De titanic

Titanic

Werkstuk van Sven

Mijn werkstuk gaat over de Titanic. Dat was een heel erg groot schip dat van Engeland naar Amerika ging en toen is gezonken op de eerste reis. Er zijn toen ook heel veel mensen verdronken.
Ik vind het een heel spannend verhaal en ik heb er veel over gehoord. In mijn werkstuk kom je van alles over dit schip en de scheepsramp te weten.

Indeling hoofdstukken:
Inleiding
Hoofdstuk 1 De bouw van de Titanic
Hoofdstuk 2 De inrichting van de Titanic

Hoofdstuk 3 De eerste reis
Hoofdstuk 4 De ijsberg


Inleiding
Ruim honderd jaar geleden in Engeland, in het jaar 1907, had de directeur van een rederij* de White Star Line, een goed plan bedacht.
Hij wilde drie hele grote snelle passagiersschepen bouwen. De mooiste die ooit gemaakt waren, om veel geld te kunnen verdienen. De White Star Line vervoerde in die tijd veel mensen die in Amerika wilden gaan wonen. Dat heet *emigreren.

Deze schepen gingen de Atlantische oceaan tussen Engeland en Amerika oversteken met een grote snelheid van wel 21 knopen*, dat is ongeveer 39 km per uur. De schepen vaarden toen op stoom. Ze werden oceaanstomers genoemd. De reis duurde met een stoomschip maar ruim een week . Daarvoor waren de reizigers soms wel 2 maanden onderweg.

Hoofdstuk 1
De bouw van de Titanic

De drie schepen werden in Ierland gebouwd. Deze schepen moesten heel erg luxe worden zodat de belangrijkste en best betalende passagiers hiermee wilden gaan varen.
De namen voor de drie nieuwe schepen waren al bedacht. Deze namen zijn de Olympic, de Titanic en de Gigantic. De tweede oceaanstomer werd dus de Titanic.

De bouw van de schepen ging best snel. Na drie jaar was het eerste schip al klaar. Twee jonge scheepsontwerpers* hadden veel goede ideeën. Deze mannen gingen bedenken hoe de schepen er uit moesten zien.

Er kwamen geen vier, maar twee masten. Zeilen waren niet meer nodig en de masten waren alleen nodig als antenne voor de draadloze telegrafie waarmee radioberichten en telegrammen verstuurd konden worden.

Voor de snelheid van het schip waren grote stoommachines nodig. Drie schoorstenen waren hier zeker voor nodig, maar er werd ook nog een vierde schoorsteen gemaakt voor de frisse lucht in de machinekamers en kombuizen*. De Titanic had ongeveer 620 tot 640 ton* kolen per dag nodig om te varen.
De vier schoorstenen van de Titanic waren bijna 25 meter hoog. De Titanic had drie scheepsschroeven en kon maximaal 23-24 knopen varen, dat is ongeveer 44 km per uur.

Je kunt goed zien hoe groot de scheepsschroeven waren, door de arbeiders die eronder staan.
Langzaam maar zeker werd het grootste schip ter wereld gebouwd. De Titanic was bijna 300 meter lang en bijna 30 meter breed. Vanaf de onderkant tot de top van de mast was zij ruim 72 meter hoog. Een groter, langer en hoger schip was nog nooit gebouwd.

De veiligheidsuitrusting van de Titanic vonden de mensen erg interessant.
Ze dachten echt dat het schip onzinkbaar was. Er waren zelfs volautomatische waterdichte deuren gemaakt om het schip te beschermen als er toch ergens een lek zou komen. Maar er konden maar twaalf elektrische deuren vanaf de brug* bediend worden, de andere 30 moesten in geval van nood gewoon met de hand gesloten worden. De waterdichte schotten waren niet hoger dan een paar meter boven de waterlijn*.
Een dubbele scheepswand vonden de ontwerpers toen ook zonde van de ruimte. Dus de Titanic had ook niet zo’n dubbele scheepshuid. Eigenlijk was de Titanic helemaal niet zo’n sterk schip.

31 mei 1911 was de feestdag, de arbeiders hoefden dan niet te werken.
Het was namelijk de dag dat de Titanic in het water werd gelaten. Dit gebeurde op twee glijbanen die waren met duizenden kilo’s zachte zeep, kaarsvet en walvistraan ingesmeerd.
Er gebeurde daarbij toen ook een ongeluk. Een arbeider hielp bij de tewaterlating* en kreeg een hele grote splinter in zijn been. Een dag later ging hij hieraan dood.

Hoofdstuk 2
De inrichting van de Titanic


Het werk was na de tewaterlating nog lang niet klaar. Want toen werd pas de inrichting van het schip gemaakt. Veel arbeiders moesten machines neerzetten en aansluiten. De rest was druk in de weer met timmeren, vloerbedekking leggen en meubels neerzetten.

Er waren eetzalen en hutten. Ook waren er dekken voor drie verschillende klassen. De rijkste mensen hoorden in de eerste klas, de rest in de tweede klas en de echt hele arme mensen kregen een hut in de derde klas. De eerste klas leek wel een luxe hotel, maar de eerste klas werd lang niet zo mooi ingericht. Tussen de verschillende klassen waren wanden en hekken. Zodat de rijke mensen geen last hadden van de arme mensen.

