Softbal

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2497 woorden
  • 13 november 2004
  • 107 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
107 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis Softbal ontstond in de vroege Middeleeuwen. In die tijd waren er veel slag en loop spelen. Hierbij moet je nadat je een bal slaat lopen. De sport ontstond geleden in Amerika. Hier bestond de sport Honkbal al. Softbal is een variant op honkbal. Men zegt dat de Amerikanen en de Canadezen de sport naar Nederland brachten na de tweede wereldoorlog. Wat is sofbal Softbal is een bal en een teamsport die meestal door meisjes wordt uitgeoefend. Softbal is niet hetzelfde als honkbal. Ook al lijken de twee sporten veel op elkaar zijn er wel wat kleine verschillen. De bal bijvoorbeeld. Bij de sport honkbal gebruikt men een grotere bal dan bij softbal. Ook de afstand tussen de honken is bij softbal groter dan bij honkbal. De manier van gooien van de pitcher is ook anders. Bij softbal wordt er door de pitcher (de persoon die de bal speelt) namelijk onderhands gegooid terwijl de bal bij honkbal bovenhands moet worden afgespeeld. Ook het slaghout voor honkbal is breder dan bij softbal. En de ruimte waarin de slagman de bal weg mag slaan is een beetje anders. Softbal wordt gespeeld met twee teams van negen veldspelers. Softbal is een van de veiligste veldsporten die er wordt gespeeld. Bij deze sport kun je of aan slag zijn of je staat in het veld. Er kan één persoon aan slag zijn. Niet meer. Als jouw partij dus in het veld moet staan, moeten wél alle spelers er tegelijk staan. De pitcher wordt geacht onderhands te gooien in de slagzone. De slagzone houdt het gebied tussen de knieën en de schouders in. De pitcher moet de bal over het thuishonk gooien en tegelijkertijd tussen de knieën en de schouders. Als dit het geval is, dan wordt de bal als ‘slagbal’ gerekend. Wanneer de bal wordt gemist bij een slagbal telt het als een slag. Als je de bal raakt dan moet je zo snel mogelijk naar het eerst honk rennen. De veldpartij moet proberen de bal naar honk 1 te gooien. Als de bal er eerder is dan de slagman dan is de persoon uit. De slagman is de persoon die de bal heeft geslagen. Wanneer er drie spelers uit zijn dan moet het team wisselen met de partij die in het veld staat. Wanneer beide teams aan slag gekomen zijn noemen we dit een inning. Een wedstrijd wordt gespeeld in minimaal zeven innings.Wanneer deze zeven innings gespeeld zijn en het spel staat gelijk dan moet er nog een inning worden gespeeld. Wanneer na negen innings het weer of nog steeds gelijk staat, is het spel voorbij. Dan is de eindscore gewoon gelijk. Competitie wedstrijden voor softbal: Als je competitie speelt met softbal, krijg je voor een overwinning twee punten. Als er gelijk wordt gespeeld krijg je hier één punt voor. Wanneer de wedstrijd wordt verloren worden hier geen punten voor berekend. Het team dat aan het einde van de competitie het hoogste aantal punten heeft behaald word de winnaar. De winnaar kan een niveau hoger gaan spelen. Een hoger niveau houdt ook in dat je tegen andere teams moet gaan spelen. Het team dat aan het eind van de competitie het minst aantal punten heeft gehaald moet een niveau lager gaan spelen. De wedstrijden voor softbal worden in de zomermaanden gehouden. Dit is omdat anders in verband met regen de velden onder water kunnen staan. De kans op blessures is buiten het zomerseizoen dan ook het groots. Een softbal of honkbal competitie word in de zomermaanden gehouden. De softbal teams worden ingedeeld doordat de bond kijkt naar de woonplaats en de klasse. De indeling bestaat uit noord, zuid en midden Nederland. De klasses worden ingedeeld in de top klasse, de midden klasse en de recreatie klasse. De laatste klasse houdt in dat je softbal als hobby hebt en niet echt hoog speelt. Daarnaast zijn er ook verschillende leeftijdsgroepen: - 6 tot 10 - 10 tot 13 - 13 tot 16 - 16 tot 18 - 18 en ouder
