Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Het Louvre

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2811 woorden
  • 26 juni 2007
  • 229 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
229 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Vooraf: Ik heb gekozen om een Ckv-verslag te schrijven over het Louvre. Dit omdat we met school naar Parijs zijn geweest, en ik het een mooi onderwerp voor een verslag vind. Het Louvre sprak me het meest aan van de bezochte musea in Parijs. Ik denk dat dit vooral komt omdat het naar mijn idee het meest bekende museum van Parijs is. Er hangen erg veel werken van beroemde kunstenaars, waardoor je eigenlijk niet om het Louvre heen kan. Van tevoren wist ik niet zo heel veel van het Louvre, maar wel meer dan van andere musea in Parijs. Zo had ik bijvoorbeeld al wel wat foto’s van gezien. Ik wist ook al dat het vroeger een Paleis is geweest en dat er erg veel aan het Louvre gesleuteld en hierdoor erg veel is veranderd is (er zijn bijvoorbeeld veel nieuwe vleugels toegevoegd). Het Louvre is groter dan dat ik verwacht had. De glazen piramide valt direct op als je het Louvre ziet. Ik wist al van het bestaan hiervan af, en had het op verschillende foto’s al gezien, maar kon toch niet zo goed beoordelen of ik het er mooi bij vond passen. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat het inderdaad praktisch is voor de toevoer van buitenlicht in het Louvre, en het de gigantische binnenplaats ook aantrekkelijker maakt. Ik vind het echter door de hoekige vorm en de soort glas met ijzer constructie niet passen bij de rest van het paleis, omdat deze gebouwd is in klassieke stijl, terwijl de piramide heel abstract is. Symbolisch is het wel mooi, omdat oud en nieuw samengevoegd wordt. Als ’s avonds de lampen rond het Louvre aangaan vind ik het er wel ontzettend mooi uitzien. De geschiedenis: Het Louvre heeft een erg lange geschiedenis. Het bestaat namelijk al sinds 1190 en is voor verschillende doeleinden gebruikt. Het Louvre van kasteel tot paleis: Het Louvre is gevestigd in een van oorsprong middeleeuws kasteel dat door de koningen van Frankrijk werd gebruikt. Het eerste kasteel op deze plek, gebouwd rondom een donjon, werd gebouwd door Filips II in 1190, als verdediging tegen de veelvuldige aanvallen van de Vikingen vanuit het westen, via hun primaire aanvalsroute de Seine. Nadat de Orde van Tempeliers in ongenade viel rond 1307, werd het Louvre het onderkomen van de koninklijke schatkist, die eerst in het hoofdkwartier van de Tempeliers werd bewaard. Karel V maakte het kasteel, dat door stadsuitbreiding zijn strategische betekenis had verloren, tot zijn koninklijk paleis. Als liefhebber van kunst gaf hij het Louvre alvast iets van zijn toekomstige functie door een gedeelte van zijn bibliotheek (circa 12.000 manuscripten) er onder te brengen. Het paleis leed zwaar onder de honderdjarige oorlog en hoewel Frans I erop aandrong om het paleis te herbouwen, duurde het tot 1528 tot er iets definitiefs gebeurde. In dit jaar werd de donjon van Filips II afgebroken. Er werden plannen ontwikkeld om het kasteel in de heersende Renaissancestijl weer op te bouwen en in 1546 werd Pierre Lescot aangesteld om zijn plan, vier vleugels rondom een ruime binnenplaats (de Cour carré), te verwezenlijken. Dit complex vormt het oudste deel van het huidige Louvre en komt overeen met de 'Sully'-vleugel. De bouwactiviteiten omspanden de regeerperiodes van Frans I, Hendrik II en Karel IX, maar toen waren slechts twee van de vier vleugels verwezenlijkt. Catharina de' Medici liet vanaf 1564 een nieuw paleis optrekken op zo'n 500 meter ten westen van het Louvre, de Tuilerieën, en onder Hendrik IV werd dit paleis met het Louvre verbonden door een vleugel langs de Seine, de kern van de huidige Denon-vleugel. De vleugels rondom de Cour Carré werden pas in de zeventiende eeuw voltooid. Het plan van Hendrik IV, le grand dessin genoemd, dient als leidraad voor alle volgende generaties die zich met het uitbreiden en verbeteren van het Louvre bezighouden. Dit proces gaat, met vallen en opstaan, door tot Lodewijk XIV besluit zijn residentie te verplaatsen naar het Paleis van Versailles. Het Louvre raakt in onbruik als paleis en krijgt verschillende functies.