De eerste klas had wel zes dekken en vijf dekken werden volgebouwd met hutten. Die hutten waren meestal niet zo groot en bijna allemaal hetzelfde. Veel van die hutten hadden geen wasbak of een toilet. Want die waren op de gangen. Hoger in het schip waren de hutten deftiger en duurder. Op het B- en C-dek waren de mooiste eerste klas hutten.
Op de Titanic waren wel 28 van die hele mooie hutten gebouwd. Zie de tekening achterin het werkstuk.

Dit is een foto van een luxe eerste klas hut.

Veel meubels en ook houtsnijwerk op de wanden en plafonds zijn door een Nederlandse meubelmaker gemaakt.

Verder waren er nog eetzalen en een speciaal restaurant waar à la carte* gegeten kon worden als mensen er extra geld voor hadden.
Er waren rustruimten, rookkamers, bibliotheken, schrijfkamers, een soort sauna, een zwembad, gymzaal en een tennisbaan.

Hieronder heb ik nog een paar foto’s van de verschillende ruimtes:

Er waren trappenhuizen en vier passagiersliften.
In de grote eerste klas eetzaal, konden wel meer dan vijfhonderd mensen eten. Maar die had geen waterdichte wanden of schotten. Net als overal op het schip. Want dat vonden de bouwers niet nodig. En het was mooier voor de rijke passagiers.

Hieronder een foto van de gymzaal voor de eerste klas:


De veranda is een soort luxe ruimte met uitzicht op de zee voor mensen uit de eerste klas.

Het sloependek* wilden de scheepsbouwers op het bovenste dek maken. Zodat de mensen van de eerste en tweede klas ze goed konden vinden.
De bedoeling was dat er op dat sloependek wel 64 reddingssloepen kwamen, maar meneer Bruce Ismay dat was de directeur van de rederij, vond dat de helft meer dan genoeg was. Dan hadden de mensen een veel beter uitzicht op de zee.
Ook dacht hij dat de passagiers misschien bezorgd werden als ze zoveel reddingsboten zouden zien.
Er kwamen dus maar 16 gewone en 4 opvouwbare reddingsboten aan boord van de Titanic.
Maar dat was niet genoeg om alle mensen aan boord te kunnen redden. Want er konden wel 3300 mensen mee op de Titanic.

Het dek voor de derde klas

De rookruimte van de eerste klasse.

De eetzaal van de derde klasse

Een foto van het promenadedek waarop de passagiers van de eerste en tweede klas konden wandelen en genieten van het uitzicht over de zee.

Hoofdstuk 3
De reis
Er waren op de eerste reis 2200 mensen aan boord van de Titanic. Er werkten ook heel veel mensen aan boord. Bijvoorbeeld in de telegraaf ruimte. Passagiers konden berichten door sturen naar vrienden en familie. Die kosten natuurlijk wel geld.
Ook waarschuwingen voor ijsbergen en noodsignalen van andere schepen werden ontvangen. Er waren ook uitkijkposten en die moesten in het kraaiennest* werden steeds afgewisseld. Er waren 172 stokers aan boord van de Titanic voor de stoommachines te vullen met kolen. En er waren 37 matrozen.

Ook waren er mensen nodig die niets met het varen te maken hadden. Dat waren elektriciens, kappers, glazen wassers en bordenwassers en een timmerman. Postzakken werden ook meegenomen.
Er waren ook bakkers, koks en obers. Want er moesten wel 4000 maaltijden per dag worden gemaakt.

Op 3 april 1912 vertrekt de Titanic van de scheepswerf in Ierland. Het schip gaat naar Engeland.

Vijf jaar na de bouw op 10 april 1912, is het schip dan eindelijk klaar voor de eerste lange reis. Er vertrekt uit de Engelse haven Southampton een reusachtig schip met aan boord 1316 passagiers, 891 bemanningsleden en met ongeveer 210 miljoen dollar aan goud, zilver, juwelen, geld en waardevolle papieren naar New York.

Terwijl het schip uitvaarde over de zee tussen Engeland en Frankrijk gingen de mensen hun slaaphut en het schip verkennen. Al gauw gingen de mensen aan de lunch. Iedere klasse had hun eigen eetruimte.

Het schip kwam aan in Frankrijk om passagiers van het vasteland op te halen. Daarna stopte de Titanic nog in Ierland voordat het schip de grote oversteek over de oceaan ging maken.

Hieronder een kaart van de route die de Titanic heeft gevaren:

Hoofdstuk 4
De ijsberg
Een groot ijsveld dreef tijdens de overtocht over de oceaan in de scheepvaartroutes. Schepen moesten eigenlijk allemaal hun koers veranderen om veilig om het ijsveld heen te kunnen varen.
De Titanic stoomde met een vaart van ruim 21 knopen, recht op het ijsveld af. En rond negen uur ’s avonds zou de Titanic in het ijsveld terecht komen.
Maar de uitkijkpost zag rond tien uur ’s avonds nog geen ijs. En geen wind, geen golven, geen maan. Maar een spiegelgladde zee en een heldere nacht met duizenden flonkerende sterren.

