Tunesie

Tunesië De geografie De republiek Tunesië officieel genoemd: al-Djoemhoerjja at-Toenisijja ligt in het centrum van Noord-Afrika en is de kleinste staat van de Maghreb. De Maghreb bestaat uit de landen: Marokko, Algerije, Libië, Mauritanië en Tunesië. Tunesië is ongeveer 5 keer zo groot als Nederland en heeft aan de westelijke kant veel bergen van 500 tot 1500 meter hoogte. De hoogste berg van Tunesië is de berg Djebel Chambi met 1544 meter. De kustvlakte ten zuiden van de bergketens zijn golvend en vruchtbaar hier groeien o.a. (onder anderen) miljoenen palmbomen. De grassteppegebied ten westen hiervan is onvruchtbaar. Veder vind je hier zoutmeren en rivierbeddingen die bijna het hele jaar droog staan. In het zuiden begint de Sahara met steenwoestijnen, zoutmeren en palmoases. In het uiterste zuiden uitgestrekte zandduinen. De enige rivier van Tunesië die gedurende het hele jaar water bezit is de Mejerda die uitmond in de golf van Tunis. Het klimaat Plaatselijke verschillen in het klimaat van Tunesië treden op door de invloed van de Middellandse Zee. De oostkust en het noordelijke deel van Tunesië hebben onder invloed van de Middellanse Zee een Subtropisch klimaat met zachte winters en warme droge zomers. Het binnenland heeft een steppeklimaat en het uiterste zuiden een woestijnklimaat. De meeste neerslag valt ten noorden van de bergketens, gemiddeld meer dan 400 mm per jaar met maxima langs de kust van 700 tot 1200 mm per jaar. Ten zuiden van de bergketens begint de overgang naar een droger klimaat met neerslagmaxima van 300 mm en verder zuidwaarts van 100 tot 150 mm per jaar. De neerslag valt met name in oktober tot februari, Noord-Tunesië is het minder warm dan in Zuid-Tunesië. In de warmste maand juli heeft de streek Tunis-Bizerte een gemiddelde temperatuur van 25,9 graden het veel zuidelijker gelegen Tozeur heeft dan een gemiddelde temperatuur van 32,3 graden. In de koudste maand januari heeft het gebied Tunis-Bizerte een gemiddelde 11 graden
De planten Voor de jaarteling was Tunesië vooreen groot deel bedekt met bossen. Door het kappen van timmerhout, weidegrond en akkerbouw is nu nog maar ongeveer 7% van Tunesië met bomen bedekt. In de jaren 50 is men met herbebossing begonnen en men wil nog 2.000.000 ha te bebossen (2miljoen hectaren). In het noorden komen nog meer bossen met kurkeiken, aleppodennen, cipressen en eucaliptussen. In de noordelijke streken komen loofbomen voor zoals de olm, de populier en de es. In vruchtbare gebieden worden olijven, vijgen en amandelen verbouwd. Op de steppen groeien taaie grassoorten zoals de alfagrasen. In het zuiden en in de oases overheerst de dadelplant. De dieren. In de bossen in Tunesië leven onder anderen ( o.a. ) vossen en wilde zwijnen. In de woestijnen leven slangen, woestijnratten, woestijnvossen, woestijnspringmuizen en veel reptielen zoals de hagedissen. Beschermde dieren zoals de waterbuffel, de monniksrob, het stekelvarken en het atlashert. De leeuw, een panter, een jachtluipaard en het hartebeest ( een antilopen met een lange nek) komen nu niet meer voor in Tunesië of zijn uitgestorven. De geschiedenis Prehistorie en oudheid Tienduizenden jaren geleden zag Tunesië Er heel anders uit dan nu. Het had een vochtig met veel bossen en anderen vegetatie. De bewoners leven van de jacht en visserij. Het klimaat werd steeds droger toen trokken de mensen naar het noorden en zuiden. Vanaf vijfduizend tot zesduizend voor Chr. Gingen de mensen dieren houden en gewassen verbouwen. Ongeveer elfhonderd voor Chr. Waren de feniciers een machtig zeevarend volk dat vele nederzettingen stichtte langs de Afrikaanse kust. In 814 voor Chr. Werd Charthago gesticht dat snel zou uitgroeien tot een politieke en militaire grootmacht, en zou uitgroeien tot een bloeiend handelscentrum. De Arabische tijd Na de dood van Mohammed in 632 veroverden de arabieren in relatief korte tijd Noord-Afrika. Pas in 698 werden de Arabieren verdreven. De Turkse periode De Ottomanen heroverden Tunesië weer in 1574, mede omdat de Spanjaarden ook al oorlog voerden met de Nederlanders. Tunesië werd door de Turkse mensen onafhankelijk. Het land werd officieel een Ottomaanse profincie met aan het hooft een aangewezen sultan. Onafhankelijkheid Op 20 maart 1956 werd de onafhankelijkheid door de Franken erkent.
Tweede Golfoorlog Tijdens de tweede golfoorlog nam Tunesië een neutrale houding aan. Bij de presidentsverkiezingen van maart 1994 werd Ben Ali president. Een paar jaar later werd hij herkozen. Bevolking Het aantal inwoners van Tunesië was in 1999 ongeveer acht en een half miljoen. In Tunesië leven nog ongeveer 1% Berbers. Taal De officiële taal is Arabisch, waarvan de gesproken taal erg afwijkt van de geschreven taal heel erg afwijkt. De omgangstaal in Tunesië is Arabisch dialect dat afhankelijk van de regio verschild. Het echte Arabisch schrift word van rechts naar links geschreven en ze schrijven medeklinkers en lange klinkers. Frans word voor handel en bestuur gesproken en door oudere mensen word ook nog Frans gesproken.