”De bal’’ Wat is softbal zonder bal? De bal is onmisbaar bij dit spel. De bal ziet er als volgt uit. De doorsnede van de bal is 9 centimeter. Het officiële gewicht hoort tussen de 180 en 200 gram te wegen
Je kunt softbal niet spelen zonder bal. De doorsnede van een softbal is 9 centimeter en het gewicht moet tussen de 180 en 200 gram zijn. De buitenkant van de bal is van leer of nep leer. De bal bij softbal is groter dan de bal bij honkbal. Bij softbal gebruik je een ‘slaghout’ van aluminium. Deze slaghouten heb je in verschillende maten en gewichten. Zo hebben de kleinere kinderen een kleiner slaghout dan dat de volwassenen hebben. Je moet vooral letten op de lengte en het gewicht. Als het slaghout te lang of te zwaar is, is de kans groot dat je alles mist. Er wordt vaak gedacht dat je de bal beter raakt wanneer je een groot en zwaar slaghout hebt. Het tegendeel is hiervan waar. Wanneer je dus voor een groot en zwaar slaghout kiest dat eigenlijk te zwaar voor je is, is het erg moeilijk om te slaan dus doe je hier langer over. Omdat je er dus langer over doet is de bal allang weer weg. Je kunt dus het beste slaghout pakken die je gemakkelijk kunt gebruiken. ‘Body protection’ Bij het spelen van softbal ben je ook een aparte handschoen nodig. Deze handschoen is gemaakt van leer en is een van de belangrijkste dingen als je in het veld staat. De handschoen beschermt je tegen de harde ballen die het veld in worden geslagen. Een handschoen vormt zich naar de vorm van je hand en naar de manier waarop je hem gebruikt.Wanneer je een nieuwe handschoen hebt die nog niet is ‘ingespeeld’ kun je het beste speciale olie gebruiken die ervoor zorgt dat de handschoen zacht aanvoelt en dat hij snel de vorm van je hand aanneemt. Het is dus erg lastig om een handschoen van iemand anders te gebruiken. De catcher is de speler die achter het thuishonk zit om de bal te vangen als de slagman hem mist, of wanneer de pitcher de bal buiten de slagzone heeft gegooid. Een catcher moet speciale dingen dragen om zichzelf te beschermen. Hij is verplicht speciale handschoen die extra stevig zijn te dragen en hij moet een helm met een masker opzetten, ook heeft hij een body protector en been beschermers nodig. De reden waarom hij dit draagt is omdat hij soms ballen met zijn lichaam moet stoppen die hard aankomen, omdat hij die niet kan vangen met zijn handschoen. Zonder deze bescherming kan hij snel blessures kan oplopen. Tijdens wedstrijden draagt de slagman vaak een helm en schoenen met spikes of noppen om blessures te verkomen en meer grip op het veld te hebben. Het veld en de spelers Het veld bij softbal heeft een vierkante vorm. Dit veld bestaat uit een binnenveld en een buitenveld.Het binnenveld bestaat uit alle honken. De afstand tussen de honken is 18.3 meter. In het binnenveld staan zes spelers. Tussen de thuishonk en honk één en de rechte lijn tussen thuishonk en honk drie heten foutlijnen. Het gebied daarbuiten heet het foutgebied. Er staat iemand bij het eerste honk en er staat iemand aan het tweede en het derde honk. Je hebt ook een korte stop. Deze persoon staat tussen de tweede en het derde honk. De pitcher staat op de pitchplaat en de catcher zit gehurkt achter de thuisplaat. De pitcher is de persoon die de bal onderhands in de slagzone moet gooien. Het is de bedoeling dat de pitcher het zo moeilijk mogelijk maakt voor de slagman. Wanneer hij gooit kan hij verschillende ballen spelen zoals