Het Louvre van paleis tot museum: De markies van Marigny, door Lodewijk XIV als beheerder van het Louvre aangesteld, liet, ondanks een beperkt budget, het cour carré voltooien door Jacques-Germain Soufflot. In 1779 krijgt de nieuwe beheerder, de graaf van Angiviller, het idee om het Louvre te gaan gebruiken als onderkomen voor (een gedeelte van) de koninklijke kunstcollectie. Zijn idee krijgt echter geen tijd om waarheid te worden door de tussenkomst van de Franse revolutie. Alhoewel door de revolutie er geen koning meer is, wordt het Louvre toch niet gezien als volledig volksbezit. D’Angiviller zet zijn idee voor een museum door bij de nieuwe machthebbers, die inzien dat de nationale kunstcollectie beschermd moet worden tegen de verwoestingen die de revolutie met zich meebrengt. Het idee van een nationaal erfgoed begint zich te ontwikkelen en in 1791 beslist de Wetgevende Vergadering dat in het Louvre een museum gevestigd zal worden. Op 10 augustus 1793 wordt het Louvre geopend als museum, één van de oudste ter wereld. Nog ouder zijn het Ashmolean Museum (1683), het museum van Dresden (1744) en de Vaticaanse musea (1784). Het Louvre als museum: Van paleis was het Louvre nu een museum geworden, maar zowel in de collectie als in het uiterlijk van het gebouw zouden er nog veel dingen veranderen. In de jaren na 1793 is het Louvre vooral een plek voor kunstenaars om inspiratie op te doen. Ze hebben hier de hele week de tijd voor, het gewone publiek wordt alleen op zondagen toegelaten. Onder Napoleon Bonaparte krijgt het museum de enigszins ijdele naam Musée Napoléon, alhoewel het nog steeds geen museum is in de moderne zin van het woord. Dominique-Vivant Denon, naamgever van één van de huidige vleugels, is de eerste directeur onder Napoleon. Samen met zijn baas, die dankzij zijn veldtochten veel kunst buit maakt, geeft hij de aanzet tot wat het Louvre nu is, één van de grootste musea ter wereld. Zowel onder Napoleon I als onder Napoleon III worden er nog diverse uitbreidingen aan het gebouw toegevoegd, zoals de gehele Richelieu-vleugel. Nauwelijks is het complex voltooid of de Commune verwoest in 1871 de Tuilerieën, zodat het Louvre tegenwoordig naar het westen toe niet meer afgesloten is. Napoleon III maakt het mogelijk voor de gewone burgers om ook op andere dagen dan zondag het museum te bezoeken, waardoor het eindelijk zowel qua collectie als openbare toegang een modern museum wordt. Ondanks tegenslagen, zoals de brand tijdens de Commune van Parijs, blijft het museum groeien. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de belangrijkste kunstwerken geëvacueerd na de invasie van Duitsland; beeldhouwwerken en sculpturen werden ingekist en getransporteerd op vlucht voor de Nazi's. Vele kunstwerken zoals de Mona Lisa en de Venus van Milo gingen een onzekere toekomst tegemoet. De laatste grote uitbreiding, buiten de in een gebouw van dergelijke omvang gebruikelijke renovaties en verbouwingen, vindt redelijk recent plaats. Tijdens het presidentschap van François