De microscoop

De uitvinder van de microscoop. De uitvinder van de microscoop is: Antonie van Leeuwenhoek. De microscoop is een soort vergrootglas. Maar het lijkt er niet echt op. Want met een microscoop kan je dingen zien die je met het blote oog niet kan zien. Als je iets met het blote oog niet kan zien heet dat: Microscopisch. Als je iets met het blote oog wel kan zien heet dat: Macroscopisch. De microscoop is een erg belangrijke uitvinding. De onderdelen van een microscoop. Een microscoop bestaat uit verschillende onderdelen een microscoop. Je pakt een microscoop vast bij ”Het Statief”. Je kijkt door de bovenste lens

Ookwel genoemd ”Het Oculair”Bij de meeste microscopen zitten twee oculairs,die vijf keer en tien keer vergroten.je gebruikt meestal het oculair dat tien keer vergroot.De buis waar het oculair inzit heet het ”Tubus”. Het oculair zit los in de tubus dus je moet nooit de microscoop op zijn kop houden, want danvalt het oculair uit de tubus.Onderaan de tubus zit ”De Revolver”. Dit is een draaibare schijf waarin de onderste lenzen zitten. Deze lenzen heten ”Objectieven”. Aan de meeste microscopen zitten drie objectieven.Het kleinste objectief verkleint vier keer,de middelste tien keer en de grootste veertig keer.Bij de meeste schoolmicroscopen zitten aan het statief twee schroeven een grote schroef en een kleine schroef. Als je aan de schroeven draait verandert de afstand van het tafeltje en het objectief. Bij sommige microscoopen komt dit doordat de tafel omhoog of omlaag beweegt. Als je aan de grote schroef draait verandert de afstand snel
en als je aan de kleine scroef draait dan verandert de afstand langzamer
maar dus nauwkeuriger. Het voorwerp dat je met de microscoop wilt bekijken, heet ”Het preparaat”. Je legt het preparaat op het talfeltje van de microscoop zorg wel dat het preparaat in het midden boven de opening waar het licht vandaankomt met ”De preparaatklemmen” kun je het preparaatje wat je wil bekijken vastklemmen. Onder de tafel zit een lampje in plaats van het lampje kan er ook een spiegeltje zittenmaar dat komt vaker voor bij oude microscopen. De spiegel kaatst het licht dat door de opening van het microscooptafeltje heengaat. Tussen het lampje (of het spiegeltje) en de tafel zit een”Diafragma”. Hiermee kun je regelen hoeveel licht er door de opening komt. Een diafragma bestaat uit een ijzeren plaatje die in het midden een opening vrijlaat.De opening kun je groter of kleiner maken. Ook zijn er diafragma’s die bestaan uit een ijzeren schijf met gaten van verschillende grootten erop.Let er vooral op dat er altijd licht door het diafragma heen kan vallen. Het preparaat. Je kunt zelf een preparaat maken.daar heb je het volgende voor nodig: · Een voorwerpglaasje daar moet het voorwerp opleggen wat je wilt gaan bekijken · Een dekglaasje dat leg je over het voorwerp heen · Water dat zorgt dat het voorwerpglaasje aan het dekglaase kleeft met het voorwerp ertussen
Een soort van naald dat zorgt ervoor dat er geen luchtbellen tussen het dekglaasje, het voorwerp en het voorwerpglaasje komt