effectballen, harde ballen, zachte ballen, hoge ballen en lage ballen. Een effectbal gaat naar links of rechts. Met deze soort worpen kan het heel moeilijk zijn voor de slagman om de bal te raken. Het buitenveld is het veld achter het eerste, tweede en het derde honk. Hier staan ook drie mensen. Dit zijn de rechtse, de linker en de middenvelder. De scheidsrechter/spelleider staat achter de catcher. Hij bepaalt of de bal die gegooid werd een slagbal is wordt dit door de scheidsrechter duidelijk gemaakt aan het publiek. Elke scheidsrechter doet dat op een andere manier. Wanneer je naar de hogere klassen kijkt zie je dat er vaak één tot drie scheidsrechters in het veld aanwezig zijn. Deze ‘extra’ scheidsrechters helpen de eerste scheidsrechter te beslissen of een speler ‘in’ of ‘uit’ is. Wanneer er een meningsverschil is, heeft de ‘eerste’ scheidsrechter het laatste woord. Dit houdt dus in dat de eerste scheidsrechter uiteindelijk de baas is. De persoon die aan slag is noemen we de slagman.Wanneer het de pitcher niet lukt om een slag te gooien wordt dit ‘één wijd’ genoemd. De slagman hoeft dan niet te slaan. Wanneer de slagman bij een ‘wijd’ bal slaat. Wordt dit wel gerekend als een slagbal in plaats van een ‘wijd’ bal. Aan het veld heb je ook een overkapte ruimte. Deze is bedoeld voor de coach en wordt de ‘dug out’ genoemd. De coach is de leider van het team, hij zit in de dug out samen met de overige spelers van de slagpartij. De coach vertegenwoordigt ook het team bij overleg met de scheidsrechters en de tegenstander. Wanneer iedereen op zijn plek staat, kan het spel beginnen. - De pitcher moet onderhands de bal werpen. Komt de bal door de slagzone, over de werpplaat bij de slagman tussen knie - en schouderhoogte, is het een slag. Lukt dit niet is het een wijd. - De slagman slaat wanneer de geworpen bal een slag is. Wordt deze slag goed gerekend loopt de slagman naar het eerste honk. Iedere bal die na de slag binnen de foutlijnen blijft is een goede slag. Ook een geslagen bal dat over de foutlijnen rolt of stuit, kan als goede slag worden gerekend. Wordt de bal bijvoorbeeld via het foutgebied het binnenveld ingeslagen of wanneer de bal via het binnenveld naar het foutgebied rolt is de slag goed. Een bal wordt goed of fout gekeurd wanneer er is gekeken waar de bal blijft liggen.Voor het binnenveld geldt de regel waar de bal blijft liggen en voor het buitenveld geldt de regel waar komt de bal voor het eerst binnen. De bal moet altijd over of in het binnenveld gaan. Wordt de bal uit geslagen heet dat een nul. Bij drie keer missen moet de slagman lopen. Is de derde slag fout mag de slagman nog eens slaan. Wordt de geslagen bal door een veldspeler gevangen is de slagman meteen uit. Bij 4 wijdworpen krijgt de slagman een vrije loop. Hij mag dan naar het eerste honk lopen zonder uitgemaakt te worden. -De catcher zit achter de slagman en probeert alle ballen te vangen. Vangt hij de derde misser is de slagman uit. Raakt die bal de grond krijgt de slagman een vrije loop naar het eerste honk. Wordt een geslagen bal door een veldspeler terug naar de catcher gegooid, kan hij ook eventuele honklopers uitbranden. -De honklopers moeten elk honk aanraken. Komt een honkloper bij het thuishonk zonder uitgetikt of uitgebrand te worden scoort hij een punt. Honklopers mogen elkaar niet inhalen of op hetzelfde honk staan. Bij iedere slag is er een gedwongen loop. Op het eerste en vierde honk mag de honkloper recht doorlopen zonder uitgebrand te worden, op de ander honken is hij alleen safe als hij het honk vast heeft. Op het moment dat de pitcher de bal los laat mag de honkloper naar het volgende honk trekken. Als de bal wijd wordt gegooid of