Mitterrand, zeker niet schuw van grote projecten (Grands Oeuvres, zie ook Bibliothèque nationale de France), wordt besloten om naast het toevoegen van de Richelieu-vleugel aan het museum, toen in gebruik als onderdeel van het ministerie van Financiën, het hele museum her in te richten en grondig aan te passen. Dit project duurde maar liefst achttien jaar (van 1981 tot 1999) en stond onder leiding van de Chinees-Amerikaanse architect I.M. Pei. Zijn plan deed in eerste instantie veel stof opwaaien in Franse kringen, vooral door de toepassing van moderne architectuur in een belangrijk Frans cultuuricoon. Het grootste struikelblok waren de inmiddels beroemde Piramiden, bedoeld om de ondergrondse ingangshal te markeren en van daglicht te voorzien. Uiteindelijk verstomde het protest en de uitbreidingen en aanpassingen maakten van het Louvre het op twee na grootste museum ter wereld. Alleen het Metropolitan Museum of Art in New York en de Hermitage in Sint-Petersburg zijn groter. Het gebouw: Het Louvre is niet altijd geweest zoals het nu is. Het is door de tijd heen steeds een stukje verder aangebouwd. Het heeft hierdoor ook verschillende bouwstijlen. Hendrik IV heeft er tussen 1589 en 1610 voor gezorgd dat het paleis eruit ging zien zoals het er nu uitziet. Dit in een nieuwe architectuurstijl, het Classicisme. De piramide op de binnenplaats is van buitenaf gezien het enige ‘moderne’ aan het Louvre. Binnen is dit echter anders. Veel van de vleugels zijn namelijk modern ingericht. Het Louvre valt meteen op omdat het in klassieke stijl gebouwd is, en de rest van de omgeving niet. Maar het meest opvallende is toch wel de glazen piramide op de binnenplaats, omdat deze totaal niet bij de rest van de bouwstijl van het Louvre, en de rest van de omgeving past. De materialen: Het Louvre zelf is vooral uit stenen opgebouwd. Op het dak liggen dakpannen. Een deel van het Louvre is onder de grond. Daar zit ook de ingang die toeristen moeten gebruiken. De binnenplaats is belegd met tegels. De lantarenpalen en decoratiebollen lijken van lood gemaakt. De grote piramide is van glas met een ijzerconstructie. Binnenin het Louvre zijn de meest voorkomende materialen steen en glas. De kleuren: Het Louvre heeft aan de buitenkant gewoon de kleur van de materialen waarvan het gemaakt is. Het dak is een beetje grijzig en de zuilen gelig. ’s Avonds lijkt het Louvre door de verlichting een beetje goudkleurig. De piramide is doorzichtig met een ijzerstructuur. Op de binnenplaats staan lantarenpalen en decoratieve bollen in loodkleur. De rand van de fontein heeft dezelfde kleur. Het Louvre heeft aan de binnenkant veel verschillende kleuren. De eerste hal is vooral wit. Hier is ook de glazen piramide met de ijzerconstructie, en een stalen trap. Verder hebben wij niet het hele Louvre bezichtigd, maar in de gang richting de Mona Lisa was ook veel wit. Hierdoor vallen de gekleurde kunstwerken wel erg goed op. Er was ook een zaal en een gang die vooral goudkleurig was. Hier lagen vooral veel juwelen.