Toen kwamen er drie slagen op de bel, hoog uit het kraaiennest van de Titanic. Het was toen ongeveer tien over half twaalf ‘s avonds.

"IJsberg... recht vooruit!" Schreeuwde de uitkijk, toen hij de ijsberg zag.
Het schip werd in volle kracht achteruit gezet. Daarna probeerden ze de ijsberg nog te ontwijken omdat volle kracht achteruit niet meer hielp. Maar met de rechter zijkant van het schip werd de ijsberg geramd.
Deze foto is twee dagen later gemaakt op de plaats waar de Titanic zonk, er zit een streep verf van het schip op het ijs.

Het schip begon heel langzaam te zinken. De mensen hadden het eerst niet eens in de gaten maar na een poosje ging het dek toch al iets schever staan. Toch dachten de mensen dat de Titanic niet kon zinken. En het orkest bleef ook gewoon doorspelen.
Om 12.15 uur werd de eerste noodoproep van de 'Titanic' verzonden. Die *morsecode gaat zo …___…

Kapitein Smith had de motor op stop gezet en de Titanic dreef langzaam uit.

De reddingsboten werden allemaal in het water werden gelaten en daarin zaten vooral de rijke mensen. In die tijd moesten in geval van nood als eerste vrouwen en kinderen geholpen worden. De boten waren maar voor de helft gevuld. De mensen dachten dat de reddingsboten het anders niet zouden houden. Toen brak bij de andere mensen op het schip paniek uit, de laatste reddingsboten die in het water werden gelaten, zaten toen met meer dan 70 personen overvol.

De laatste reddingsboot werd om vijf over twee ‘s nachts te water gelaten.
Om kwart over twee ’s nachts zinkt de Titanic in het ijskoude water van de Atlantische oceaan.

1522 van de ruim 2200 passagiers en bemanningsleden verdronken of vroren dood in het koude water. Ook kapitein Smith.
Er ging maar één reddingsboot terug om te kijken of ze nog mensen konden redden uit het water. De rest van de mensen in de reddingsboten waren bang dat ze dan zouden omslaan.
Nadat de Titanic gezonken was moesten de mensen in de reddingsboten nog twee uur wachten voordat ze gered werden. Door het dichtstbijzijnde schip de Carpathia. In de nacht van de scheepsramp was het heel erg koud en de watertemperatuur lag onder het vriespunt.


Het zinken is misschien gekomen door meer dingen.
De kapitein van de Titanic heeft te veel hard door het gevaarlijke ijsveld in de oceaan gevaren. Er waren veel te kort reddingsboten. En in de roeiboten werd maar weinig plaats gemaakt voor de arme passagiers.
Ook zijn de mensen veel te laat in de boten gegaan omdat ze niet geloofden dat het grote schip kon zinken.
Voortaan moest vanaf nu voor iedereen een plek beschikbaar zijn in een reddingsboot. Andere schepen werden toen allemaal verbouwd en veiliger gemaakt.

Het wrak van de Titanic is pas in het jaar 1985 ontdekt op de bodem van de zee. De *kroonluchters in de grote zalen van de eerste klas zijn nog steeds heel. Net als borden, spiegels en houten panelen aan de muren.
Het wrak ligt nog op de zeebodem maar er zijn al heel veel stukken van en uit het schip naar boven gehaald. Die kun je nu in een museum gaan zien.

Dit was mijn werkstuk over de Titanic.

Sven

Groep 6
Basisschool



Woordenlijst:
Rederij = een bedrijf dat één of meer schepen heeft
Knopen = waarmee de snelheid van schepen wordt aangegeven
Emigreren = mensen die in een ander land gaan wonen
Tewaterlating = als een boot voor het eerst in het water gaat bij de scheepswerf
Scheepsontwerpers = mensen die als beroep bouwtekeningen maken om schepen te kunnen bouwen
Kombuis = de keuken op een schip
Ton = hoeveelheid van 1000

Suite = luxe kamer
Promenadedek = dek waarop je kan wandelen of zitten
Patrijspoort = rond raam op een schip
Á la carte = van een menukaart in een restaurant kiezen wat je wilt eten
Sloependek = dek waarop de reddingsboten liggen
Waterlijn = de lijn waar het wateroppervlak het schip raakt
Brug = plaats waar de kapitein en de stuurman het schip besturen
Kraaiennest = uitkijkpost hoog in de mast
Morsecode = door middel van korte en lange tikken kan je via een radio berichten verzenden
Kroonluchter = een lamp gemaakt van heel veel glazen druppels en met kaarsen


Bronvermelding:
Ik heb de informatie op Internet gevonden en ik heb er veel over gehoord. Er is ook een film over gemaakt.
http://nl.wikipedia.org/wiki/RMS_Titanic
http://www.scholieren.com
http://home.scarlet.be/johnny.bonte18/teksten/titanic/titanic_05.htm
http://www.iselinge.nl/Scholenplein/pabolessen/00012conderwaterwereld/debodem.htm