Op het toppunt van de macht. Gregorius de 7de (1073-1085) Hij omschreef de positie van de paus in drie punten: -de paus is volstrekt onafhankelijk van enige macht in de wereld. -de paus is de onbeperkte heer van de kerk. -de paus is de heer van de wereld, die aan de regeringen het staatsgezag heeft. Bij deze uitspraken waren niet alle politieke staatshoofden het mee eens en zo kwam er wel is een conflict -> Gregorius ---- Hendrik de 5de van Duitsland.
Innocentius de 3de , hij was de machtigste paus (1198-1216) Hij zei: ‘de paus is minder dan God, maar groter dan elk mens’. Hij vond dat de hele wereld aan hem toebehoorde, en hij beschouwde alle vorsten als leenmannen van hem. Als landen het niet met hem eens waren bestrafte hij die landen met een interdict: hij verbood de priesters in de beide landen om de sacramenten aan de inwoners toe te dienen. Innocentius de 3de was een felle bestrijden van mensen die tegen zijn geloof waren. Ketter -> katharen, geloofsgemeenschap in Zuid-Frankrijk die tegen de paus waren. Joden moesten kleding dragen waardoor je kon zien dat ze jood waren en ze mochten geen openbare ambten bekleden. 1215 -> concilie onder leiding van Innocentius, waar werd bepaald dat bijv elke gelovige christen minstens een keer per jaar moest biechten en in de paastijd was iedereen verplicht te communie te gaan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.