De vormen: Het Classicisme heeft meestal veel soberheid in de vorm, maar omdat het Classicisme niet de enige bouwstijl is die het Louvre heeft gehad, is het niet echt sober van vorm. Het lijkt meer op een rijkelijk versierd palijs. Het heeft ook wel iets weg uit de Romeinse tijd, omdat er veel met versierde zuilen is gewerkt. Binnen zijn er veel lange rechte gangen, met vierkante zijkamers. De versiering: Het Louvre heeft veel versieringen die vooral uit het Classicisme komen. Deze stijl wordt gekenmerkt door verfijnde decoraties. Zo zijn bijvoorbeeld de zuilen werden met lelies versierd. In het museum zelf zijn de kunstwerken natuurlijk de versiering. De muren zijn vaak gewoon wit. Af en toe zijn er wel mooie plafondschilderingen die ook als decoratie dienen. Buiten zijn er decoratieve bollen, lantarenpalen en een vijver ter versiering. De collectie: De belangrijkste collectieverwervers waren in chronologische volgorde de koningen Karel V en Frans I, koningin Maria de' Medici, Kardinaal de Richelieu, koning Lodewijk XIV en Napoleon Bonaparte. Zij verzamelden onder andere topstukken als de Mona Lisa en de Venus van Milo. De collectie van het Louvre is in 8 afdelingen onderverdeeld en loopt van werken van de grote beschavingen uit de oudheid tot aan de eerste helft van de 19e eeuw. Werken uit latere perioden zijn ondergebracht in andere musea in Parijs, waaronder het Musée d'Orsay. Oudheden uit sommige culturen zijn ook elders ondergebracht; zo is de Aziatische kunst te vinden in het Musée Guimet. Het Louvre wil met haar collecties naar eigen zeggen een encyclopedie van de kunsten zijn. De collecties zijn als volgt onderverdeeld: * Oosterse oudheden * Kunst van de Islam * Egyptische oudheden * Griekse, Etruskische en Romeinse oudheden * Beeldhouwkunst * Kunstvoorwerpen * Westerse Schilderkunst * Grafische kunst
De afdeling schilderkunst biedt een van de meest complete overzichten ter wereld. Uiteraard is de Franse schilderkunst het best vertegenwoordigd. Hier zijn de hoogtepunten de grote verzameling werken van Nicolas Poussin en hoofdwerken van Jacques-Louis David (De eed der Horatiërs), Ingres (Het Turkse bad) en Eugène Delacroix (De dood van Sardanapalus). Maar ook schilders als Georges de La Tour, Jean Antoine Watteau, François Boucher, Jean Honoré Fragonard, Jean-Baptiste Siméon Chardin en Théodore Géricault zijn uitstekend vertegenwoordigd. De Italiaanse schilderkunst van de veertiende tot en met de achttiende eeuw is uitstekend vertegenwoordigd. Het zwaartepunt van de verzameling valt in de zestiende eeuw met beroemde werken van Leonardo da Vinci (Mona Lisa), Rafaël (La belle Jardinière), Titiaan (Le concert champêtre) en Veronese (Bruiloft te Kana). Andere beroemde namen zijn onder meer Mantegna, Caravaggio en Francesco Guardi. De collectie Nederlandse en Vlaamse schilderkunst behoort eveneens tot de beste ter wereld. De verzameling primitieve schilders is klein maar omvat een hoofdwerk van Jan van Eyck (Madonna met kanselier Rolin). Van Rubens is er onder meer de cyclus van 24 enorme schilderijen die gebeurtenissen uit het leven van Maria de' Medici uitbeelden, van Van Dyck is er het bekende portret van de Engelse koning Karel I. De Zigeunerin van Frans Hals, Bathseba van Rembrandt en de Kantkloster van Vermeer vormen hoogtepunten in de Hollandse verzameling. De Duitse, Spaanse en Engelse schilderkunst zijn met minder werken vertegenwoordigd, maar hier zijn werken van onder meer Hans Holbein de Jonge, Goya en William Turner te bewonderen. De functie: De functie van het Louvre is in de loop van de jaren veranderd. Toen het Louvre gebouwd werd, was de functie verdediging tegen de Vikingen. Hierna bleef de hoofdfunctie nog een hele tijd verdediging. Hierna werd het Louvre een paleis. De