mis wordt geslagen kan de honkloper een honk stelen. Bij een foutslag moet hij terug naar zijn laatste honk (Bij een vangbal bij wedstrijden mogen de honklopers pas lopen als de bal gevangen is. Als ze eerder het honk hebben losgelaten, moeten ze na de vangbal eerst terug naar het honk waar ze vandaan kwamen.) -De verdedigers staan in het veld en proberen de geslagen bal te vangen of in ieder geval zo snel mogelijk in handen te krijgen. Veldspelers kunnen op drie manieren honklopers uit spelen. Met een vangbal of ze kunnen een honkloper uitbranden door met de bal het honk aan te raken waar die honkloper naar toe gaat, als die gedwongen loopt of ze kunnen een honkloper uittikken door de loper aan te raken met de bal. Veldspelers mogen de honklopers niet in de weg staan of hinderen. In dat geval krijgt de honkloper een vrije loop naar het volgende honk. Tactiek Aanvalstactiek De bedoeling is natuurlijk om zoveel mogelijk punten te scoren. Deze krijg je doordat de honklopers zonder uitgetikt of uitgebrand te worden het vierde/home honk halen. Dat kan moeilijk zijn. De slagman is daarbij heel belangrijk. Handig dus om de beste slagmannen van je team op de 4de 8ste 12de enz. plaats te zetten. De anderen kunnen dan de honken vullen en de goede slagman kan ze dan allemaal binnen halen. De slagman moet niet alleen goede ballen slaan maar ook proberen te richten. Daar waar geen veldspelers staan of daar waar de slagman en/of de honklopers niet naar toe moeten. Ook handig om de bal ver weg te slaan of meteen op de grond zodat het geen vangbal wordt. In geval van nood kan de slagman ook een squeeze play spelen. Dat is een opofferingsstootslag in de richting van het eerste honk. De honkloper aan het derde honk kan dan naar de thuisplaat lopen terwijl de slagman zelf waarschijnlijk uitgemaakt wordt. De honklopers zelf kunnen ook meehelpen. Zodra de pitcher de bal loslaat, mogen ze trekken. Als ze door kunnen lopen hebben ze al een paar meter gewonnen en bij wijd of misslag kunnen ze zelfs een honk stelen. Bij een hoog geslagen bal is het wel beter eerst even af te wachten of het geen vangbal wordt. Maar bij twee uitjes kan altijd gelopen worden want 3 keer uit is het einde van de slagbeurt en wordt er gewisseld. Verdedigingstactiek De bedoeling is natuurlijk de tegenpartij zo weinig mogelijk punten te laten scoren. Daarvoor is samenspelen nodig. Belangrijk is dat iedere speler steeds weet hoeveel uitjes er zijn hoeveel slag en wijd er is geworpen en welke honken bezet zijn. Er mogen geen gaten in de verdediging zijn. Als een honkman achter de bal aan gaat moet de dichtstbijzijnde dit honk afdekken. Ook mogen de verdedigers niet achter elkaar staan. Als een bal ver in het buitenveld terechtkomt kunnen de verdedigers de bal aan elkaar doorspelen waardoor de bal sneller op de gewenste plaats komt. Dit noemt men een relay. Als er meer honklopers zijn, een meervoudige gedwongen loop, kan men het beste eerst de verste honkloper uitmaken en dan pas eentje die minder ver is. Bij twee uitjes hoeft dit niet en is de makkelijkste honkloper het handigst. Als er een honkloper bij het derde honk staat is het slim om de bal naar het thuishonk te gooien om te verkomen dat de tegenpartij een punt.

REACTIES

M.

M.

hey alles goed?
ik heb je werkstuk gebruikt voor een verslag van lichamelijke opvoeding,,en bedankt, want ik heb wel een voldoende gekregen!!!
groetjes maaike
p.s. ik hoop een berichtje terug

19 jaar geleden

A.

A.

hoe groot is de afstand van de pitchplaat naar het thuishonk? Wat is een honk stelen? Wanneer is het slagfout? Wat is volle bak? En hoeveel punten verdien je met een homerun?

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.