Koninklijke schatkist werd er bewaard. Dus de functie was, huis van de koning, en bewaarplaats van de schatkist. Hierna werd het Louvre een huis en atelier voor kunstenaars. De functie was in die tijd een plaats waar kunstenaars rustig konden wonen en werken. Niet lang hierna werd het Louvre een museum. De functie werd toen, schilderijen en andere kunstwerken exposeren voor bezoekers. Het Louvre van nu kent vele opdrachtgevers voordat het geworden is wat het nu is. De eerste opdrachtgever is Filips II. Hij bouwde het Louvre als fort tegen de Vikingen. Hij zette het Louvre neer aan de grens van het vroegere Parijs. Het Louvre staat nu nog op dezelfde plaats als toen, alleen ligt het nu in het centrum van Parijs. De eisen van Filips II zijn erg simpel geweest. Het moest een sterk fort zijn, die de indringers buiten de stad zou houden. Aan de buitenkant van het Louvre zie je niet echt dat het een museum is. Het lijkt eerder op de woning van een uiterst belangrijke fransman. Het lijkt ook nog steeds op een paleis, maar dat is het natuurlijk ook geweest. Ik vind het wel van buiten wel een erg mooi gebouw voor een museum. Vooral omdat het gebouw zelf ook een soort museumstuk is. Weetjes: De naam ‘ het Louvre’: De naam van het Louvre kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd: bijvoorbeeld wat in het Latijn ‘lupara’ of ‘lupera’ heet, wordt in het Frans ‘lovre’ of ‘louvre’. Maar in de Germaanse taal van de Saksen betekent ‘lower’ gewoon vesting. Ook zou de eerste letter in de loop der jaren van een r veranderd kunnen zijn in een l, zodat de oorspronkelijke naar ‘rouvre’ was, waarmee misschien de rode kleur van het rivierzand werd bedoeld. Maar de fraaiste verklaring is het woord ‘loup’, dat verborgen zit in ‘louvre’, wat in het Frans zonder de slotklank gewoon als ‘loe’ wordt uitgesproken. ‘Loup’ doelt dan op de ‘wolf’ die in de naam van de 18 Franse koningen met de naam ‘Louis’ voorkomt. Grappig hierbij is dat de Zonnekoning Louis in het Nederlands Lodewijk XIV heet, en misschien is ‘Lod’ van wolf, en de totale naam in combinatie met ‘wijk’ ‘wolvengang’.
Enkele getallen: * 55 000 m² tentoonstellingsruimte, sinds 2001 uitgebreid naar 60 000 m². * In totaal is het Louvre 160 106 m² groot. * Het is geopend in 1793. * Het Louvre bezit 300 000 verschillende werken waarvan 30 000 tentoongesteld. * De tentoongestelde collectie bedraagt slechts 10% van het geheel. * Jaarlijks komen ongeveer zes tot acht miljoen bezoekers naar het Louvre (6 894 000 in 2004, meer dan acht miljoen in 2006). * Er werken in het Louvre ruim 1800 mensen. * De bedrijfskosten bedragen ruim € 90 miljoen. * De piramide is gemaakt van 603 diamant-vormige en 70 driehoekige ruiten van glas, exclusief de deuren. Veel mensen denken dat de piramide uit 666 ruiten bestaat, maar dit is niet het geval. Achteraf: Ik vind het Louvre nog steeds een erg mooi gebouw, en ik ben blij dat ik er een keertje geweest ben. Ik vind het Louvre na het verslag eigenlijk nog steeds hetzelfde als voor het verslag, alleen weet ik er nu meer over, en dat is leuk. Ik ben blij dat ik dit onderwerp heb gekozen om een verslag over te schrijven. Eerst was ik bang dat ik geen 6 pagina’s vol kon krijgen, maar bij dit onderwerp leek het wel of de pagina’s erdoorheen vlogen. Bronvermelding: Internet:: http://nl.wikipedia.org/wiki/Louvre
http://nl.wikipedia.org/wik/Venusdemilo
http://nl.wikipedia.org/wik/Monalisa
http://nl.wikipedia.org/wik/Gilles
http://nl.wikipedia.org/wik/Hetturksebad
http://nl.wikipedia.org/wik/Hetvlotvanmedusus
http://google.nl
http://google.nl/afbeeldingen
http://www.parijs.nl/id/180
Boeken: Informatieboekje Parijs
Encyclopedie

REACTIES

5.

5.

heb je nog weetjes over louvre?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.